• No results found

A Vanaf de beginpositie (linker figuur) duwt de roeier zichzelf en het bankje naar achteren.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "A Vanaf de beginpositie (linker figuur) duwt de roeier zichzelf en het bankje naar achteren. "

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opgave 3 Roeiapparaat

In figuur 3 is een man afgebeeld die een oefening doet op een roeiapparaat. De man zit op een bankje dat over een balk kan rollen. Eén roeibeweging bestaat uit twee delen:

A Vanaf de beginpositie (linker figuur) duwt de roeier zichzelf en het bankje naar achteren.

Tegelijkertijd trekt hij via een kabel aan een vliegwiel, waardoor dit sneller gaat ronddraaien.

B Vanuit de achterste positie (rechter figuur) trekt hij zich vervolgens met zijn benen naar voren totdat hij weer in de beginpositie is. Tijdens dit tweede deel van de roeibeweging neemt de draaisnelheid van het vliegwiel door wrijving weer af.

De beweging van het bankje wordt vastgelegd met een plaats-sensor. Deze sensor bepaalt voortdurend de afstand x tussen het bankje en de achterkant van de balk. Een computer gebruikt deze gegevens om een (x,t)-diagram te tekenen. Zie figuur 4.

3p 9 †

Leg met behulp van figuur 4 uit of de roeier een hogere snelheid bereikt tijdens deel A of tijdens deel B van een roeibeweging.

vliegwiel x

vliegwiel kabel

kabel

x

balk bankje

0,80

0,70

0,60

0,50

0,40

0,30

0,20

19

0 20 21 22 23 24 25 26 27 28

0

t (s) x (m)

figuur 3

figuur 4

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

havovwo.nl



www.havovwo.nl - 1 -

(2)



www.havovwo.nl - 2 -

In figuur 5 staat het (v,t)-diagram van enkele roeibewegingen.

De maximale afstand waarover het bankje rolt tijdens deel A van een roeibeweging noemen we ǻx

max

. Deze ǻx

max

is zowel uit figuur 4 als uit figuur 5 te bepalen.

3p 10 †

Leg voor beide figuren uit hoe. (Je hoeft de bepaling niet uit te voeren).

De resulterende kracht op de man en het bankje is tijdens de roeibeweging niet constant.

3p 11 †

Leg uit op welke tijdstippen in figuur 5 er geen resulterende kracht op de man en het bankje werkt.

Voor de rotatie-energie van het vliegwiel geldt: E

rot

= k f

2

Hierin is:

k een constante, die gelijk is aan 1,2 J s

2

;

f de omloopfrequentie, dus het aantal omwentelingen per seconde van het vliegwiel.

In figuur 6 is de omloopfrequentie van het vliegwiel als functie van de tijd weergegeven.

Onder het duurvermogen van de roeier verstaat men hier het vermogen dat hij gedurende langere tijd gemiddeld aan het vliegwiel overdraagt.

4p 12 †

Bepaal dit duurvermogen als de omloopfrequentie van het vliegwiel blijft verlopen zoals in figuur 6. Bepaal daartoe eerst hoeveel energie van de roeier tijdens één roeibeweging wordt omgezet in rotatie-energie van het vliegwiel.

0,4

0,2

0,0

-0,2

-0,4

-0,6

-0,8

-1,0

-1,2 v (m s-1)

39 40 41 42 43 44

t (s)

25

20

15

10

5

0 f (Hz)

0 32 33 34 35 36 37 38

t (s)

figuur 5

figuur 6

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

Bij de inrichting van de openbare ruimte kunnen behalve beweegplekken voor kinderen en jongeren ook volwassenen worden meegenomen.. Buiten sporten is een trend en bewegen

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

Opvallend is dat de moderne soft law-codifi caties die de bouwstenen kunnen worden van een toe- komstig Europees wetboek de leer van het verbod op rechtsmisbruik niet expliciet

Ook verzorgden we veel bomen in het toenmalige West-Berlijn.’ Tegelijk bleek ook dat de activiteiten van moederbedrijf Mostert de Winter en de Nationale Bomenbank steeds verder