• No results found

Drones en een strategische wetgevingsagenda

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Drones en een strategische wetgevingsagenda"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Drones en een strategische wetgevingsagenda

Prins, Corien

Published in:

Nederlands Juristenblad

Publication date:

2018

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Prins, C. (2018). Drones en een strategische wetgevingsagenda. Nederlands Juristenblad , 93(28), 2041.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

NEDERLANDS JURISTENBLAD − 31-8-2018 − AFL. 28

2041

Vooraf

Reageer op njb.nl/njblog op het Vooraf

1423

Drones en een strategische

wetgevingsagenda

relatief goedkope ‘vliegtuigje’ aan vrienden en familie de ‘vakantiekiekjes’ kunnen tonen. En voor wie het wil vol-gen: dit jaar wordt voor de tweede maal het Nederlands Kampioenschap Drone Race gehouden. Met de populari-teit van recreatieve drones nemen, niet verrassend, ook de incidenten toe. Actuele cijfers zijn (nog) niet via de Inspectie Leefomgeving en Transport beschikbaar, maar de meldingen van voorvallen stijgen sterk: in 2016 waren dat er viermaal zoveel als het jaar daarvoor (64 ten opzichte van 15). De eerste helft van 2017 toonde een ver-dere stijging en het werkelijk aantal incidenten is vele malen groter. De voorvallen betreffen: ‘Een spontaan in brand vliegende accu in de broekzak van een dronepiloot, drones die uit het zicht vliegen en kwijtraken en drones die te dichtbij passagiersvliegtuigen vlogen’.1

Er komt heel wat bij kijken om een vergunning te krijgen voor het beroepsmatig met een drone vliegen, zo valt eveneens te lezen op de website van de voornoemde Inspectie. Particulieren daarentegen, kunnen het apparaat zonder voorwaarden dan wel vergunning de lucht in stu-ren. De drone wordt aangemerkt als een modelvliegtuig en aan het vliegen als zodanig worden geen eisen gesteld. Wel gelden er via de Regeling Modelvliegen voorwaarden waar en wanneer mag worden gevlogen. Zo bepaalt artikel 2 van deze Regeling dat de drone in het zicht van de bestuurder moet blijven, uitsluitend met daglicht in de lucht gebracht mag worden en geen personen of zaken in gevaar mag brengen. Ook is vliegen boven openbare wegen, mensenmenigten en bebouwing niet toegestaan. In aanvulling kunnen gemeenten (o.a. in de APV), voor-waarden stellen. Zo werd recent via een noodbevel een droneverbod voor Pinkpop afgekondigd.

Een aanpassing van de Regeling Modelvliegen was voorzien voor afgelopen 1 april, maar het ministerie van IenW heeft langer de tijd nodig. De wetgever wil de regel-geving voor recreatieve en beroepsmatige dronevliegers meer gelijk trekken. Zo zullen recreatieve drones in de toe-komst in plaats van 120 meter nog maar maximaal 50 meter hoog mogen vliegen. Ook mag het apparaat zich dan niet verder dan 100 meter van de bestuurder vandaan bevinden en gaan er strengere eisen wat betreft de afstand tot bebouwing, wegen en spoorlijnen gelden. Bijna 300 reacties kwamen op de internetconsultatie bin-nen.2 Het consultatierapport vermeldt: ‘Op enkele reacties

na is de mening van het overgrote deel (99%) van de par-ticipanten dat de voorgestelde wetgeving op sommige punten te ver gaat, en de noodzaak hiervoor niet altijd duidelijk is.’ Niet verrassend toont de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers zich wel een voorstander. De kritiek richt zich niet alleen op de strengere eisen wat betreft hoogte en afstand (deze zouden moeilijk te hand-haven zijn; ze stroken niet met de aanpak van andere lan-den). Ook vraagt men zich af waarom de wetgever niet

kiest voor alternatieve (in de ogen van de critici, veel effectievere) voorwaarden om de veiligheid te vergroten. Genoemd worden certificering, brevettering, betere hand-having en voorlichting.

De drone is een typisch voorbeeld van een technolo-gische innovatie die vragen oproept op meerdere juridi-sche deelterreinen. Behalve kwesties rondom veiligheid, spelen onder meer privacy, aansprakelijkheid en bewijs-levering. De wetgever kan ervoor kiezen telkens een deel-kwestie ter hand te nemen, zoals bij drones nu de aanpas-sing van de Regeling Modelvliegen met het oog op strengere eisen voor hoogte en afstand. Een alternatief is een integrale benadering, waarbij het volledige scala aan juridische implicaties tegen het licht wordt gehouden. In dat geval had wat betreft drones ook de rechtsonzekerheid op civielrechtelijk terrein meegenomen kunnen worden. Niet duidelijk is namelijk of artikel 6:173 BW inzake scha-de door roerenscha-de zaken ook op drones van toepassing is. Luchtvaartuigen – waaronder conform artikel 1.1 Wet Luchtvaart ook drones vallen – zijn op grond van het der-de lid namelijk uitgezonder-derd van der-de regeling. De rechter zou kunnen oordelen dat deze uitzondering destijds niet was bedoeld voor de situatie waarin particulieren van een drone gebruik maken en benadeelden daarmee wel een beroep op artikel 6:173 BW kunnen doen om hun schade te verhalen. Maar eenduidig is dit niet. Ook de problemen rondom de bewijslevering pakt de wetgever momenteel niet op. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland hebben we in ons land geen registratiesysteem, waarmee duidelijk is welke drone aan wie toebehoort. Dat zou de bewijspro-blemen voor het slachtoffer althans iets verhelpen.

Behalve de concrete juridische kwesties die rondom drones spelen, toont ook deze technologische innovatie dat de wetgever tevens voor een meer strategische keuze staat. Opteert men welbewust voor een aanpak van ‘stapje voor stapje’, telkens een kwestie ter hand nemend? Bij-voorbeeld omdat het volledige spectrum aan juridische implicaties nog niet duidelijk is dan wel een integrale aanpak te lang zou gaan duren. Of brengt een dergelijke benadering teveel risico’s met zich mee? Bijvoorbeeld omdat de keuzes inzake kwestie X consequenties hebben voor kwestie Y. Om deze meer strategische keuze beargu-menteerd te kunnen maken, is het wenselijk dat de wet-gever – meer dan momenteel – werkt vanuit een zeker toetsingskader voor wetgeving waarbij digitalisering een onderwerp van regulering is. Dan wordt in ieder geval dui-delijk dat de gekozen piece-meal of integrale aanpak niet berust op toevalligheden dan wel onvoldoende afstem-ming tussen departementen, maar is ingegeven vanuit een welbewuste strategische keuze van de wetgever.

Corien Prins

28

Deze zomer vlogen er vele met hun kenmerken-de, zoemenkenmerken-de, geluid rond. Drones. Steeds meer vakantiegangers willen met behulp van dit nu

1. https://www.ilent.nl/documenten/publicaties/2017/06/29/voorvallen-met-recreatieve-en-met-beroepsmatige-drones-t-m-mei-2017

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nederland wordt de komende jaren, onder andere door de vergrijzing van de Nederlandse beroepsbevolking, steeds afhankelijker van buitenlandse werknemers voor werk dat

Uit de beelden van de drone blijkt ook dat de drijvende constructies aantrekkelijk zijn voor zoetwatermosselen, zoöplankton en aasgarnalen (Neomyses spp)..

Echter, gebaseerd op de risicomodellering van bemande vliegtuigen die sterk overschat is voor drones, en uitgaande van het gebruik en omvang van NRTC is NLR van mening dat

Drones kunnen gevaarlijk dichtbij komen: in 2018 zijn er vanuit de bemande luchtvaart 5 meldingen van bijna-botsingen tussen drones en passagiersvliegtuigen, en 2 bijna-botsingen

In 2016 steeg het aantal meldingen over voorvallen met recreatieve drones exponen- tieel van 15 in 2015 naar 64 in 2016.. In de eerste vijf maanden van 2017 zijn inmiddels

Desondanks zijn er recent verschillende voor- vallen van risicovolle situaties gemeld (infrin- gements. Voorbeeld: een RPAS vlucht in een voor de bemande luchtvaart verboden

 De algemene verwachting, dat bemande luchtvaartuigen vrijwel nooit boven het luchtruim komen waar een aangekondigde RPAS vliegt, klopt niet; een NOTAM over de RPAS vlucht

Deze verkenning is geschreven voor de dijkinspecteur en waterkeringenbeheerder vanuit het perspectief van zijn professionele informatiebehoefte en gericht op de