• No results found

De problematiek rondom de belastingheffing betreffende de inkomsten uit internetpoker

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De problematiek rondom de belastingheffing betreffende de inkomsten uit internetpoker"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Masterscriptie Fiscale Economie

De problematiek rondom de belastingheffing

betreffende de inkomsten uit internetpoker

Auteur: Edwin Olcar

Instelling: Rijksuniversiteit te Groningen, Faculteit Economie en Bedrijfskunde Studentnummer: s1496352

1e beoordelaar: Mr. N.J. Schutte 2e beoordelaar: Prof. Dr. R.H. Koning

(2)

Inhoudsopgave:

Titelpagina: 1

Inhoudsopgave: 2

Hoofdstuk 1: Inleiding 4

Hoofdstuk 2: De kansspelbelasting en (internet)poker 6

2.1 Inleiding 6

2.2 Wijziging KSB in verband met kansspelen via internet 6 2.3 De huidige wet op de kansspelbelasting 1961 7

2.3.1 Inleiding 7

2.3.2 Bepaling van definities 7

2.3.3 Subjectieve belastingplicht 8

2.3.4 Objectieve belastingplicht 9

2.3.5 De vrijstellingen 9

2.3.6 Het tarief 10

2.3.7 Wijze van heffing, hoofdstuk V KSB 10

2.3.8 Slot 11

2.4 Knelpunten van de huidige wetgeving 11

2.4.1 Fiscale neutraliteit 11

2.4.2 Het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse online kansspelen 11

2.4.3 Oneerlijke concurrentie 11

2.4.4 De koppeling met fysiek poker 12

2.4.5 Het kansspelkarakter van poker 13

2.5 Conclusie 14

Hoofdstuk 3: De omzetbelasting en de bepalingen betreffende internetdiensten 15

3.1 Inleiding 15

3.2 Totstandkoming van de vrijstelling 15

3.3 De huidige regelgeving 16

3.4 Toekomstperspectieven 18

3.5 Problemen betreffende internetpoker 19

3.5.1 Onlogische regelgeving? 19 3.5.2 Kwalificatieverschillen 19 3.5.3 Aftrekbeperkingen 20 3.6 Conclusie 21 Hoofdstuk 4: De winstbelasting 22 4.1 Inleiding 22 4.2 De vennootschapsbelasting 22 4.2.1 De huidige regelgeving 22

4.2.2 Mogelijke knelpunten en conclusie 23

4.3 De inkomstenbelasting 25

4.3.1 De huidige regelgeving 25

(3)

Hoofdstuk 5: Formeel belastingrecht, de invordering van belastingschulden en de 28 bijkomende problemen in de praktijk

5.1 Inleiding 28

5.2 Formeel belastingrecht 28

5.2.1 Het wettelijk kader 28

5.2.2 De reikwijdte 28

5.2.3 De aangifteplicht 29

5.2.4 De naheffingsaanslag 29

5.2.5 Informatieverplichtingen 30

5.2.6 Rechtsbescherming: bezwaar en beroep 31

5.2.7 Fiscale bestuurlijke boetes 31

5.2.8 Fiscale strafrechtelijke bepalingen 32

5.3 De invordering van belastingschulden 33

5.3.1 Inleiding 33

5.3.2 Open systeem 33

5.3.3 De invordering 34

5.3.4 Verzet 34

5.3.5 Informatieverplichtingen ten behoeve van de invordering 35

5.3.6 Overige bepalingen 35

5.4 Problemen in de praktijk 35

5.4.1 Inleiding 35

5.4.2 De wil van de belastingplichtige 35

5.4.3 Art. 6 EVRM 36

5.4.4 De functies van financiële instellingen 37

5.5 Conclusie 39

Hoofdstuk 6: Internationale en Europese aspecten 40

6.1 Inleiding 40

6.2 Voorkoming van dubbele belasting 40

6.2.1 Art. 52 Besluit ter voorkoming dubbele belasting 40 6.2.2 Problemen bij de toepasbaarheid van het artikel 41 6.3 Mogelijke wijzigingen van de KSB als gevolg van toenemende internationale 41

druk op het kansspelbeleid van Nederland

6.4 Conclusie 43

Hoofdstuk 7: Samenvatting en conclusie 44

(4)

Hoofdstuk 1: Inleiding

Voor u ligt mijn Masterscriptie ter afronding van de studie Ma Fiscale Economie aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Deze behandelt de belastingheffing op inkomsten uit internetpoker. Poker kent vele soorten spelvarianten. Texas Hold’em is de bekendste,

populairste en meest voorkomende spelvorm van poker. Naar schatting zijn er tegenwoordig 575.000 mensen in Nederland die illegaal deelnemen aan pokerspelen. In 2008 waren er ongeveer 257.000 mensen in Holland Casino aanwezig die deelnamen aan pokertafelspelen.1

De populariteit van poker is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Spelers kunnen tegen elkaar spelen in toernooien of in de zogeheten “cashgames”. Tijdens een toernooi koopt een speler voor een bepaald bedrag aan fiches in en speelt vervolgens met zijn fiches tegen andere spelers. Bij cashgames speel je daadwerkelijk met geld.

In een arrest uit 1998 heeft de Hoge Raad bevestigd dat poker dient te worden aangemerkt als kansspel in de zin van de Wet op de kansspelen (hierna: Wok).2 Op grond van art. 1 Wok is

het verboden zonder vergunning gelegenheid te geven tot deelname aan kansspelen. In Nederland voorziet de Wok in slechts één vergunninghouder voor het aanbieden van pokerspelen. Op grond van art. 27h Wok is Holland Casino de enige aanbieder van casinospelen in Nederland. In de Beschikking Casinospelen 1996 is vastgesteld dat poker onder de term casinospelen valt, wat betekent dat alleen Holland Casino pokerspelen mag organiseren. Aangezien de Wok niet in de mogelijkheid voorziet vergunningen te verlenen voor kansspelen via internet (waaronder poker), dient het via internet in Nederland

toegankelijke pokeraanbod altijd als illegaal te worden beschouwd. De omstandigheid dat een organisatie in het land van (fysieke) vestiging over een vergunning beschikt, doet daar niets aan af. Op initiatief van Minister Hirsch Ballin van Justitie debatteren wetgevers

tegenwoordig over het aanbieden van internetpoker door Holland Casino om het illegale aanbod te beperken.3 In het vergaderjaar 2005-2006 werd er al getracht het aanbieden van

internetkansspelen te legaliseren. Holland Casino zou bij wijze van proef een vergunning daarvoor krijgen.4 Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel 30362,

“Wijziging van de Wet op de kansspelen houdende tijdelijke bepalingen met betrekking tot kansspelen via internet“, werd het voorstel echter verworpen. Dat gebeurde op 1 april 2008 tijdens de stemming in de Eerste Kamer over het wetsvoorstel.

Het spelen van poker buiten Holland Casino is niet illegaal wanneer er in besloten kring en niet structureel of bedrijfsmatig wordt gespeeld (spontaan met vrienden thuis) en wanneer er geen prijzen gewonnen kunnen worden. Van bedrijfsmatig aanbod is sprake indien er op geregelde en stelselmatige wijze gelegenheid wordt gegeven (bijvoorbeeld door het huren van een zaal, het heffen van entreegelden of te adverteren). Holland Casino is aldus de enige rechtsgeldige aanbieder van pokerspelen in Nederland. De vraag is dan hoe de meeste pokerspelers in Nederland van het illegale aanbod gebruik maken. Dat gebeurt online op populaire buitenlandse goksites.

1 Zie Persbericht Ministerie van Financiën, “Minister wil legale pokeraanbod uitbreiden”, persbericht van 4

augustus 2009, te vinden op: http://www.justitie.nl/actueel/persberichten/archief-2009/90804minister-wil-legale-pokeraanbod-uitbreiden.aspx?cp=34&cs=579

2 Hoge Raad, 3 maart 1998 (NJ 1999/59).

3 Persbericht Ministerie van Financiën, “Minister wil legale pokeraanbod uitbreiden”, persbericht van 4 augustus

2009, te vinden op: http://www.justitie.nl/actueel/persberichten/archief-2009/90804minister-wil-legale-pokeraanbod-uitbreiden.aspx?cp=34&cs=579

(5)

Enkele voorbeelden van populaire buitenlandse goksites:

- Pokerstars, gevestigd te “Isle of Man” (Nederlands: Eilanden van Man, onderdeel van de Britse eilanden) en beschikt daar over een vergunning voor het aanbieden van internetpoker.

- Partypoker, gevestigd te Gibraltar en beschikt daar over een vergunning voor het aanbieden van internetpoker

- Everest poker, gevestigd te Malta en beschikt daar over een vergunning voor het aanbieden van internetpoker.

- Absolute poker, gevestigd te Kahnawake, Canada en beschikt daar over een vergunning voor het aanbieden van internetpoker.

- Full Tilt Poker, gevestigd te Aruba en beschikt daar over een vergunning voor het aanbieden van internetpoker.

Het probleem voor het Nederlandse kansspelbeleid is, dat dergelijke aanbieders zich buiten de Nederlandse jurisdictie bevinden. Het gevolg is dat dergelijke aanbieders hun diensten legaal vanuit hun vestigingsplaats kunnen exploiteren. De vraag is of Nederland dergelijke

aanbieders met succes kan weren van de Nederlandse markt, iets wat tot op heden nog niet gebeurd is.

De aanleiding voor het toekennen van het onderwerp aan mijn scriptie kwam voort uit het spelen van Texas Hold’em op een avond bij vrienden thuis. De vraag die op die avond vele malen mijn interesse in het onderwerp wekte was: hoe dien ik belastingtechnisch correct te handelen als ik aan het eind van de avond van tafel ga met een ontzettend groot bedrag aan winst? Aangezien er veel winsten kunnen worden behaald op online goksites, begon ik me ook af te vragen of succesvolle spelers wel hun verplichtingen uit hoofde van de

belastingheffing nakomen. Ik betwijfel dat ten zeerste. Sterker nog, ik ben van mening dat een speler nauwelijks spontaan een aangifte kansspelbelasting doet. Dat er tegenwoordig erg veel problemen zijn betreffende de belastingheffing op inkomsten uit internetpoker, was voor mij dan ook niet verbazingwekkend. Mijn doel bij het schrijven van de scriptie is dan ook niet dat ik oplossingen zoek voor de huidige mazen in de wet of regelgevingen. De intentie van de scriptie is om de problematiek te belichten en te presenteren. In de praktijk weten

pokerspelers, de Belastingdienst en zelfs belastingadvieskantoren vaak niet welke problemen er kleven aan dit onderwerp. Ik leg mij met deze scriptie de taak op om die problemen, die kleven aan de belastingheffing op inkomsten uit internetpoker te verhelderen. Hierbij zal ik tevens mijn mening op bepaalde aandachtspunten kenbaar maken.

In deze scriptie staat aldus de vraag centraal welke problemen de Belastingdienst

(6)

Hoofdstuk 2: De kansspelbelasting en (internet)poker

2.1 Inleiding

De Wet op de kansspelbelasting (hierna: KSB) werd van kracht op 14 september 1961. Destijds werd de wet van kracht onder de naam; de Wet op de loterijbelasting. De KSB ziet op de belastingheffing m.b.t. kansspelen. Voor de bepaling van de definitie van een kansspel in de zin van de KSB, wordt er aangesloten bij de Wok.5 De definitie van kansspelen is

opgenomen in art. 2 KSB en luidt: spelen waarbij gelegenheid wordt gegeven tot

mededinging naar prijzen en premies waarop de deelnemers normaliter (in het algemeen) geen overwegende invloed kunnen uitoefenen en daarmee afhankelijk zijn van het toeval. Ook deelname aan prijsvragen valt onder de definitie, met alle uitzonderingen van dien (zie art. 2.1 KSB). Organiseert iemand een spel waarbij niets gewonnen kan worden, dan wordt dit spel niet als kansspel aangemerkt.

De Wok dient voor het beheren en handhaven van het kansspelbeleid in Nederland. Het doel van de Wok kan samenvattend als volgt worden weergegeven:

- Het regelen en beheersen van kansspelen - Het tegengaan van kansspelverslaving - Het beschermen van de consument

- Het tegengaan van illegaliteit en criminaliteit

In 1996 is het College van Toezicht op Kansspelen ingesteld. De oorzaak ervan was om het kansspelbeleid van Nederland zorgvuldig te kunnen controleren en in goede banen te leiden. De hier bovengenoemde doelstellingen werden en worden tegenwoordig nog steeds niet altijd correct nageleefd en daarmee bestaat er de noodzaak voor extra toezicht.

Dat ook de KSB bijdraagt aan het verwezenlijken van de doelstellingen van het kansspelbeleid van Nederland, wordt in de volgende subparagraaf duidelijk.

De KSB is al vele malen aan wijzigingen onderworpen, mede door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren. De belangrijkste wijziging m.b.t. internetpoker is recent en zal ik behandelen in de volgende subparagraaf.

2.2 Wijziging KSB in verband met kansspelen via internet

Op 9 september 2008 stemde de Eerste Kamer in met de plannen van de staatssecretaris van Financiën, Jan Kees de Jager, om de KSB aan te passen. Op 3 oktober werd de wet in het staatsblad gepubliceerd en dit betekende dat met ingang van 1 november 2008 de nieuwe wet van kracht werd.6 De wetswijziging was noodzakelijk, omdat bij wijze van proef Holland

Casino wellicht de mogelijkheid zou krijgen kansspelen via internet aan te bieden (Wijziging van de Wet op de kansspelen houdende tijdelijke bepalingen met betrekking tot kansspelen via internet).7 De mogelijkheid daarvoor kreeg Holland Casino echter niet, doordat op 1 april

2008 tijdens de stemming in de Eerste Kamer het wetsvoorstel werd verworpen.

Toch werd er door de Eerste Kamer op 9 september 2008 ingestemd met de plannen van de staatssecretaris van Financiën. Ten eerste is het wetsvoorstel bedoeld om de heffing van kansspelbelasting ten aanzien van kansspelen die via internet worden aangeboden te verbeteren. De toenmalige heffingssystematiek, een heffing over prijzen, heeft bij

(7)

internetkansspelen als bezwaar dat de hoogte van de verschuldigde belasting lastig is vast te stellen. De oorzaak ligt in het feit dat spelen snel opeengevolgd worden en het (her)inzetten van prijzen snel plaatsvindt. Dergelijke spelen zijn vergelijkbaar met de reguliere tafelspelen in casino’s. In de jaren 80 van de vorige eeuw werd een apart heffingssysteem in de wet opgenomen voor dergelijke tafelspelen. Met de wetswijziging wordt een vergelijkbaar heffingssysteem geïntroduceerd voor kansspelen die via het internet worden aangeboden. Evenals een organisator van een binnenlands kansspel, is de in Nederland woonachtige prijswinnaar van een buitenlands internetkansspel, gehouden kansspelbelasting te voldoen over het bedrag van de gewonnen prijzen verminderd met de door hem gedane inzet. 8

Ten tweede is de wetswijziging van belang voor een correcte toepassing van het fiscale neutraliteitsbeginsel. De belastingwetgeving maakt geen onderscheid tussen legale en illegale activiteiten. Beide dienen fiscaal gelijk behandeld te worden, hetgeen de wetswijziging ook beoogd te bewerkstelligen. Internetkansspelen zijn illegaal, omdat er geen vergunning is verstrekt voor het aanbieden van internetkansspelen. De wetswijziging is een aanvulling opde KSB op grond waarvankansspelen die op dit moment in Nederland zonder vergunning

worden georganiseerd dan wel waartoe zonder vergunning gelegenheid wordt gegeven en die dus illegaal zijn, in de kansspelbelasting worden betrokken.

Tot slot helpt de wetswijziging bij het opsporen van illegale casino’s. Gebleken is dat de aanpak van illegale casino’s d.m.v. (na)heffing van kansspelbelasting effectief werkt.9 Indien

de KSB niet voorziet in een heffingsmogelijkheid bij internetkansspelen, mist de overheid de mogelijkheid van een effectieve aanpak van illegale casino’s. De in Nederland woonachtige prijswinnaar van buitenlandse internetkansspelen doet door de wetswijziging eerder aangifte van kansspelbelasting (althans dat is wat de wetswijziging beoogt), waardoor het voor de overheid eenvoudiger is fraude en criminaliteit op te sporen. Hiermee draagt de wetswijziging bij aan het kansspelbeleid van Nederland en de doelstellingen gegeven in paragraaf 2.1. 2.3 De huidige Wet op de kansspelbelasting 1961

2.3.1 Inleiding

De KSB behandelt regelingen betreffende de belastingheffing m.b.t. kansspelen. In paragraaf 2.1 is reeds uitgelegd wat onder een kansspel wordt verstaan. Ik zal de belangrijkste

wijzigingen van de KSB 2008 naar aanleiding van het wetsvoorstel 30853 toelichten. 2.3.2 Bepaling van definities

De wetswijziging ging gepaard met een opheldering van een aantal definities. Om een helder beeld te creëren over de belastingplichtigen in de zin van art. 1.1 KSB, diende het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse kansspelen te worden gedefinieerd. Er is sprake van een binnenlands kansspel als de organisator van het kansspel in Nederland (het Rijk) woont of gevestigd is. Bij meerdere organisatoren van één kansspel is het voldoende als één van de organisatoren in Nederland woont dan wel gevestigd is. Voor kansspelautomaten geldt een uitzondering, namelijk dat de automaat fysiek in Nederland geplaatst dient te zijn.

Wordt er aan deze criteria niet voldaan, dan is er sprake van een buitenlands kansspel.10 Waar

iemand woont of gevestigd is, wordt bepaald volgens art. 4 Algemene wet inzake Rijksbelastingen (hierna: AWR).

8 Mr. M.B. Langius, Wet op de kansspelen / Wet op de kansspelbelasting, 1e druk bijgewerkt tot 1 november

2008, Kluwer, Deventer 2008, p. 291.

9 Kamerstukken 2007-2008, 30583, C, p. 2.

(8)

Ook diende het begrip internetkansspel nader te worden geformuleerd. Van een

internetkansspel is sprake als er sprake is van “e- gaming”. Van e- gaming wordt gesproken als het kansspel gespeeld wordt door middel van een via internet in werking gesteld

elektronisch proces. Internet dient dus niet uitsluitend als communicatiekanaal voor bestaande producten gebruikt te worden (“e- commerce”)11

2.3.3 Subjectieve belastingplicht:

Voor de wetswijziging waren er de volgende belastingplichtigen12:

1: Degene die gelegenheid geeft tot deelname aan binnenlandse casinospelen

2: De gerechtigden tot de prijzen van binnenlandse kansspelen, niet zijnde casinospelen. 3: De binnen het Rijk wonende of gevestigde gerechtigden tot de prijzen van buitenlandse kansspelen

De huidige belastingplichtigen zijn:

1: Degene die gelegenheid geeft tot deelname aan binnenlandse casinospelen, art. 1.1a KSB. 2: De exploitant van een in Nederland geplaatste fysieke kansspelautomaat, art. 1.1a KSB. 3: Degene die gelegenheid geeft tot deelname aan binnenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld, art. 1.1b KSB

4: De prijswinnaar bij overige binnenlandse kansspelen, art. 1.1c KSB.

5: De in Nederland woonachtige of gevestigde gerechtigde tot prijzen van buitenlandse kansspelen, niet zijnde kansspelen welke via het internet worden gespeeld, art. 1.1d KSB 6: De in Nederland woonachtige of gevestigde gerechtigde tot prijzen van buitenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld, art. 1.1e KSB.

Samenvattend, int de staat de kansspelbelasting bij de binnenlandse aanbieder van kansspelen en bij de speler die bij de buitenlandse aanbieder speelt, art. 1.1 KSB

In art. 1 KSB betreffende de subjectieve belastingplicht, is het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse kansspelen verduidelijkt. Verder is ook de

kansspelautomatenbranche opgenomen in de KSB. (sinds 1 juli 2008 zijn inkomsten uit kansspelautomaten onderworpen aan de kansspelbelasting). Art. 1.1a KSB is gewijzigd en de

exploitant van een binnen het Rijk geplaatste fysieke kansspelautomaat is toegevoegd aan de

wetsbepaling.

Er is een heel nieuw onderdeel toegevoegd, namelijk art. 1.1.b KSB luidende: degene die

gelegenheid geeft tot deelneming aan binnenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld. De binnenlandse aanbieder (illegaal of niet) van internetkansspelen is hierdoor

onderworpen aan de kansspelbelasting.

In het tot art. 1.1c verletterde art. 1.1b werd de zinsnede “niet zijnde casinospelen” vervangen door: niet zijnde casinospelen, kansspelautomaatspelen of kansspelen welke via het internet

worden gespeeld. Hiermee werd bewerkstelligd dat de exploitant van kansspelautomaten

subjectief belastingplichtig is en dat er voor internetkansspelen een speciaal regime is opgenomen.

Voor internetkansspelen wordt er onderscheid gemaakt tussen binnenlandse en buitenlandse kansspelen. In het tot art. 1.1d KSB verletterde art. 1.1c KSB is namelijk de zinsnede “de prijzen van buitenlandse kansspelen” vervangen door: de prijzen van buitenlandse

kansspelen, niet zijnde kansspelen welke via het internet worden gespeeld. 11 Kamerstukken 2006-2007, 30583, nr. 3, p. 3.

(9)

Art. 1.1e KSB is nieuw toegevoegd, luidende: de binnen het Rijk wonende of gevestigde

gerechtigden tot de prijzen van buitenlandse kansspelen welke via het internet worden

gespeeld. 13 De bedoeling ervan is om de in Nederland woonachtige of gevestigde gerechtigde

tot prijzen van buitenlandse online kansspelen, aan te merken als belastingplichtige. Dit betekent dat een in het Rijk wonende prijswinnaar van kansspelen van een buitenlandse goksite zelf aangifte van kansspelbelasting moet doen.

2.3.4 Objectieve belastingplicht:

Ook de objectieve belastingplicht is gewijzigd, zie art. 3 KSB. In art 3.1a KSB werd de zinsnede “art. 1, eerste lid, onderdeel a” vervangen door: art. 1, eerste lid, onderdeel a of b. Bovendien werd de laatste zin van het artikel aangevuld met: of tot deelneming aan

binnenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld. De reden was om

internetkansspelen aan de heffingsystematiek van casinospelen te onderwerpen.

De subjectief belastingplichtigen van art. 1.1a jo art. 1.1b KSB dienen belasting te betalen over het verschil tussen de in een tijdvak ontvangen inzetten en de ter beschikking gestelde prijzen. Wordt er in het tijdvak meer aan prijzen ter beschikking gesteld dan aan inzetten wordt ontvangen, dan ontstaat er een verrekenbaar verlies met toekomstige tijdvakken (carry forward), art. 5a.3 KSB. Echter bij Texas Hold’Em poker wordt niet tegen de bank gespeeld, maar tegen elkaar. De aanbieder ontvangt geen inzetten en stelt geen prijzen ter beschikking. De kansspelbelasting wordt dan geheven over hetgeen de aanbieder aan provisie (“rake”) ontvangt voor het geven van gelegenheid tot kansspelen.14

In art. 3.1b KSB werd de zinsnede “letter b, of letter c” vervangen door: onderdeel c of d. De belastingplichtige in de zin van art. 1.1c of d KSB, dient kansspelbelasting te voldoen over de gewonnen prijzen. Onder prijzen worden verstaan alle goederen waaraan in het economische verkeer waarde kan worden toegekend, welke aan de deelnemers van de kansspelen uit hoofde van hun deelneming toevallen, art. 3.2 KSB. De in het Rijk woonachtige gerechtigde tot prijzen van fysiek poker in het buitenland, ondervindt wellicht problemen bij het

vaststellen van de prijs. In de jaren 80 werd een apart heffingsysteem geïntroduceerd voor casinospelen, omdat de verschuldigde belasting lastig is vast te stellen. De oorzaak ligt in het feit dat spelen snel opeengevolgd worden en het (her)inzetten van prijzen snel plaatsvindt. Dit laatste is ook aan de orde als er fysiek wordt deelgenomen aan poker. Hierdoor is het voor dergelijke belastingplichtigen lastig vast te stellen wat het object van heffing is.

Er is tot slot een nieuw onderdeel toegevoegd, namelijk art. 3.1c KSB, luidende: de in het Rijk wonende of gevestigde gerechtigde van buitenlandse internetkansspelen, dient kansspelbelasting te voldoen over het saldo van het positieve verschil tussen de in een kalendermaand gewonnen prijzen en de in die kalendermaand gedane inzetten. Het is niet mogelijk om maandelijkse resultaten te verrekenen.15

2.3.5 De vrijstellingen:

De vrijstelling ziet alleen op de gerechtigden van prijzen in de zin van art. 1.1c of d KSB. De vrijstelling bedraagt 454 euro. Wanneer de prijs meer dan 454 euro bedraagt, is de vrijstelling niet van toepassing. Hierop geldt een uitzondering, namelijk dat de prijs is vrijgesteld indien de prijs niet uitgaat boven de prestatie welke staat tegenover de deelneming uit hoofde waarvan aanspraak op de prijs bestaat. De vrijstelling is opgenomen in art. 4 KSB. Op het bovenstaande geldt één uitzondering hierop, namelijk de binnen het Rijk wonende

13 Kamerstukken 2006-2007, 30583, A, p. 1.

(10)

prijswinnaar van een buitenlands (internet)kansspel kan zich beroepen op art. 52 Besluit ter voorkoming dubbele belasting (hierna: Bvdb). Mocht er in de staat van vestiging van de buitenlandse aanbieder een soortgelijke heffing plaatsvinden, kan de belastingplichtige zich beroepen op art. 52 Bvdb en aanspraak maken op een vrijstelling. Al het bovenstaande houdt in dat het object van heffing is vrijgesteld en niet het subject.

2.3.6 Het tarief:

Het tarief bedraagt 29%, art. 5.1 KSB. Neemt, in het geval art. 1.1c KSB van toepassing is, degene die de prijs verschuldigd is de belasting voor zijn rekening, wordt voor het berekenen van de belasting de prijs met 100/71 vermenigvuldigd (40.85%).

2.3.7 Wijze van heffing, hoofdstuk V KSB:

Doordat op internetkansspelen een zelfde heffingsystematiek van toepassing werd met het wetsvoorstel 30583 is art. 5a.1 KSB niet alleen van toepassing op de belastingplichtigen van art. 1.1a KSB, maar ook op de belastingplichtigen van art. 1.1b KSB. De in een tijdvak

verschuldigde belasting dient op aangifte te worden voldaan.16 Op basis van art. 26.1 Uitv.reg.

AWR bedraagt het tijdvak een kalendermaand. De belasting is op de laatste dag van de kalendermaand verschuldigd, art. 5a.2 KSB.

Art. 5b KSB bepaalt dat de belastingplichtige verplicht is een register bij te houden dat voor de heffing van belang kan zijn. Deze verplichting kan worden gezien als aanvulling op de algemene administratieplicht van art. 52 AWR.

In de gevallen waarin art. 1.1c KSB van toepassing is, wordt de belasting geheven door inhouding op de prijs. De inhoudingspichtige is degene die de prijs verschuldigd is. Dit is geregeld in art. 6 KSB. Het artikel is aldus van toepassing op de gerechtigden tot de prijzen van binnenlandse kansspelen, niet zijnde casinospelen, kansspelautomaatspelen of kansspelen welke via het internet worden gespeeld. De inhoudingsplichtige is verplicht de belasting in te houden op het tijdstip waarop de prijs ter beschikking wordt gesteld, art. 6.3 KSB. Met ‘ter beschikking stellen’ wordt volgens de Hoge Raad bedoeld dat de prijswinnaar een

onvoorwaardelijk recht op uitbetaling van de prijs heeft verkregen.17 Vervolgens dient de

inhoudingsplichtige de ingehouden belasting op aangifte af te dragen, art. 6.4 KSB. Ook de inhoudingsplichtige dient aan de registratieplicht te voldoen, art. 7.1 KSB. Deze verplichting kan worden gezien als aanvulling op de algemene administratieplicht van art. 52 AWR.

Met het wetsvoorstel werd art. 8 KSB gesplitst in art. 8 KSB en art. 8a KSB. De bedoeling ziet op het onderscheid tussen buitenlandse kansspelen welke wel of niet via het internet worden gespeeld. In art. 8 KSB is geregeld dat de binnen het Rijk wonende of gevestigde gerechtigde tot prijzen van buitenlandse kansspelen, niet zijnde kansspelen welke via het internet worden gespeeld, de belasting op aangifte moet voldoen. De belasting wordt verschuldigd op het tijdstip waarop de prijs ontvangen wordt, verrekend wordt, ter

beschikking van de gerechtigde wordt gesteld of rentedragend wordt, dan wel vorderbaar en tevens inbaar wordt. Zie art 8.2 KSB.

In art. 8a is geregeld dat de binnen het Rijk wonende of gevestigde gerechtigde tot de prijzen van buitenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld, de belasting op aangifte moet voldoen. De belasting wordt verschuldigd op de laatste dag van de kalendermaand als bedoeld in art. 3.1c KSB.

16 Kamerstukken 2006-2007, 30583, A, p. 3.

(11)

2.3.8 Slot

In deze paragraaf heb ik uitgelegd hoe de KSB in de praktijk wordt toegepast of toegepast dient te worden. Voornamelijk door de wetswijziging in 2008 is het één en ander gewijzigd aan de wet. Toekomstige ontwikkelingen dienen worden afgewacht voor een eventuele wijziging van de huidige regelgeving. In de volgende paragraaf behandel ik de knelpunten van de huidige wet.

2.4 Knelpunten van de huidige wetgeving 2.4.1 Fiscale neutraliteit

De fiscale neutraliteit brengt met zich mee dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen legale of illegale kansspelen. Iemand die kennis neemt van de KSB, kan de wettekst lezen als per definitie betrekking hebbende op legale kansspelen. Dat is vanzelfsprekend niet de bedoeling. Het gevaar ervan is dat mensen die over geringe kennis van belastingwetten beschikken, de activiteiten waarop de kansspelbelasting betrekking heeft als legaal

beschouwen. In de praktijk nemen mensen vaak deel aan kansspelen, zonder daarbij op de hoogte te zijn van juridische regelgevingen. Mensen die online gokken weten doorgaans niet dat het illegaal is.

2.4.2 Het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse online kansspelen

Daarnaast is het lastig voor deelnemers aan kansspelen om te kunnen onderscheiden wat binnenlandse en buitenlandse kansspelen zijn die via internet worden gespeeld. Deelnemers aan binnenlandse internetkansspelen zijn niet belastingplichtig, maar spelers zijn wel

belastingplichtig als er deelgenomen wordt aan buitenlandse goksites. Indicaties dat sprake is van deelname aan een buitenlands online kansspel kunnen worden ontleend aan de taal waarin de site is opgesteld, het webadres, de provider en overige gegevens die op de site staan. De Minister van Justitie verleent een vergunningsnummer aan de aanbieder van het kansspel. Als op de site van de aanbieder het nummer niet is vermeld, kan er een indicatie zijn van een buitenlandse goksite. Echter ook illegale binnenlandse online organisatoren beschikken niet over een dergelijke vergunning. In de vergunningsvoorwaarden is de plicht voor de

organisator van een internetkansspel opgenomen om het vergunningnummer en de publicatiedatum op de site te vermelden, teneinde controle voor de deelnemer aan het

binnenlandse internetkansspel mogelijk te maken. Echter voorziet de Wok niet in het verlenen van vergunningen voor internetkansspelen, met als gevolg dat het onderscheid tussen

binnenlandse en buitenlandse goksites niet eenvoudig is vast te stellen.18

2.4.3 Oneerlijke concurrentie

Dat er in de huidige KSB sprake is van oneerlijke concurrentie met betrekking tot internetpoker valt af te leiden uit meerdere punten. Ten eerste is er het onderscheid in belastingplicht. De aanbieder van binnenlandse casinospelen, waaronder poker, en binnenlandse internetkansspelen is belastingplichtig. Dit terwijl de in het Rijk wonende gerechtigde tot prijzen van buitenlandse (internet)kansspelen zelf belastingplichtig is. Er volgt een voorbeeld: Wanneer iemand deelneemt aan een pokertoernooi in Holland Casino en uiteindelijk van tafel gaat met 50000 euro na het betalen van 100 euro om deelname aan het toernooi te realiseren, hoeft de betreffende persoon geen kansspelbelasting te betalen over de gewonnen 50000 euro. Holland Casino is belastingplichtig, art. 1.1a KSB en de

kansspelbelasting wordt dan geheven over hetgeen Holland Casino aan provisie (“rake”) ontvangt voor het geven van gelegenheid tot kansspelen. In dit geval de 100 euro aan inleggelden. Wanneer iemand deelneemt aan een online buitenlands pokertoernooi en

(12)

uiteindelijk van tafel gaat (virtueel) na het betalen van 100 euro om deelname aan het toernooi te realiseren, dient de betreffende persoon 29% kansspelbelasting te betalen over het

maandelijkse resultaat. In dit geval is dat: 50000 euro – 100 euro = 49900 * 29% = 14471 euro (tenzij de pokerspeler de betreffende maand nog meer heeft gewonnen of ingezet). Hierdoor probeert de overheid deelname aan buitenlandse online kansspelen te verminderen. In mijn optiek is sprake van oneerlijke concurrentie, omdat een pokerspeler beperkt wordt zijn gelden vrij te besteden. Wordt desondanks de keus gemaakt om deel te nemen aan

buitenlandse online pokerspelen, dan dient de pokerspeler 29% kansspelbelasting te voldoen over het maandelijkse resultaat. Iets wat niet hoeft indien de pokerspeler zijn geld aan binnenlandse (internet)kansspelen uit zou geven.

Het volgende punt ziet op de heffingssystematiek in geval van internetkansspelen. De binnenlandse aanbieder kan een negatief resultaat, behaald in een tijdvak, verrekenen met toekomstige resultaten, terwijl de in het Rijk wonende gerechtigde tot prijzen van

buitenlandse internetkansspelen de mogelijkheid tot verliescompensatie niet heeft. Hier is in mijn optiek absoluut sprake van oneerlijke concurrentie, omdat de overheid, door het verschil in heffingssystematiek, de pokerspeler probeert te dwingen om niet deel te nemen aan

buitenlandse goksites. Er volgt een voorbeeld: Wanneer een online pokerspeler in een maand 1000 euro als positief resultaat heeft behaald, dient de pokerspeler 290 euro (29% van 1000 euro) aan kansspelbelasting te betalen aan de Belastingdienst. Wanneer er in de vorige maand een negatief resultaat van 1000 euro werd behaald, kan de pokerspeler de gewonnen 1000 euro niet verrekenen met het negatief resultaat een maand eerder. De plicht blijft dus bestaan 29% te voldoen over de gewonnen 1000 euro. De binnenlandse aanbieder heeft wel de mogelijkheid tot verliescompensatie, hetgeen in mijn ogen leidt tot oneerlijke concurrentie. 2.4.4 De koppeling met fysiek poker

De heffingssystematiek van de kansspelbelasting houdt niet optimaal rekening met de verschillende kansspelen die er bestaan. Zo gelden er verschillende bepalingen voor één kansspel, doordat er op verschillende manieren aan het spel wordt deelgenomen. Er wordt in mijn ogen te weinig gekeken naar de werking van het spel, waardoor er complicaties

optreden. Het eenvoudigste voorbeeld is het verschil in heffingssystematiek tussen

buitenlandse pokerspelen die wel of niet via het internet worden gespeeld. Worden dergelijke spelen via het internet gespeeld, dan dient de gerechtigde de kansspelbelasting te voldoen over het positieve verschil tussen de in een kalendermaand gewonnen prijzen en de gedane inzetten. Maar doe je als pokerspeler fysiek mee aan een toernooi als The World Series of

Poker, wat in het buitenland plaatsvindt, dient de kansspelbelasting te worden voldaan over de

prijzen, art. 3.1b KSB. Dat is mijn ogen een absurde heffingssystematiek, omdat juist in de jaren 80 van de vorige eeuw een apart heffingssysteem in de wet werd opgenomen voor dergelijke tafelspelen. De voornaamste reden daarvoor was dat bij een heffing over prijzen de hoogte van de verschuldigde belasting lastig is vast te stellen. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat spelen snel opeengevolgd worden en (her)inzetten van prijzen snel plaatsvinden. Met het wetsvoorstel 30583 werd een gelijke heffingssystematiek voor internetkansspelen

geïntroduceerd zoals die geldt voor casinospelen. Waarom is dit dan niet het geval wanneer er deelgenomen wordt aan fysiek poker in het buitenland? De strekking van het spel blijft gelijk en in de jaren 80 van de vorige eeuw werd er een aparte heffingssystematiek voor

casinospelen geïntroduceerd. Dat dit alleen geldt voor binnenlandse kansspelen en

(13)

2.4.5 Het kansspelkarakter van poker

Tegenwoordig vallen pokerinkomsten in beginsel onder de KSB, omdat poker is aangemerkt als een kansspel. Poker is echter een spel dat afhangt van zowel kansbepaling als

behendigheid. Het probleem is om vast te stellen welke van de twee variabelen

doorslaggevend is voor succes. Dat is niet eenvoudig vast te stellen. De overheid denkt zonder twijfel dat poker een kansspel is, terwijl pokerspelers die succesvol zijn voor hun kwaliteiten gewaardeerd willen worden. De relevante passage in art. 1a Wok luidt: “gelegenheid te geven

om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij daarvoor ingevolge deze wet vergunning is verleend.”

De Hoge Raad heeft in 1965 bepaald wat dient te worden verstaan onder “in het algemeen geen overwegende invloed”: “Voor de vraag of deelnemers aan een spel op de kansbepaling

in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, in de zin van art. 1 onder a Wet op de kansspelen, is beslissend, welke resultaten de grote meerderheid der spelers in de praktijk bij het spel behaalt.” 19

Door de toevoeging van de woorden ‘in het algemeen’ wordt aangegeven dat het moet gaan om de gemiddelde speler. Er wordt hierdoor een objectivering bereikt ten aanzien van het begrip invloed. Vervolgens heeft de Hoge Raad in 1998 bevestigd dat het niet aannemelijk is dat de grote meerderheid van de spelers haar kansen op winst in die mate kan beïnvloeden dat aan het pokerspel het karakter van kansspel moet worden ontzegd. De Hoge Raad is van mening dat de meerderheid van de spelers op de gok aan het spel deelneemt. De conclusie was dat poker als kansspel dient te worden aangemerkt.20

Dit is naar mijn mening een misvatting van de Hoge Raad. Het feit dat de meerderheid van de spelers op de gok speelt, betekent niet dat poker een kansspel is. Ik ben van mening dat de Hoge Raad niet de resultaten van de gemiddelde speler tijdens een pokerspel, maar de

resultaten van een individuele speler als doorslaggevende factor moet hanteren. In mijn optiek is poker een behendigheidsspel als een individu de uitslag van een pokerspel meer kan laten beïnvloeden door kwaliteit dan dat het toeval de uitslag beïnvloedt. In mijn ogen bezit niet iedereen een dergelijke kwaliteit en het leren daarvan is ook niet eenvoudig, waardoor ik van mening ben dat er pokerspelers bestaan die individueel behendiger zijn dan anderen tijdens een pokerspel. Ik ben dan ook van mening dat poker een behendigheidsspel is, omdat ik denk dat het mogelijk is om de uitslag van een pokerspel kwalitatief meer te beïnvloeden dan door enkel het toeval. Het toeval kan tijdens een pokerspel beperkt dan wel omzeild worden door technieken, zoals wiskunde, psychologie, oplettendheid en biedpatronen.

Ook de wetenschap en succesvolle pokerspelers delen mijn mening. Prof. Dr. B.B. van der Genugten ontwikkelde een eenvoudige kwalificatiemethode waarmee vastgesteld werd wanneer iets overwegend een behendigheidsspel is of overwegend een kansspel is. De oud-hoogleraar vindt door zijn assumpties dat poker geen kansspel is en heeft de Hoge Raad na zijn afscheidsrede op 26 september 2008 verzocht haar standpunt met betrekking tot poker te herzien. 21

Niet alleen de wetenschap, maar evenzeer succesvolle pokerspeler keren zich tegen het

standpunt van de Hoge Raad. Er zijn al talloze boeken geschreven door pokerspelers over hun

19 Hoge Raad, 21 december 1965, BNB 1966/364 (Saturne). 20 Hoge Raad, 3 maart 1998, NJ 1999/59.

21 Afscheidscollege, Prof. Dr. B.B. van der Genugten, “Les Jeux sont faits”, 26 september 2008, te vinden op:

(14)

strategieën en trucs verantwoordelijk voor de successen die er geboekt zijn. John Wenzel22 en

Phil Gorden23 zijn succesvolle pokerspelers en hebben een boek geschreven over poker en de

door hun behaalde successen.

Wanneer poker eventueel niet meer als kansspel wordt aangemerkt, dienen verschillende belastingwetten gewijzigd te worden. Op welke wijze belastingwetten in een dergelijk geval gewijzigd dienen te worden, is op dit moment nog onduidelijk. De kansspelbelasting zal naar alle waarschijnlijkheid niet meer van toepassing zijn op inkomsten uit pokerspelen, tenzij bij fictie dergelijke inkomsten alsnog onder de werking van de KSB vallen.

2.5 Conclusie

De wetswijziging van de KSB in 2008 heeft voor de nodige veranderingen in de KSB gezorgd. De belastingplicht is verhelderd, vooral op het gebied van internetkansspelen. De binnenlandse aanbieder van internetkansspelen is belastingplichtig, terwijl een persoon, woonachtig in Nederland en in het geval van deelname aan een buitenlandse goksite, zelf belastingplichtig is voor de KSB. Ook is de objectieve belastingplicht gewijzigd. Wat voornamelijk van belang is, is dat de in het Rijk wonende of gevestigde gerechtigde van buitenlandse internetkansspelen, kansspelbelasting dient te voldoen over het saldo van het positieve verschil tussen de in een kalendermaand gewonnen prijzen en de in die

kalendermaand gedane inzetten. Het is daarbij niet mogelijk om maandelijkse resultaten te verrekenen.

Toch zijn er na de wetswijziging nog een aantal problemen van de KSB te noemen.

Voornamelijk het bestaan van oneerlijke concurrentie, doordat er op verschillende manieren aan kansspelen kan worden deelgenomen, is in mijn ogen een groot probleem van de huidige wetsystematiek. Zo bestaat er een verschil in de wetsystematiek van de KSB tussen een deelnemer (woonachtig in Nederland) die deelneemt aan een buitenlands fysiek pokerspel en een deelnemer (woonachtig in Nederland) die deelneemt aan een buitenlands online

pokerspel.

Ook bestaat er een groot verschil in belastingplicht wanneer iemand deelneemt aan pokerspelen in Holland Casino of wanneer iemand buiten Holland Casino deelneemt aan pokerspelen. Holland Casino is namelijk zelf belastingplichtig en de bezoekers ervan niet. Daarentegen zijn pokerspelers die buiten Holland Casino om deelnemen aan pokerspelen in beginsel (tenzij er deelgenomen wordt aan een illegaal binnenlands casino) zelf

belastingplichtig. Bovendien heeft de binnenlandse aanbieder van casinospelen de mogelijkheid tot verliescompensatie, art. 5a.3 KSB.

Tot slot kan de argumentatie van de Hoge Raad in 199824, betreffende het aanmerken van het

spel poker als kansspel, in twijfel worden genomen. Ik zelf ben van mening dat poker een behendigheidsspel is. In mijn optiek dient er te worden gekeken naar de mogelijkheden die een individueel speler heeft tijdens een pokerspel en niet naar het resultaat van de gemiddelde speler. Ik ben van mening dat een individuele speler het behendigheidsaspect zwaarder kan laten wegen dan het toeval op het resultaat van een pokerspel.

22 John Wenzel, The everything poker strategy book, know when to hold, fold and raise the stakes, F+W

Publications, Inc., Avon 2004.

23 Phil Gorden, Poker No lilimt Texas Hold’em, lessen en technieken, Easy Computing Publishing NV, Brussel

2005.

(15)

Hoofdstuk 3: De omzetbelasting en de bepalingen betreffende

internetdiensten

3.1 Inleiding

Het aanbieden van kansspelen is een economische activiteit (illegaal of niet) die leidt tot ondernemerschap in de zin van art. 7 Wet op de Omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB 1968). Kansspelen kennen echter van oudsher een vrijstelling van BTW. De vrijstelling is

opgenomen in art. 11.1l Wet OB 1968. Poker wordt tegenwoordig via het internet aangeboden en daarmee is het van belang om te onderzoeken welke plaats internetdiensten hebben in de Wet OB 1968.

3.2 Totstandkoming van de vrijstelling

De vrijstelling voor de omzetbelasting is verplicht op grond van de Zesde richtlijn

77/388/EEG. De Europese Commissie gaf destijds als reden dat kansspelen zich slecht lenen tot toepassing van belasting over de toegevoegde waarde, zodat het doeltreffender is deze aan speciale belastingen te onderwerpen.25 In het bijzonder de snelheid waarmee kansspelen

worden gespeeld, was zeer belangrijk voor het besluit. De vrijstelling werd onder art. 13B. f van de Zesde richtlijn 77/388/EEG gebracht. Tegenwoordig valt de vrijstelling onder art. 135i BTW- richtlijn 2006/112/EC (hierna: BTW- richtlijn) en onder art. 11.1l Wet OB 1968. In 1998 deed zich de zaak Fischer voor.26 Fischer organiseerde in Duitsland kansspelen en

was in bezit van een vergunning om behendigheidspelen te exploiteren. Echter week Fischer zodanig van de voorwaarden van de vergunning af, dat het spel op een roulettespel leek. De Duitse Belastingdienst kwam hem op het spoor. De vraag was of deze illegale kansspelen onderworpen waren aan BTW.27 Het Europese Hof van Justitie van de Europese

Gemeenschappen (hierna: HvJ) heeft besloten dat een illegaal kansspel onder de werkingsfeer van de Zesde richtlijn 77/388/EG valt. Voornaamste reden was dat illegale activiteiten

concurreren met legale activiteiten. Een ongelijke behandeling van illegale en legale

activiteiten is in strijd met de fiscale neutraliteit van de BTW. Art. 135i BTW- richtlijn moet aldus worden uitgelegd, dat illegale kansspelen niet aan BTW mogen worden onderworpen, terwijl een legaal kansspel is vrijgesteld.28

In 2005 volgde het arrest Linneweber.29 In het arrest werd duidelijk dat er geen onderscheid

mag worden gemaakt naar de exploitanten van kansspelen. Het HvJ besliste dat een Duitse regeling die de exploitatie van kansspelen in erkende openbare speelbanken vrijstelde van BTW, terwijl de uitoefening van kansspelen door andere marktaanbieders dan uitbaters van dergelijke speelbanken niet was vrijgesteld, in strijd is met de Zesde richtlijn 77/388/EEG.30

Wat ook niet onbelangrijk is, is dat vanaf 1 juli 2008 de opbrengst van kansspelautomaten onder het regime van de kansspelbelasting valt. De Staatssecretaris van Financiën, Jan Kees de Jager, heeft dat besloten op 26 augustus 2008.31 Exploitanten van kansspelautomaten

25 Prof. Mr. D.B. Bijl, Prof. Dr. Mariken E. van Hilten, Mr. D.G. van Vliet, Europese BTW en Nederlandse omzetbelasting, Kluwer, Deventer 2001, 3e druk, p. 244.

26 HvJ EG 11 juni 1998, nr. C- 283/95 (Fischer), VN 1998/39.43.

27 Mr. Drs. W.A.P. Nieuwenhuizen, BTW jurisprudentie van het Hof van Justitie EG, Kluwer, Deventer 2008, p.

161.

28 Mr. A. van Dongen, Mr. Dr. M.E. van Hilten, Prof. Dr. H.W.M. van Kesteren, Drs. O.L. Mobach, Mr. R. Vos, Fiscaal Commentaar, Omzetbelasting 2003, Kluwer, Deventer 2003, p. 122.

29 HvJ EG 17 februari 2005, nr. C- 453/02 en C- 462/02, VN 2005/13.14.

30 Mr. Dr. M.E. van Hilten, Prof. Dr. H.W.M. van Kesteren, fed fiscale studieserie, omzetbelasting, Kluwer,

Deventer 2007, 11e druk, p. 250.

(16)

moeten nu 29% kansspelbelasting betalen over de volledige bruto spelopbrengst van hun automaten. Opstellers van kansspelautomaten, zoals caféhouders, hoeven noch

kansspelbelasting noch BTW te betalen over hun inkomsten. De regeling gaat niet op voor behendigheidsautomaten. Een behendigheidsautomaat is een speelautomaat waarop de speler een langere speelduur kan winnen of het recht op het spelen van gratis spellen. De speler kan het spel beïnvloeden met zijn inzicht en behendigheid.

Concluderend kan er gesteld worden dat er geen heffing van BTW plaatsvindt op kansspelen. Daarbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen legale en illegale kansspelen. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen legale en illegale exploitanten. (Internet)poker is dus niet onderworpen aan BTW.

3.3 De huidige regelgeving

De plaats van een dienst werd bepaald door de EU in de Zesde BTW richtlijn 77/388/EEG. De regeling van de richtlijn is ondoorzichtig, in die zin, dat de richtlijn niet toeziet op diensten die worden verricht via de digitale weg. De opkomst van dergelijke diensten de afgelopen jaren, ging gepaard met wijzigingen van de regelgeving. Daarom gelden er tegenwoordig afwijkende regels over het verrichten van diensten en specifieker over het verrichten van internetdiensten

Op 7 mei 2002 heeft de Raad van de Europese Unie de BTW- richtlijn vastgesteld

inzake de heffing van omzetbelasting over elektronische handel; de richtlijn 2002/38/EG. De richtlijn trad in werking vanaf 1 januari 2003. In de richtlijn wordt toegelicht wat er wordt verstaan onder een internetdienst.32:

- Het langs elektronische weg leveren en onderbrengen van websites, het onderhoud op afstand van programma's en uitrustingen.

- De levering van software en de bijwerkingen.

- De levering langs elektronische weg van beelden, geschreven stukken en informatie, en de terbeschikkingstelling van databanken.

- De levering van onderwijs op afstand.

- De levering langs elektronische weg van muziek of films, van spelen, met inbegrip van kans- of gokspelen, en van uitzendingen of manifestaties op het gebied van politiek, cultuur, kunst, sport, wetenschappen of ontspanning.

Uit de bijlage van de richtlijn kan worden opgemaakt dat internetpoker onder de reikwijdte van de richtlijn valt. De levering langs de elektronische weg van kans- of gokspelen is daarmee een internetdienst en valt daarmee onder het begrip “elektronische dienst” in de zin van de Wet OB 1968.

In de BTW- richtlijn zijn de bepalingen van de richtlijn 2002/38/EG geïmplementeerd. Om duidelijkheid te verschaffen over de onderworpenheid van BTW, volgt er nu een overzicht van elektronische diensten verricht door aanbieders binnen en buiten de EU.

De hoofdregel betreffende de plaats van een dienst luidt: Als plaats van een dienst wordt aangemerkt, de plaats waar de dienstverlener de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of vaste inrichting heeft gevestigd van waaruit de dienst wordt verricht, of bij gebreke van een dergelijke zetel, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats.33

32 Bijlage 1.

33 Art. 43 BTW- richtlijn 2006/112/EC en Art 6.1 Wet OB 1968.

(17)

Daarop bestaat een tweetal uitzonderingen betreffende elektronische diensten:

- De plaats van een elektronische dienst die wordt verricht voor afnemers die buiten de EU zijn gevestigd of voor belastingplichtigen in de EU doch buiten het land waar de

dienstverlener is gevestigd, is de plaats waar de afnemer de zetel van bedrijfsuitoefening of vaste inrichting heeft, of bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats.34 Het gevolg hiervan is dat de verschuldigdheid

van de BTW wordt verlegd naar de afnemer, tenzij de dienstverlener in dezelfde lidstaat is gevestigd.35

- Wanneer een elektronische dienst wordt verricht voor een niet-belastingplichtige gevestigd in een lidstaat, door een belastingplichtige die buiten de EU is gevestigd of daar beschikt over een vaste inrichting van waaruit de dienst wordt verricht of die, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats buiten de EU heeft, is de plaats van de dienst daar waar de niet belastingplichtige gevestigd is of zijn

woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft.36

Met de uitzonderingen wordt bewerkstelligd dat elektronisch geleverde diensten onderworpen zijn aan BTW in het land van consumptie en niet in het land van waaruit de dienst wordt verricht.37

Schematisch ziet het er als volgt uit:

Afnemer Aanbieder in de EU Aanbieder buiten de EU In de EU gevestigde

ondernemer

Btw verschuldigd in de lidstaat van de afnemer (heffing verlegd naar de afnemer, tenzij de dienstverlener in dezelfde lidstaat is gevestigd)

Btw verschuldigd in de lidstaat van de afnemer (heffing verlegd naar de afnemer)

In de EU gevestigde

niet-ondernemer Btw verschuldigd in de lidstaat van aanbieder

Btw verschuldigd in de lidstaat van de afnemer

Betaling in de lidstaat van registratie (bijzondere regeling)

Buiten de EU gevestigde afnemer (ondernemers en niet-ondernemers)

Geen btw-heffing Geen btw-heffing

Bron: de Belastingdienst. (Echter is het bovenstaande schema niet meer gepubliceerd op de website van de Belastingdienst als gevolg van een renovatie van de website).

Uit het bovenstaande wordt duidelijk dat internetdiensten belastingvrij kunnen worden geëxporteerd uit de EU en dat internetdiensten aangeboden van buiten de EU onderworpen zijn aan omzetbelasting in de EU. Dat is exact wat de richtlijn 2002/38/EG beoogd had.38

Ook de Nederlandse staat heeft de aanpassingen van de richtlijn 2002/38/EG in de nationale wet geïmplementeerd.39 De Wet OB 1968 is gewijzigd op dit punt en art. 6.2d.10 Wet OB

1968 en art. 6.2f Wet OB 1968 zijn in de wet opgenomen ter verheldering van de plaats van elektronische diensten.

(18)

Wat verder van belang is, is de bijzondere regeling voor aanbieders van buiten de EU. De regeling is opgenomen in afdeling 7 van de Wet OB 1968. Aanbieders uit derdelanden dienen zich slechts in één lidstaat naar keuze te registreren om vervolgens via de

belastingadministratie van deze lidstaat te voldoen aan de fiscale verplichtingen ten aanzien van hun totale EU-omzet aan elektronische diensten. Voor dergelijke ondernemers is de aftrek van voorbelasting anders geregeld dan de hoofdregels van art. 2 jo. art. 15 Wet OB 1968 en Titel X Hoofdstuk 1 van de BTW- richtlijn betreffende aftrek van voorbelasting: het recht op aftrek ontstaat wanneer de aftrekbare BTW verschuldigd wordt, zie art. 168 BTW- richtlijn. De eventuele voorbelasting die op de elektronische diensten betrekking heeft, kan

afzonderlijk door de aanbieder buiten de EU worden teruggevraagd in de lidstaat waar deze belasting is betaald. Een dergelijke teruggaaf wordt verleend op grond van art. 1.1 van de Dertiende BTW richtlijn 86/560/EEG (hierna: Dertiende richtlijn).40 Zie ook Titel X

Hoofdstuk 1 BTW- richtlijn. 3.4 Toekomstperspectieven

De BTW- richtlijn werd gewijzigd per 1 januari 2010 m.b.t. de regeling ter bepaling van de plaats van diensten. De richtlijn 2008/8/EG (hierna: plaats van dienst richtlijn) van 12 februari 2008 heeft de huidige regelgevingen betreffende de plaats van diensten vervangen.41 De

bedoeling van de plaats van dienst richtlijn is om “tariefshoppen” tegen te gaan,

administratieve lastenverzwaringen terug te dringen en de BTW te onderwerpen aan de plaats van verbruik van de diensten. De hoofdregel van art. 43 BTW- richtlijn voor het belasten van diensten van ondernemers aan ondernemers werd gewijzigd van het oorsprongslandbeginsel naar het bestemmingslandbeginsel. Veel zal er in de praktijk hiermee niet veranderen wat betreft elektronische diensten, aangezien de heffing al op een dusdanige manier geschiedt. De verleggingsregeling werd door de plaats van dienst richtlijn, als hoofdregel vastgesteld. Dat betekent dat afnemende ondernemers zelf in hun lidstaat aangifte van BTW moeten doen. Nederland past dit systeem van verlegging al jaren toe.42

Voor diensten aan particuliere afnemers blijft de hoofdregel bestaan. Diensten zijn belast daar waar de dienstverrichter is gevestigd dan wel een vaste inrichting heeft van waaruit de dienst wordt verricht.43 Voor elektronische diensten gelden daarop de huidige uitzonderingen, zie

plaats van dienst richtlijn BTW 2008/8/EG.44

Wel zal vanaf 1 januari 2015 een één- loket- systeem worden geïntroduceerd. Het systeem heeft betrekking op elektronische diensten die worden verricht door ondernemers aan

particuliere afnemers in andere lidstaten. De BTW kan immers niet verlegd worden naar een afnemer en daarom kan door de maatregel een ondernemer via een loket van de lidstaat van vestiging aangifte doen voor alle elektronische diensten aan particuliere afnemers in andere lidstaten. Ondernemers kunnen via een portaalsite van de Belastingdienst in het land van vestiging BTW teruggaafverzoeken indienen. Voor ondernemers die buiten de EU gevestigd zijn, wordt de bestaande teruggaafregeling die gebaseerd is op de Dertiende richtlijn in stand gehouden.

40 Kamerstukken 2002-2003, 28887, nr. 3, blz. 17.

41 Mr. J. Zijlstra, Europese regelgeving omzetbelasting (BTW), Kluwer, Deventer 2009, 1e druk bijgewerkt t/m 1

januari 2009, p. 12.

42 Kamerstukken 2008-2009, 31097, nr. 3, blz. 2.

43 Art. 45, algemene bepaling, plaats van dienst richtlijn BTW 2008/8/EG. 44 Art. 58, algemene bepaling, plaats van dienst richtlijn BTW 2008/8/EG en

(19)

3.5 Problemen betreffende internetpoker 3.5.1 Onlogische regelgeving?

Voor kansspelen geldt aldus een BTW- vrijstelling die haar oorsprong vindt in jurisprudentie en richtlijnen. In de richtlijn 2002/38/EG wordt duidelijk vermeld dat kansspelen via het internet onder de reikwijdte van de richtlijn valt. Ook zijn er wijzigingen aangebracht m.b.t. het bepalen van de plaats van een elektronische dienst voor de BTW. Dan vraag ik mij af waarom er bij het vaststellen van de richtlijn 2002/38/EG, kans- en gokspelen als

elektronische dienst worden aangemerkt, terwijl kansspelen al van oudsher zijn vrijgesteld van BTW in de meeste EU lidstaten? Destijds bij het vaststellen van de vrijstelling, had men niet of nauwelijks inzicht in de opkomst van de elektronische handel. Daarmee begrijp ik wel dat wetgevers en de EU een heffingsgrondslag dienen te creëren voor een dienst, voordat men toekomt aan een vrijstelling. In mijn optiek is het voorgaande de reden dat in de richtlijn 2002/38/EG kansspelen via internet als elektronische diensten werden aangemerkt, om vervolgens de vrijstelling toe te kunnen passen op dergelijke diensten.

In de toekomst zal de vrijstelling wellicht opgeheven kunnen worden. In steeds meer EU- lidstaten en derden landen worden er vergunningen verstrekt aan bedrijven om kansspelen te exploiteren.45 Nu geldt er nog het regime van de kansspelbelasting, maar

wellicht zal in de toekomst waarbij er meer vergunninghouders zijn dan alleen overheden, het winstregime van toepassing worden op kansspelen door de toenemende concurrentie. Dan zal er ook sprake zijn van onderworpenheid aan BTW als een vergunninghouder als BTW- ondernemer wordt aangemerkt in de zin van art. 7 Wet OB 1968. Het aanbieden van

(internet)poker is een economische activiteit (illegaal of niet) die leidt tot ondernemerschap in de zin van art. 7 Wet OB 1968. Het voordeel daarvan is dat er direct een heffingsgrondslag bestaat voor de BTW (richtlijn 2002/38/EG). Derhalve zullen kansspelen via internet op gelijke manier als elektronische diensten onderworpen zijn aan BTW.

3.5.2 Kwalificatieverschillen

Het tweede probleem van de BTW- vrijstelling voor kansspelen en internetpoker is gelegen in de onduidelijke uitwerking van de vrijstelling. Wat houdt de vrijstelling precies in? Er is niets vastgesteld over specifieke transacties. In mijn telefonische gesprek met Mevrouw G.J. van Es van het Directoraat- Generaal voor Fiscale Zaken van het Ministerie van Financiën, werd mij verteld dat “Nederland een integrale vrijstelling van BTW toepast op kansspelen”.46 Hetgeen

houdt in dat de aanbieders van het kansspel over hun inkomsten die toe te rekenen zijn aan de kansspelen geen BTW verschuldigd zijn. Naar mijn mening bestaat er een kwalificatieverschil tussen de soorten inkomsten die

aanbieders van kansspelen genereren. Het gaat vooral om entreegelden of “fees”die

pokerspelers betalen aan organisatoren van pokerspelen. Dit gebeurt ook via de digitale weg wanneer pokerspelers via websites van operators als Partypoker en Pokerstars deelnemen aan toernooien. Ook in cashgames speelt dit een rol. Organisatoren claimen doorgaans provisies (rakes) tijdens een cashgame. Wat ik van mevrouw G.J. van Es begrepen heb, is dat dergelijke inkomsten aan de kansspelbelasting onderworpen zijn en vrijgesteld zijn van BTW. Ik kreeg nog een beter inzicht van de heffing over dergelijke inkomsten tijdens mijn gesprek op donderdag 1 oktober 2009 met Dhr. Rusman, directeur financiële zaken Holland Casino.

45 Persbericht De Volkskrant, “Amerikaanse online casino wetgeving op knappen?” artikel van 12 september

2009, te vinden op: http://www.vkblog.nl/blog/124951/Online_casino_spelen.

(20)

Dhr. Rusman vertelde me dat “Holland Casino inderdaad kansspelbelasting afdraagt over fees en rakes”. 47 Holland casino organiseert namelijk pokertoernooien en cashgames waarbij

dergelijke inkomsten worden ontvangen.

Ik ben van mening dat fees en rakes betaald aan de organisator van kansspelen, niet dienen onderworpen te zijn aan de kansspelbelasting. In mijn ogen is het pleitbaar dat dergelijke inkomsten geen inkomsten zijn uit kansspelen, maar een vergoeding voor een geleverde dienst. Pokerspelers dienen namelijk een betaling te verrichten voor het deelnemen aan een pokerspel. Het aanbieden van (internet)poker is een economische activiteit (illegaal of niet) die leidt tot ondernemerschap in de zin van art. 7 Wet OB 1968. Er wordt namelijk een zelfstandig bedrijf uitgeoefend, waarbij door middel van arbeid en kapitaal deelgenomen wordt aan het economisch verkeer met het oogmerk om winst te genereren. De organisator van kansspelen dient wel in concurrentie te treden met andere aanbieders. Omdat de Wet OB 1968 geen onderscheid maakt tussen legaliteit en illegaliteit wordt zondermeer aan dat vereiste voldaan. Dit zowel op nationaal niveau als op internationaal niveau. De vrijstelling dient dus naar mijn mening doeltreffender gekwalificeerd te worden.

3.5.3 Aftrekbeperkingen

De aftrekbeperking van BTW heeft belangrijke effecten. Door de vrijstelling kan de

organisator de voorbelasting die drukt op de investeringen die zijn verricht voor het verlenen van kansspelen, niet in aftrek brengen, zie art. 16.1 Wet OB 1968. Mocht een organisator ook een belaste omzet hebben, dan kan de voorbelasting betreffende de belaste omzet wel in aftrek worden gebracht. De BTW die niet direct en uitsluitend aan een vrijgestelde of belaste omzet is toe te rekenen, komt op basis van een sleutel in aanmerking voor de aftrek. De sleutel wordt bepaald door de verhouding belaste/ vrijgestelde omzet.

De vrijstelling heeft verder andere gevolgen. Een zeer ingrijpend gevolg kan zich voordoen bij de huur van een pand door een organisator van kansspelen. Om te kunnen opteren voor een belaste verhuur, moet de organisator het pand voor minimaal 90% gebruiken voor de belaste omzet.48 Daar ondernemers, zoals Holland Casino, niet vaak aan dat vereiste voldoen, kan het

pand niet belast gehuurd worden. De optie voor belaste verhuur is in het algemeen voordelig voor de verhuurder en de huurder. Als de verhuurder het pand met BTW heeft aangeschaft, kan de verhuurder door de optie de bij aanschaf betaalde BTW in aftrek brengen. Dat geldt ook voor de BTW op het onderhoud en andere kosten die met de exploitatie van het pand samenhangen. De verhuurder hoeft die BTW dus niet in de huurprijs door te berekenen. Omdat de huurder de aan hem in rekening gebrachte BTW (vrijwel) volledig in aftrek kan brengen, heeft ook hij van de optie (nagenoeg) nooit nadeel. Het één en ander geldt ook voor de koop van onroerend goed. De koop van onroerend goed is in beginsel vrijgesteld van BTW. De koper en verkoper kunnen opteren voor een belaste levering als de koper de onroerende zaak voor minimaal 90% gebruikt voor de belaste omzet.49 Aangezien de

vrijstelling voor kansspelen tot gevolg heeft dat normaliter niet aan het 90% vereiste wordt voldaan, kan er niet opteert worden voor een belaste levering.

Ook de herzieningsregeling speelt een rol.50 De vrijstelling van kansspelen zorgt ervoor dat de

verhouding belaste/ vrijgestelde omzet jaarlijks kan schommelen. Elk jaar moet de ondernemer beoordelen of de verhouding tussen belast en vrijgesteld gebruik in dat jaar hetzelfde is geweest als in het boekjaar waarin een (on)roerende zaak in gebruik is genomen.

47 Bijlage 3.

48 Art. 11.1b.5 Wet OB 1968. 49 Art. 11.1a.2 Wet OB 1968.

(21)

Voor roerende zaken geldt een herzieningstermijn van 4 jaar na het jaar van ingebruikneming en voor onroerende zaken geldt een herzieningstermijn van 9 jaar na het jaar van

ingebruikneming. Als de verhouding belaste/ vrijgestelde omzet is gewijzigd dient dus elk jaar herzien te worden. Voor roerende zaken betreft het 20% van de voorbelasting en voor onroerende zaken is dat 10%. De vrijstelling kan het gebruik van zaken wijzigen, met als gevolg dat de voorbelasting gecorrigeerd dient te worden. De herziening blijft achterwege als de correctie niet meer dan 10% respectievelijk 20% bedraagt van de in aftrek gebrachte

belasting.

3.6 Conclusie

Elektronische diensten kennen specifieke regels die opgenomen zijn in de Wet OB 1968. De levering langs elektronische weg van kansspelen valt onder het begrip elektronische dienst op basis van de richtlijn 2002/38/EG. Ondanks de regelgeving betreffende elektronische

diensten, zijn kansspelen vrijgesteld van BTW. De vrijstelling van BTW veroorzaakt de nodige problemen. Echter zijn het voornamelijk theoretische problemen, aangezien er in de praktijk niet veel BTW- ondernemers bestaan die kansspelactiviteiten ontplooien.

(22)

Hoofdstuk 4:

De winstbelasting

4.1 Inleiding

De winstbelasting is tegenwoordig een belasting die geheven wordt over resultaten betreffende kansspelen indien kansspelen als activiteit in een onderneming zitten. Er kan zowel sprake zijn van een onderworpenheid aan de vennootschapsbelasting als een onderworpenheid aan de inkomstenbelasting. Een eventueel vraagstuk is of de huidige wetsystematiek wel rechtmatig is. Dat zal ik onderzoeken in dit hoofdstuk.

4.2 De vennootschapsbelasting 4.2.1 De huidige regelgeving

In het geval van een BV/NV, of ieder ander belastingplichtig lichaam op grond van art. 2 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Vpb 1969), horen de prijzen uit kansspelen tot de winst van de belastingplichtige. Voor de winstberekening worden de bestanddelen waarop er kansspelbelasting is ingehouden op brutobasis tot de winst van het Vpb- lichaam gerekend. De inleg en andere kosten betreffende de deelname zijn aftrekbaar van de winst. De naar prijzen van kansspelen geheven kansspelbelasting is niet aftrekbaar op grond van art. 10.1f Wet Vpb 1969. De kansspelbelasting kan als voorheffing worden verrekend o.g.v. art. 25.1 Wet Vpb 1969. 51 Er kan ook sprake zijn van een belastingplichtige die deelneemt aan

buitenlandse kansspelen. Wordt er in het buitenland een soortgelijke belasting geheven, dan is de betaalde belasting wel aftrekbaar van de Nederlandse winst.52

In het geval de organisator van een binnenlands casinospel, een binnenlands internetkansspel of een exploitant van geplaatste kansspelautomaten, een belastingplichtig lichaam is op grond van art. 2 Wet Vpb 1969, is de organisator zelf belastingplichtig voor de kansspelbelasting (zie art. 1 KSB). Dit betekent dat de door hem verschuldigde kansspelbelasting niet kan worden verrekend als voorheffing met de Vpb o.g.v. art. 25.1a Wet Vpb 1969, omdat de kansspelbelasting niet naar een prijs wordt geheven, maar naar het verschil tussen de in een tijdvak ontvangen inzetten en uitgekeerde prijzen. Om diezelfde reden kan de verschuldigde kansspelbelasting wel als aftrekbare kostenpost in de Vpb worden opgevoerd, en is dus niet in aftrek beperkt door art. 10.1f Wet Vpb 1969.53

De bedoeling van de wetgever is mij wel duidelijk doordat er voor de KSB een differentiële heffingssystematiek van toepassing is in beide situaties. De voorheffing is alleen zeer gunstig t.o.v. een aftrekpost voor de vennootschapsbelasting, omdat de prijzen worden belast met 25,5% Vpb en vervolgens de Vpb verrekend wordt met 29% KSB. Ik zal een voorbeeld demonstreren:

Prijzen uit kansspelen behorende tot de winst van de belastingplichtige:

(Ik negeer voor de eenvoud een mogelijke vrijstelling, omdat dat een gering bedrag betreft). Prijs uit kansspelen 300000/ inleg 100000. Winst Vpb 300000 - 100000 + 87000 KSB onttrekking = 287000 * 25,5% = 72000 – 87000 voorheffing KSB (300000 * 29%) = 0 Vpb. Totaal aan belastingen: 0 Vpb + 87000 KSB = 87000.

51 Prof. Dr. P.H.J. Essers, Dr. S.H. Stevens, Mr. J. Gooijer, Mr. R. Hamers, Mr. Drs. J.J.E. Hoefnagel, Mr. B.A.A

Huiskes, Mr. S. Jankie, Mr. J.B. Telting, Drs. W.G. van Vliet, Venootschapsbelasting, fiscaal commentaar, Kluwer, Deventer 2008, p. 279.

(23)

Prijs uit kansspelen 400000/ inleg 50000. Winst Vpb 400000 – 50000 + 116000 KSB onttrekking = 466000 * 25,5 % = 119000 – 116000 voorheffing KSB (400000 * 29%) = 3000 VPB. Totaal aan belastingen: 3000 Vpb + 116000 KSB = 119000

Prijs uit kansspelen 400000/ inleg 100000. Winst Vpb 400000 - 100000 + 116000 KSB onttrekking = 416000 * 25,5% = 106000 – 116000 voorheffing KSB (400000 * 29%) = 0 Vpb. Totaal aan belastingen: 0 Vpb + 116000 KSB = 116000

Prijs uit kansspelen 600000/ inleg 100000: Winst Vpb 600000 onttrekking - 100000 onttrekking + 174000 KSB onttrekking = 674000 * 25,5 %= 172000 – 174000 voorheffing KSB (600000* 29%) = 0 Vpb. Totaal aan belastingen: 0 Vpb + 174000 KSB = 174000

Verschil tussen de ontvangen inzetten en uitgekeerde prijzen in het geval de belastingplichtige een binnenlands casinospel organiseert:

Positief verschil kansspelactiviteiten 300000 – 100000 = 200000. Winst Vpb 200000 – 58000 KSB (300000 ontvangen – 100000 uitgekeerd = 200000 * 29%, art 10.1f Vpb) = 142 000* 25,5% = 36210 Vpb. Totaal aan belastingen: 36210 Vpb + 58000 KSB = 94210

Positief verschil kansspelactiviteiten 400000 – 100000 = 300000. Winst Vpb 300000 – 87000 KSB(400000 ontvangen – 100000 uitgekeerd = 300000 * 29%) = 213000 * 25,5 % = 54300 Vpb. Totaal aan belastingen: 54300 Vpb + 87000 KSB = 141300

Positief verschil kansspelactiviteiten 600000 – 100000 = 500000. Winst Vpb 500000 – 145000 KSB (600000 ontvangen – 100000 uitgekeerd = 500000 * 29%) = 355000 * 25,5% = 90500 Vpb. Totaal aan belastingen: 90500 Vpb + 145000 KSB = 235500

Uit het voorbeeld wordt duidelijk dat de Vpb- schuld van een organisator van kansspelen die belastingplichtig is voor de KSB steeds meer toeneemt naarmate de winsten uit

kansspelactiviteiten toenemen. De aftrekpost beperkt de Vpb- schuld nog enigszins. Uiteindelijk loopt de verschuldigde kansspelbelasting ook steeds meer op. Voor de belastingplichtige die recht heeft op prijzen uit kansspelen drukt er nauwelijks Vpb op de belastingplichtige, omdat de prijzen worden belast tegen 25,5% Vpb en vervolgens worden verrekend met de kansspelbelasting waarop een tarief van 29% wordt toegepast. Wanneer een Vpb- lichaam aldus organisator is van een binnenlands casinospel, een binnenlands

internetkansspel en bij in Nederland geplaatste kansspelautomaten, is de heffingssystematiek ongunstiger betreffende de vennootschapsbelasting.

4.2.2 Mogelijke knelpunten en conclusie

Groot vraagstuk kan zijn of de huidige regelgeving betreffende kansspelen en de

vennootschapsbelasting correct is. Holland Casino heeft als enige het recht om casinospelen te organiseren en wanneer er een internetproef komt zal slechts Holland Casino daarvoor in beginsel een vergunning krijgen. Holland Casino is echter een stichting zonder Vpb- belastingplicht. Ik zal dit nader toelichten: Een stichting is subjectief belastingplichtig ingevolge art. 2.1e Wet Vpb 1969, indien en voor zover zij een onderneming drijft.54

Ingevolge art. 4 Wet Vpb 1969 is een stichting ook belastingplichtig indien zij in concurrentie treedt met andere ondernemingen. Het behoeft nauwelijks betoog dat (Stichting) Holland Casino een onderneming drijft en dus in beginsel over haar winst vennootschapsbelasting is verschuldigd. Holland Casino staat echter onder overheidstoezicht. Haar voorzitter en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

’n Verdere belangrike aspek van Cloete se gedig is die metatekstuele gegewe – die duidelike spore van ’n.. kunsbeskouing wat daarin gevind kan word. In hierdie opsig

The appellate court held that Naruto had standing under article III of the US Constitution because the case shows the existence of a controversy based on the

Of the 36 types of insertions and deletions identified, type  1 (a 52-base pair deletion) and type 2 (a 5-base pair insertion) mutations account for >80% of CALR mutations.. [7]

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

De Staatssecretaris stelt in zijn antwoord op de kamervragen: 'Ter vermijding van misver­ standen zal de Belastingdienst er nog expliciet op worden gewezen dat dit laatste

Bij de eerste geslachtslijst in de Bijbel, in Genesis 5, wordt een strakke lijn gevolgd: van elke generatie wordt in drie regels verteld hoe de stamvader van die generatie

Weliswaar waren onze kinderen natuurlijk een grandioze gift aan de samenleving, was ons inkomen in die tijd bepaald niet wat het nu is en waren we toen allebei nog stevig links,

to the fate of PAHs. This is studied with the help of the sediments and by looking at the effect of slope position on PAH levels. Finally, question 4) How are addition