• No results found

HET MAB VOOR 50 JAAR

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "HET MAB VOOR 50 JAAR"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

april 1931

HET MAB VOOR 50 JAAR

door Prof. J. Nathans

Geschiedenis

In de Engelse Companies Act is men ver gevorderd op de weg van het geven van gedetailleerde voorschriften ter voorkoming van ontoelaatbare handelin­ gen in plaats van het toepassen van een stelsel van algemene bepalingen. Dit geeft de annoteur aanleiding om op te merken dat een zo sterk mogelijke pre­ ventieve werking van wetten die algemene bepalingen bevatten en tegen overtreding daarvan zware straffen eisen, hem nuttiger voorkomt dan uitge­ breide voorschriften, die steeds weder aanvulling behoeven. Dat zullen velen ook nu nog met hem eens zijn. Hij vervolgt dan: „Nu ook bij ons de wetgever blijkens onze nieuwe wet op de N. V. deze weg van gedetailleerde voorschriften is ingeslagen ...” De waarschuwing die daarop volgt is in principe juist maar wie zou nu nog - om een term van Frielink uit zijn verband te halen - een retro­ spectieve prognose opstellend, dat gevaar aan de Wet van 1928 toedichten?

Overigens verzwaart de Companies Consolidation Act de aansprakelijkheid van de accountant aanmerkelijk; een advertentie maakt attent op de mogelijk­ heid van verzekering tegen het risico. De annoteur merkt op dat deze verze­ kering bij ons vermoedelijk vrijwel in het geheel niet voorkomt; gelukkig. Een dergelijke verzekering moet op den duur funest werken op het verantwoor­ delijkheidsgevoel dat juist in het accountantsvak zo’n grote betekenis heeft en behoort te houden. Het retrospectief verwachtingsverslag geeft een ander beeld. Maar wie kon in die tijd vermoeden dat ten behoeve van de w.a.-ver- zekering van de leden de beroepsorganisatie nog eens medewerking zou ver­ lenen aan het creëren van een mantelovereenkomst met assuradeuren. Tempi passati of, om met Bredero te spreken, het kan verkeren.

Eindelijk weer eens een vraag (nummer 20). Deze wordt terstond door Abram Mey beantwoord. De vraagsteller wenst te weten of men bij goodwill-bepaling voor de kapitalisatie de marktrente voor de goudgerande waarden dan wel de rente-bij-het-bedrijf-behorende moet gebruiken. Na kritiek op de vraagstelling en na enkele beschouwingen komt Mey tot de conclusie dat bij de goodwill- bepaling alle factoren van het gegeven bedrijf kunnen worden geanalyseerd en dat daarmede dus de kapitaalrente de aangewezen disconteringsvoet is. Voor onvoorziene omstandigheden kan men beter een redelijk bedrag aftrek­ ken dan de rentevoet veranderen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘De roode lijn’ volgens Bakkenist is, ‘dat de door den accountant verrichte arbeid, welke aan de af te geven verklaring ten grondslag ligt, zoodanig behoort te zijn, dat door

Zelfs Schmalenbach is in 1946 volgens Limperg al van de dwalingen zijns weegs bekeerd: ‘Zo geviel het, dat bijvoorbeeld een leidende figuur als Schmalenbach met kracht opkwam

In deze bijdrage gaat het overigens niet om het kenobject van de bedrijfs­ huishoudkunde of over bedrijfshuishoudkunde als wetenschap (daarover zal, overigens mede naar

Het gaat de schrijver om enkele moeilijkheden welke zich vrijwel altijd voordoen doordat steeds gelijktijdig moet worden voldaan aan de volgende hoofddoeleinden van de

Enkele dezer regelingen, welke karakteristiek zijn voor de situatie van die tijd, zijn: - De detailhandel, gewend zijnde aan de calcula­ tie van de verkoopprijzen door middel

De schrij­ ver komt dan ook tot de conclusie ’dat onderne­ mers er wellicht de voorkeur aan zullen geven - voor zover zij daartoe om voor de hand liggende redenen

In het geval dat een bedrijf riskant wordt geacht maar de des­ betreffende bedrijfstak is dat niet, dan geldt de risicopremie voor het riskante bedrijf niet als deel van

Spinosa Cattela er op dat de accountant bij zijn controle en zijn beoordelingswerk een belangrijk steunpunt kan vinden bij de budget­ taire organisatie, mits deze