• No results found

Politiek en Cultuur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Politiek en Cultuur "

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P olitiek en C ultuur

(2)

i

.1 APRIL 1963

l

l I

I .

i

'"':.

Strijd tegen de as Bonn-Parijs en tegen

legering van Westduitse. troepen in ons. land Resolutie van het Partijbestuur der CPN Vakbeweging en loonstrijd

Koude oorlog en diensttijd

Een jaar werk van Spwjet-geleerden AANTEKENING:

Legenden rond het Landbouwschap CRITISCHE NOTITIES:

Lenin, de E;EG en de feiten van Tinbergen PARTIJ DOCUMENTEN:

Verklaring van zes partijen over de EEG Communiqué van het Partijbestuur Candidaten Tweede Kamer

POLITIEK en CULTUUR

blz.

145 A.v. Turnhout 152 R. Walraven ],.61 M. W. Keldisj .167

176.

182

186 192 192

verschijnt maandelijks bjj uitgeverij Pegasus Leidsestraat 25, Amsterdam-C., tel. 35957

De abonnementsprijs is f 5,50 per jaar, f 2,75 per half jaar, losse nummers 50 cent.

Ons gironummer ·is 173127, gemeentegiro: P 1527.

Correspondentie over betalingen en verkoop zenden naar de admlnlst;ratie pfa Pegasus ..

Alle correspondentie over de inhoud naar de redactie van P. en C.

Prinsengracht 473, Amsterdam-C., ·tel. 62565.

(3)

23e jaargang no. 4 april 1883

Politiek en Cultuur

. .

maandblad gewijd aan de theorie en praktijk van het

marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der c.p.n.

Strijd tegen de as Bonn-Parijs en tegen legering van Westduitse troepen

in ons land

Resolutie van het Partijbestuur der C.P.N.

JN de betrekkingen tussen de kapitalistische mogendheden is in de afgelopen maanden een diepgaande crisis tot uitbarsting geko- men.

De toenemende tegenstellingen op economisch, politiek en mili- tair gebied hebben scherpe botsingen teweeggebracht. Deze leid- den tot de vorming van de as Bonn-Parijs binnen het Atlantische Pact en het mislukken van de Brusselse conferentie over het op- nemen van Groot-Brittannië in de Europese Economische Gemeen- schap (EEG).

DE crisis in de NAVO en de EEG heeft opnieuw aangetoond, dat

*

de kapitalistische aaneensluiting niets te maken heeft met het tot stand brengen van een werkelijke eenheid. Het gaat de mono- polies alleen om de beheersing en verovering van markten, om het verkrijgen van maximale winsten, om het behoud van hun stelsel van uitbuiting en onderdrukking. Op grondslag van een verandering in de krachtsverhoudingen pogen zij herverdelingen van afzetge- bieden en invloedssferen tot stand te brengen.

De monopolies hebben de EEG benut om de uitbuiting van de ar- beidersklasse en de onderdrukking van alle niet-monopolistische groepen te verscherpen. Zij voeren een offensief ter beperking en afschaffing van de volksrechten en hollen de parlementaire demo- cratie steeds verder uit.

De monopolistische machtsgroepen gebruiken de EEG om in nieu-

·145

(4)

i:

; !

we vormen het kolonialisme te handhaven en de nationale bevrij- dingsbeweging, vooral in Afrika en Azië, te bestrijden. Zij beschou- wen deze gebieden als een jachtterrein voor hun belangen en vech- ten verbitterd met elkaar om de rijke buit.

De EEG had tot gevolg, dat ernstige belemmeringen ontstonden voor de alzijdige ontwikkeling van de handel, waardoor het tot stand komen van betere betrekkingen tussen alle landen, ongeacht hun maatschappelijke stelsel, wordt bemoeilijkt. ·

De ontwikkeling van de EEG diende tot versterking van de econo- mische grondslag van het agressieve Noordatlantische Verdrag en ter verscherping van de koude oorlog tegen de Sowjet-Unie en de andere landen van het socialistische kamp. Door middel van de EEG werd Nederland nog nauwer gebonden aan militair-politieke doeleinden van de grootste imperialistische staten.

*

GEBRUIK makend van de Europese kapitalistische integratie en de door het Atlantische oorlogspact opgeroepen internationale spanningen, hebben de Westduitse monopolies hun macht vergroot.

Zij streven naar de opperheerschappij in West-Europa en werken thans koortsachtig aan hun plannen om hun economische en mili- taire kracht aan te vullen met een eigen atoommacht

Daartoe hebben de Westduitse militaristen een nauw verbond ge- sloten met de Franse reactie.

Dit verbond van de meest reactionaire, anti-democratische krach- ten in Europa vindt zijn gevaarlijkste gestalte in het op 22 januari jl. gesloten militaire en politieke verdrag tussen Adenauer en De Gaulle. De as Bonn-Parijs roept grote oorlogsspanningen op en wil elke regeling in Europa, met name voor het tot stand komen van een vredesverdrag met beide Duitse staten en een regeling van de kwes- tie-West-Berlijn, verhinderen. Het verdrag voorziet in samenwerking op elk gebied van de oorlogsvoorbereiding, samenvoeging van de legers, uitwerking van een gemeenschappelijke militaire strategie en gemeenschappelijke bewapening. Terwijl de Westduitse milita- risten dit pact willen gebruiken om in het bezit van atoomwapens te komen, trachten zij tevens gebruik te maken van een reeks agres- sieve maatregelen, waartoe door de Verenigde Staten en Engeland is besloten op de in december 1962 gehouden bespreking van Nassau.

Door middel van de door Kennedy en MacMillan beraamde met Po- laris-raketten uitgeruste NAVO-kernmacht hopen zij de vinger aan de atoomtrekker te krijgen.

De Westduitse imperialisten en militaristen spelen aldus in hun streven naar een eigen atoommacht het dubbele spel, dat behoort tot hun wezenskenmerken.

l ~

I

'

I

t

!

t t

l

(5)

Door het tot stand komen van het militaire verbond van West- Duitsland en Frankrijk, de vorming van een NAVO-atoommacht, de uitrusting van onderzeeërs en andere oorlogsschepim met Polaris raketten, worden de spanningen, die de vrede in Europa en de we- reld bedreigen, en de bewapeningslasten, die op de bevolking druk- .. ken, groter.

De as Bonn-Parijs, dit bondgenootschap van de meest reactio- naire oorlogsavonturiers in Europa, roept extra-gevaar op voor de als gevolg van de algemene bewapeningswedloop van de NAVO toch al zo gevaarlijke toestand.

*

TEGENOVER deze militaristische krachten staan evenwel sterke tegenkrachten.

De Sowjet-Unie en de andere socialistische landen, met hun toe- nemende economische en militaire macht, vormen een onoverwin- nelijke hinderpaal voor de reactie. Het bestaan van het socialisti- sche kamp geeft daarom hoopvolle perspectieven aan allen die de strijd tegen de as Bonn-Parijs aanbinden.

De democratische en vredelievende beweging in de Westeuropese landen ontwikkelt zich thans snel. De moedige, eensgezind ge- voerde strijd van de Franse mijnwerkers, ondersteund door de grote meerderheid van het volk, tegen de dwingelandij van De Gaulle dwingt de grootste bewondering af en vereist de solidariteit van alle democraten in ons land.

Van groot belang is ook de begin maart afgelegde verklaring van de communistische partijen van West-Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland, waarin deze zich uitspreken voor het ontwikkelen van de breedst mogelijke gemeenschappelijke actie van alle democratische en proletarische krachten van West-Europa.

OE crisis in de EEG heeft een scherpe uitwerking op de politieke

*

verhoudingen in ons land. Vooral het uiterst reactionaire, oor- logszuchtige en dictatoriale optreden van De Gaulle en Adenauer heeft een grote schok teweeg gebracht.

Nu zien zeer velen de gevaren die samenhangen met de ontwik- keling rondom de EEG, waartegen onze partij steeds heeft gewaar- schuwd. Zo wordt in brede kring felle critiek geuit op De Gaulle, Adenauer en de as Bonn-Parijs.

Het is thans nodig alle krachten, nationaal en internationaal, te bundelen om de as Bonn-Parijs te breken.

(6)

I: I I i!

Alles wat het brutale optreden van De Gaulle en Adenauer onder- steunt en aanm?edigt, dient te worden verhinderd.

Daarom moet het verdrag tussen de Nederlandse en Westduitse regeringen, dat onlangs in de Tweede Kamer aan de orde is ge- weest, worden afgewezen als een kniebuiging voor de West- • duitse revanchisten. Dit verdrag is een manoeuvre van de West- duitse militaristen om te ontkomen aan het sluiten van een vredes- verdrag met alle staten van de anti-Hitler-coalitie. Het is een surro- gaat-vredesverdrag, dat dient om Nederland zijn stem te ontnemen bij de regeling van de uit de tweede wereldoorlog overgebleven vraagstukken. Het heeft ten doel kracht bij te zetten aan de West- duitse revanchistische eisen tot herstel van de grenzen van Hitler- Duitsland. Zo'n verdrag kan als niets anders worden beschouwd dan als een verraad aan al die landen, waarmee het Nederlandse volk tezamen gestreden heeft tegen het Duitse fascisme.

In ons gehele volk heeft dit verdrag verontwaardiging gewekt.

De Communistische Partij van Nederland en haar fractie in d.e Tweede Kamer hebben hun plicht tegenover de arbeidersklasse en het volk vervuld door het verdrag resoluut en met verontwaardi- ging af te wijzen. Ook door de sociaal-democratische werkers wordt de verwerping ervan geëist. Degenen uit de PvdA-fractie, die tegen het schandelijke verdrag met Bonn stemden, handelden in overeen- stemming met wat de massa verlangde. De minderheid van de PvdA-fractie, die onder aanvoering van Patijn voor het verdrag stemde, heeft daarmee een dienst bewezen aan de as Bonn-Parijs.

Zij bukte voor het drijven van KVP-politici en volgde de regering- De Quay-Luns in haar slaafsheid tegenover het Adenauer-bewind.

Daarmee trad de groep Patijn c.s. zelfs op tegen de besluiten van haar eigen partijcongres, waarin voor internationale ontspanning werd gepleit.

1 Nu in de Tweede Kamer de CPN, de meerderheid van de p.vdA- fractie en de PSP tegen het verdrag hebben gestemd, is het streven van de regering om het ook in ijltempo door de Eerste Kamer heen te jagen, in strijd met alle regels van de parlementaire democratie.

In geen geval mag verdere behandeling plaats hebben, voordat een nieuw parlement is gekozen en een nieuwe regering is gevormd.

Hetzelfde geldt voor de overeenkomst over het legeren van West- duitse troepen in Budel. Deze overeenkomst, die de regering-De Quay-Luns heeft gesloten, is een nieuwe concessie aan de West- duitse militaristen. Daardoor loopt ons land het gevaar betrokken te worden in de militaire strategie van de as Bonn-Parijs. De veilig- heid van ons land zou op deze wijze nog ernstiger worden bedreigd.

De overeenkomst moet daarom afgewezen worden. De legering van Wehrmachtseenheden op Nederlands grondgebied kan niet wor- den geduld.

(7)

Het Partijbestuur van de CPN roept alle werkers op deel te ne- men aan de demonstratie op 23 maart a.s. tegen de legering van Wehrmachtseenheden in Budel, een demonstratie die georganiseerd is door een comité van talrijke vooraanstaande Nederlanders.

Het Partijbestuur wekt de andere organisaties van de arbeiders- beweging op eveneens alle krachten in te spannen om de demon- stratie te maken tot een duidelijke uitspraak tegen de legering van Westduitse troepen in Nederland, tegen alles wat de as Bonn-Parijs dienstig is.

*

vooRAL nu de as Bonn-Parijs de EEG gebruikt om de macht van de Westduitse en Franse oorlogszuchtige en autoritaire krach- ten te versterken, moet de blinde gehoorzaamheid jegens de orga- nen van de Euromarkt worden opgezegd. Er mogen geen verdere stappen worden genomen voor de uitvoering van maatregelen, die verdere prijsstijgingen, druk op de lonen en aantasting van de be- langen der kleine en middelboeren en de andere niet-monopolisti- sche groepen ten gevolge zullen hebben.

Alles moet worden gedaan om de eenzijdige oriëntatie op West- Duitsland en Frankrijk te overwinnen. Juist voor ons land is het noodzakelijk brede handelsbetrekkingen naar alle zijden te ont- wikkelen, in het bijzonder met de Sowjet-Unie en de andere Oost- europese landen, waarvan de economie zich onophoudelijk ontwik- kelt.

Tegenover de reactionaire en oorlogszuchtige politiek van de Westduitse en Franse monopolies, die de spil vormen van de EEG, stellen de communisten een democratisch en vredelievend alterna- tief. Zij willen de almacht van de monopolies teniét doen, de de- mocratie uitbreiden en vernieuwen en de vreedzame coëxistentie in de plaats stellen van de steeds groeiende bewapeningslasten.

Zij willen Nederland verlossen uit de politiek van afhankelijkheid van de grote imperialistische mogendheden, die de veiligheid vari het volk in de waagschaal stelt. De politiek van staatkundige neu- traliteit, waarvoor de CPN reeds jarenlang optreedt, wordt steeds duidelijker de enig juiste politiek voor ons land. Een staatkundig neutraal Nederland zou een grote bijdragen betekenen voor de vrede in Europa.

DE strijd tegen de as Bonn-Parijs vereist, dat de regering-De Quay-

*

Luns, die de ene concessie na de andere aan Adenauer en De Gaulle doet, wordt verjaagd.

(8)

Door in te stemmen met het op brutale en eigenmachtige wijze aangekondigde bezoek van De Gaulle heeft de regering zich tegen- over alle vredelievende en anti-gaullistische krachten in ons land geplaatst. Zij geeft toe aan vanuit West-Duitsland uitgeoefende pres- sie om de positie van De Gaulle te steunen, die als gevolg van de massa-acties in Frankrijk wordt aangetast. Dit is een aanval in de rug van de Franse mijnwerkers, van de Franse socialisten en com- munisten en gelovige arbeiders, die moedig strijden tegen De Gaul- le's heerschappij.

Thans is de tijd aangebroken om af te rekenen met het op Bonn en Parijs afgestemde regeringsbeleid. Daarom moet een regering aan het bewind worden gebracht, die steunt op de arbeidersbewe- ging en haar eisen verwezenlijkt. Het· is onaanvaardbaar, dat zou worden samengegaan met KVP-leiders en reactionaire politici uit de protestant-christelijke partijen en de VVD, die drijven naar onder- werping van ons land aan de as van De Gaulle en Adenauer.

TERWILLE van het behoud van de vrede is het noodzakelijk, dat alle

*

krachten van de arbeidersbeweging, samen met de vredelie-

.1 vende elementen uit de andere bevolkingsgroepen, zich verenigen.

11

Het is noodzakelijk alles te overwinnen, wat de arbeidersbewe- ging in een gemeenschappelijk optreden hindert, juist nu blijkt, dat communisten en socialisten naast elkaar staan in hun afkeer over het optreden van de oorlogszuchtige reactie in Europa. Duidelijker

j dan ooit tevoren blijkt, dat het anti-communisme slechts de belan- i gen dient van De Gaulle en Adenauer en overwonnen moet worden.

]i

I

I.

Dit onderstreept hoe schadelijk het optreden is van de PSP-lei- ders, zoals Lankhorst, die onverdroten voortgaan met hun pogingen om de arbeidersklasse te verdelen. In het bijzonder uiten zij dit in hun actie tegen de vakbandseenheid en tegen het NVV, juist op een moment, dat de strijdwil van de arbeidersklasse toeneemt en zij haar organisaties tot actief optreden tegen de ondernemers en voor loonsverhoging aanzet.

De PSP-leiders stellen zich op één lijn met de grote ondernemers en hun professorale woordvoerders, die zich keren tegen het NVV en opkomen voor de vorming van splinterbonden. Dit optreden is een onverantwoordelijke steun aan de reactionairen, die in deze be- slissende tijden niets nalaten om de arbeidersklasse te verdelen en haar organisaties aan te tasten. Zij verlagen zich daardoor tot het niveau van lieden als Wagenaar en Gorizak, die in hun scheurma- kersoptreden door de arbeidersklasse en door de kiezers zijn weg- gevaagd.

*

(9)

HET is de taak van de communisten om voorop te gaan in een ge- meenschappelijke actie voor de behartiging van de politieke en economische belangen van de Nederlandse werkers, voor democra- tie en vrede.

In het belang van deze strijd eist onze partij haar democratische rechten op.

De verdediging van deze rechten is een zaak die alle democraten raakt. Onder de druk van De Gaulle en Adenauer blijft de regering- De Quay niet stilstaan bij aanvallen op de rechten van de CPN, doch richt zij zich ook tegen anderen die haar niet welgevallig zijn.

De CPN komt met des te meer kracht voor haar rechten op nu blijkt, dat zij de enige is geweest die op een juiste wijze de drijf- krachten in de EEG beoordeeld heeft. De waarheid mag voor het volk niet verborgen worden gehouden, door de communisten zend- tijd voor radio en televisie te onthouden.

De versterking van de CPN is een waarborg voor een vastberaden en consequent optreden tegen de reactie. Het is daarom noodzake- lijk op 15 mei te stemmen op de lijstaanvoerder van de CPN, De . Groot, de communistische partij met nieuwe leden uit te breiden en het aantal lezers op De Waarheid te vergroten.

De CPN roept tot de strijd op in het volste vertrouwen in de krach- ten van het volk, van de arbeiders, van alle vredelievende mensen.

In de Sowjet-Unie en de overige socialistische landen vinden de democratische en vredelievende krachten een machtige en betrouw- bare bondgenoot.

Nog nooit hebben de werkers in de strijd tegen de reactie zo sterk gestaan als thans. De gevaren zijn groot, doch ongetwijfeld kan door verenigd optreden, nationaal en internationaal, de oorlogszuchtige reactie, met het Westduits-Franse verbond als grootste gevaar, ver- slagen worden.

Verenigt U in de strijd voor de vernietiging van de as Bonn-Parijs, tegen het verdrag tussen Den Haag en Bonn, tegen de legering vah Westduitse troepen in Budel!

Verenigt U voor een overwinning van vrede en democratie!

16 maart 1963.

(10)

I

i

Vakbeweging en loonstrijd

fN de afgelopen tijd is een rij van hooggeleerde personen opge- staan om aan te tonen, dat de vakbeweging in onze geïntegreer- de samenleving geen taak meer heeft en dient te verdwijnen.

In 1958 promoveerde een zekere C. Galan tot doctor op een proefschrift waarin o.a. op "wetenschappelijke" wijze de overbodig- heid van de vakbeweging beschreven wordt. Bij Galan's dissertatie werd een voorwoord geschreven door de Rotterdamse hoogleraar, H. J. Witteveen, die daarin zijn volledige instemming kwam betuigen met de anti-vakbewegings-stellingen van het proefschrift.

Vorig jaar publiceerde een andere Rotterdamse hooggeleerde, N. E. H. van Esveld, een studie, waarin de vakbeweging een "Fremd- körper" (vreemd lichaam] wordt genoemd, nu in de hedendaagse maatschappij de "emancipatie" (gelijkberechtiging] van de arbei- . ders praktisch is voltooid.

Het felste licht op de vakbewegingsliquidatie is - hoe toepasse- lijk overigens - komen schijnen vanuit de Philipsstad. De hoog- leraar aan de Eindhovense Technische Hogeschool, L. J. Wemelsfel- der, kwam vertellen dat de uitbuiting die .de ondernemers altijd is verweten, vandaag de dag door de vakbeweging wordt uitgeoefend, waaraan in het belang van een gezonde staatshuishouding hoogno- dig een einde moest worden gemaakt..

Het zou een grote vergissing zijn deze aanvallen op de vakbe- weging als een hooggeleerde hobby van een aantal wereldvreemde professoren te beschouwen, waaraan geen verdere aandacht besteed behoeft te worden.

Op dergelijke wijze maakte NVV-voorzitter Roemers zich in eerste instantie af van de door Wemelsfelder verkondigde opvattingen met zijn commentaar: "De man weet niet waarover hij spreekt." 1)

Dat het hier om heel wat meer gaat dan een - al of niet deskun- dige - particuliere liefhebberij wordt duidelijk, als men weet, dat prof. Van Esveld zijn "vakbewegingsstudie" maakte in opdracht van de Algemene Werkgeversvereniging te Haarlem, terwijl prof. We- melsfelder met zijn pleidooi voor de begrafenis van de vakbeweging op een bijeenkomst van metaalondernemers in Utrecht voor de dag kwam, waar hij als spreker was uitgenodigd.

De Eindhovense hoogleraar is bovendien plaatsvervangend kroon- lid van de Sociaal-Economische Raad. Hij is dus één van de "onaf- hankelijke" regeringsdeskundigen die in de SER mede bepalen, met welke loonruimte de arbeiders en hun vakbonden genoegen zouden moeten nemen. Daarnaast krijgen deze aanvallen op de vakbewe- ging nog een interessant politiek kleurtje door de "toevalligheid", dat de hiervoor genoemde hooggeleerde heren veelal uit de liberale hoek komen. Professor Witteveen, bijvoorbeeld, is Tweede Kamer-

1) In een verklaring, afgelegd tegenover het A.N.P.

(11)

lid voor de VVD en hij is gedoodverfd als de nieuwe partijvoorzitter wanneer Oud straks aftreedt.

..

*

WEMELSFELDER poneerde voor zijn instemmend ondernemers ge- hoor in Utrecht, dat elke loonsverhoging die afgedwongen in- plaats van gegeven wordt, diefstal is. Diefstal op de economisch zwakke groep van ouden van dagen en andere rentetrekkers.

Als "bewijs" daarvoor poetste de professor het vanouds bekende ondernemersargument nog eens extra op, dat de "loonspiraal" de

"prijsspiraal" in beweging zet, dat loonsverhogingen dus prijsver- hogingen en inflatie (geldontwaarding) veroorzaken, waarvan de rentetrekkers de dupe worden.

Professor Van Esveld stelde, dat de arbeiders en hun vakbonden telkens opnieuw en op verschillende terreinen achterstanden con- stateerden, maar dat de .verwezenlijking van de gestelde eisen de betrokkenen toch niet of weinig gelukkiger maakt.

"De horizon der gerechtigheidsbeleving wijkt met haar vervul- ling", aldus Van Esveld, waaraan hij dan nog wel de erkenning wil toevoegen, dat " ... dit pleidooi voor bezonkener acties tot verbete- ring van arbeidsvoorwaarden vlotter gehouden wordt naarmate men zelf beter zit."

Het zijn allang bekende verhaaltjes.

In tij den van crisis en werkloosheid (of van laagconjunctuur zo- als de moderne benaming luidt), zeggen de kapitalisten en hun he- rauten, dat loonsverlaging (het moderne middel werd: bestedings- beperking) noodzakelijk is om 's lands economie te redden en de bedrijven op gang te houden.

In tijden van hoogconjunctuur, als de vraag naar arbeidskrachten groter is dan het aanbod, komen de bezitters met de stelling dat loonsverhogingen schadelijk zijn, omdat zij onvermijdelijk prijsver- hogingen met zich meebrengen en de arbeiders toch niet vooruit helpen. De valsheid van dergelijke stellingen, die er slechts op ge- richt zijn de arbeiders in verwarring te breng_en en van de strijd af te houden, werd reeds 100 jaar geleden door Marx aan de kaak ge- steld.

In zijn werk "Loon, prijs en winst", een voordracht gehoudt::n in het Jaar 1865 in de Generale Raad van de Eerste Internationale stelde Marx:

"In al de gevallen waarmee ik rekening heb gehouden - en dit zijn er 99 van de honderd - hebt gij gezien dat een strijd om een loonsverhoging slechts als gevolg van voorafgaande veranderingen begint en het noodzakelijk gevolg is van voor- afgaande veranderingen in de productiehoeveelheid, de pro- ductieve kracht van de arbeid, de waarde van de arbeid, de waarde van het geld, de verlenging of de intensiteit van de uitgeperste arbeid, de schommelingen der marktprijzen, die van de schommelingen van vraag en aanbod afhankelijk zijn

(12)

en overeenkomstig de verschillende fazen van de industriële kringloop plaatsvinden - in één woord: reacties zijn van ar·

beiders tegen voorafgaande handelingen van de kapitalisten."

Marx toonde in deze voordracht uitvoerig aan, dat de algemene beweging van de prijzen beantwoordt aan eigen wetten en voort- komt uit de voortdurende schommelingen onder het kapitalisme van vraag en aanbod, zonder beïnvloed te worden door de algemene beweging van de lonen.

Precies het omgekeerde gebeurt: de lonen (koopkracht) worden voortdurend beïnvloed door de beweging van de prijzen. En door diezelfde prijsbeweging worden ook de inkomsten var. de rente- trekkers beïnvloed, waarvoor de Eindhovense professor plotseling zo'n roerende zorg schijnt te hebben.

"Schijnt", want in werkelijkheid helpen zijn theorieën de rente- trekkers van de regen in de drup. Waar of wanneer hebben rente- trekkers ooit geprofiteerd van een loonmatiging voor de arbeiders?

Toen in 1957 de bestedingsbeperking werd doorgevoerd trof deze de rentetrekkers even hard als de arbeiders. Omgekeerd levert iede- re loonsverhoging voor de arbeiders nieuwe argumenten en activi- teiten op voor verhoging van wettelijke uitkeringen.

Bij de strijd voor loonsvertoging is niet een verdere stijging van de prijzen, maar de daling van de winstmarges van de ondernemers in het geding en deze strijd is gericht tegen prijsstijgingen die reeds plaatsgevonden hebben.

De kapitalist en de arbeider vechten steeds om de verdeling van een bepaalde waarde die door de gezamenlijke arbeid van de wer- kers wordt voortgebracht. Welke ook de gegeven hoeveelheid is, naarmate de één meer verovert, zal de ander minder krijgen. Als de lonen stijgen zullen de winsten (winstmarges) dalen en omgekeerd.

De theorie van de zogenaamde loon- en prijsspiraal wordt dan ook niet gehanteerd uit zorg voor de rentetrekkers, voor "'s lands economie", of voor welke andere schoonklinkende doeleinden ook, maar om de dood-ordinaire reden om de winsten van de kapitalisten te beschermen.

In werkelijkheid is door iedere na-oorlogse regering in ons land het element van sluipende inflatie, d.w.z. een politiek van prijsstij- gingen, gehanteerd, als middel tot loonroof en gedwongen "sparen"

(matiging) der arbeiders ten bate van de opvoering der winsten.

Dat werd vorig jaar nog eens van onverdachte zijde bevestigd in een rapport over "medezeggenschap" van het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV). In het onderdeel dat handelt over de financie- ring van de ondernemingen, noemt het confessionele rapport als een der middelen daarvoor:

"Het afdwingen van besparingen door een voortgaand krui- pend inflatieproces: de klassieke - en ten onzent sedert de bevrijding ook gerealiseerde - oplossing voor dergelijke pro- blemen." (cursief van schr.).

Daarnaast was er een tweede middel tot aantasting van de koop-

(13)

kracht van de arbeiders en rentetrekkers door de voortdurend op- gedreven belastingheffingen, waarvan de opbrengst grotendeels werd besteed aan de oorlogsvoorbereiding en die tegelijkertijd de brandkasten van de ondernemers spekten via de toenemende orders van de staat aan de bedrijven.

Bovendien zijn er de stelselmatige prijsverhogingen door de slaaf- se uitvoering door de regering van de EEG-bepalingen, die niet al- leen de koopkracht van de arbeiders, maar vooral ook van de ren- tetrekkers en andere financieel behoeftige groepen voortdurend aantasten.

Een geliefd argument van de ondernemers en hun hooggeleerde economen is vandaag de dag, dat de lonen sneller gestegen zouden zijn dan de productiviteit. Maar de cijfers die daarvoor op tafel wor- den getoverd komen uitsluitend en alleen van diezelfde onderne- mers en hun zaakwaarnemers af en geen arbeider of vakbondsbe- stuurder is in staat deze te controleren.

De enige maatstaf voor de ontwikkeling van de lonen en de pro- .ductiviteit zijn de stijgende winsten en zelfs die worden nog slechts

voor een deel bekend gemaakt. Maar ook deze "bewerkte" winst- cijfers liegen er niet om.

In zijn uiteenzetting voor de Generale Raad van de Eerste Inter- nationale in 1865 leerde Marx reeds, dat het door de groei van de productiviteit mogelijk is dat de nominale positie van de arbeider verbetert, maar tegelijkertijd zijn relatieve maatschappelijke posi- tie in vergelijking met die van de kapitalist is gedaald.

Deze woorden zouden vandaag gesproken kunnen zijn aan het adres van al die propagandisten over de "welvaartsstaat", waarin voor de vakbeweging geen taak meer overgebleven is.

In dit verband is het verder nuttig er op te wijzen, dat de behoef- ten van de werkers niet alleen voortspruiten uit hun slechtere toe- stand van gisteren, maar ook uit de rijkdom van technische voort- orengselan die zij vandaag door hun arbeid scheppen. Terwijl de be- zitters in ongekende luxe en weelde baden, leven echter honderd- duizenden gezinnen in Nederlands "welvaartsstaat" op de rand van het bestaansminimum.

En ook dat bestaansminimum wordt bepaald door de stand van de materiële productie die vandacg wordt voortgebracht, uit de cul- turele ontwikkeling die daaruit voortvloeit en door de behoeften die de werkende mensen vandaag hebben.

Daarom ook staat het argument: "de arbeiders hebben het van- daag toch maar beter dan vroeger", los van de maatschappelijke re- aliteit.

Daarom ook geldt vandaag nog levensgroot de waarheid van de stelling die Marx 100 jaar geleden verkondigde, dat door de strijd voor loonsverhoging en verkorting van de arbeidsdag de arbeiders slechts een plicht vervullen tegenover zichzelf en hun klasse.

"Zij houden slechts de tyrannieke, wederrechtelijke toe- eigening van het kapitaal binnen zekere grenzen."

Wanneer de arbeiders van hun verzet tegen de aanvallen van het kapitaal zouden afzien en hun pogingen zouden opgeven

(14)

zoveel mogelijk tijdelijke verbetering van hun toestand te be- reiken, " ... zouden zij tot een eenvormige massa van weer- standsloze minimumlijders worden verlaagd, voor wie geen redding bestaat." ("Loon, prijs en winst")

Tegelijkertijd leerde Marx de arbeiders reeds, dat de loonstrijd op zich zelf slechts een beperkt doel dient. Dat de arbeiders door deze dagelijkse strijd slechts optreden tegen de gevolgen en niet tegen de oorzaken van het loonstelsel. Dat door de loonstrijd slechts pijnstillende middelen worden toegepast, maar de ziekte niet wordt genezen. Maar, zo voegde Marx er aan toe:

"De arbeidersklasse dient te begrijpen dat het tegenwoordi- ge stelsel bij alle ellende die het over haar brengt, tegelij ker- tijd de voor de nieuwe economische opbouw der maatschappij noodzakelijke materiële voorwaarden en maatschappelijke vor-

men voortbrengt."

En op de weg naar deze ombouw van de maatschappij is en blijft de vakbeweging een onmisbaar strijd- en machtsapparaat van de arbeiders tegenover de kapitalisten.

WANNEER wij nu de aanvallen van de hooggeleerde professoren op

*

de vakbeweging op de keper beschouwen, dan blijken deze aanvallen zich niet zoveer te richten tegen het instituut van de vak- centrale, maar in het bij.zonder tegen de bedrijfsbonden.

In zijn studie voor de Haarlemse Werkgeversvereniging stelt pro- fessor Van Esveld dan ook:

"Momenteel wreekt zich dat de vakbonden door hun aard, doeleinden en werkwijze te weinig ondernemings-"minded"

zijn en vooralsnog niet geacht kunnen worden onmisbaar voor - de ondernemingsintegratie te zijn. Sterker nog: men kan zich afvragen of zij haar niet in de weg staan."

Nog duidelijker wordt Van Esveld als hij zegt, dat in onze steeds gecompliceerder wordende samenleving, " ... in beginsel de rechts- grond is (ontnomen) aan de op de verbetering van de basis-arbeids- voorwaarden gerichte stakingsacties van afzonderlijke vakvereni- gingen." En, zo luidt op dit punt zijn conclusie: De werkstaking past niet meer in onze hedendaagse maatschappij!

Volgens Van Esveld verkeren de vakbonden in een tweeslachtige positie. Enerzijds achten zij zich als collectieve macht ter verdedi- ging van de sociale en economische belangen van de arbeiders on- misbaar, anderzijds zijn zij volgens hem juist daardoor ongeschikt voor de behartiging van " ... de belangen der geïntegreerde onder- neming en de daarin werkende arbeiders - leden der ondernemings- gemeenschap." (cursief van schr.) ·

De eerder genoemde dr. Galan pleitte er in zijn dissertatie voor om de vakbonden van bedrijfstaksgewijze strijdorganen om te bou-

[

I

(15)

wen tot clubs met een cultureel doel en ter bevordering van de scholing.

Wemelsfelder verkondigt de stelling: "Eerst wanneer de CAO zou worden afgeschaft en werkgevers en werknemers ieder individueel de lonen zouden regelen, zou men tot een soepel systeem van loon- vorming kunnen komen." In ieder geval dienen volgens hem de vakbonden zich uit de loonpolitiek terug te trekken. Terug naar bet zalige tijdperk van vóór Marx, is de nieuwe leus.

Men zou zich vergissen wanneer men denkt, dat deze aanvallen op de vakbonden alleen vanuit de liberale hoek gelanceerd worden.

Zo kwam de "linkse" Groningse professor, J. Pen, uitgerekend in het anti-NVV-blad "Het Parool" medPilelen:

"Men hoeft het met een dergelijke visie (van Wemelsfelder e.a. schr.) nog niet eens te zijn om te erkennen dat zij reële problemen opwerpt."

Pen verpakt zijn anti-vakbondsopvattingen in de stijl van een

"welles-nietes"-discussie over het ,,bestaansrecht" van de bedrijfs- bonden, maar geeft zich bloot door tussen de regels door te insi- nueren dat de arbeiders - en vooral de jongeren - toch maar een soort straatlieverdjes zijn, die meer belangstelling hebben voor hun voetbalclub dan voor "een bloedeigen organisatie."

Hoe verschillend de toon van de muziek bij de heren ook mag zijn.

de inhoud van hun liedjes komt ongeveer wel op het zelfde neer:

De hedendaagse ondernemer is een sociaal voelend mens die belang heeft bij hogere lonen vóór en menselijke verhoudingen mét de ar-

beiders. · ·

Doordat de overheid uiteindelijk de beslissende touwtjes van de loonpolitiek in handen houdt is het algemeen belang - en dus ook dat van de arbeider - veilig gesteld. En wat blijft er voor de vak- beweging dan nog te doen over? ..

Opmerkelijk bij al deze aanvallen is, dat van geen zijde recht- streeks bezwaar wordt gemaakt tegen de deelname van de leiders der vakcentrales aan het sociaal-economische overleg in de lande- lijke toporganen van het bedrijfsleven. Integendeel, de een na de ander spreekt zijn waardering uit voor het "op sociale vrede" ge- richte beleid en de getoonde verantwoordelijkheid door deze leiders voor het "algemeen belang".

Maar toch ... kan men daarop ook in de toekomst blijven ver- trouwen?, aldus de twijfel; waaraan Van Esveld dan nog de waar- schuwing koppelt, dat ook de leiders "om te kunnen voortbestaan"

rekening moeten houden met "de pressie en agitatie" van de volge- lingen.

De gehele aanval concentreert zich dan ook op de vakbonden en hun "traditionele rol in de bedrijfstakken."

Wanneer men het ondernemersgebed en dat van hun geestelijke voorsprekers vertaalt, komt het hier op neer: Van de leiders der con- fessionele centrales hebben wij altijd meer voordeel dan last gehad, met de buigzaamheid van Roemers, Kloos en Baart spelen wij het

(16)

voorlopig ook nog wel klaar, maar verlos ons van de bedrijfsbonden waarin de arbeiders steeds sterker optreden voor actie en eenheid.

DE vraag moet beantwoord worden, wat de achtergro11d van deze

*

discussies is en waardoor zij mogelijk worden gemaakt.

De discussie over de vakbeweging en de aanvallen op de bedrijfs- bouden zijn mogelijk geworden door het beleid dat het NVV-bestuur na de oorlog zelf heeft uitgevoerd.

Vanaf het koppelen van het NVV aan de knellende banden van de confessionele centrales, de vorming van de Stichting van de Arbeid en het gehele stelsel van de PBO met aan de top de Sociaal-Econo- mische Raad, heeft dit beleid gevoerd in de richting van de "integra- tie" van de centrale NVV-leiding in het kapitalistische staatsappa- raat.

Dit beleid voerde tot het beslisswen aan de top over de "ruimte"

die er volgens de ondernemers voor de arbeiders overbleef - tot het aantasten ook van de zelfstandigheid der bedrijfsbonden en de vakbandsdemocratie voor de leden.

De gevaren van dit vakbondsbeleid kwamen extra duidelijk aan het licht na het aan de macht komen van de monopolieregering-De Quay.

De anti-arbeiderspolitiek die hierna in alle openlijkheid is door- gevoerd, breekt nog iedere dag het reformistische sprookje over de

"bedrijfsgemeenschap" tussen arbeiders en ondernemers verder af.

De verheugende linkse ontwikkeling in de afgelopen jaren binnen het NVV, de groeiende samenwerking tussen socialisten en commu- nisten op de bedrijven en in de vakbonden, het toenemende verzet tegen de loonmatiging van de ondernemers en hun regering zijn de duidelijke tekenen dat de vakbondsleden steeds krachtiger optreden voor het inzetten van hun organisatie als een strijdapparaat tegen de ondernemers.

En juist deze ontwikkeling zal dan ook wel de voornaamste reden zijn, dat juist de laatste tijd vanuit de ondernemershoek aan hoog- geleerde liberale professoren opdracht wordt gegeven, een nieuwe theorie te ontwerpen die moet aantonen, dat de bedrijfsbonden hoog- nodig omgevormd moeten worden tot ping-pong- en scholingsclubs.

Dat terzelfdertijd vanuit de PSP-leiding stelselmatig tegen de NVV-bonden wordt gefulmineerd en de versplintering van de arbei- ders in categorale bondjes aangemoedigd wordt, is slechts onthul- lend voor de "socialistische" opvattingen van zulke leiders over de sociale positie van de arbeiders en de klassenstrijd tegen de onder- nemers.

Hoe reageren Roemers en Baart nu op de vakbandsontwikkeling en op de aanvallen, die toch in het bijzonder tegen het NVV zijn gericht?

Zij klagen over een steeds breder wordende kloof tussen leiding en leden, over de "onverschilligheid" van de arbeiders en blazen

(17)

verder de "status-problemen" 1) tussen hand- en hoofdarbeiders op tot het centrale vraagstuk van de vakbeweging. Over deze zaken houden zij geleerde betogen en laten er dikke rapporten over ver- schijnen, maar onderwijl willen zij hun "aanpappings-politiek" ver- der doorzetten.

Aan wie dan de schuld voor de kloof tussen leiding en leden of voor de zogenaamde "onverschilligheid" onder de arbeiders? De vraag stellen is haar beantwoorden.

De band tussen leiding en leden wordt in de eerste plaats bepaald door de kracht en het succes waarmee de leiding voor de belangen- behartiging van de leden optreedt. Het groeitempo van de vakbewe- ging wordt voornamelijk bepaald door de successen die in de strijd worden behaald. Hoe strijdvaardiger de leiding, hoe hechter de le- den achter haar staan. Zo dient de kwestie gesteld te worden.

Maar Baart verklaarde in de reeds veelbesproken televisie-uitzen- ding "85 gulden schoon", dat hij bij CAO-onderhandelingen door een ongeveer gelijke bril moet kijken als de ondernemers, omdat het daarbij niet gaat om 5 cent voor Jantje of Pietje, maar om 75 tot 100 miljoen gulden voor 250.000 werkers in de metaalindustrie.

Zulke opvattingen en het verwerkelijken ervan in de vakhonds- politiek zijn de oorzaken van de kloof tussen leiding en leden. Wat overigens duidelijk tot uiting is gekomen tot in de bondsraad van de NVV-metaalbond toe, toen het jongste capitulatie-accoord van Baart met de ondernemers door 21 bondsraad-leden (28 stemden voor) werd afgewezen.

In een tweede reactie van Roemers op het betoog van Wemels- felder 2) blijft ook de NVV-voorzitter zijn medewerking aan de loon- matiging verdedigen en verkondigt hij opnieuw, dat deze politiek gericht zou zijn op het behoud van de werkgelegenheid en het voor- komen van inflatie.

Maar sinds wanneer, zo moet de vraag gesteld worden, wordt de werkgelegenheid bepaald door de matiging van de lonen? En sinds wanneer behoort het tot de taak van een vakbondsleider om te ver- zwijgen dat het enige wat door loonmatiging wordt bepaald, de mate van de ondernemerswinsten is?

Dat de prijsstijgingen en de inflatie zich ondanks de loonmatiging verder hebben voortgezet, is een bewijs te meer, dat de politiek waaraan Roemers zijn medewerking verleent ten bate van de onder- nemers en tot schade van de arbeiders werkt.

De vakbondsleiders, aldus Roemers, "verkijken zich niet op de zon van de hoogconjunctuur als de individuele machtspositie groot lijkt. Zij weten, dat de kansen kunnen keren en als goede Neder- landers breken zij geen dijken in de economische zomer af."

[cursief van schr.)

Nu heeft de loonstrijd natuurlijk niets te maken met het afbre- ken, maar alles met het opbouwen van dijken, en dat in het bijzon-

1) Het gaat hier om de theorie, dat men streeft naar het bezit van een wasmachine, of een motorvehikel, vanwege het "standsgevoel", vanwege het "verlangen", te hebben wat de sociaal "hoger staande groep" ook heeft.

2) Het Vrije Volk, 11 maart 1963.

(18)

der tijdens de economische zomer tegen de golf van loonaanvallen door de kapitalisten in de economische winter van laagconjunctuur en werkloosheid.

Het is de "vakbondspolitiek" die Roemers voorstaat, welke de ondernemers niet alleen de kans geeft de lonen zelfs in de periode van hoogconjunctuur aan banden te leggen, maar die hen bovendien ook brutaal genoeg maakt om een aanval op de vakbonden te ope- nen.

In ieder geval staat het vast, dat de aanvallen van de onderne- mers op .de vakbonden tot mislukking zijn gedoemd. Zij zullen voor de arbeiders slechts een waarschuwing zijn om met nog grotere ac- tiviteit te werken aan de versterking van de vakhondseenheid en de strijdkracht van hun organisatie.

Wij prijzen ons overigens gelukkig onze instemming te kunnen

*

betuigen met één stelling van Roemers:

"Prof. Wemelsfelder vergist zich wanneer hij denkt dat de vak- beweging zou verdwijnen als de leiders dat zouden voorstellen. Die leiders zouden verdwijnen en door anderen worden vervangen."

Het "maatschappelijke verschijnsel" van de vakbeweging is geen uitvinding van wie dan ook, dat geeft het woord reeds aan. De vak- beweging is geboren uit de maatschappelijke noodzakelijkheid van de arbeiders om zich te verenigen tegen de verenigde klasse der ondernemers en dat zal zo blijven, zolang dit stelsel bestaat.

A. v. TURNHOUT.

(19)

Koude oorlog en diensttijd

ELK jaar worden er, ter vervulling van de militaire dienstplicht in ons land; circa 55.000 jongens onder de wapenen geroepen.

Daarmee verlaat een belangrijk deel van onze jeugd rondom de zo-

jarige leeftijd de burgermaatschappij. Ze vertrekken uit het ouder- lijk huis, zeggen voorlopig het bedrijf of de school vaarwel en ver- breken veelal de contacten met hun sport- of ontspanningsvereni- ging.

Als soldaat gaan ze een andere wereld binnen, waar het oorlogs- gestook tot het kookpunt wordt opgevoerd, zware lichamelijke en geestelijke druk wordt uitgeoefend en een strenge discipline wordt opgelegd.

Op het 9de congres van het ANJV, dat aan het eind van 1962 plaats vond, werd aan de strijd voor de belangen van de jongeren in de mi- litaire dienst grote aandacht besteed.

Het congres stelde een rapport samen, waarin de voornaamste eisen voor de soldaten werden geformuleerd. Voor de verwezenlij- king daarvan zal het Verbond in deze tijd actief optreden.

De voornaamste eisen zijn: verkorting van de diensttijd, uitbrei- ding van het verlof en verhoging van de soldij.

Het rapport gaat ook in op de methoden, waarmee de discipline wordt gehandhaafd, op de medische verzorging en op de voorlich- ting aan de soldaten.

HET LEGER - SCHOOL VAN DE KOUDE OORLOG EEN van de voornaamste taken die de legerleiding zich bij de op-

leiding van de militairen schijnt te stellen is, naast het omgaan met wapenen, de politieke beïnvloeding in de geest van de koude

oorlog. '~ · ,

De mondelinge lessen van de officieren zijn doordrenkt met aan- vallen op de communisten, de Sowjet-Unie en de socialistische lan- den. Aalmoezeniers en legerpredikanten doen hier tijdens de gees- telijke verzorging nog een schepje boven op.

Bovendien wordt bij iedere oefening duidelijk gemaakt, dat de vijand steeds uit het Oosten komt, terwijl de aanvallende partij al- tijd als de roden wordt betiteld.

De soldaten worden overstroomd met koude-oorlogslectuur, die door het ministerie van Oorlog wordt verstrekt. Speciale uitgaven bij de oefeningen vullen de geregelde bladen zoals de Militaire Spectator en de Legerkoerier aan.

Salvo en Reveille, de katholieke en christelijke organen voor de strijdkrachten, laten geen nummer voorbij gaan zonder steun te ver- lenen aan de koude-oorlogskaarts die minister Visser's strijdmacht heeft bevangen.

Onder de vele blaadjes die er verder nog verschijnen, is dat van de katholieke spionnen-club onder de soldaten G 3 [Goede Geest Gemeenschap in leger en luchtmacht}.

(20)

Het materiaal van Vrede en Vrijheid wordt met kwistige hand en in velerlei vorm onder de soldaten wordt verspreid. Zelfs de in- ternationale zusjes van de door deze stichting verspreide materialen kunnen we in de Nederlandse kazernes op de tafels vinden. Het blaadje GlAS van het International Committee for Information and Social activity, dat uit Luxemburg komt en een getrouwe copie is van de in Nederland verschijnende materialen en waarschijnlijk uit de zelfde beurzen wordt betaald, vinden we daar ook bij. ·

Het thema "Sowjet-Unie en Duitsland" wordt voortdurend in alle uitgaven voor de militairen behandeld. Voor de soldaten die gele- gerd worden in Duitsland of daar moeten oefenen, is er nog een speciaal boekje bijgekomen. Onder de titel Tussen Lobith en ijzeren gordijn wordt dat door de legerleiding aan de militairen verstrekt.

In het voorwoord van de staatssecretaris van Defensie, M. H. R.

Calmeyer, komt reeds duidelijk tot uitdrukking waarom dit boekje is verschenen. Het moet de Nederlandse soldaten overtuigen van de noodzaak om tezamen en onder leiding van de Bundeswehr tegen het socialisme ten strijde te trekken.

Calmeyer schrijft:

"Gij komt in een land, dat door een IJzeren Gordijn in twee stukken is verdeeld. Oe-st-Duitsland, aan de overkant, is een communistische "satellietstaat", waar blindelings de aanwij- zingen der machthebbers in het Kremlin worden opgevolgd.

West-Duitsland aan deze kant, is een democratisch geregeerd land, lid van de NAVO, onze bondgenoot dus." [blz. 1)

Op pag. 2 vervolgt hij dan:

"De Bondsrepubliek Duitsland is één van onze NAVO-bond- genoten. Wanneer de nood aan de man mocht komen, zullen naast andere geallieerde troepen, ook Duitse troepen schou- der aan schouder met U strijden voor het behoud van onze vrijheid."

De sympathie van de legerleiding met de Westduitse Wehrmacht gaat zelfs terug naar 1939. Bij een beschrijving van de Duitse oefen- terreinen op de Lüneburgerheide lezen we op pag. 30 en 31:

"Niet ver van Bergen [vlak bij het oude nazi-concentratie- kamp Bergen-Belsen, red.) ligt in dit terrein een gedenksteen voor de vroegere General-oberst von Fritsch, die in 1939 voor Warschau onder ietwat verdachte omstandigheden is gesneu- veld.

"Treue ist das Mark der Ehre" leest men op de steen en dat is een spreuk waarover men best zijn gedachte eens kan laten gaan.

Een andere grote zoon van de Lüneburgerheide is de dichter Hermann Löns, die veel gedichten aan deze landstreek heeft gewijd en veel historie-onderzoek deed."

Zo maakt de legerleiding dus van General-oberst von Fritsch, die voor Hitler en Gross-Deutschland aan het front van Warschau sneu- velde een grote zoon van de Lüneburgerheide.

162

(21)

Ten slotte krijgt de Nederlandse soldaat 10 wenken mee voor zijn houding en gedrag tijdens zijn verblijf in Duitsland. Het zijn stille wenken, die de opvatting van de legerleiding bijzonder duidelijk tot uitdrukking laat komen. Hetgeen moge blijken uit een drietal dat we hier overnemen.

"Bluf niet en probeer nooit een Duitser te vertellen dat het thuis veel mooier, groter of beter is. Want ook hij is trots op zijn land. Als iemand bij U thuis op bezoek kwam en overvloe- dige critiek zou hebben op de meubelen, de inrichting enz., dan zoudt u hem gauw de deur uit werken."

Dat het hier niet in de eerste plaats om meubeltjes gaat blijkt wel uit de volgende wenk.

"Critiseer nimmer de Duitse politiek of godsdienstige opvat- tingen. Men vindt de uwe misschien even vreemd. Uiteindelijk ontlopen ze elkaar niet zo veel."(!]

Tenslotte moet wenk 8 voor een goede indruk bij de oud-Hitlar- generaals zorgen.

"Zorg er voor, dat uniform en schoeisel er netjes uitzien.

Breng correct en tijdig de voorgeschreven groet. Dit is voor een buitenlander altijd maatstaf bij de beoordéling of hij met een tuchteloze bende te maken heeft of met een gedisciplineer- de bondgenoot."

Tussen voorwoord en wenken probeert men dan de soldaat dui- delijk te maken, waarom hij naar Duitsland moet vertrekken.

Er wordt op de 55 pagina's die het boekje telt, veel verteld, veel niet verteld en veel verdraaid om het geheel in het NAVO-raam te kunnen plaatsen.

Op pag. 4 leest men, dat in Yalta de Duitse grenzen werden be- paald, waarbij die in het Oosten door de rivieren Oder en Neisse gevormd worden. Nergens komt men echter in het boekje tegen, dat dit juist één van de doorns is in het oog van de Westduitse macht- hebbers en dat juist het herstel van de oude Hitiergrenzen een eis is, die de spanning in Duitsland veroorzaakt.

Op pag. 16 en 17 lezen we over de campagne van het Duitse fas- cisme na 1933 voor het terug bn:ngen van de "onderdrukte Duitse minderheden" in de nabuurlanden binnen de grenzen van het Duitse rijk.

Nergens in het boekje wordt verteld, dat dit opnieuw tot de voor- naamste propaganda-punten is geworden in de Westduitse oorlogs- hysterie. Mocht de soldaat dit tijdens zijn verblijf in West-Duitsland zelf ontdekken dan is het verstandig de wenken in acht te nemen en de Duitse politiek nimmer te critiseren.

We lezen op pag. 7, dat Chroestsjow in 1960 boos weg liep uit Parijs zonder dat de conferentie van de Grote Vier had kunnen be- ginnen. ~ lezen niet, dat kort daarvoor de Amerikanen het U-2 schandaal veroorzaakten, welke militaire provocatie de aanlei- ding vormde tot de mislukking van de conferentie van Parijs.

Ook de Legerkoerier, eén andere officiële uitgave voor het leger,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ŵĞĞƌĚĞƌĞ ǀŽůŐĞŶĚĞ ŽŶŐĞǀĂůƐƐĐĞŶĂƌŝŽ͛Ɛ͘ /Ŷ ĞĞŶ ;ƉĞƚƌŽͿ ĐŚĞŵŝƐĐŚĞ ĐůƵƐƚĞƌ ŬĂŶ Ğƌ ĚŽŽƌ ĚĞ ǀĞƌďŽŶĚĞŶŚĞŝĚ ŽĨ ŽŶͲ ĚĞƌůŝŶŐĞ

Na juridische analyse is de Raad van het Instituut van mening dat het verbod opgenomen in artikel 29, § 2 van de wet van 7 december 2016 ook de notie van feitelijk bestuurder

(JeQgrapltie beslaaI! nog niel. 141 van vruchtbare aarde overdekt en met digte hooge bosschen be- gro eid j alleen diegene uitgezonderd, binnen welke nog

ii) For the moment, assume that Λ(x, y) is also periodic in y, so that it can be written as a similar Fourier sum, leading to infinitely many parameters Λ (n) (x), characterized

iii) In the discrete case one would expect that the functional derivative corresponds to the partial derivative with respect to the variables f i. Can you verify whether or not this

To satisfy the Virasoro constraints, the parameter κ of this solution must be related to the other parameters A, B and n, m.. Compute the energy of

State which one of these two operators is self-adjoint, and, for that operator, find the spectrum, i.e... Problem 4

Bereken dan, gebruik makende van eerste orde storingstheorie, een uitdrukking voor de kans dat op tijdstip t, het systeem zich in eigentoestand φ (0) 2 bevindt, als functie van t.