Onderzoek aan interaktieve kip
Citation for published version (APA):Bridié, E. (1990). Onderzoek aan interaktieve kip: aanpassingen aan meetopstellingen en enkele metingen met puntbelasting. (DCT rapporten; Vol. 1990.006). Technische Universiteit Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1990 Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
ONDERZOEK AAN IN'IERAKTIEVE K I P
aanpassingen aan meetopstelling en enkele metingen met puntbelasting
E.Bridie' E i ndhove n februari 1990 kTW 9 0 . 0 0 6 In opdracht van: . d
St agebege leider : Dr. Ir. C .
M.
MeiikenVakgroep Fundamentele Werktuigkunde Technische Uni vers i te i t E i ndhoven
Stagedocent : Ir. Verburg
Docent s tudi er i cht i n g Werk t u i gbouwkimde
Hogeschool Eindhoven
Geschreven door:
Emile Eridié
Student Werktuigbouwkunde Hogeschool Eindhoven
Het verdraaiien en uitbuigen van een profiel loodrecht OP de
belastinssrichting noemt men "kip". Op de Technische
Universiteit Einàhoven woi-yit dit instabi liteitsvelschijncel
onderzocht naar aanleiding van vragen door ALCOA B.V. ,
producent van dunwandige aluminium profielen met complexe doorsneden.
Tydens deze stageperiode zijn er veranderingen aangebracht
betreffende de meetopstelling, die het mogelijk maakten om
aluminium T-profielen, van 30*30*3 millimeter en een flens-
dikte van 0 , 5 millimeter, die door een puntkracht in het
midden werden belast te onderzoeken. Om het mogelijk te maken
metingen uit te voeren moesten een "belastinsshaak", een stebn voor een kruistafel en een houder voor 5 micro verplaatsings-
opnemers met een contragewichtj e gekonstrueerd en gemaakt
worden. Er z i j n verder metingen gedaan aan twee profielen met
een lengte van respectievelijk 750 en 1000 millimeter. Het was
eigenlijk de hedoeling meerdere profielen te meten, maar
door allerlei problemen met de instelling en het aansluiten van de randapperatuur is dit niet gelukt. De uitkomsten van de metingen komen toch redelijk overeen met de theoretische verwachtingen.
Het uitdempende sinusachtige golfpatroon dat in de flens ontstaat door het aanbrengen van een puntkracht in het midden
van het profiel is met de huidige programmatuur niet om te
zetten in reproduceerbare parameters. Enkele waarden die dit programma geeft zijn echter wel te gebruiken als ric5twaarde.
Bij het voortzetten van het onderzoek zal in eerste instantie
aandacht moeten worden besteed aan het aanbrengen van de
belasting. Dit zou eigenlijk vervangen moeten worden door het
aanbrengen van een verplaatsing waarbij het tevens mogelijk is
om een dalande kracht-weg kromme te bepalen. Ten tweede zal
het ook zeer interessant zijn om te kijken hoe een profiel
reageert als een imperfectie expres wordt aangebracht. Ten
slotte zal e r programmatuur geschreven moeten worden als men
vooRwooRD
D i t rapport is geschreven naar aanleiding, van een stage-
ûpdsscht v a n Q r . I r - . C.M. Menken vam de vakgroep Fundamentele
Werktuigkunde van ~ c L i l l l ~ ~ bW 1 1 A l l ~V U & C - > l & U A
.-,
~ - i n ~ h n v r a i lEet YcrppGrt gaat over het zanpassen van een meetopstelling.
Met deze opstelling wordt aan aluminium T-profielen die door
een puntkracht in het midden worden belast gemeten. Hierbij wordt er specifiek gekeken naar de gedraging van het profiel
ten aanzien van k i p , lokale knik en e e n corrtbinatie van beiden.
T f i - L - G - m h ~ ï T n i r r n x . - c i f n i f ~ l ) V " V 1 l .
Voor de begeleiding en de gedane moeite bedank ik:
- Dr.Ir.C.M.Menken
-
ing. W.J.Groot- M.C.van Hout
Verder bedank ik Julius Yzermans en Karel Koekkoek voor de
hulp en uitleg bij h e t aansluiten en instellen van de
electronische apparatuur, en Toon van Gils en Sjef Garenfeld voor hun adviezen en het maken van de benodigde onderdelen.
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING
. . .
1. . .
2 VOORWOORDINLEID
I
NG. . .
4 . . . 5. . .
KOOLD STLK 1 1 . 1 . 1 1 . 1 . 2 1 . 1 . 3 Lokale knik K i p Interaktieve k i p. . .
7 1 . 2 Instabiliteit. . .
gemeten 1 . 3 1 . 3 . 1 1 . 3 . 2 Waaraan wordt er De profielen De opstelling. . .
9. . .
101 . 4 Hoe wordt er gemeten
AANPASSINGEN
. . .
I2 HOOFDSTUK 2Drager voor kruistaf e 1
Belastingshaak
Houder voor micro verplaatsingsopnemers 2 . 1 2 . 2 2 . 3 HOOFDSTUK 3 H E T METEN
. . .
14 3.1 3 . 2 3 . 3 3 . 4 S p ann i ngs 1 o os i ris p an ne 11Werkvolgorde b i j inspannen prof iel
Verwerking meetgegevens Instelling meetapparatuur
. . .
18 GEBRUIKTE PROGRAMMATUUR HOOFDSTUK 4 4 . 1 4 . 2 4 . 3 5 6 6 . 1 6 . 2 Positie bepalingHet bepalen van de plooifunctie
Graf ische moge 1 i jkkeden
HOOFDSTUK HOOFDSTUK MEETRESULTATEN
. . .
20 SLOT. . .
21 Conclusies Aanbevelingen. . .
2 2 GERAADPLEEGDE BI JLAGEN LITERATUURINLEIDING
Dat rekenen aan aluminium profielen met complexe doorsneden
geen eenvoudiye zaak was, werd ALCOA 3 . V .
NEDERLAND
duidelijktoe:: ze d a t ongeveer 10 jaar geleden wilden gaan proberen.
s
1 i e --
- -- ^1&W U I U L er o p de TUE ~r,dei-zcek g e d a a i naar de
gedragingen v-n belEstte complexe aliminium profielen met
behulp van T-profielen met een dunne flens.
In
het onderzoekwordt gekeken naar de overeenkomst tussen praktijk en theorie
met als uiteindelijk doel een computerprogramma dat het
verschijnsel beschrijft.
In het rapport zal de praktijk van het meten van in het midden
door een puntkracht belastte profielen met relatief dun
-
wandige flenzen worden behandeld. Speciaal zal worden gekeken naar het verschijnsel k i p , al dan niet in combinatie met
lokale knik van de flens, Dit omdat een combinatie van &ie
twee k a n leiden t o t zeer vervelende situaties.
Een overzicht van de onderwerpen die in dit rapport be5andeld worden volgt hieronder:
Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van het verschijnsel
interaktieve k i p en de manier waarop dit gemeten
wordt.
Hoofdstuk 2 beschrijft de aanpassingen en nieuwe onderdelen
die nodig waren om de metingen mogelijk te maken.
Hoofdstuk 3 gaat over de werkvoorbereiding en de volgorde
waarin bepaalde hande 1 ingen moeten worden gedaan
voorafgaande aan e e n m e t i n g .
Hoofdstuk 4 behandelt de gebruikte programma's en geeft bij
ieder een korte handleiding.
Hoofdstuk 5 bespreekt de meetresultaten.
HOOFDSTUK 1 INTERAKTIEVE KIP
A l s aluminium T-profielen worden belast door een puntkracht in
het midden zijn de te verwachten resultaten onder te verdelen
in drie soorten. Deze zullen bij het toenemen van de profiel-
lengte respectieve 1 ijk zijn:
- alleen lokale knik
- een combinatie van lokale knik en k i p
-
uitsluitend k i pfiguur 1
1.1.1 Lokale knik
Dit verschijnsel treedt voornamelijk op bij de kortere
profielen. De drukkrachten die door de belasting van het profiel in de dunne flens optreden zullen ertoe leiden dat
deze gaat plooien (zie figuur 2). Dit wil zeggen dat er een
gslfvorm zal ontstaan. Omdat het profielen het midden belast worden zal de amplitude van de golf in het midden het grootst
zijn en naar de inklemmingen toe afnemen.
1.1.2 Kip
K i p ofwel globale knik treedt vooral O P bij de langere
profielen. Het profiel zal tot een bepaalde belasting alleen
eerst vertikaal doorbuigen. Bij het verhogen van de belasting
zal het profiel echter ook in hcrizontsle richting uitbuigen
en daarbij iets torderen ( z i e f i g u u r 3 ) . Het hûrizûntau!
uitwijken zou men ktinnen vergelijken met de Euler-knik van een
kolom. A l s het profiel horizontaal uitbuigt zal het zich in
een onstabiele toestand bevinden en proberen weer in een
stabiele evenwichtstoestand te komen. De kritische belasting
van een profiel is net zoals bij Euler-knik lengte-
af hanke 1 ijk .
figuur 3
1.1.3 Interakieve k i p
Dit is een combinatie van beide knikvormen die in een groot lengtegebied kan voorkomen. De beide knikvormen hebben e e n
ongunstige invloed op elkaar. Naarmate de lengte toeneemt zal
de kracht waarbij k i p optreedt steeds dichter bij de kracht
waarbij lokale knik optreedt komen. Hoe dichter de twee krachten bij elkaar komen, hoe groter de kans dat het profiel
plotseling bezwijkt. Het blijkt namelijk dat bij Fkip =
Fplooi=Fkritisch het profiel het meest instabiel is. In deze
toestand zullen de imperfecties( onnauwkeurigheden 1 in het
profiel een grote rol spelen.Deze imperfectie - gevoeligheid
1 . 2 INSTABILITEIT
De instabiliteit die ontstaat door een belasting is voor een
groot dee 1 afS,unke l i j k van de dwarsdoorsnede van het prof Ie 1 .
Het is namelijk van h e t grootste belang of de dwarsdoorsnede
is opgebouwd uit staafachtige of plaatachtige onderdelen.
Ket lijf van het gebruikte
T
-
profiel vertoont een gedraganaloog aan dat van een gedrukte Euler knikstaaf. De
stijfheid van z o ' n staaf kan men als constant beschouwen tot
het ogenblik dat er knik optreed.Dit moment zal eerder
optreden naarmate de staaf meer imperfecties bevat.Een
perfecte staaf zal in theorie dus tot boven de kniklast kunnen
worden belast (zie punt A,figuur 4). Een minimale verstoring
zal er echter voor zorgen dat de staaf direct uitknikt. Na het
uitknikken i s de axiale stijfheid van een perfecte staaf
direct n u l geworden . De staaf zal onherstelbaar plastisch
vervormen. Zoals in figuur 4 te zien is zal een staaf met
imperfecties geleidelijk reageren op een groter wordende
belasting.
figuur 4
Plaatachtige delen van het profiel zoals de dunne flens zullen zich gedragen als een plaat die in zijn eigen vlak gedrukt
wordt. Voor de flens van het
T
- profiel is er dus sprake vanplaatknik. Evenals bij de Euler knikstaaf zal een perfect rechte plaat een belasting boven de kniklast kunnen doorstaan
zonder uit te knikken (zie punt A , figuur 5 l . Een kleine
verstoring echter, zal de plaat laten uitknikken. De stijfheid
na knik zal niet ineens dalen naar nul, maar zal ongeveer 45 %
zich instabiel, maar zal niet kapot gaan. Een niet perfecte
plaat zal evenals een niet perfecte staaf geleidelijk reageren
o p een toenemende belasting.
f isuur 5
Door de d r u k op de plaat zal er in de plaat een golf ontstaan.
De karakteristieke waarden van een golf zoals golflengte, amplitude e.d. zijn afhankelijk van de manier van opleggen en de afmeting van de plaat.
1 . 3
W A A R A A N WORDTER
GEMETEN 1.3.1 De ProfielenOm betrouwbare metingen te doen zal een eerste vereiste zijn
dat d e profielen aan een zeel- hoge nauwkeurichvid voldoe-..
De
T
- profielen die er gebruikt worden voldoen aan deze eiszoals gedeeltelijk kan worden opgemaakt uit de imperfectie -
metingen van mijn voorganger. Om een redelijk grote amplitude
te kunnen ontwikkelen zonder plastisch te vervormen zijn de
profielen voorzien van een zeer dunne flens. Omdat T-profielen met zulke dunne flenzen niet standaard te verkrijgen zijn
worden er profielen gebruikt waarvan de flens op het lijf is
gelijmd.0m dan toch aan de hoge nauwkeurigheidseisen te
voldoen is gekozen om de profielen te laten lijmen met behulp van hoogwaardige lijmtechnieken uit de vliegtuigindustrie.
%
--3o
.r b
figuur 6
1 . 3 . 2 De Opstelling
Voor het onderzoeken van kipverschijnselen is in de afgelopen
jaren een meetopsteileng ontwikkeld. De basis voor deze
opstelling is een frame van
HE
- 140B I-profielen die OPverschillende plaatsen versterkt zijn. Binnen dit frame wordt
het profiel opgehangen
.
Om het mogelijk te maken de profielenin te spannen zijn ze voorzien van cylindrische kunstof
f Araldit ) proppen zoals te zien is in figuur 6 . Deze passen
precies in de messing span- bussen die zijn bevestigd aan de
ophangplaten. Doordat deze ophangplaten maar een dikte hebben
van 1 mm zal het profiel precies diezelfde vrijheidsgraden
1 . 4
KOE WORDTER
GEMETENAlle verplaatsingen die gemeten worden moeten z o nauwkeurig
mogelijk geregistreerd werden. Het is dus zaak om engewenste
krachten van buitenaf t z vermtijcien. C?m dit te bereiken is er
gekozen voor inductieve opnemers daar waar het verplaatsingen betreft. Deze opnemers bestaan uit een busje met daarin een
kerntje. Een verplaatsing van het kerntje za! een uitgangs-
spanning tot gevolg hebben. Het eigengewicht van de kerntjes is relatief zo gering dat de invloed op de meting miniem is.
De horizontale en vertikale verplaatsingen worden gemeten met
3 grotere inductieve opnemers met een bereik van plus of min
12 mm. De opnemers zijn met een hele dunne staaldraad aan een
hefboompje bevestigd. Dit hefboompje zelf zit vast o p het
midden van het lijf van het profiel (zie figuur 8 l . De
horizontale verplaatsing wordt gemeten met twee opnemers. Dit
OKI met het onderlinge verschil van de twee opnemers naast de
horizontale verplaatsing ook neg de hoekverdraaiing van het
profiel te kunnen bepalen. Voor het berekenen van dzze
gegevens is een programma geschreven. De meetwaarde van de
vertikale opnemer wordt met behulp van hetzelfde programma verwerkt tot de vertikale verplaatsing.
\
Om de plooifunktie te meten zijn 5 micro verplaatsingsopnemers
in een speciaal ontworpen houder geplaatst (zie figuur 9 ) .
Deze opnenertjes zijn van het type W 5
N
(voor specificatiezie bijlage 1 ) .
De houder zit in het midden van het profiel aan het hefboompje
waar- ook d e draden voor de horizontale verplaatsing aan zijn
~ J G V G ~ L ~ Y ~ . u c u l u u v G G L L , ~ a V U E cie heuder drdkken met een
minimale kracht de kerntjes tegen de flens. De 5 meetwaarden
zullen met behulp van een speciaal programma verwerkt worden
tot enkele karakteristieken van de golf die in de flens
ontstaat . L - - - k : - A n- L i i n d
IF
n
figuur 9 4Om de belasting te meten wordt er gebruik gemaakt van een drukdoos die de belasting omzet in een bepaald voltage.
HOOFDSTUK 2 AANPASSINGEN
Aan het begin van mijn stageperiode stond er een opstelling
- - -
w a ~ L i i i C c i ..*?.-n.-, i~fiperfecties UUR het lijf Van deT
- profieien semetenwerden. Na deze .te hebben afgebroken waren alle basis-
onderdelen die ik nodig had voor mijn proefnemingen aanwezig. Een paar onderdelen heb ik moeten laten veranderen. Verder heb
ik enkele specifiek voor deze proeven beaodigde onderdclen
moeten ontwerpen en laten maken.
2.1 Draser voor kruistafel
Een jaar geleden, toen de profielen nog met een nioment aan de
uiteinden werden belast, zat het T - profiel % o p zijn kop'
ingespannen. Dit voornamelijk omdat de flens gedrukt moest
worden. Dit is noodzakelijk als men wil dat er lokale knik
optreed. Een bijkomend voordeel hiervan was dat de kerntjes
van de verplaatcingsopnemertjec door hun eigen gewicht
kontakt hadden met de dunne flens en dus niet aangedrukt moesten worden. Mijn opdracht was om de belasting in het midden aan te brengen. Om te bereiken dat de flens in mijn
geval ook gedrukt zou worden moest het profiel met de flens
naar boven worden ingespannen. Doordat het profiel als het
ware omgedraaid werd, w a s het hefboompje waaraan de draden
voor de horizontale verplaatsing zijn bevestigd lager komen te
zitten. Om te zorgen dat de draden van de opnemers loodrecht
o p het profiel staan moest de steun van de kruistafels waaraan
de verplaatsingsopne~ers zitten ook verlaagd worden. Een
gedetaileerde tekening van deze steun is te zien in bijlage 2.
2.2 Belastlnsshaak
/
Om de belasting op het profiel aan te brengen moest een
constructie worden bedacht.
De
eisen waaraan deze constructiemoest voldoen waren:
- De kracht moest zoveel mogelijk als puntkracht
aangrijpen in het midden van het profiel.
-
D e 'haak' moest zonder van alles los te moetenschroeven demsntabe i zij n.
- Om de vertikale verplaatsing van het aangrijp-
punt van de kracht te bepalen moest direct boven dit aangrijppunt een bevestigingsmogelijk- heid voor de draad van de vertikale verplaatsings- opnemer zijn.
Een gedetailleerde tekening van de 'haak'die aan deze kriteria
2.3 Houder voor 5 micro verplaatsingsapnemers
Aan de hefboom die midden op het profiel zit bevestigd zit ook
de houder met de opnemertjes die de plooiing van de flens moet meten. Omdat het profiel met de flens aan de bovenkant zit
incespannen epi vanaf de bovenkant niet bereikt k a n worden,
z u i i e n de opnemer-s vàìì o n U e ï tegen de flens mc?eten drukken;
De oplossing veer dit probleem is om met zeer kleine en dunne
biadveertjes de kerntjes van de opnemers tegen de flens van
het profiel te drukken. Omdat de metingen zeer nauwkeurig zijn
zal de aandrukkracht van d e bladveertjes miniem moet zijn. Na
enkele kleine proefjes bleek dat deze aandrukkracht varieerde
tussen 0 , û l en 0,03 Newton en zodoende niet of nauwelijks
invloed hebben o p de metingen. De houder met opnemers zit aan
een kant van het profiel en zou in het geval dat het profiel
uitkipt een voorkeurarichting kunnen introduceren. OM dit te
voorkomen is aan het hefboompje waaraan ook de houder zit een
contra- gewichtje bevestigd ( z i e figuur 10 1 .
De bestaande houder voor 5 verplaatsingsopnemers w a s niet
nauwkeurig genoeg wat afmetingen betreft en bood niet de
mogelijk om de bladveertjes te monteren. Zodoende moest de
houder met toebehoren opnieuw worden gekonstrueerd. Voor een gedetialleerde konstruktietekeníns, zie bijlage 4.
ti
'-. B L ~ D VE E RTJ E
HOOFDSTUK 3 KET IKETEN
Om nauwkeurige rneetresultaten te krijgen is het van het
groûtcte belang VEI de opstelling in e e n cûnseruente v ~ l g ~ r d e
o p te bouwen en de meetapperatuur goed in te stellen.
3.1 Spanningsloos inspannen
Voordat het profiel belast wordt zou het eigenlijk in een
spanningsloze toestand moeten verkeren. A l s dit niet zo zou
zijn zouden de al aanwezige inwendige spanningen afwijkingen
in de te meten resultaten kunnen veroorzaken. Om deze
spanningsloze toestand te bereiken wordt o p het eerst te meten
profiel een rekstrookje geplakt (zie figuur 11 f . Dit
rekstrookj e wordt gebruikt om het contragewicht te bepalen dat
nodig is om het moment dat de klembussen met belastingsarmen introduceren te' compenseren,Het profiel bevind zich in een
spanningsloze toestand als de waarde van het rekstrookje voor
het inspannen gelijk is aan de waarde na het inspannen. Als
voor andere profiellengten dezelfde belastingsarmen worden
Tebruikt zal de waarde van het contragewicht gelijk blijven.
3.2 Werkvolgorde bij het inspannen van een profiel
Bij het inspannen van ieder profiel moet de onderstaande
volgorde in acht worden genomen.
*
Het profiel moet zo worden neergelegd dat het spunnlngslomis. De rekstrookwaarde wordt met behulp van de meetversterker
ingesteld o p nul.
*
De proppen worden in de spanbussen geschoven. Het profielwordt z o verschoven dat het midden van het profiel ter hoogte
van de
X
-
Y
tafels komt. te zitten.*
De jukken van de ophangplaten worden haaks gezet. Dit moetzowel in horizontale als in vertikale richting gebeuren. Hierbij worden automatisch ook de ophangplaten loodrecht ten
opzichte van het frame gesteld. a
*
Stel de profielen haaks door middel van de stelschroeven eneen nauwkeurige waterpas
.
De klembussen kunnen nu wordenaangedraaid met de speciale aandraaihefboom. De draagarmen
worden zo afgesteld dat ze precies in het verlengde van het
profiel liggen.
*
De staaldraden voor het contragewicht worden vertikaalgesteld met behulp van een loodlijn.
*
Het contragewicht wordt aangebracht totdat de meetversterkervan het rekstrookje weer in de nulstand staat.
*
D e draden van de horizontale en vertikale verplaatsings-
opnemers worden haaks ten opzichte van het profiel gesteld
door de
X
-Y
tafels te bedienen.*
Nu kan de houder voor de 5 Kleine opnernertfes aan hetprofiel bevestigd worden. Sij de latere vvrwerking van de
meetgegevens moet wel rekening worden gehouden met het eigen- gewicht.
*
De meetversterkers worden z o ingesteld dat de te verwachttemeetwaarden niet tot een overbelasting leiden (zie Hfst 3 . 4 ) .
*
De belastingshaak kan op het profiel worden gezet en er kanmet het meten worden begonnen.
Het is aan te raden om voor een definitieve meting eerst een
proefmeting te doen om een indruk te krijgen van de grootte
van de uiteindelijke belasting. Dit om te bepalen op welk
moment de belastingsstappen kleiner moeten worden om tot een nauwkeurig resultaat te komen.
3 . 3 Verwerking meetgesevens
Alle meetgegevens worden een voor een door een scanner
ingelezen. D e meetwaarden worden via de laboratorium computer doorgegeven aan het DASCAN programma dat gedraaid wordt op de Personel Computer.Het DASCAN programma maakt een meetfile
behulp van enkele verwerkingsprogramma's verplaatsingen,
hoekverdraaiingen en golfkarakteristieken te bepalen. Met de
output van deze programma's kunnen met het spreadsheet -
programma LOTUS grafische voorstellingen worden gemaakt.
Schematisch volgt de informatiestroom de volgende weg:
aan.De g e g e v e n s Uit deze meetfile worden gehrcikt 0% met
/- SCANNER
0
DIGITALE MULTIMETERP
C (DASCAN PROGRAMA) 13.4 Instelling meetapparatuur
In de verslagen van mijn voorgangers was de instelling van de meetversterkers niet vermeld. Set heeft mij heel veel tijd
gekost om de juiste instelling van de apparatuur te vinden.
D i t G Q ~dcmrdnt de 6
-
kanaals meetversterkei waarmee geme-tenwerd kapot ging, waardoor de voorgaande metingen waardeloos
waren geworden. Om mijn opvolgers deze moeite te besparen
staan hieronder ongeveer ( er kan een klein verloop zijn) de
standen v a n de meetversterkers beschreven.
Meetversterker voor de krachtopnemer naam knop micro strain range gauge factor 4 zwarte knoppen ingestelde waarde 1000 100 2 . 0 0
+/-
513.68 naam knop gevoeligheid schakelaar C/R brugspanning balance overige schakelaar potmeters r vGrsterkingsfuctor.-
ingestelde waarde 25000 microV/VR
5 v l * O - stand in het midden ( ‘ 6 u u r ’ ) 310, 7 0 5 , 3 1 1 , 31Si 330HOOFDSTUK4 GEBRUIKTE PROGRAKMATUUR
De uitgangsspanningen van de verschillende opnemers worden
ingelezen door het programxi DASCA8 ( v o o r een korte gebruiks
aanwijzing zie bijlage 5 1 . Deze spanningen geven weinig
inzicht in wat er nu werkelijk gemeten is. Om de spanningen nu
om te zetten in bruikbare gegevens zoals verplaatsingen en krachten zijn enkele programma's aanwezig. Het ene programna
berekent verplaatsingen en hoekverdraai ingen bij bepaalde
belastingen. Het andere berekent constanten die de plooi -
functie beschrijvenmits dit een zuivere sinus is. Het spread -
sheet programma LOTIJS maakt het mogelijk om van de numerieke
waarden die uit deze programma's rollen een grafiekje te maken.
4 . î Positie bepaling
Het programma POC.PAS (zie bijlage 6 ) bepaald de positie van
het profiel bij de verschillende belastingen. Het programma
moet worden opgestart met het commando 'POS'. Hierna zal er
een vraag en antwoordspel optreden dat voor zichzelf spreekt.
Bij een zuiver vertikale beweging zullen de horizontale
opnemers toch een veranderende waarde aangeven doordat de draden naar de opnemers toe onder een hoek komen te staan.
Deze cosinus fout wordt door het programma automatisch
gecorrigeerd met de waarden die uit de vertikale opnemer komen. D e cosinus fout van de vertikale opnemer *door een
horizontale verplaatsing is zo klein dat deze mag worden
verwaarloosd. De hoekverdraaiing van het profiel wordt
berekend uit de waarden van de twee horizontale verplaatsings- opnemers.
De input van het programma POS bestaat uit de eerste regels
van de output van het programma DASCAN (zie bijlage 7 1 .
Dit zijn dus de meetwaarden in Volts.De output geeft de
horizontale - en vertikale verplaatsing in milllnieters en de
hoekverdraaiing van het profiel in radialen (zie bijlage 8 > .
4.2 Het bepalen van de plooifunctie
De golf die in het profiel ontstaat bij een puntbelasting in het midden is een soort van uitdempende sinusbeweging. Het precies beschrijven van deze beweging blijkt niet mogelijk te
zijn met de bestaande programmatuur. Met het programma S I N 5
(zie bijlage 9 ) dat deze stageperiode voor het eerst is
gebruikt, komt er in een enkel geval een richtwaarde voor de golflengte uit. In sommige gevallen geeft het programma een
foutmelding die schijnbaar niet is te achterhalen.
Er
zal inde toekomst een ander programma moeten worden geschreven om
een uitdempende sinus
-
beweging te beschrijven. De uitvoervan het programma SIN 5 is te zien
in
bijlage 1 0 . In bijlage11 is te zien wat de verplaatsingen v a n de 5 kleine
opnernertjes zijn bij verschillende belastingen.
4 . 3 Grafische mogeliikheden
De graf ieken kunnen worden gemaakt met het spreadsheet
programma LOTUS ( voor een korte en duidelijke handleiding,
HOOFDSTUK 5 MEETRESULTATEN
Helaas ben ik er in deze stageperiode niet in geslaagd om de
hoeveelheid nietingen te doen die ik mij had voorgesteld. Door
tijdgebrek heb ik maar twee verschillende lengten kunnen
Deproeven.Aan deze twee profielen is toch ai duidelijk te zien
dat de lengte een zeer beslissende f a c t o r is wat de belasting,
verplaatsingen en plooifunctie betreft. Bij een langer profiel
zal de benodigde belasting om plooiing te krijgen aanzienlijk
lager zijn als bij een kort profiel. De plooifunctie heeft ook
een heel ander uiterlijk. Treed bij het korte profiel een
g o l f t o p in het midden op, bij het langere profiel is dit een
bergdal.
Een fenomeen waar men vooral met de iets langere profielen rekening mee moet houden is de secundaire plooiing. Dit is een plooivorm die ontstaat op het moment dat een plooiend profiel uitkipt. Door het uitkippen zal er namelijk aan een zijde <an de flens een extra hoge drukbelasting ontstaan. Het aantal golfbergen of dalen zal ineens veel groter worden.
De programma's POS en S I N 5 vertonen in de praktijk enkele
problemen. Zonder verklaarbare reden geven de programma's
foutmeldingen op zeer onverwachte plaatsen.
Bij
de eerstemetingen aan een profiel van 750 mm werkte het programma POS
wel en het programma S I N 5 niet, Bij volgende metingen aan een
250 mm langer profiel was het precies omgekeerd.
Zodoende zijn aleen van het profiel van 750 rnm grafieken
gemaakt van de uitvoer van het programma POS. Deze zijn te
zien in bijlage 12. Door het met de hand omzetten van de
meetwaarden van het profiel van 1000 mm is in bij1agea.13
geprobeerd soortgelijke grafieken te tekenen. V a 2 het profiel van 1000 mm is een uitvoerfile van het programma S I N 5 te zien
in bijlage 14. Hiervan is nog te vermelden dat de golflengte
die door het programma wordt berekend redelijk overeenkomt met de in d e praktijk gemeten waarde. Het verloop van de plooi-
functie van het 750 mm lange profiel is met behulp van hand-
HOOFDSTUK 6 SLOT
6 . ; Conclusies
Ter, spzichte van de nixie rnogelijkheûen om t e mete:: aan een
profiel dat in het midden wordt belast, zijn enkele
verbeteringen aangebracht. Een nieuwe Selastingshaak en een
houder voor 5 micro - opnemers met eigen balansgewicht zullen
het meten vergemakkelijken en waarschijnlijk een hogere
nauwkeurigheid garanderen.
Door het beperkte aantal metingen dat is uitgevoerd is het
opstellen van een echte conclUsie zeer moeilijk. De golfvorrn
die ontstaat, een uitdempende cinusbeweginy, komt overeen met
de vooraf verwachtte vorm. Deze wordt echter sterk beinvloed
door een combinatie van k i p en lokale knik. Om dit
gecombineerde verschijnsel te analyseren en beschrijven zal
nog wel enige tijd nodig zijn.
6.2 Aanbevelingen
In de toekomst zal n o g flink geexperirnenteerd moeten worden om tot een 'allesbeschrijvend' computerprogramma te komen. Verder
laat de manier van belasten ook nog te wensen over. Het met de
hand aanbrengen van de belasting veroorzaakt schommelingen die in onnauwkeurige metingen resulteren. Op dit moment is men
bezig een manier te ontwikkelen om de belasting aan te brengen
in de vorm van een verplaatsing. De metingen zullen hierdoor
waarschijnlijk veel nauwkeuriger en gemakkelijker wokden. Een
bijkomend voordeel hiervan is dat er meteen een kracFit/weg kromme k a n worden bepaald.
Doordat e r op school geen of zeer weinig aandacht aan het
feiioïíieen Instabiliteit is besteed w a s het moeilijk om inzicht
in de materie te krijgen. Hier ligt in de toekomst dus een
GERBADPLEEGDE LITERATUUR
Interactive buckling of structural components
door: A.C. Walker
uit: Science ?rogress: 1975 n r . 62 bIz.579-5S7
The stability of beams with buckled compression flanges
door: S . Cherry
uit: Structural Engineer; 1960 nr.38 blz.277-285
Met e n van i n t e r a k t ieve-kip
door: P.M.Smeets
nr.: W W 88.045
Onderzoek aan interaktieve k i p
(metingen en onderzoek aan het systeem)
door :
E.
R ,
Koeneniir. : WF'W 89.004
TYP
Genaulgkeitsklacse
Neiinvreg niiii
NennirieBspanne min
Nennkennwerl (Ncnnaiis(Jaii!~ssiIjri;il liei Neii~iwe!] iind
cinbelasielcin Aiisg.iriy tr1VIU
Keiiriweriloleraiir 'k
I Nennausgangssignaispannc
Neiinspeisespdiinungsbereich (Eflcklivwerli Gebrauchsbereich der Speisespailnciiig Tragerfrequenz Eiiigangsiriduktivilal ca Eingangsrvidersiaiid 1 .iiige dei A r i ~ ~ l i l i i ~ ~ l i l m i cd Ncii;ilemperal~iit>erciil~ Gebrauchslemperalur bereich Lagerungslemperalurbereich Schulzarl nach DIN 4 0 050 Gewicht (ca ) dds Aufiiehniergehaiises des Tauchankers mV/U V V
i
k H ï inH R. 111 C C "CI:
Zulassige Beschleunigung des Aufnehniorgehauses dos Tauchankers m/s2 in/s? N 5 N 1.5 ? 5 IO 1 16 8 I O ! 52 1 ? O 2 - i 0.05 tu', I 2 5 1 6 > 18 105 )!I 20 ' iin '35 I ICH 55 i 1 i J i P 20 13 3 100 500 N 10N 1.5 I 10 !O 1 1.10 4 IO !ne : i 0.25 r 0.05 4 0.5 1 2 5 1 6 > IO 12 ) 'i 20 I lol 55 I 101 55 I IO( IJ 20 23 3 100 500 W 5 N K / W 10IJK 0.5 j 0,5 1 5 I ! I O 10 ! 20 4 76 ~ 1 I 4 0 152 I280 ..~ i IO j 1 10 I ::: L 0.2 ! I. f 0.75 i i 0.05 1 . . O 05 ~ I o 5 j 1 o !> 1 . . 2 , 5j
1 . 2.5 18 110 1 . . 6 6 5I:
105 ! 7 2 jI !
\
u
O Li .. . . - - . . . .-. .
f
T
i Ie-
, .-c
3-
___-I - -I o 31f h 1 l
i
i
!
I ! i i-
-I
II
I
1 4 Y. J Pf
a,a
e\
i-
J’
I
I
-I
I i i i . s / l I -4 Ioi
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DASCAN-PROGRANMA
OPSTARTEN VOOR EEN METING
Aangenomen wordt dat alle apperatuur aan staat .
Type a 1 tij d HOOFDLETTERS VRAAG :
o P s t art e n
Meting hand of periodiek
(type in H of
P
1na
<P>:
aantal seconden(1-255 sec)
Metingen naar Disk
( type
Y
ofN
1na
< Y > :
File?Te verwerken kanalen
(type Y of N 1
Verplichte volgorde:
ALS ANTWOORD
TYPE IN:
DASCAN - nadat de L.A.M.gereset is
H
- na elke belastingtoename opnieuw <S> intypen P- computer houd een bepaalde
tijd aan tussen de laatste en de eerste meting
i.
L
- gewenste tijd uss sea
met i ngen N - de meting wordt n i e t Y - n a m van de file opgeslagen
Y
- stacrt voor een kanaal dat
N
- voor niet uitlezen
wel uitgelezen moet worden,
- drukdoos
-
onderste horiz. opnemer- bovenste horiz. opnemer
- vertikale opnemer
- een loze aansluiting
-
eerste kleine opnemerHet stoppen van de meting kan met < B > gedaan worden. Na
< B > :
.*
Y
-
er wordt opnieuw begonrienN
-
er wordt gestoptmet dezelfde kanalen
Na (N6i behoort er gereageerd te worden met
Naar MS-DOS typ
<
ctrl-Q>
Vaak zal de computer opnieuw beginner, na
< N > .
Er treden danallerlei fouten o p . Voor het afbreken k a n dan <ctrl-break>
worden ingetypt. Omdat de scanner met GWEiASIC wordt gestuurd,
zal h i e r naartoe gegaan worden. G W B A S I C wordt verlaten na het
intypen van SYSTEM.
H e t afbreken van een meting mag
NIET
met <ctrl-break>, omdatPROGRAM FOCITIE: TYPE CTF?=STR! NG [ 38 I ; SESTANPNAAM=STRING[13: : 7l-n T L n r 1 T T T T I . T r Y T . VH1-L l l ~ V ~ U l l V ~ l I - ' A ~ , CHl.CH2.CV.CM:REAL; ME. ST: STR; N : I NTEGER; . . .
PROCEDURE BESTAND(VAR U1TN:BESTANDNAAM) ;
VAR V:CHAR: { $ I BESTAAT.DOS) BEGIN T:BOOLEAN; IF RESTANDBESTAAT(U1TN) THEN REPEAT CLRSCR;
WRITELN('ER BESTAAT AL EEN FILE MET DEZE NAAM.');
WRITELN('TYPE < Y > ALS U EEN NIEUWE NAAM WILT DEFINEREN, ANDERS <RET[ N>. ' ì :
READLN(V) ; -
IF V='Y' THEN
REG I N
CLRSCR ;
WRITE('WAT IS DE NIEUWE NAAM V/D UITVOEWILE:'); READLN(U1TN) ; T:=BESTANDBESTAAT(UITN) ; END ELSE T:=FALSE: UNTIL NOT T; END ; ( * * * * * * v * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * v * * * * * * * v * * * * * * * * * * * * * i
PROCEDURE KALIBRATIE(VAR CHl.CH2,CV.CM:REAL) ;
BEG I N
CLRSCR;
WRITE('GEEF KALIBRATIEWAARDE OPNEMER H1 3.0602mm/V '):READLN(CHl); 'w'RITE('GEEF KALIBRATIEWURDE OPNEMER W 2 2.3150mm/V ');READLN(CHZ);
WRITE( 'GEEF KALIBRATIEWAARDE OPNEMER V 2.5150mm/V ' 1 :READLN(CV) ;
I WRITE ( ' GEEF KALIBRATIEWAARDE DRUKDOOS M 5.OOKg/V ' ) ; READLN(CM) ;
' END: (*KALIBRATIE*)
( * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * ~ * * * * * * * * * ~ * * * * * * * * * * v * * .
PROCEDURE INLEESíVAR 1NV.UITV:TEXT); VAR UITN.INVN:BESTANDNAAM:
L :REAL; LI : CHAR :
EEG IN
CLRSCR;
WRITE('WAT IS DE NAAM V/T) UITVOERFILE: ' 1 ; READLN(UITN1 ;BESTAND (UITN) :
ASSIGN(UITV.UITN) : REWRITE(U1TV) ;
t $ I - ) RESET ( I NV : {$I+) READLN ( L ) : WRITELY : CH1:=3.06@2; CH2:=2.315; C'V : = 2 . 5 1 5 : CM : =5 . O 0 ;
WRITELN( 'KALIBRATIEWAARDE OPNEMER H1 ' ,CHI. :4:4) :
WRITELN ( 'KALIRRATIEWAARDE OPNEMER H2 ' , CH2 : 4 : 4 ) : WRITELNC'KALIBRATIEWAARDE OPNEMER V ',CV:4:4); WRITELN('KALIBRAT1EWAARDE DRUKOPNEMER ' .CM:4:2); WRITE('W1LT U PE KALIBRATIEWAARDE VERANDEREN Y/N ' ì :
READLNCLJ) : IF (U= ' Y ' )
WRITELNíUITV,'FILENAAM :',UITN);
WRITELN(UITV,'DE NAAM V/D INVOERFILE IS '.INVN);WRITELN(UITV): WRITELN(UITV,'DE PROFIEL LENGTE IS mm :',L:5:2):WRITELN(UITV); WRITELN(UITV,'DE KALIBRATIEWAARDEN ZIJN mm/V Hl='.CH1:4:2.' WRITELN (UITV) :
WRITELN(UITV,'METING MOMENT HOEKVERDRAAING PROFIEL VERT.VERPLAATSING H0R.V W R I T E L N : W ~ ~ T E ( ' W A S :'E L E ~ K T E V A N EET PRC?F:EL m I : ' ) .
OR (U= ' y ' ) TEEN KALIBRATIE (CHl . CH2. CV: CM) ;
H2=',CH2:4:S. V=',CV:4:2,' M=' ,CM:4:2) ;
RPLAATS I NG '
1
;WRITELN tUITV, ' NKl Rad m Ínrí!' 1 :
WRI TELN ;
WRITELNC'METING MOMZNT HOEKVERDRAAING PROFIEL VEgT.VERPLAATSING HOR.VERFLP TCING' 1 ;
END; (*INLEES*)
( * * * * * * * * * * * * Y * * * * * * * * * * ~ * * ~ * * * * * * * * ~ * * ~ ~ ~ * ~ ~ * ~ * * * * ~ ~ ~ * * ~ * ~ * * * ~ * * * * * * * ~ * * h ~ ~ ~ ~ ,
PROCEDURE FEKEN(VAR INV,U:TV:TEXT:VAR ME:STR:VAR N:IRTEGER): CONST X1=435 ;
x2=47u;
C1=30;
VAR H 1 . H 2 , V , M . H 1 C . H 3 C . V C . M C , H l W , H 2 W , a . A L F , V ~ R T . ~ ~ R , ~ l O , H ~ O , V O . ~ ~ : R ~ A L : NAAMl,NAAM2,NAAN3:PACKED ARRAY[1..5lOF CHAR:
BEG IN READLN(INV.M,NAAMl,Hl.NAAM2,H2.NAAM3.Vì : IF N=O THEN BEG IN END ; HlO:=Hl;H20:=H2;VO:=V;MO:=M; HlC:=(Hl-HlO)*CHl: H2C:=(H2-H20)*CH2; vc:=(v-vo)*Cv; MC: =CM* (M-MO) *9.81* O . 25 ; HlW:=Xl-SQRT(SQR(XI-HlC)-SQR(VC)); H2W: =X2-SQRT(SQR (XZ-HZC) -SQR (VC) ; a:=( (H2W-HlW)/C1) ; ALF:=ARCTAN(Q/SQRT(l-SQR(ABS(Q))): (*MEETWAARDE * KALIBREATIEWAARDE'
("KORREKTIE COSINUS FOUT*)
N:=N+l;
WRITELN(UITV,N:2,MC:lO:3,ALF:9:4,VERT:23:4,HOR:l~:4) :
WRITELN(N:2.MC:10:3,ALF:9:4,VERT:23:4,HOR:l8:4) :
READLN(INV):READLN(INV);READLN(INV);READLN(INV.~i:
ME: =COPY (ME, 35,l) ;
END : (*REKEN*
1
( * * * * * m * * * * * * * ~ * * * * * w * x * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * ~ * * * ~ ~ * * * * * * * * * * ~ " ~ * " * " * ~ ~ * ~ .
BEG IN ( * HOOFDPROGRAM*
1
INLEES ( I NV
.
UITV) ;WHILE NOT EOF(1NV) DO BEGIN
IF (ST='N' ) OR (ST='Y' )THEN
BEG IN
ST:='AAA':N:=O;
WHILE NOT(ME='N') AND NOT(MT='Y')DO REKEN(1NV.UITV.MI.N) : WRITELN(U1TVI ;
IF (ME='Y')THEN WRITELN(U1TV. 'NIEUWE METING') ;
WR I TELN ; ME:='AAA' ; END ; READLN ( I NV , ST) ; ST:=COPY(ST,l,l); END ; CLOSE(U1TV) ; END. í * HOOFDPROGRAM* 1
Te ver-werken k a n a l e n g r a a g . ( t y p e Y of N) Kan l;Y Kan 2;N Kan ’ 3:Y Kan 4 ; Y K a n 5:Y Kan 6 ; N Kan 7 ; N K a n R ; N Kan 9;N K a n 10;N K a n 1î;N Kan 12;Y K a n 13;Y K a n 14:Y K a n 15;Y K a n 16;Y O n d e r b r e k e n ! t y p e B. * START MET1 NG* YNYYYNNNNNNYYYYY + 0 0 0 0 . 0 2 DCV -0000.45 DCV -0000.45 DCV -0000.04 DCV +0000.07 DCV -0000.45 DCV +0000.31 DCV -0000.37 DCV -0000.24 DCV YNYYYNNNNNNYYYYY +0001.75 DCV -0000.47 DCV -0000.47 DCV t0000.33 DCV + 0 0 0 0 . 0 6 DCV -0000.44 DCV +0000.31 DCV -0000.38 DCV -0000.25 DCV YNYYYNNNMJNYYYYY +0002.40 DCV -0000.47 DCV -0000.47 DCV +000.0.48 DCV + 0 0 0 0 . 0 6 DCV -0000.44 DCV +0000.31 DCV -0000.37 DCV -0000.26 DCV YNYYYNNNNNNYYYYY +0003.35 DCV -0000.47 DCV -0000.47 DCV +0000.72 DCV +0000.06 DCV -0000.44 DCV +0000.31 DCV - 0 0 0 0 . 3 7 DCV -0000.27 DCV YNYYYNNNNNNYYYYY +0003.99 DCV -0000.47 DCV -0000.47 DCV +0i)U0.87 YCV +0000.07 DCV -0000.44 DCV +0000.32 DCV -0000.37 DCV -0000.27 DCV YNYYYNNNNNNYYYYY +0004.96 DCV -0000.47 DCV -0000.48 DLV + 0 0 0 1 . 1 1 DCV +0000.08 DCV -0000.43 DCV +0000.32 DCV -0900.37 DCV -0000.27 DCV YNYYYNNNNNNYYYYY +0005.58 DCV -0000.48 DCV -0000.49 DCV +0001.26 DCV +0000.08 DCV - 0 0 0 0 . 4 3 DCV +0000.32 DCV -0000.37 DCV -0000.27 DCV
F! LENAAM : LI75 C . 94 I
D E NAAM V/D INVOERFILE IS E750.RRI DE PROFIEL LENGTE IS nun :750.00
DE KALIBRATIEWAARDEN ZIJN mm/V H1=3.06 H2=2.31 V=2.77 M=6.25
METING KRACHT HOEKVERDHAAING PROFIEL VERT.VERPLAATSING HOR.VERPLAATSING
N R a d mm mm 1 o . O00 o . 0 0 0 0 o . O000 o. 0000 2 106.071 0.0005 1.0244 - U . 0684 3 145.924 0.0005 1.4396 -0.0672 4 204.171 0.0005 2.1041 -U. 0644 5 243.411 0.0005 2.5193 -0.0621 6 302.884 -0.0003 3.1838 -0.0444 7 340.898 -0.OUO1 3.5991 -0.0758 8 380.751 -0.0001 4.0420 -0.0718 9 399.144 0.0002 4.2635 -0.1044 10 410.181 -0.0009 4.3742 -0.0552 11 423.669 -0.0009 4.5127 -0.0538 12 434.093 -0.0009 4.6511 -0.0522 13 446.968 -0.0009 4.7618 -0.0510 I 4 456.778 -0.0006 4.9003 -0.0842 15 467.814 -0.0004 5.0110 -0.1178 16 478.851 -0.0009 5.1494 -0.1378 17 482.529 -0,0017 5.2048 -0.1239 1 8 488.661 -0.0024 5.2603 -0.1100
FROC-RWI SINUS :
CONST PI=3.141592554 TYFE STR=STRING (381 :
VAR I NV . UITV :TEXT : ALFA.AMP.BETA.BR Bj7STANDNAAîví-CTR CALM.D.GLFL.H.HS.DEL.DX.V:REAL: I :INTEGER: CAL,Y:ARRAY[l. .501 OF REAL: ME.ST:STR: ' ( * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * ~ * * * * * * * * * * ~ * * * ~ * * ~ ~ & ~ * * ~ ~ * ~ ~ * * * * ~ ~ * ~ ~ ~ ~ - * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * Z * * * * * * ~ * * * * * * * * * * * ) (*BESTAND*) PROCEDURE BESTAND(VAR U1TN:BECTANDNAAM); VAR V:CHAR; { $ I BESTAAT.DOS} BEG I N T:BOOLEAN; I F BECTANDBESTAATUJITN) THEN REPEAT CLRSCR;
WRITELN('ER BESTAAT AL EEN FILE MET DEZE NAAM.'):
WRITELN('TYPE < Y > ALS U EEN NIEüWE NAAM WILT DEFINEEN. ANDERS <RETI
READLN ( V 1 :
IF V='Y' THEN
BEGIN
N>. ' 1 ;
CLRSCR ;
WIIITE('WAT IS DE NIEUWE NAAM V/D UITVOERFILE? ' ) .
READLNíUITN) ; T:=RESTANDBESTAAT(UITN) : END ELSE T : =FALSE ; UNTIL NOT T; END : PROCEDURE UITLEG; (*UITLEG*) BEG IN CLRSCR ;
WRITELN('D1T IS EEN PROGRAMMA VOOR HET BEREKENEN VAN DE GOLFLENGTE GLFL. 1
AMPLI TUDE ' ) ;
WRITELN('AMP. DE VERSCHUIVINGSKONSTANTE H EN DE HELLING D VAN YEN SINUS K-
DE FUNKTIE' ) ;
WRITELN('Y=H+DCX+AMP*SIN(X/GLFL*2*~) AAN DE HAND VAN VIJF EETPUNTEN Y L l l
OT EN MET' ) ;
WRITELNí'Y[S]. TEVENS WORDT DE AFSTAN5 DELTA DEL VASTGELEGD VAN @?NZE?. 1
OT HET') ;
WRITELNí 'VOLGENDE MAXIMUM. :
WRITELN('HET PROGRAMMA BEREKENT EERST DE GOLFLENGTE EN DAARNA ACHTEXEENVO: E
WK I TELN ;
E DELTA
WRITELN('LET OP:-DE ONDERLINGE AFSTAND 8 G TdSSEN DE G P N Y E P S 1 TOT E!'! M-T MOET' ; WKITELN(' . WRITELN(' TAAX. ' 1 : WIIITELN ( ' L) A? DAN
1 ;
END ; DE' 1 ; WRITELN [ ' T / 2 ' ) : WRITELN( ' KONSTANT ZI JN. ' 1 :-OPNEMER 3 MAG NIET EXAKT IN EEN NULDOCIRGAN*J' V A N PE SIN\'C' -ALS OPNEMER 1 Z I C H OP EEN MAXIMUM BEViN?T. :C: SZT M!SG_?LI
DELTA GELIJK IS AAN DE GOLFLENGTE. ALFA IS DA?J IETS G%!OTI
IN PLAATS VAN GELIJK. DIT WORDT VEROORZAAKT DOOR ALLEXE: WRITELN('
WR I TELN ;
WR I TELN :
WRITELN('DRüK SPATIEBALK OM VERDER TE GAAN.'); REPEAT UNTIL KEYPRESSED;
CLRSCR ; AFROND1 NGEN . ' 1 ; (*UITLEG* 1 . . . . . . (*KALIBRATIE*) PROCEDURE KALIBRATIE; BEG I I\: CLRSCR :
WRITE( 'GEEF DE ONDERLINGE AFSTAND V A N DE OPNEMERS (12m:r) : ' ) :
SADL?I(BR) ; WRITE('GEEF DE KALIBRATIEWAARDE READLNíCAL[l]) : WRISEC'GEEF DE KALIBRATIEWAARDE READLN(CALI21) ; WR1TE:'GEEF DE KALIBRATIEWAARDE READLN í CAL [ 3 I ; WRITE('GEEF DE KALIBRATIEWAARDE READLN(CAL[41); WRITE('GEEF DE CALIRRATIEWAARDE READLN(CAL[51); WRITE('GEEF DE KALIRRATIEWAARDE READLN ( CALP?) ; WRITELN : ENT) : VOOR OPNEMER 1 ( O . 5 2 0 m m / V ì : ' ) : VOOR OPNEMER 2 ( @ . 5 3 5 m / V ) : ' ) . VOOR OPNEMER 3 (0.530mm/Vì: ' ! :
VOOR OPNETER 4 (O. 525riiiil/'J) : ' 1 : VOOR OPNEMER 5 ( @ .51Umrn/Vì : ' ) :
1 ; & * * * * * * '
IF V=O THEN WRITELN('*DE TERM Y[Z]-2*Y[3I+Y[41 IS GELIJK AAN NUL.
* ' )
ELSE WRITELN ( ' *DE TERM ABS ( ( (Y [ 1 I +Y [ 5 ] -2* (Y [ 21 -Y [ 31 +Y i41 ) ) /L) / 2 ) i 5
GROTER DAN i . * ' ) ;
WRITELN('*HET IS NIET MOGELIJK VERDER TE REKENEN. EEN DELING DOOR NUL ZOU
1 ; * '
ET
WRITELK ( ' *GEVOLG ZIJN.
* * * * * * * ' ) :
WRITELN: WRITELN;
WRITELN('DRUK SPATIEBALK OM VERDER TE GAAN'): REPEAT UNTIL KEYPRESSED:
WR I TELN :
WRITELN!LJITV, ' NIET MOGELIJK'): END ;
PROCEDURE AMPLITUDE;
(*AMPLITUDE*) BEG IN
D : = ( !Y [ 2 I -Y [ 31 ) * ( 1+2* COS (BETA) ) -Y [ 1 ] +Y [ 41 ) / ( 2*BR* ! 1 4 0 s (BETA) ) 1 ;
KC :=(Y [ 11 +Y [33 -2*Y [21 *COS (BETA)
AMP :=SQRT(SQR(Y [ I] -HS) +SQR( ( Y [21 -BR*D-HS- (Y [ l]-HS) *COS (BETA) 1 /SIN(BETA) 1 1 : / (2* (l-COS(BETA) 1 1 : END ; PXCEDLIRE KONSTANTE ; VAR ARF.EFS,GAMMA:REAL; ( *DELTA* ) REG!N ARG :
IF ABS(ARG)<=l THEN GAMMA:=ARCTAN(ABC(ARG)) IF ARG>=O THEN
BEG IN
SIN (BETA) / ( ( (Y [ 2 1 -BR*D-HS) / (Y [ 1 ] -HS) 1 -COS (BETA) ) ;
ELSE GAMIJ1A:=Pi/2-ARCTAN(ABS(l/ARG)): ALFA:=GAMMA; EPS:=ABS(Y[3]-2*BR*D-HS-AMP*SIN(ALFA+2*BETA)) : END BEG I N ELSE
END : I * KONSTANTE* ) ( * INLEZEN* 1 PROCEDURE INLEZEN ; VAR UITN.INVN:BESTANDNAAM: U, Q : CHAR ; L I P : REAL ; T:INTEGER; BEG IN CLRSCR ;
WRITE('WAT IS DE NAAM V/D UITVOERFILE? ' 1 ;
READLN(U1TN) ;
BESTAND(U1TN) ;
ASS I GN (U I TV ~ UI TN) ;
REWRITE(U1TV) ;
WRITE( 'GAT IS DE NAAM V/D TE BEhTRKEN INVOERFILE? ' 1 : READLN ( I NVN) ; ASSIGN(1NV. INVN) ; { $ I - - > RESET( INV) ; { $ I + } WR I TELN :
WRITE('W1LT U UITLEG OVER HET PROGRAMMA (Y/N)? ' ) :
READLN (U) ;
WRITELN :
IF (IJ= ' Y' ) THEN UITLEG ;
WRITE('WAT IS DE LENGTE V/H PROFIEL [ml]? ' ) :
READLN ( P) ; WRITELN; BR:=12: CAL[1]:=@.51; CAL [ 7 I : = O . 535 : CALI31 :=O.53; CAL [ 4 I : = O . 525 ; CAL [5 ] : = O . 51 ; CALM: =5 ;
WRITELN( 'DE OPNEMER-AFSTAND BR='.BR:4:2.'rm') ;
WRITELN('DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER l='.CAL[1]:4:3.'m/V') :
WRITELN('DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 2='.LAL[21:4:3.'mm/V'), WRITELN('DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 3=',CAL[31:4:3.'mm/V'); WRITELNC'DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 4=',CAL[41:4:3.'nun/V'). WRITELN ' DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPiU'EMER 5 = ' , CAL [ 5 3 : 4 : 3 . ' m / V ' 1 ;
WRITELNf'DE KALIBRATIEWAARDE VOOR DE DRUKDOOS=',CALM:4:2.'kg/V'!, WRITE( 'WILT U DEZE GEGEVENS VERANDEREN í Y / N ) ' 1 :
READLN(Q) ;
IFíO='Y')THEN KALIBRATIE;
WRI TELN
(U
ITV, DE WRITELN(U1TV) ; WRITELNrUITV. 'DE WRITELN(1JITV) ; WRITELN(üITV,'DE WR!TELN(UITV,'DE WRITELN(UITV. 'PENAAM VAN DEZE UITVOERFILE IS ',UITNI: NAAM VAN DE INVOERFILE IS ' , INVN) : PROFIEL LENGTE IS' ,L:8:2. 'rrrn') :
MEEST ZUIDELIJKE OPNEMER IS ' , T I ;
AFSTAND VAN DE DICHSTBIJZIJNDE PROP TOT DE ZLJiDSiI7KFSE :-
NEMER IS ' , F : 3 : l , ' m ' ) : WRITELN(U1TV) ;
WRITELN(UITV,'DE OPNEMER-AFSTAND BR='.BR:4:2.'m'):
WRITELN(UITV, 'DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OFhTMER I=' ,CAL[l] : 4 . J . 'm?i/V'! .
WRITELN(UITV.'DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 2='.CAL!3!:4:3.'~~;n,/V'); WRITELN(U1TV. 'DE KALIERATIEWAARDE VOOR OFNEîER 3=' ,CALL31 :4:3, ' i ; ~ c j V ' ? :
WRITELN(UITV,'DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 4='.CAL[41:4:3.'rn?i,/V'): WRITELN(UITV,'DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 5='.~ALí5::4:3.'rnrn/V'!: WRITELN(U!TV,'DE KALIBRATIEWAARDE VOOR DE DRUKDOOS=',CALM:4:2.'kgiV'! :
WRITELN (UITV) ;
WRITELN(UITV,'METING MOMENT GOLFLENGTE AMPLITUDE KONSTANTE HSLLINS
WRITELN(U1TV ' [Nml [mml [mml [mml f r a d l DELTA' 1 ; [ m m l '
1
; END : ( * INLEZEN* ) **************************************1) . . .VAR C,M.MO:REAL:
NAAMl.NAAM2;NAAM3,NAAM4:PACKED ARRAY[1..5I OF CHAR;
BEG IN READLN ( I NV , M) : READLN(INV,Y[1I,NAAMl,Y~~I,NAAM2.YI31,NAAM3.Y~4I,NAAM4,Y~51~ ; I : = I + l ; IF 1 = 1 THEN BEG I N Y[101 :=Y[11; Y[201 :=Y[21; Y[301 :=Y[31: Y[401 :=Y14!: Y[501 :=Y[51; MO : =M; ELSE END BEG I N Y[1] :=CAL[l]*(Y[11-Y[101) ; Y t 21 : =CAL [ 21 * (Y [ 2 1 -Y 1201 J ;
Yf31 :=CAL[31* (Y[31-Y[301) ;
Y[41 :=CAL(4l*(Y[41-Y[401) ;
Yf51 :=CAL[51*(Y[51-Y[501) ;
M : =CALM* (M-MO) * 9 ,81* O .25 :
v : -Y [ 21 -2*Y t 31 +Y 141 ;
IF V=O THEN KLAAR ELSE
* CLRSCR;
REG IN
c : = ( (y [ 11 +Y [ 5
1
-2* (Y t 21 -Y [31 +Y i41) 1 /V) 12;IF ABS(C) > 1 THEN KLAAR ELSE
BEGIN
IF ARS(C)=l THEN IF C = l THEN GLFL:=BR ELSE GLFL : =2*RR ELSE BEG I N B Y T A : = P I / 2 - A R C T A N ( C / S Q R T ( 1 - S a R : C ) ) ) ; GLFL:=2*PI*BR/RETA; END ; AMFLITUDE; KONSTANTE; QELTA : WRITELN('Yl='.Y[l]:4:4.'mm: Y 2 = ' , Y [ 2 1 : 4 : 4 . ' m ; Y3='.Yi31:4 , 'mm; Y4=',Y[4]:4:4.'mm; Y5=',Y[5]:4:4);
WRITELN('HET OPGELEGDE MOMENT IS ',M:4:3.'Nm'); WRITELN('DE BEREKENDE GOLFLENGTE IS ',GLFL:4:2,'mni') ;
WRITELN('DE AMPLITUDE VAN DE SINIJS IS ' ,AMP:4:2, ' r . m ' ) : WRITELN('DE KONSTANTE H WAAROVER DE SINUS VERSCHOVEN IS ' . I 4
7 : 2 ) : END : END : END : READLN ( I NV! : READLN ( I NV ; REAULN(INU.ME) ;
ME: =COPY (ME, 35.1) :
READLN ( r NV ) ;
END :
c * HOOFDPROGRAMNA* )
EEG I N
INLEZEN ;
WAILE NOT EOFíINV) DO BEG IN
IF (CT='N') OR (ST='Y') THEN BEGIN
S T : = ' A A A ' ; I : - O ;
WHILE NOT(ME='N') AND NOTíPE='Y'! DO REKEN ;
I F (ME='Y')THEN WRITELN(U1TV. 'NIELJWE NETING') ;
M E : = ' A A A ' : END : READLN ( I NV , ST! ; ST: =COPY(ST, 1 , i! : END ; CLOSE(U1TV) : END.
DE NAAM VAN DEZE UITVOERFILE IS TEST.KUL PE NAAM VAN DE INVOERFILE IS EX100.ARI DE PROFIEL LENGTE IS 1000.00mm
DE MEEST ZUIDELIJKE OPNEMER IS 1
DE AFSTAND VAN DE DICHSTHIJZIJNDE PROP TOT DE ZUIDELIJKSTE OPNEMER I S 477.0rnm DE 0pN-EM-EK-ATSTAN-D BR=î 2. (jumm
DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 1=0.5lOmm/V DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 2=0.535mm/V DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 3=0.530mm/V DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 4=0.525mm/V DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 5=0.510mm/V DE KALIBRATIEWAARDE VOOR DE DRUKDOOS=6.25kg/V METING 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 KRACHT GOLFLENGTE NIET MOGELIJK NIET MOGELIJK 172.901 98.62 NIET MOGELIJK 251.381 63.98 289.395 61.51 312.694 53 .O4 330.474 47.40 342.124 45.92 351.321 45.95 362.357 45.81 372.167 45.27 382.590 44.34 388.108 42.12 [NI imml AMPLITUDE [mml 0 . 0 2 0.02 0.03 0.03 0.09 0.18 0.25 0.34 0.41 0.55 0.92
-
KONSTANTE HELLING DELTA
imml [rad] imml
0.01 -0.00037 74.79 0.02 0.03 0.03 0.03 0.04 0.04 0.04 0.04 0.04 .o. 00 -0.00047 -0.00081 -0.00073 -0.00054 -0.00057 -0.00075 -0.00100 -0.00106 -0.00102 0. 00003 57.09 57.48 1.23 5.10 5.93 5.85 5.81 6.24 7.78 10.26
'PROFIEL 1000
DE NAAM VAN DEZE UITVOERFILE IS TEST.KUL DE NAAM VAN DE INVOERFILE IS EX100.BRI DE PROFIEL LENGTE IS 1000.00mm
PE MEEST ZUIDELIJKE OPNEMER I S 1
PE AFSTAND VAN DE DICHSTHIJZIJNDE PROP TOT PE ZIJIDELIJKCTE OPNEMER IS 477,Omm
D E OPNEflER-AFST.ANU B ~ = î 2 . ~ ~ m m
DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 1=0.5lOmm/V
DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 2=0.535mm/V
DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 3=0.530mm/V
DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 4=0.525mm/V
DE KALIBRATIEWAARDE VOOR OPNEMER 5=0.510mm/V
DE KALIBRATIEWAARDE VOOR PE DRUKDOOS=6.25kg/V
4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
METING KRACHT GOLFLENGTE
[NI [mml NIET MOGELIJK NIET MOGELIJK 172.901 98.62 NIET MOGELIJK 251.381 63.98 289.395 61.51 312.694 53.04 330.474 47-40 342.124 45.92 351.321 45.95 362.357 45.81 372.167 45.27 382.590 44.34 388.108 42.12
AMPLITUDE KONSTANTE HELLING
ímml [mml [radl 0.02 0.02 0.03 0.03 0.09 0.18 O. 25 0.34 0.41 0.55 0.92 0 . 0 1 0.02 0.03 0 . 0 3 0 . 0 3 0.04 0.04 0.04 0.04 0.04 - 0 . 0 0 -0.00037 -0.00047 -0.00081 -0.00073 -0.00054 -0.00057 -0.06075 -0.00100 -0.00106 -0.00102 0. Oû003 DELTA ímml 74.79 57.09 57.48 1.23 5.10 5.93 5.85 5.81 6.24 7.78 10.26