Liberaal voorzitter van het Europees Parlement

en

Donderdag 5 april 1962 - No. 677

CIAT

Liberaal voorzitter van het Europees Parlement

(zie pag. 3)

De korte en ·de lange golf

De jongste verkiezingsuitslag

E r zullen onder u wel niet velen meer zijn die persoonlijke herinneringen hebben aan ons kiesstelsel in de tijd voor de invoering van de evenredige vertegenwoordiging. In 1913, dat is dus bijna een halve eeuw geleden, heb- ben voor de laatste keer grote verkiezingen on- der het oude meerderheidsstelsel plaats gehad.

Ons land was toen voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer verdeeld in hon- derd düo:tricten. Ieder district vaardigde één lid

De strijd was er destijds in hoofdzaak een tus- sen de partijen van de linker- en die van de rechterzijde. De meeste districten waren wat men vaste districten noemde. Zij kozen constant -of links of rechts. De uitslag werd beheerst door een betrekkelijk klein aantal districten, die zich nu eens aan de linker- dan weer aan de rech- terzijde schaarden. In die districten gaf wat men de kleurloze middenstof noemde de door- slag. Die middenstof keerde zich veelal tegen de partijen, die bij de vorige verkiezing de meer- derheid hadden. verworven. Vandaar dat rechts en links in de regering om de vier jaren nogal eens van plaats verwisselden.

Die kleurloze middenstof is er natuurlijk nog.

De Engelsen noemen haar de "floating vote", de drijvende kiezersmassa. Deze kiezers drijven vaak van de ene partij naar de andere. Onder de evenredige vertegenwoordiging is dat zo ge- bleven, doch hun invloed is thans minder groot omdat nu de toewijzing der zetels gaat naar het percentage der op iedere partij uitgebrachte stemmen en er moeten heel wat stemmen wor- den verplaatst om een verschuiving van één per- cent te veroorzaken.

* * *

N u en dan doet het zich voor dat de ver- schuiving groter is dan normaal. Dat js

wel zeer het geval geweest bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1958 en bij die voor de Tweede Kamer in 1959. De V.V.D. heeft toen van die verschuiving zeer geprofiteerd. In 1958 ging zij vergeleken met 1956 met ruim 2%%

vooruit en in 1959 kwam daar nog een klein procent bij. Had zij in 1956 dertien leden in de Tweede Kamer, volgens de uitslag van 1958 zou- den het er zeventien zijn geweest en in 1959 werden het er negentien. Deze uitslagen waren stellig in hoge mate beïnvloed door de ontevre- denheid over het beleid van het laatste kabinet- Drees. Het was immers vooral de in de toenma- lige regeringscombinatie zo machtige Partij van de Arbeid, die het verlies kreeg te incasseren.

Er is voor een partij in een zo grote plotselin- ge stemmenwinst als door de V.V.D. werd ver- kregen, altijd het gevaar gelegen, dat zij de nei- ging kan voelen opkomen zich bij haar beleid te gaan: richten naar hen, die haar minder heb- ben gekozen omdat zij instemmen met haar be- ginsel dan omdat zij ontevreden zijn over ande- re partijen. De V.V.D. heeft aan die verleidi!lg weerstand geboden. Zij heeft nog op haar laat- ste algemene vergadering, juist vandaag drie weken geleden te Leeuwarden gehouden, duide- lijk laten uitkomen, dat" zij zich van alles wat men tegenwoordig naar het Franse voorbeeld Poujadisme noemt, volstrekt wenste te distan- ciëren. Zij heeft best begrepen, dat dit haar op stemmenverlies zou kunnen komen te staan. Een partij moet echter als het om de zuiverheid van haar positie gaat, verlies durven nemen.

T er gelegenheid van de V.V.D.-dag, die wij in september van het vorig jaar in Sche- veningen hebben gehouden, heb ik er in een ar- tikel in het Algemeen Handelsblad op gewezen, dat men ook in de politiek heeft te onderséhei- den tussen lange en korte golfbewegingen. De lange golfbeweging vertoonde voor de V.V.D.

een bescheiden doch gestadige vooruitgang. Zij was van de zes zetels, die de liberalen in 1946 in de Tweede Kamer bezetten, in tien jaren ge- klommen tot negen zetels. Door de uitbreiding der Kamer tot 150 leden werden de negen ze- tels er in 1956 dertien. Was zij in 1946 naar de grootte de zesde partij, in 1956 was zij tot de vierde .plaats geklommen. De verkiezingen van 1959 gaven haar de derde plaats. Zij was de op haar volgende anti-revolutionaire partij in aan- tal zetels vijf voor.

PROF. MR. P.f. OUD wiens radiobeschouwing over de verkiezingsuitslag wij hierbij gaarne

woordelijk hebben afgedrukt.

Ik zag dit in mijn beschouwing in dat artikel van september van het vorig jaar als een gevolg van een korte golfbeweging, die geleid had tot een grote uitstulping in de lange golf. Ik hield het voor niet onwaarschijnlijk, dat die korte golf zou teruglopen, maar had goed vertrou- wen, dat de lange golfbeweging zich zou blij-, ven voortzetten. Dit laatste nu is bij de verkie- zing voor de Provinciale Staten van 28 maart inderdaad het geval gebleken. De korte golf van 1958 en 1959 is teruggelopen, doch de lange golf- beweging is niet tot staan gekomen.

De V.V.D. ligt in 1962 nog bijna 1 '14% boven ha'ar percentage van 1956. Zij is de derde partij gebleven. En zij is thans derde partij op een veel gezonder basis dan die waarop zij het in 1959 was geworden. Zij werd derde partij in de dagen, waarin zij in de oppositie was, zij heeft die plaats behouden, nadat zij gedurende bijna drie jaren haar aandeel heeft genomen in de verantwoordelijkheid voor het beleid der rege- ring.

M en. mag· daarom de kiezersuitspraak van 28 maart ook voor zover de V.V.D. be- treft zien als een blijk van vertrouwen in het kabinet-De Quay. De voorzitter van de P.v.d.A.

meende, toen hij in de nacht na de verkiezing zijn oordeel gaf, dat het anders was. Hij noem- de de V.V.D. de enige van de regeringspartijen, die kritiekloos tegenover het beleid van het ka- binet had gestaan. Dat juist zij verlies leed zag hij daarom als een veeg teken voor de regering.

De heer Suurhoff is kort van memorie. In ok- tober 1961, na het laatste algemeen politiek de- bat, schreef het blad van zijn partij, "Het Vrije Volk", dat ik venijnige kritiek op het kabinet had geoefend. Het een was even onjuist als het ander. Ik was niet kritiekloos, doch ik was evenmin venijnig. Mijn kritiek was de opbou- ,wende kritiek, die ook een regeringspartij past.

Zij betrof bepaalde onderdelen van het rege- ringsbeleid, doch deed aan mijn waardering voor de grote lijnen van de regeringspolitiek niet af. In deze houding hoop ik ook in het thans voor ons liggende jaar, dat het laatste zal zijn van de lopende parlementaire periode, te kunnen volharden.

De V.V.D. zal zich na deze verkiezing zèker heel anders gedragen dan de P.v.d.A. na de ver- kiezingen voor de Provinciale Staten in 1958.

Het grote verlies, dat de P.v.d.A. toen leed, maakte haar onrustig. Die onrust ontlaadde zich in scherpe kritiek op haar bondgenoten in de regeringsmeerderheid. Na de befaamde fak- keldragersdag forceerde zij in december 1958 de val van het kabinet-Drees en daarmede het éinde der samenwerking.

Voor een dergelijke loop van zaken behoeft men wat ons betreft niet te vrezen. De V.V.D.

zal in alle rust haar gang blijvèn gaan en er naar blijven streven de bestaande regeringscom- binatie, die naar ·haar overtuiging het landsbe- lang op juiste wijze behartigt, in stand te hou- den.

* • *

D e uitslag van de stembusstrijd heeft ons niet ontmoedigd. Al mag ons kiezers- korps kleiner zijn geworden, het heeft in homo- geniteit gewonnen. Wij mogen verwachten, dat wij op hen, die thans achter ons staan, ook in de moeilijke omstandigheden zullen kunnen blij- ven rekenen.

De korte golf is uitgewerkt. Ik heb goed ver- . trouwen, dat de lange golf de liberale stroom langzaam maar gestadig zal doen blijven stij- gen.

ATTENTIE!! ATTENTIE!!

Luistert op vrijdag, 13 april a.s., van 19.30- . 19.40 uur, over de zender Hilversum I (402 m),

naar

.,DE STEM VAN DE V.V.D."

Spreekster:

mevrouw HAY A VAN SOMEREN-DOWNER,

lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

"VRR.JJU!llD EN .DEl'IOCRATIE 5 APRIL 1962 - FAGINA 2

Supplet ⁱ re begrotingen bedreigen e conjunctu ^r

*

A:wgespoor:d d<Oo:r bezorgdheid ove:r de tll"''pi&che wasdom van de totale over- heidsuitgaven heeft de Prof. mr. B. M.

Te1dersshlc!hi\Ji!n,g een tweede studie

~e­

maa.kt op he·t gebied van de rijksl)itga- ve.n en de parlementai-re. controle daar- op*). In het eerste boekje over dit on- derwerp, da1t in 1960 vers.cheen, werd opgemerkt, da•t de veQ·ontrusting over het steeds st<Lj.gende uitgavenniveau vooral ontstaat, door<lat men het gevoel heeft, da•t de

on~wikkeling

niet goed in de hand wo·rdt gehouden. De indruk bestaat, d.at d>e uit-gaven niet mee:r voldoende ern op d.e juiste wijze worden afgewogen.

Thans neemt de Teldersstichting de suppletoire begroting onde·r de loep. Elk jaar word·en er zonder veel moeite een groot aanlta[ tussentijdse begratingswijzi- gingen dooc het parlement

gelood:s~.

Door deze exka uit.gaven, waardoor de a.an- vankel,ijke be·groting soms met honder- den miljoenen wo.rdt verhoogd, dreigt de anticyc1isohe begrotingspolitiek te wor- den verstoord. Het doe:l van deze poli·tiek is bekend. Zij dient om een zeke·re com-

·pensatie te ve1·schaffen t'egen het ont-

~·richtende effect van de conjunctuurgol- ven in het bedrijfsleven door in jaren van hoogconjunctuur de rijksuitgaven minder te la,ten süjgen dan het nationaal produkt

~n in jaren van laa,gconjunctuur juist n1eer.

Deze nor·m wordt de laatste jaren hoe langer hoe meer aas richtsnoe·r genomen bij het vasts:leUen van de begroting. Hoe en1stig de regering conjuncturele overwe- gingen neemt hebben we nog onlangs aan den lijve ondervonden, toen op grond hi&van. de verlaging van de inkoms-ten- belasting een jaar werd verschoven. Het efJ'ect van l1et zorgvuldig uitgestippelde conjuncturele beleid kan echter groten- deels te niet worden gedaan wanneer de we,rkelijke uitgaven naderhand in be- l<>ngrijke ma,te van de begroting afwij-

men.

Daar komt nog een belangrijke psy- ohnlogisoh punt bij. Naarmate de gewo- ne burger zich er van bewust wo,rdt, dat de afwijkingen in kwestie inderdaad aan- zienlijk Z'ijn, zal hij steeds gi'O'tere korrel zout nodi:g hebben om de· bewering te slikken, dat ro:njunotuurtx>li:bieke begrD- i<ingen inderda.a.d zin hebben. De skepsis :t.a:l de bereidlheid om tijdelijke offe·rs ten behoeve van de conjunctuurpoHtiek te brengen, bepaald niet vergroten.

Bij {:Ut alles, zo wordt in de publicatie van de Teldersstich•ting opgemerkt, moet men goed in heit oo•g houd<eJ1, da:t hoewei het totale begrotingsbedt·ag vele miljar- dea bedraagt, het slechts een marge van enke·le honderden mi'ljoenen is, die de be- groting doet slagen of falen als instru- ment van conjunctuurp.olitiek.

I nd rukwekkend?

In dit r.·rlwnd :egt de 5tndie, dat het nood·

:.aliclük /;an ::.ün om. te,;enorer de e.rtra de- _/('nsie-uitgan·n nm /30 miljoen gulden vour tlit /aar

f'('fl

r!if'norerrenl,·omstige belastin~­

rerho:'!.:ing tc .•;1('1/r·n. :orrls de rc~rring dan ook he,·_(!

,!.:.f'dmm.

!!et

^UlfJfwr/

:l'f-:.1. lu"ertïm: .. El'n indrukrrck~

l.f'tltlc

.!.:.P.•;fe -

!u/dat

fl1('l/

duur !Jn~ifcl be~

/,-ffiJWII ÎflCI'IIS

IJed!'llftt. dut tfc 1/"f..'r/,·e/Uft-e l1Îl~

?'flr('n d/t ::.orgcu/c/r"g ;,1

t'!'('fllCÎrht

gehoud<"n

~~olaal JJ..'cl

eens Tnfl l!lt'f't

d(//l ;}()(} rniljuen'

Nieuwe studie

~uülen

zoiulr·n kunnen vrertrtJfcn. :ot11ls

z~;

~lat

in elh run de lwo{.;r:onjun<'lllllrjarcn 195.) en 1956 he/,/>en gedaan".

!let is duidcliik, dat de conjunctuurpolitiek - in jeilc het gehele Óegroûnpbclt'Îd - vol- k<>mPll UH>rd! doorhuist als de lccrkeliikc uit.-

~w;en

met hondenZen

miljoen~n l'an

de joar- liikse be;!mting af".ijhen.

Principiële bezwaren tegen suppletoire begrotingen vindt men in de publikatie niet. Het spreekt wel vanzelf, zo worot opgemerkt, dat in het zo omvangrijke en ingewikke•lde ovèrheidsapparaat in de loop van een dienstjaar bepaalde uitga- ven moeten worden gedaan, d:ie bij d>e vaststelling van de oorspronkelijke be- groting nog niet waren te voorzien. Het bezwaar gaat tegen de gezamenlijke om- vang der suppletoire begrotingen, tegen de manier waarop zij het parlement

pa&~eren

en - in oommige gevallen - tegen hun i\anwending voor bepaalde doeleind-en.

Parlementaire controle

Hoeveel aandacht geelt hel parlement aan supp]etuire begrD1ingen '? \T oor een

V<al

de onderzochte jaren !1952 t.m.

1957) hebben de samenstel'lers van het rapport dit punt in detail bestudeerd.

Zij kozen 1952, omdal dit het enige jaar in de genoen!de periode was. waarin geen algemene salarisverhoging - op zichzelf a:Hijd een bron van suppletoire begrotin- gen - pla.ots vond. terwijl dit jaar ook in andere opzichten als representatief kan gelden.

Uit het spit- en graafwerk bleek, dat van de vijftig suppletoire begrotingen er sleehts één tot een uitvDeriger discussie leidde bij de schriftelijke voorbereiding door <ie Tweede Kamer en slechfui twee tot een ui'tvoeri<ger debat tijdens d-e mon- delinge bcllan<leling.

In 74 procent van de gevallen was

eT

zelfs bdem:a·al geen schrittelijke behande- ling en in 84 procent geen mondding de- bat. De oveQ-eenkomstige cijfers voar de EleJ·s•te Kamer waren begrijpelijkerwijze nog hog'er: 90 en 96 procent.

Men moet echter voorzichtig zijn met de conclusie, d-at de supp}etoire begro- tingen bijna geheel aan de controle van het parlement ontsnappen, want de speurders van de Telde.rsstichting hebben ontdekt, da-t hei grootste deel van de be- dra.gen die bij de aanvullende begrotingen werden gevoteerd, direct voortvloeiden uit we.tten en a.Jgen1ene maatregelen v-an bestuur, zoda•t de suppletoire begrüting slechts de forme,le

beve~·tiging

was vnn hetgeen regering en parlement al eerder overeengekomen waren. Dit houdt een zekere

geru~ts,be.Jling

in, alelus de studie.

Ambtenarensalarissen

De totale af\\'ijkingen van de aanvan- kelijke begro'iingsbeclragen worden niet alLe·en veroorzaakt door suppl,eloire be- grotingen, maar ook door overschrijvin- gen ingevolge artikel 24 van de Compta- biliteitswet !opschuiving van een uitgave naar een vo:Jgend jaar wanneer het kre- diet nog n:ie't is verbruikt). De studie neemt een aan tal speciale ca1egorieën uitgaven

~ncler

de loep, die een bijzonder belangrijke rol spelen bij de b<:'grotings- ovea·scbrijding.

litiek

va.n T eldersstichting

Daaronder behoren de ove{·heidssala- rissen, bijdragen voor sociale premies, pensioenen e.d. Ze houden verband met algemene salarisverhogingen en loon- compensaties voor het overheidsperson\'el voor zover daarmee bij het opstellen van de oorspronkelijke begroting nog geen rekening was gehouden.

Kwantitatief is deze categorie zeer be- langrijk. maar \'oor de problemen waar- om het in deze studie gaat, is zij niet

~loorslaggevend.

De overheid ontkomt er nu eenmaal niet aan de beweging van lonen er; salarissen in de particuliere sec- tor te volgen. Het gaat hie1· niet om reële uitgavenstijgingen, waar het parlement veel aan zou kunnen doen.

Bezuinigingsactie

Geheel afgezien van conjunctu,·ele overwegingen wo1·dt opgemerkt, dat de overheid meer zou moeten doen om, door vergroting van· de produktiviteit, ook in eigen huis die ruimte te scheppen voor salm:is- en loonsverhogingen, die particuliere werkgevers wel aanneme- lijk moeten kunnen maken vóó1· zij tot loonsvet·hoging n1ogen ovcrga<.tn.

Een de1·gelijke hezuinigingsactic, die in het bedrijfsleven, ook geheel buiten de loonpolitiek om, van oudsher tot het normale streven naar rendementsverbe- tering beho01t, zou de overheid niet mis- staan. Dit streven zou ook in àe begro- ting tot uitdrukking moeten komen.

Wij erkenen dat niet alle takken van de overheidsdienst zich voor dit soort bezuiniging lenen. Maar er is geen enkel bezwaa1· tegen om, waa1· dit met name door· modenlisel'ing van ad.minisb·atieme- thoden weL mogelijk is, de salarisposten op de begroting zo krap te stellen, dat de bett-okken afdelingen gedwongen worden hun produktiviteit te vergToten en daar- tegenoveJ· ook hun personeelsbestand in te kdmpen.

Het moet niet zo zijn dat de ruimte, die door een verbetering van de doelmatig- heid der administratie ontstaat, vervol- gens in beslag wordt genomen door n.ieu- we taken, die de overheid dan min of meer tersluiks aanpakt, of doordat men reeds bestaande taken nog perfectionisti- scher gaat uitvoeren.

Ook de overheid moet er dus naar stre- ven, een ·salarisverhoging door produkti- viteitsverbetering te

"verdieJ;~en".

Doet zij dit niet, dan blijft zij, te11 voordele van zichzelf. met twee maten .meten.

Defensieplafond afschaffen

Wat de defensie betreft, wordt in de studie opgemerkt, dat de grote afwijkin- gen tussen de ramingen en de werkelijke uitgaven ongetwijfeld voor een belang- l·ijk deel te wijten zijn aan 't defensiepla- fond en aan de ruime mogelijkheid tot overschrijven op basis van artikel 24 van de comptabiliteitswet. Overeenkomstig de aanbevelingen van het rapport van de commissie-Simons wordt

d<:~arom

afschaf- fing van de mogelijkheid tot dergelijke ovPrschl'ijving verlangd.

Het stelsel van het defensieplafond zou dan niet meer kunnen worden toegepast.

Wel zou de regering bij wijze van infor- lnatie aan het parlement kunnen mede- delen welke uitgaven zij zich voorstelt

over een langere reeks van j'lren te zul- len doen.

Kritiek wordt geleverd QP het syste- matisch te hoog schatten van de vermoe- delijke uitkomsten. Aangezien in de mil- joenennota het uitgaventotaal volgens de begroting· wordt vergeleken met de ver- moedelijke uitkomsten van het lopende jaar, betekent dit dat naar mate de ver- moedelijke uitkomsten hoger worden ge- steld dan de werkelijke uitgaven, de stij- . ging van de nieuwe begroting voor een

deel wordt versluierd.

De inflatoire impuls die van de nieu"

we begroting uitgaat zal kleiner lijken dan hij werkelijk is, zodat de uitgaven- stijging gemakkelijker wordt aanvaard.

Het gevolg zal zijn, dat va·n de begroting in het algemeen te weinig tegenwicht te- gen overspanning van de economie zal uitgaan. Deze schattingsfout vindt waarschijnlijk voor een belangrijk deel zijn oorsprong in de neiging van minis- ters om de verlagingen van de uitgaven aan de lage kant te ramen: men wil niet het risico lopen van luitiek, wanneer tenslotte toch weer hogere uitgaven no- dig blijken te zijn. Om de misleidende invloed van deze schattingsfout te onder- vangen is voor 't eerst in de miljoenen- nota 1962 op de vermoedelijke uitkom- sten een algemene correctie toegepast van minus 200 miljoen. Dit is stellig een verbetering, zegt het rapport.

Zelfbeperking

Ten slotte wordt opgemerkt, dat de re- gering zich in de jaren van hoogconjunc- tuur extra sirenge beperkingen ten aan- zien van suppletoire begrotingen moet op- leggen. Wanneer zij - en ook het parle- ment - beter gaat heseffen hoe gevaar- lijk het is de uitgaven in .de hausse sterk te laten stijgen, moet die zelfbeperking mogelijk zijn. En wanneer door bijzon- den: oo·rzaken bela111grijke extra uitg.a- ven onvermijdelijk worden

~acht,

zul- len alle betrokkenen tijdig de =sequen- tie hieruit moeten trekken. Van grote be- tekenis is in dit verband de ruggestie ,·an de commissie-Sirncms, dat bij bel<mgrijke be,grotingswijziginge;n de regering een n.a- derè uiteenzetting van de bud.g,ettair<e> si- tuatie zou moeten geve11.

De suppletoire begroting= zouden ge- lijktijdig kuimen worden i1ngediend, waarhij de regering dan tevens een voor- stel tot dekking van de extra uitw1ven zou dienen te doen. Toepassing van een dergelijke procedure zou niet a1lee:n con- junc<tuurpolitie.ke sto,ringen voorkomen, zij zou bovendien een vee.l levendiger be- sef scheppen van de noodzaak om extra

· uitgaven te dekken dooc bezuiniging of be'lastingverhoging.

Dit zou d'e juistte afweging van uitgaven tegen belas:tingen en van de verschillen- de uitgaven onderling, ten goede komen.

Die juiste o.fwe-ging is het doeL dat ons bij deze stuclies op he,t terrein van de rijltsfinanciën voor ogen blijft staan,

C~l­

dus besluit het rapport van de Telclers- stichiing ..

*)

Het rapp01·t is smndn;:;estehl onder verantwo01·delijkheid Yan 't curatorium door mr. A. A. Th. Boender en drs. 0.

F. Sialeman en geredigeerd door de heer

Th. H. Jo:okes. allen medewerkers van

de Teldersstichting.

VRIJHEID EN DEl\IOCRATIE 5 APRIL 1962 - PAGIMA 3

Het Europees Par.lement kiest de liberaal

~ ^aetano ~artino tot zijn voorzitter

Nederlandse liberalen zullen. zijn oproep volgen zullen luiden, is er een kans, dat Euro- pa een democratische werkelijkheid wordt.

Straatsburg 27 maart 1962. Het Europese Parlement te Straatsburg bij- een, kiest in de namiddag va:n die dag G a e t a n o M a r t i n o tot voor- zitter.

\Vie is Martino? Oud-minister van Buitenlandse Zaken van Italië, on- dertekenaar van het Verdrag van Rome, één van hen, die peet stonden bij de geboorte van de Europese Economische Gemeenschappen en van de Euratom. Nu voorzitter van de liberale partij in Italië. Man van we- tenschap, die gestadig strijdt voor de gedachte van Europanisering van het Europese hoger onderwijs.

Politicus, die in zijn eerste rede een ware geloofsbelijdenis gaf voor een verenigd Europa.

Hij pleitte toen met vuur tegen de klachten, die weer ten gtmste van ver- sterking van de statensouvereiniteit en ten nadele van de supranationale ge- dachte in Europa opdoemen. "De natio- nale goden zijn op rumoerige wijze op het toneel van de Europese geschiedenis te-

ruggekomen om de universele goden de pas af te snijden". "De mythe van de nationale souvereiniteit schijnt weer veld te winnen. Zolang deze mythe ech- ter niet uit de weg is geruimd, zal Eu- ropa niet in staat zijn eenheid te berei- ken''.

Deze twee citaten uit de intree-rede van de nieuwe President zijn ·duidelijk.

Niemand, die ook maar enigszins op de hoogte is van de politieke verhoudingen in Europa, zal maar een ogenblik twij- felen aan de bedoeling van Martino noch aan de gebeurtenissen, waar hij. op zin- speelt.

In de drie Europese gemeenschappen was, eerst in de Kolen en Staal Gemeen- schap, later in de Europese Economi- sche Gemeenschap en in Euratom het be- ginsel van de supranationaliteit aanvaard De deelnemende Janden deden op be- . paalde punten afstand van hun souve- reiniteit. De gedachte van een Europese regering werd, zij het nog in beperkte mate en zeer· in. beginstadium, verwer- kelijld!

Een Europees Parlement werd inge- steld, zij het met nog zeer gekortwiekte vleugels. Maar een ontwikkeling werd op gang gezet.· Dit gebeurde bij de con- ferentie van Messina, waaraan Martino toen als minister van Buitenlandse Za-

.. A mon eh er amr M . Frederik r•an

ken van zijn land een werkzaam aan- deel had. Nog een andere liberaal, even- eens nu lid van het Europese Parlement, nl. Maurice Faure, toen jong staatsse- cretaris in de Vierde Franse Republiek, werkte hier mede.

Enige vragen

Nu staan beiden voor de vraag, hoe zullen hun huidige regeringen, de rege- ringen van Italië en Frankrijk, staan tegenover de verdere ontwikkeling van de ideeën, die zij in Messina en Rome mede verdedigd hebben. Beiden zijn in hun nationale parlementen nu in de op- positie. Zal het "Europe des patries'', het· "Europa der · vaderlanden" van De Gaulle het winnen van de supranatio- naliteitsgedachte? Of zullen de grond- slagen, gelegd in de Europese Verdra- gen, verder worden uitgevoerd?

Zullen de bestaande gemeenschappen worden samengevoegd om zó te komen tot één sterke Europese Executieve , of zullen de Europese gemeenschappen wor- den. gedegradeerd tot technische uitvoe- ringsorganen'?

Zal het Europese Parlement aftakelen tot een vergadering, die van tijd tot tijd mag vergaderen en delibereren, of zal men de Europese kiezers oproepen om te stemmen voor een Europees Parlement met politieke bevoegdheden? Zal men de bevoegdheid van de Raden van Minis- ters om de leden van de executieven te benoemen behouden, of zal· men het ver- kozen Parlement invloed en wel een politiek beslissende invloed toestaan op deze benoemingen'?.

Dijk. amitié, Gaetano Martino

,.

al'ec .

Ziedaar vragen, die Martino, Faure en allen, die zich in de politieke groeperin- gen van het Europees Parlement enigs- zins bezighouden met het vraagstuk van de ontwikkeling van Europa, zich stel- len. Alleen als de antwoorden positief

Hoe zal de politieke kleur van dit verkozen Europese Parlement er uit zien?

Voor het eerst is nu een liberaal voor- zitter van het Europees Parlement. De

(Vervolg zie pag. 5).

l

! _~

~ I

~ ~

: ~

Het oordeel van de liberale pers over de uitslag voor de V.V.D.

Opluchting ... .

Het "Algemeen Handelsblad" schreef: Dat de V.V.D. een flinke veer heeft moeten laten mag verbazen en verdrieten, helemaal onverwacht is het niet Haar winst bij vorige verkiezingen was voor een deel mede te danken aan een wat onbestemde aanhang van ontevredenén van links en rechts. Deze aanhang, die de laatste tijd een soort oppositie in de partij vormde, heeft het nu kennelijk "verderop gezocht". Dat men dergelijke, voor een deel a-parlementaire, groeperingen nu kwijt is, zal vele oprechte liberalen alleen maar een gevoel van opluchting geven.

De V.V.D. is uiterlijk geschonden, maar inwendig nauwelijks verzwakt uit de verkiezingsslag te voorschijn gekomen. Daarin zit voor haar de winst van gisteren, die voor haar optreden in de komende jaren op den duur wel eens .belangrijker zou kunnen blijl,en te zijn, dan het getal der stemmen dat dit-

maal op haar is uitgebracht.

. Voor een deel is deze gang van zaken een gevolg van de gedragslijn van haar leider, mr. P. J. Oud. Hij toch had de moed op de partijvergadering te Leeuwarden duidelijk van deze onvruchtbare oppositie-beweging in -de V.V.D. afstand te nemen. Daarin gesteund door de overgrote meerderheid der vergadering.

Ergens lazen wij eens, dat het met hoofden van partijen gaat' als met de koppen van slangen: ·de staart duwt ze voort. Dat lwmt inderdaad bij een enkel partijhoofd wel eens voor. Maar de heer Oud heeft in dit geval de staart resoluut afgehakt en zich door niets anders laten "duwen'' dan door een verantwoordelijkheidsbesef, dat een goed leider kenmerkt.

Gelukwens ... .

De "Nieuwe Rotterdamse Courant" oordeelde: Het verlies van de V.V.D.

kan bijzonder instructief zijn voor deze partij. Zij heeft in 1959 blijkbaar een aanhang gehad, die voor een deel bestond uit mensen, die meer ontevreden dan liberaal waren. Wie ontevredenheid als karaktertrek heeft, zal altijd en overal ontevreden zijn. De V.V.D. is hen nu kwijt, hetgeen eigenlijk een gelukwens waard is. Misschien kan dit de V.V.D. voor anderen in de nabije toekomst aantrekkelijker maken.

De liberalen zullen er goed aan doen, de Statenverkiezingen te beschouwen als een generale repetitie voor de Kamerverkiezingen van volgend jaar. Voor hen was die generale repetitie niet best; een v2rschijnsel, dat soms bijzonder gunstig karr werken.

Hernieuwde strijdlust ... .

Ten slotte merkte "Het Vaderland" o.a. op: .... Maar men kan ook van mening zijn, dat juist hierdoor - en met name bij de V.V.D. - de ware, overtuigde kern van een partij duidelijk naar voren is gekomen.

De tegenstanders van de V.V.D. kunnen dan wel juichen over de toege- brachte nederlaag, de V.V.D. is, zij het op grote afstand van de katholieken en de socialisten, de derde partij van het land gebleven. Met haar getrouwen kan de V.V.D. nog veel beginnen voor de volgende verkiezingen over twee maanden, indien zij er in slaagt de oorzaken van de nederlaag van gisteren enigszins uit de weg te ruimen.

De V.V.D., na de verkiezingen van 1959 weer in de regering opgenomen, heeft daarvan het nadeel ondervonden door geen oppositie meer te zijn.

Men heeft daarbij in de eerste plaats uit het oog verloren, dat een partij in een coalitie-regering een deel van zijn ideële doelstellingen tijdelijk moet offeren aan een compromis om een werkelijk algemeen beleid mogelijk te maken.

Anderzijds zijn concrete gebeurtenissen als de nog onopgeloste zaak-Van der Putten voor de een en de ons inziens juiste verhoging van de ambtenaren- salarissen voor de ander, zeker van invloed ·geweest op de achteruitgang van de V.V.D.

Ten slotte zijn er nog de voortdurend vntevredenen, die in een liberale regeringspartij geen troost kunnen vinden. Hun stemmen zijn in splinter- partijen grotendeels verloren gegaan of de grootste partijen hebben er indi- rect van geprofiteerd.

De gemeenteraadsverkiezingen in mei zullen aan kunnen tonen of de uitslag van gisteren het begin van een nieuwe ontwikkeling of een incident is. Wij hopen dat onze liberale vrienden zich in de komende weken ernstig op hun verlies zullen beraden, om met hernieuwde strijdlust de toekomst tegemoet te gaan.

Staten Staten Kamer

Partijen: 1962 Perc. 1958 Perc. 1959 Perc.

K.V.P. 1.954.251 32,39 1.899.020 32,88 1.895.853 :ll,60 P.v.d.A. 1.805.707 29,92 1 654.396 28,6éi 1.821.145 30,36 V. V.D. 605.302 10,03 658.388 11,4 732.630 12,21

A. R.P. 533.093 8,83 544.248 9,42 540.056 9,-

C.H.U. 509.801 8,45 520.171 9,01 467.428 7,79

C.P.N. 176.647 2.93 239.164 4,14 144.538 2,41

S.G.P. 129.219 2,14 129.089 2,24 129,398 2,16

P.S.P. 181.391 3,01 35.()51 0,61 110,492 1,84

G.P.V. 41.80() 0,69 43.493 0.75 38.595 0,64

Boerenparti) 11.650 0,19 2.930 0,05 39.42:3 0,66 Bruggroep

Vrij2 Burg. 31.210 0.52 34.72::1 0,58

Overige 42.860 0,90 48.774 0.85 44.880 0,75

Totaai 6.034.097 100 5.7H.724 100 5.999.161 100

i

~~~~ ~

VItiJllEID EN DEMOCRATIE 5 APRIL 1962 -PAGINA 4

Voortgezet verslag jaarvergadering ^{V. V.D.}

Gedachten wisseling •

m1n re t

over

tegen de overheid

Het instellen van een studiecommissie· overwogen

Mr. H. VAN RIEL ('s-Gravenhage) zeide uit te gaan van de stelling, dat van een goede verstandhouding tussen overheid en burgers het bestaan van de democratie afhankelijk is. Hij vroeg zich af of zeer vele van de conflicten niet in de psychische sfeer liggen, vooral in de wijze van benadel"Îng. Daarom is opvoeding van de ambtenaren in contact met het publiek g!Cwenst.

Een andere vraag is, hoe de vrijheid van meningsuiting gehanteerd moet worden.

Er ligt immers conflictstof in ongefundeerde kritiek en daartegen behoort de overheid beschermd te worden.

Het denkbeeld van de Ombudsman is stellig d-e overweging waard, al was het reeds, Gmdat deze de overheid kan ontlasten.

Met betrekking tot de inleiding van de heer Berkhouwer vroeg spr. zich af, of deze het algemene principe van de be- schèrming van de rechtsstaat en de prak- tische toepassing daarvan wel voldoende uit elkaar heeft gehouden. Het gaat wel wat ver de Woonruimtewet en het Ver- drag van de Rechten van de Mens met elkaar in direct verband te brengen. In de praktische politiek moet men trachten voor een bepaald beleid de medewerking van alle partijen te verkrijgen en zo mo- . gelijk het hele volk er achter doen staan.

Men beoordeelt nu eenmaal het nut van

door een commissie van desku-ndigen: Wij hebben het recht te dienen, doch mogen daarbij de positie van de overheid niet aantasten. De denkbeelden, ontvouwd door de Nationale Raad voor Maatschappelijk Werk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, bieden meer rechtszekerheid.

Ir. W. J. A. Benjaminse (Bunnik) wees er op, dat in de praktijk het ambtelijke stuk de basis van elke behandeling vormt.

Heeft het ten slotte de vertegenwoordi- gende lichamen bereikt, dan is het dik- wijls een hamerstuk geworden. _Wat kan bepaalde maatregelen in de -onderscheide- . . worden gedaan '·om" eventuele verkeerde.

ne kringen verschillend. of. nadelige. suggesties in dergelijke stuk- Dit geldt ook. voor de ,commerciële tele-

visie, die men nïet in de sfeer van het on- recht moet' trekken. Integrale sèhadèloos-

ken te vermijden?

Spr . .acht de voortgaande inperking van de contractsvrijheid een gevaar. Men den- stelling hangt met het recht samen, niet ke aan de c.a.o., de pacht en de vervreem- met onrecht van de overheid. ding van landbouwgronden. Herstel van

De rechtsbescherming dient dan ook te .... de vrijheid is ook hier nodig.

worden bepaald tot die situaties, waarin . naar algemeen menselijke opvattingen"

sprake is van onrecht. Voor deze gedach- tegang moeten wij algemene instemming zien te verwerven

Mr. W. J. Geertsema (Wassenaar) sloot zich aan bij de opmerking van de heer Van Riel over de Woonruimtewet. Even- zeer als wij pleiten voor maatregelen tegen misbruik van bevoegdheid door de overheid moeten wij ons keren tegen mis- bruik van het eigendomsrecht. Eigenaren, die bij de huidige woningnood een hui!' willen laten leegstaan, moeten in het al- gemeen belang kunnen worden aange- pakt. Het recht op menswaardig wonen moet ook beschermd worden.

Mr. M. J. van Emden Boas (Oegstgeest) zou het op prijs stellen, indien het hoofd- bestuur de verdere behandeling van dit onderwerp aan een commissie zou willen toevertrouwen, die in een volgende ver- gadering rapporteert. Dit probleem is met het oog op de Kamerverkiezingen van 1963 van grote betekenis.

Drs. J. P. A. Gruijters (Amsterdam) zeide het eens te zijn met mr. Van Riel, toen deze de verwarring over minder aan- gename wetten . en het liberale beginsel van elkaar scheidde .. Wel is er een psy- chologisch verband. Het zou wenselijk zijn om overbodige of slecht werkende wetten in te trekken; dat voorlmmt wre- vel bij de burgerij,

Wij staan niet op het standpunt, dat de welvaartsstaat noodwendig uitbreiding van overheidsbemoeiing meebrengt. Zo- dra de b!lrger zich zelf kan helpen, is overheidsingrijpen overbodig. Kunnen ook onze Kamers niet een apparaat voor onderzoek en controle krijgen, zoals b.v.

in Amerika?

Mr. A. J. Barendrecht (Rijswijk) wees er op, dat bij de ambtenarengerechten de staat als verliezende partij niet in de kos- ten veroordeeld kan worden, hetgeen hij onbillijk acht.

Aantwoord van -u. dr. Berkhouwer

Mr. dr. C. Ber!<hauwer (Alkmaar) zeide .!).et met de heren Van Riel en Geertsema niet helemaal eens te kunnen zijn. Het eigendomsrecht is inderdaad niet onbe- perkt, maar het gaat toch de perken te buiten, dat het nu nog mogelijk is iemand uit zijn eigen woning te zetten. Ook het betrekken van de eigen woning kan ver- boden worden. Op dit gebied bestaan ex- cessen. De Woonruimtewet heeft aan de

·slechte huisvesting niet veel kunrien ver- beteren en moet als een noodvoorziening worden beschouwd, welke thans geen re- den van bestaan meer heeft.

Ook de kwestie van de politieke haal- baarheid ziet spr. anders. Wat staat de wetgever te doen bij toetsing van bepaal- . de maatregelen aan onze rechtsbeginse- len? Zo b.v. ten aanzien van de televisie.

De overheid moet niet bij voorbaat, be- perken, doch zoveel mogelijk toestaan, eventueel naar redelijke normen distribu- eren.

Als het algemeen belang het particuliere belang verdringt, bestaat er naar spr. op- vatting aanspraak op schadeloosstelling.

Mochten andere partijen, zoals b.v. de P.v.d.A., daar anders over denken, dan behoeven wij niet stil te blijven. staan, doch moeten propaganda maken voor onze denkbeelden. In de praktische politiek kan de haalbaarheid aan de orde komen; men zal dan van geval tot geval zijn gedrags- lijn moeten bepalen.

SHIRTS

Prof. mr. C. W. de Vries ('s-Gravenhage) wees op de noodzakelijkheid van vervan-

~ing van de verouderde Armenwet. Rechts- zekerheid en bestaanszekerheid kunnen niet door één of enkele figuren worden beoordeeld, daat·voor zijn deze zaken te ingewi_kkeld. Evenals mr. Berkhouwer is spr. geneigd te gaan tot de praktijk. Hoe zal de Bijstandswet worden gehanteerd?

in 3 mouwlengten_

Het is niet alleen een kwestie van wets- techniek, doch ook van het psychologisch kunnen aanvaarden. Niet dus, zoals minis- ter Klompé voorgesteld heeft, een be- oordeling door Gedermteerde Staten, maar

ook in NO I RON vanaf 21 .

⁵⁰

DACRON en COTTON in 3 kleuren.

erenmodes

I SCHEVENINGEN ^{DEN HAAG}

Laan van Meerdervoort 280a Gevers Deijnootplein 9

Telefoon 336418 Telefoon 5402Z3

Antwoord van prof. mr. Polak

Prof. mr. C. H. F. Polak (Leiden) ver- klaarde het eens te zijn met de opmerking, dat sedert 1936 over de administratieve rechtspraak niet veel nieuws meer te zeggen valt, maar er moet ook wat gaan gebeuren! Het psychologische aspect is inderdaad belangrijk en spr. ondersteunt de aandrang tot betere opleiding van de ambtenaren. Een juiste instelling vereist, dat men in staat is ook degeen, die onge- lijk heeft, met begrip tegemoet te komen.

Iedere querulant heeft meestal een beetje gelijk. Het droit de réponse zal in het nieuwe Burgerlijk Wetboek te vinden zijn_

Wat de Woonruimtewet betreft, deze heeft meer kanteri dan de verdeling van de beschikbare woonruimte alleen. Mens- onwaardige toestanden moet de overh~id kunnen aanpakken. Het eigendomsrecht is sedert 1838 aan beperkingen onderwor- pen. Er is nog onroerend goed te weinig en dus moet de overheid ingrijpen, uiter- aard onder de nodige rechtswaarborgen.

De Bijstandswet zal gedecentraliseerd · moeten worden uitgevoerd. Hier zal de rechtsbescherming een eigen k<Olrakter moeten hebben.

De Ombudsman acht spr, voorshands- het meest geschikt voor rijkszaken. Ook . dient te worden oveJ'wogen de voorberei- ding van ingrijpende maatregelen te doen aanvangen met een openbaar gehoor, zoals in Engeland en Amerika.

De contractsvrijheid is een groot goed, zodat men beperking moet toetsen aan de noodzaak en het algemeen belang. De c.a.o. is een verworvenheid, die niet meer zal verdwijnen. Het is juist, dat bij gro- tere welvaart wetgeving kan verdwijnen of verminderen. Verbetering van de appa- ratuur van de Kamers is wel wenselijk, doch moeilijk uitvoerbaar.

De regering laat ongaarne in haar keu- ken kijken. Een onafhankelijke hoogstaan- de figuur met een beperkt, doelmatig ap- paraat kan veel goeds uitrichten. Spr. is het eens met de heer Van Riel, dat men iemand moet hebben, die rustig naar de klager wil luisteren en zo nodig met takt en kennis van zaken kan weerleggen, wanneer daartoe aanleiding bestaat. De Nederlander wil nu eenmaal gehoord en overtuigd worden.

De voorzitter, prof. mr. P. J. Oud, dankte de beide inleiders voor hun interessante uiteenzettingen van een moeilijk pro- bleem. Men moet daarbij onderscheiden hoever het ingrijpen van de overheid mag gaan (hetgeen ·de wetgever . beoordeelt) en daarnaast de bescherming van de bur- gers tegen de feitelijke toepassing.

De verantwoordelijke taak van de amb- tenaar brengt mede, dat hij zich steeds rekenschap geeft van zijn daden en takt- vol ten opzichte van de burgers optreedt.

Bij zijn vorming dient hieraan grote aan- dacht te worden besteed.

De vraag, of een commissie dit onder- werp nader zal bestuderen, zal door het hoofdbestuur worden overwogen.

v. d. L.

VRIJHEID EN DEI\IOCRATIE

VLAG UIT.

"äet Vrije Volk" zet boven een commentaar op de verkiezingen de kop "Vlag uit".

Een verschuiving van enkele per- centen, zo heet het, heeft politieke betekenis in dit land. Welnu, die verschuiving heeft plaats gevon- den. Ten gunste van de Partij van de Arbeid, ten ongunste van de re- geringspartij en.

Wij bekijken nu de cijfers. Die leren ons, dat wanneer er j.l.

woensdag de verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden zijn ge- weest, de PvdA twee zetels zou hebben verloren.

"Het Vrije Volk" vindt dat blijk- baar een reden om de vlag uit te steken.

Wij ook.

"Trouw" van 29 maart 1962.

(Vervolg van pag. 3)

eerste voorzitter was Robert Schuman- de man, die in 1950 de gedachte van de supranationaliteit lanceerde als politie- ke mogelijkheid - Fransman, christen- democraat. Daarna kwam Hans Fm·ler, Duitser, christen-democraat.

Er dreigde een traditie te ontstaan, dat het voorzitterschap in handen zou blijven van de grootste, christendemo- cratische fractie. Deze traditie is nu doorbroken. De socialisten aanvaardden het liberale initiatief om het presidium per twee jaar per fractie te laten cir- culeren. De christen-democraten - wat onwennig, vandaar mogelijkerwijs de blanco stemmen - legden zich hierbij neer.

De liberalen als tweede fractie kwa- men het eerst aan bod en stelden een man van formaat. De tweede fractie in grootte klinkt heel mooi. Vergeten mag niet worden, dat deze fractie-grootte me- de bereikt wordt, doordat aan de libe- rale fractie in het Europees Parlement een aantal geestverwanten is toegevoegd - zij het· dat zij geen leden der fractie zijn al tellen zij bij de grootte bepaling wel mede - die niet behoren tot de po- litieke liberalen.

Werk aan de winkel

I

!

Er blijft dus~"voor de echte liberálen in Europa en dus in Nederland werk aan

• 1

de winkel. De politieke strijd levert nu eenmaal wisselend · succes op. De heer Dettmeijer 'schreef iri het laatste nummer van "Vrijheid en Democratie":"De len- denen omgord". Dit geldt voor de Ne- derlandse liberalen. Dit geldt ook voor de Europese liberalen.

UIT DE

Nieuwe Partij-afdeling te Harmelen

Door de penningmeester van de Centrale Utrecht, mr. C. Kruysse, werd dezer dagen een afdeling Har- melen der partij opgericht. Het secretariaat van deze nieuwe afde- ling wordt voorlopig waargenomen door dè heer J. H .. Lausberg, Kas- tanjelaan 36, Harmelen.

Bestuur afd. Huizen {N.H.)

Na een begin maad gehouden stem- ming op een ledenvergadering is het be- stuur van de afdeling Huizen <N.H.) thans als va1gt samengesteld: M. C. van Trigt Sr., voorzLtteT; ir. H. Wurfbain, vi- ce-voorzitter; A. P. Immiirk, secretaris;

mevrouw M. Stadermann-Hüton, pen- ningm.esse; J. va-n Paasschen, lid; J.

Zwart, lid.

De heer Corver sprak in Tiel

De afdeling Tiel hield op 23 maart j.l.

een o.penba·re vergB,dering, waar als spre- ker optrad de heer J. C. Corver, lid van de Tweede

Kame~;.

Spreker beohandelde o.m. twee proble- men, waarop zich vooral de kritiek van de P.v.d.A. richt: het Nieuw-Guinea-be- leid en het sociaal-economisch beleid.

De heer Corver verweet de P.v.d. A.

'n huichelachtige houding inzake Nieuw- Guinea. Het waren immers reeds de ka- binet.ten-Drees, die de Papoea's he·t zeH- beschikkingsrecht wiJlden geven. Nu ech- ter een niet-socialistisoh kabinet een po- ging doet, deze belofte in daden om te zetten, wil de P:v.d.A. hierç:tan p]lotseling niet meewerken. Zij wil

Nieuw~Guinea

liefst zo- snel mogelijk van de hand doen.

Als verdere· problemen kwamen nog aan de orde het loonbeleid en de vel'1te- genwoordiging der drJe grote werlme- mersorganisartües in de SER en in' de Stichting van de Arbeid. Spreker wees er hierbij op, drut het tijd wordt;· dart ook·

&ndere vakorganisaties als de drie bo- vengenoemde in het over•le·g worden be- trokken, aangez•ien het NVV, KAB en CNV SLECHTS 33 procent van de werk- nemers vertegenwoo:l'digen.

PARTIJ

Ledenvergadering afdeling Voerschoten

In een ledenvergadering van de afde- ling Voorschoten, op 5 maart gehouden, is de kandidatenlijst voor de a.s. gemeen- teraadsverkiezing als volgt samengesteld:

1. A. de Groot, 2. dr. M. S. Kamminga, 3. mevrouw A. de Waal Malefijt-Spruyt, 4. H. Olthuis, arts, 5. mr. H. B. Koetser, 6. dr. M. C. Tideman, 7. C. W. van Hey- ningen; 8. mevrouw G. A. J. Sirks-Lef- fers, 9. G. A. Alers, 10. A. J. Stemmer- ding.

De voorzitter van de afdeling, de heer A. Oosterbaan, gaf in zijn openingswoord een algemeen overzicht van de binnen·

landse en buitenlandse politieke situatie, waarbij hij ook aandacht wijdde aan het verscherpte conflict met Indonesië om Nederlands Nieuw-Guinea. Hij getuigde daarbij van zijn grote waardering voor het regeringsbeleid. Een woord van lof liet hij daarbij horen voor minister Luns, die z.i. het enige standpunt inneemt, dat fatsoenshalve ingenomen kan worden.

Op een daartoe gedaan verzoek uit de :vergadering om de mening van de onge- veer 50 aanwezigen eens te peilen, ver- zocht de voorzitter hen, die het met het i·egeringsbeleid ten aanzien van Nieuw- Guinea niet eens waren, hun hand op te steken. Slechts een drietal handen gingen daarop omhoog.

ALGEMEEN SECREi A.RIAAT

V.V.D.

Koninginnegrac:ht 61 's-Gravenhage Telefoon (070) 60 48 03

(3.1iinen) Giro 67880

Kandidate11 te Maarssen

De afde•ling Maarssen· heeft in haar le- denvergade•rinog de vo·lgende kandida,ten- 1ijst voor de ko'mende gemeenteraadsver•

kiezingen vastgesteld:

1. J. G. A:Heman, 2. M. J. van Vuurde, 3_ .M. B. van Ingen, 4. lr. J. J. Hendrik- se, 5. mevr. H. J, de Freijtag-Barmen 't Loo, 6. ir. A. Th. Stigter, 7. F. Eikelhof, 8. M. van Iepe·renburg, 9. S. K. Bernt.

5 APRIL 1962 - PAGINA 5

HUWELIJK

Het vinden van een goede levens- partner is ei! blijft een zaak van vertrouwen. Bij ons is uw geheim in vertrouwde en deskundige han- den. Selecte relaties in alle be- schaafde kringen in het gehele land.

Honderden dankbetuigingen:

Gratis inlichtingen onder blanco couvert.

Bemiddelingskantoor M E T R O P A Mathenesserlaan 458 b Telefoon 50613 - Rotterdam

Best~ursmutaties in Sliedrecht

In de op vrijdagavond 16 maa1't j.l. ge- houden a,}ge•mene ledenvergagm·ing van de afd. Sliedrecht van de V.V.D. is op hartelijke wijze afsche•id genomen van de heer J. de Jo•ng ais voorzitter van de af- deling.

De heer A. Caljé, hoofdbestuurslid en lijstaanvoerder in de kring Dordrecht bij de Prov. S.ta,t·enverkiezing, sprak hem toe en dankte hem voor al datgene wat hij in het belang van de paorotijafdeiHng als voorzitter èn als raadslid had gedaan.

Hij bood de heer De Jong, die ongeveer 15 jaar als opvolger van wijlen dr. D.

Zijp het voorzitterschap had waargeno- men, namens het hoofdbestuur een fraai hloemstuk aan. Op voorsote•l van de heer Jac. C. v. d. HoU<t werd dè heer J. de Jong tot lid van verdienste benoemd.

To•t zijn opvolger koos de vergadering, nagenoeg met algen1eone stemmen, de heer A. A. Boogaard. De aftredende bestuurs- leden C. Verschoor en .T. C. Slob, wer- den al•s bestuurslid herkozen, terwijl aan het bes·tuur werd tuegevoegd de heer A.

de Keizer, voorzi.t.ler van de Liberale Jo•ngerenogro·ep Sliedrecht-Papendrecht.

In de plaats van de heren J. de Jong en B. Visser, welke laatste eveneens als be- stuurslid had bedankt, we·rden gekozen de heren J. F. Caljé en C. Versteeg.

. Vervolgens we~ de dcior het bestuur opgemaakte groslijst voo•r de gemeente- raadsvm·kiezing besproken en werd van de vergadering eeon ui.tspraak gevraagd over de definitieve bezetting van de eer- ste zes plaatsen. Het resultaat was: 1. J.

de Jong; 2. J. F. Caljé; 3. B. Visse•r; 4. L.

de Groot; 5. C. Verschoor; 6. C. Ve•rstee•g.

Het bestuur kree,g vo>lmacht de candida•

tenllijs1t naar goedduntken te completenm.

De heer De Jong verklaarde ûeh be.

.reid nog enige tijd heot raadslidmaatschap waar te nemen om zijn opvolge1: in te werken.

Het zal, helaas, nog geruime tijd du- ren voordat de Nederlandse liberalen zullen worden opgeroepen om te stem- men voor het Europees Parlement;

Europa moet liberaal geregeerd wor- den. Wij, Nederlandse liberalen, moeten wel weten, dat het tijd wordt de gees- ten in Europa rijp te maken voor een Europees liberalisme.

BINGHAM ^& co ^N.V.

STALEN MEUBELEN

Martino zette de eerste stap. De Ne- derlandse liberalen zullen zijn oproep

SINDS 1871

VERHUUR VAN DEKKlEDEN GISPEN

CULEMBORG

volgen.

Mr. F. G. VAN DIJK SCHIEDAM NIEUW É HAVEN 5 9 • 7 1 • TEL. 6 9 0 9 5*- 6 4 7 7 5*

NEDERLANDS VROUWEN COMITé

O p de onlangs gehou- den vergadering van het N.V.C. is tot presidente (als zodanig neutraal) met algemene stemmen benoemd mevrouw mr. J. M. Stoffels- van Haaften.

Zoals men weet zijn de Vrouwen in de V.V.D. in het N.V.C. vertegenwoor- digd door mevrouw mr. E.

A. J. Scheltema- Conradi;

plaatsvervangster is mevr.

mr. N. M. W. Dettmever-

Labberton. '

BELANGSTElliNG GEVRAAGD

M enigeen zal bekend zijn met de Johan-

~a Stichting bij Arnhem, n inrichting voor geestelijk

normale, maar lichamelijk gehandicapte kinderen. Met alle mogelijke middelen, die de moderne wetenschap kan uitdenken, wordt er daar naar gestreefd hun handicap te overwinnen of tenminste hen te leren met die handi~

cap te leven en hen klaar te maken voor een pbats in de maatschappij.

Er zijn er echter. die nooit zo'n plaats in de gewone maatschappij zullen kunnen innemen, omdat hun handi~

cap te groot is. Toch zijn 't verder normale mensen, die toch ook recht hebben op een zo normaal mogelijk menswaardig bestaan.

Het bestuur van de Jo- hannastichting heeft daarüm het initiatief genomen voor de oprichting van een spe- ciaal dorp, waar dergelijke volwassen geworden gehan- dicapten kunnen werken en

Copie voor de:z:e rubriek te :zen- den aan: Mej: Joh. H. Springer, Alexanderstraat 16, Haarlem.

'INOnen; in het kort: kunnen lèven. Dat dorp zal dan in alles aangepast zijn aan de behoeften van de bewoners.

Er is een terrein voor be- stemd vlak bij de Johanna- stichting, zodat de voorzie- ningen daarvan, de staf, de apparatuur, het ·bijzondere zwembad, enz. ook de be- woners yan het dorp kun-

nen dienen, wat in veel ge- vallen nodig zal zijn.

De financiële eisen, die een dergelijk plan stelt, zijn natuurlijk niet gering, maar men hoopt op de steun van het hele Nederlandse volk;

het is immers bestemd voor alle gezindten.

Om die steun te verwer- ven heeft men zich tot de Nederlandse Federatie V.V.H. gewend, om op die wijze de belangstelling en daardoor de ten minste .mö- rele steun van de Neder- landse vrouwen te krijgen.

Dan komt het geld er ook wel, denkt men.

Teneinde meer bekendheid te· geven aan het werk van nu en de plannen voor de toekomst, worden groepen (ca. 50 personen) uitgeno- digd tot ·een bezoek aan de Johannastichting, op een

woensdagmiddag (behalve de eerste in de' maand).

{Minstens één maand van te voren opgeven met ver melding gewenste datum en juiste aantal personen).

Men hoeft niet te den- ken, dat het een neerdruk- kend bezoek zal zijn. On- dergetekende is er geweest.

De gebouwen op het mooie terrein doen fris en fleurig aan en de kinderen, wel, dat zijn gewone kinderen, die spelen en leren, die lachen en trots zijn als ze een gym- nastiekwedstrijdje hebben gewonnen.

V oor de mensen, die hen helpen, die eindeloos geduld en eindeloze toewijding ge- ven, zal het een grote vol- doening zijn. als door de stichting van het dorp voor blijvend invaliden de kroon op hun werk wordt gezet.

J. ^H.·S.