Havo 5 Hoofdstuk 9 Toets A CONCEPT
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 3
Opgave 1
Als een gedeelte van de zeebodem door een aardverschuiving plotseling omhoog komt, wordt het zeewater erboven omhoog geduwd waardoor een
‘waterberg’ aan het oppervlak ontstaat. Deze waterberg is meestal niet hoog, maar kan in de lengte en de breedte grote afmetingen hebben.
Een tsunami-golf verliest weinig aan hoogte als hij een grote afstand aflegt.
Figuur 1a laat zien hoe de waterberg zich naar rechts (en naar links) verplaatst als een golfberg. Voor de snelheid waarmee dat gebeurt, geldt:
v= g d⋅
g is de valversnelling in m/s2.
d de diepte van de zee in m.
In figuur 1b en 1c nadert de waterberg de kust, waarbij Figuur 1 de diepte van de zee kleiner wordt.
Er treden hierbij twee effecten op: de waterberg wordt smaller en de waterberg wordt hoger.
1 3p Geef voor beide effecten een natuurkundige verklaring.
De gevolgen van een tsunami kunnen aan de kust desastreus zijn.
Men zoekt dan ook naar manieren om de bevolking van gebieden in de gevarenzone vroegtijdig te waarschuwen. Eén manier werkt als volgt. Een aardverschuiving van de zeebodem veroorzaakt schokgolven door de aardkorst waarvan de voortplantingssnelheid het dubbele is van de
voortplantingssnelheid van geluid in steen. Omdat deze snelheid groter is dan de snelheid van de waterberg, bereikt de schokgolf de kust eerder dan de tsunami. Stel dat een aardverschuiving plaatsvindt op 2500 km van een meetpunt aan de kust en dat de zee een diepte heeft van 3,0 km.
2 4p Bereken het tijdsverschil tussen het waarnemen van de schokgolf en de komst van de tsunami.
In werkelijkheid verloopt het ontstaan van een tsunami vaak complexer dan in figuur 1 is
weergegeven. De aardverschuiving vindt meestal in meerdere stappen plaats en soms komen ook verzakkingen van de zeebodem voor. De golf die bij de kust aankomt, is dan ook meestal
uitgebreider en kan bestaan uit meerdere golfbergen en golfdalen.
Figuur 2 geeft een registratie van de waargenomen diepte van de zee onder een schip vlak voor de kust van Phuket (Thailand) bij de tsunami van 2004.
Figuur 2
3 2p Leg uit met behulp van figuur 2 dat bij Phuket eerst een golfdal arriveerde.
De golflengte van de tsunami bepaalt mede hoe hevig de kust wordt getroffen.
4 3p Bepaal met behulp van figuur 2 de golflengte van de tsunami-golven vlak voor de kust van Phuket.
Havo 5 Hoofdstuk 9 Toets A CONCEPT
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2 van 3
Opgave 2
Een springdrum is een muziekinstrument. Een springdrum bestaat uit drie delen: een holle koker, een vel en een lange spiraalveer. Zie figuur 4.
Door de koker met de hand te schudden geeft de springdrum geluid.
Sandra wil graag meer te weten komen over de werking van de springdrum. Ze start haar
onderzoek door het geluid van het instrument vast te leggen met een microfoon en een computer.
Dit levert het trillingsdiagram uit figuur 3 op.
Figuur 3
Figuur 4
5 3p Toon aan dat de grondfrequentie van dit geluid 3,0·102 Hz is.
In de veer ontstaan meerdere transversale en longitudinale golven overeenkomend met de grondtoon en een aantal boventonen. Je mag aannemen dat de veer bij het vel niet trilt. Dus daar zit een knoop. Eén van de boventonen van de longitudinale golven in de veer komt overeen met de grondtoon van 300 Hz van de luchtkolom in de koker.
6 2p Is een longitudinale golf in de veer van de springdrum de op- en neergaande beweging of de heen- en weergaande beweging? Licht je antwoord toe.
Voor de golfsnelheid vL van een longitudinale golf in een veer geldt:
L
v C
= ⋅l m
ℓ is de lengte van de veer in m.
C de veerconstante in N/m.
m de massa van de veer in kg.
7 3p Leid af dat de eenheid aan de rechterkant van de formule gelijk is aan m/s.
De boventonen zijn veelvouden van de grondtoon, maar alleen de oneven veelvouden zijn mogelijk. Er geldt: l=
(
2n−1)
⋅14λ met n = 1, 2, 3…De veer heeft een massa van 15 g en is 46 cm lang en heeft een veerconstante van 128 N/m.
Als de springdrum de grondtoon laat horen, is de bijbehorende golflengte van de longitudinale golf in de veer gelijk aan 14,2 cm.
8 2p Toon dit aan.
9 2p Bereken welke boventoon van de longitudinale golf overeenkomt met de grondtoon van de drum.
Havo 5 Hoofdstuk 9 Toets A CONCEPT
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 3 van 3
Opgave 3
Voor mobiele telefonie is de GSM-standaard ingevoerd. In Nederland wordt gebruik gemaakt van de 1800 MHz band. Je kunt informatie aan de draaggolf toevoegen door amplitudemodulatie (AM) of door frequentiemodulatie (FM).
10 2p Met welke methode is de informatie bij GSM aan de draaggolf toegevoegd? Licht je antwoord toe.
De 1800 MHz band bestaat eigenlijk uit twee banden, één band lopend van 1710 tot 1785 MHz, en één band van 1805 tot 1880 MHz.
11 2p Leg uit waarom er twee kanalen nodig zijn.