• No results found

Over wijze en dwaze mensen - Matteüs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Over wijze en dwaze mensen - Matteüs"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Over wijze en dwaze mensen - Matteüs 25.1-13

1. Een parabel

Bij het leren gebruikte Jezus vaak ‘parabels’ of

‘gelijkenissen’.

Paraballo: “vergelijking tussen twee objecten”.

Het hebreeuwse Masjal betekent: spreuk, gelij- kenis, een zinspeling, een raadsel. Afgeleid van de stam: ‘zijn als’: het is als met, het gelijkt op.

In een bijbelse parabel wordt de diepere bete- kenis meestal niet uitgesproken, maar is impliciet aanwezig.

- Er worden beelden gebruikt die vertrouwd zijn (zaaier, mosterdzaad, visnet, desem, bruilofts- feest, wijngaard…) en die helpen om de aandacht te trekken, de aandacht vast te houden, het onderricht te memoriseren, maar die ook altijd iets verrassends inhouden en aansporen tot zoeken en nadenken - Parabels in het evangelie gaan heel vaak

over het ‘Koninkrijk van God’ en vestigen de aandacht op concrete houdingen (zaad dat

ontkiemt in goede grond; vrucht dragen; blijdschap en engagement…)

- De verleiding is groot om te proberen alle mogelijke details om te zetten. Dit is echter niet mogelijk. Elk beeld heeft immers zijn beperkingen. Veel belangrijker is het om op zoek te gaan naar de centrale boodschap.

- Natuurlijk moet rekening gehouden worden met de historische en culturele context.

De functie van een parabel wordt goed geïllustreerd door de parabel die de profeet Natan vertelt aan koning David, na diens overspel met Batseba en de moord op haar man (2 Samuel 12.1-15) : “Die man, dat ben jij !” ¦ ogen openen

2. Eerste indrukken

Meestal wordt de parabel uit Matteüs 25 ge- bruikt als waarschuwing in het kader van de eschatologie (einde van de wereld): Je moet klaar zijn voor Jezus’ wederkomst! De vraag is echter wat dit betekent: op uitkijk staan? Op de loer liggen om geen enkel ‘teken van de eindtijd’ te missen? Berekeningen maken om niet verrast te worden door de wederkomst?

De sfeer is somber en zwaar en boezemt veel lezers schrik aan: wijs en dwaas / binnen gaan of buiten blijven staan…

Milieus die erg gericht zijn op de gebeurtenissen van het einde zetten dit nog extra in de verf: je moet klaar zijn, en zeker niet inslapen… of je mist je kans!

Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en eropuit trokken, de bruidegom

tegemoet. 2 Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. 3 De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen extra olie. 4 De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich. 5 Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en

dommelden ze in. 6 Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” 7 Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde. 8 De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” 9 De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.” 10 Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. 11 Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!” 12 Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.” 13 Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt.

(2)

De grote vraag is natuurlijk wat nu eigenlijk het probleem was:

§§ Wie is wijs, wie is dwaas?

§§ Wat betekent klaar zijn of niet klaar zijn ?

§§ Gaat het om slapen of niet slapen ?

§§ Een olievoorraad hebben of niet (maar wat is dat concreet?)

3. Inzoomen

Over een aantal elementen in de parabel kan makkelijk een en ander gezegd worden…

<

< Koninkrijk der hemelen (of: van God):

§§ Dat is het thema van heel veel para-

bels: de zaaier (het evangeliewoord opnemen zodat het vrucht kan dragen), zuurdesem (werkzaam), onkruid niet uitrukken, schuld kwijtschelden. Steeds weer worden concrete, praktische levensaspecten toegelicht.

§§ Van bij het begin gaf Jezus aan dat hij belangrijke dingen te vertellen heeft over het Koninkrijk:

“Jezus begon te verkondigen: Bekeer u, want het koninkrijk der hemelen is dichtbij !” - Mat. 4.17 Vrome Joden spraken de Godsnaam niet graag uit, en gebruikten vervangwoorden. ‘Hemel’

is hier een van. Het gaat dus wel degelijk over het Koninkrijk van God, de wereld zoals God hem als schepper droomde en nog steeds droomt!

§§ In de redevoeringen in het Matteüsevangelie gaat het ook al over het Koninkrijk. Zo lees je in de bergrede (Matteüs 5-7) over de mentaliteit, de principes van het Koninkrijk. Hoofdstuk 23 handelt dan weer over de tegenovergestelde houding, wat niet past in het Koninkrijk.

< < Bruiloft: De basisidee is feest! Jezus heeft het over iets wat echt

wel de moeite waard is. Ook in andere parabels is dat vaak het geval (graan dat overvloedig vrucht opbrengt, een schat, een parel, een wijngaard…). Sommigen denken hierbij onmid- dellijk aan een ‘feest in de hemel of het paradijs’, terwijl Jezus vaker sprak over een leven gekruid door het evangelie. (cf. wat Jezus zegt over blijdschap versus triest vasten in Matteüs 9.14-17))

<

< Tien meisjes en een bruidegom :

De bruidegom werd begeleid door fakkeldragende vrienden,

op weg naar het huis van zijn aanstaande bruid. De bruidsmeisjes (vriendinnen van de bruid) verlichtten het huis van de bruid en ook de nabije omgeving. Dit was een voorrecht en tegelijkertijd een verantwoordelijkheid.

¦ Psalm 45.15 is een mooie illustratie van dit gebruik.

Merk op dat de bruid niet vermeld wordt. Dit geeft al aan dat je niet noodzakelijk elk detail van een beeld moet gaan omzetten.

<< Wijs en dwaas...

Alles draait rond de lamp en reserveolie… Olie vergeten is flagrant in het oosten... De meisjes zijn er om te zorgen dat er licht is, dat is hun taak! Het gaat dus om iets wat absoluut normaal zou moeten zijn! Dit wordt bevestigd door het toch wel strenge verdict. Wat fout liep moet dus in werkelijkheid te maken hebben met iets dat belangrijk is, en niet met een of ander rand- gebeuren. Merk ook op dat de olie niet mededeelbaar is…

<

< Wachten door het uitblijven is ook een basisgegeven. Let wel: het gaat niet om het al of niet slaperig zijn en inslapen... Slapen doen ze alle tien! Een toch enigszins geruststellende gedach- te in een context (religie) waar je soms de indruk hebt dat het nooit genoeg is. Rust mag!

<< Wees dus waakzaam, want je weet niet op welke dag of tijdstip hij komt… Zelfs de 5 wijze meisjes zijn uiteindelijk verrast.

“Baf, met een enorme klap is de deur dicht. Zij die gereed waren, gingen met hem de bruiloftszaal bi- nnen, en de deur werd gesloten.

Dit afschuwelijke beeld blijft hangen bij het lezen van het evangelieverhaal. Zal het bij God en zijn koninkrijk echt zo zijn dat de ene helft buiten wacht, terwijl de andere helft binnen feest viert? Het staat er wel en dat stoort me aan dit verhaal: Waarom zet de bruidegom de deur niet open? Kan toch gebeu- ren, olie vergeten foutje, oeps, sorry hoor!”

(gelezen op het internet)

(3)

4. Context

<< De parabel maakt deel uit van een redevoering:

24.3 Jezus antwoordt op een vraag 26.1 Toen Jezus al deze woorden beëindigd had…

<

< De aanleiding vind je bij het begin van hoofdstuk 24 : “Kijk Heer, de tempel !” Wat een pracht, wat een stenen!

Jezus is zopas in aanvaring gekomen met de schriftgeleerden en Farizeeën en spreekt een hele redevoering uit : wee u ! Jammer toch! ¦ Veel uiterlijk vertoon (gebeden en vasten), traditie, regels en wetten, tienden maar geen hart… Direct hierop volgt een weeklacht over Jeruzalem.

è Dit moet hard aangekomen zijn bij de discipelen; zij zijn immers Joden in hart en nieren! Je krijgt de indruk dat ze nood hebben aan iets positiefs, en dat vinden ze bij de tempel: “Kijk de tempel… goed hé” Jezus’ antwoord is echter ontnuchterend:

Geen steen zal op de ander blijven staan.” Voor een vrome Jood was dit het einde van de wereld! Vandaar de vraag van de discipelen: wanneer komt het einde?

<< De redevoering maakt deel uit van een sequentie die begint na Jezus’ intocht in Jeruzalem op Palmzondag. De tijd dringt en de spanning stijgt (vijandigheid vanwege de religieuze leiders).

Het is Jezus’ laatste week met zijn discipelen, die zijn werk zullen moeten voortzetten. Er rest bijgevolg niet veel tijd meer. Je kunt je er dus aan verwachten dat Jezus de nadruk zal leggen op wat hem echt bezighoudt…

Bij Matteüs volgen een aantal gebeurtenissen en uitspraken elkaar op:

® Reiniging van de tempel. De tempel was bedoeld als samenkomst en gebedshuis voor alle volken. In realiteit was hij ontaard in een indrukwekkend statussymbool, dat de overheersing van de priesterklasse en de uitsluiting

van niet Joden extra in de verf zette. Jezus citeert enkele verzen uit het beruchte hoofdstuk 7 van Jeremia, een redevoering tegen het schijnheilig gedoe in en rond de tempel.

® Een vijgenboom wordt vervloekt en verdort uiteindelijk. De tekst heeft het over een vijgen- boom die mooi en veelbelovend is van ver, maar ontgoochelend van dichtbij omdat hij geen vrucht draagt.

® Gelijkenis van 2 zonen die werken in de wijngaard (21.28-32): de een wekt de schijn om te doen wat de vader vraagt, maar doet het niet. Van de ander denk je: dat is geen goede zoon, maar uiteindelijk is hij het die wél in de wijngaard gaat werken zoals de vader vraagt.

® Gelijkenis van de onrechtvaardige pachters: ook hier is er een probleem met het opbrengen van vruchten. De parabel eindigt somber: na de dienaren wordt ook de zoon gedood.

® Het grote gebod: aan een schriftgeleerde die komt vragen naar het be-

langrijkste gebod, wijst Jezus op het liefhebben van God en je naaste als jezelf. In het Marcusevangelie besluit die schriftgeleerde heel verrassend: God liefhebben en ook je naaste is meer dan alle offers! En Jezus reageert: Jij bent niet ver van het Koninkrijk!

® Rede tegen schriftgeleerden: Wee u ! zegt Jezus. Hiermee geeft hij aan hoe bijzonder jammer hun manier van leven is: stipt en ostentatief alle regeltjes volgen (en vooral:

opleggen), maar het belangrijkste verwaarlozen: recht, barmhartigheid en trouw.

In deze sequentie is er keer op keer sprake van het belang van ‘vrucht dragen’, ‘geen woorden maar daden’, ‘goed bezig zijn’. Godsdienst kan helaas een mooie maar lege doos blijken te zijn, en dat is wat Jezus absoluut wil proberen te voorkomen met de beweging die hij begonnen was en die zijn discipelen binnenkort zouden moeten voortzetten!

In het Johannesevangelie is het bijzonder duidelijk wat Jezus’

grote bezorgdheid was kort voor zijn vertrek:

§§ "Een nieuw gebod geef ik u:

Heb elkaar lief…"

§§ "Hieraan zullen de mensen zien dat jullie mijn discipelen bent: als je elkaar liefhebt !"

vrucht dragen !

(4)

5. Een redevoering met dringende boodschap

Vóór

Juist vóór de parabel van de 10 bruidsmeisjes kun je de redevoering lezen die meestal als titel meekrijgt ‘Rede over de laatste dingen’ of ‘De tijd van het einde’ (Matteüs 24). In werkelijkheid gaat het in de eerste plaats over de val van Jeruzalem in het jaar 70 (en voor Joden was dat ook het einde) en een projectie in de tijd die daarop zo volgen. Wanneer Jezus het dan heeft over moeilijke tijden (met oorlogen, hongersnoden en andere rampen), over een maatschappij waar mensen leven als in de tijd van Noach (Genesis 6.5 is een interpellerend vers hieromtrent!)… dan besef je dat in elke tijd de boodschap van het Koninkrijk (en vooral de diepe verandering die ze teweegbrengt) van levensbelang is.

Het afsluitend verhaal is trouwens heel erg expliciet (kadertje hiernaast):

§§ Jezus laat er geen twijfel over bestaan: zelfs al ben je ‘wijs’, dan nog komt het einde als een verrassing.

§§ Een ‘wijze’ dienaar is niet iemand die voortdurend op de uitkijk staat, maar iemand die ‘goed bezig’ is. Let trouwens op het tegenovergestelde van een wijze dienaar: huichelaar (die niet is, wat hij voorgeeft te zijn).

Na

Na de parabel over de tien meisjes vertelt Jezus de gelijkenis van de talenten (1 talent is ongeveer 34 kg

goud of zilver ¦ wijst op overvloed) (Mt 25.14…). ¦ Het belangrijkste is niet af te meten hoeveel je hebt (bezit, talenten, mogelijkheden, kennis…), maar wat je er mee doet. Positief actief zijn, nuttig zijn, niet ‘iets hebben’, wel doén! Of wat Jezus ook al aangaf in zijn eerste redevoering op de berg: gij zijt het zout der aarde en het licht der wereld, doe daar wat mee ! Als slot van de redevoering vertelt Jezus een oordeelscène (Matteüs 25.31-46). De scheidingslijn tussen ‘goeden’ en ‘slechten’ situeert zich niet in leerstellingen, geloofspunten, rites en rituelen.

Waar het op aankomt is wat je al of niet hebt gedaan. “Wat je aan de minste van mijn broeders hebt gedaan, dat heb je aan mij gedaan. Kom binnen in het Koninkrijk, gezegenden des Vaders.”

6. Over wijzen en dwazen, binnengaan of buiten blijven staan…

‘Wijsheid’ was een belangrijk gegeven in het oude Israël. Het begrip ‘HOKMA’ wees op gezond verstand en praktische levenswijsheid. Dit komt heel duidelijk naar voor in de oude wijsheids- literatuur (zoals in het boek Spreuken; Prediker; zie ook het boek Wijsheid van Salomo op de laatste bladzijde).

§§ Mt. 24.45 – de wijze dienaar is hij die goed handelt

§§ Matteüs 7.24-27, aan het slot van de bergrede: de wijze man is hij die Jezus’ woorden hoort en ze ook doet; de dwaas is hij die hoort maar niet doet…

Ook het beeld van de gesloten deur met de uitroep “Ik ken u niet...” was niet ongewoon.

§§ Mt 7.17- 23 : niet wie zegt ‘Here Here’, maar wie de wil doet van de Vader (of ook: wie vrucht draagt!) komt binnen. De buitenblijvers (van wie gezegd wordt: Ik heb u nooit gekend) worden hier ‘werkers der wetteloosheid’ genoemd.

36 Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het. 37 Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn wanneer de Mensenzoon komt. … 42 Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. 43 Besef wel: als de heer des huizes had geweten in welk deel van de nacht de dief zou komen, dan zou hij wakker gebleven zijn en niet in zijn huis hebben laten inbreken. 44 Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.

45 Wie is die betrouwbare en verstandige dienaar die de heer heeft aangesteld over zijn huispersoneel om hun op tijd te eten te geven?

46 Gelukkig de dienaar die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. 47 Ik verzeker jullie: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. 48 Slecht is echter de dienaar die bij zichzelf zegt: Mijn heer blijft voorlopig nog weg, 49 en die zijn mededienaren begint te slaan en het met dronkaards op een slempen zet. 50 Dan zal de heer van die dienaar komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een tijdstip dat hij niet kent, 51 en hij zal hem straffen met zijn zwaard en hem het lot van de huichelaars laten ondergaan; daar zal hij met hen jammeren en knarsetanden. (Matteüs 24)

(5)

§§ Lucas 13.25-27 “Als de heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen: “Heer, doe open voor ons!”, dan zal hij antwoorden: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan?”

Jullie zullen zeggen: “We hebben in uw bijzijn gegeten en gedronken en u hebt in onze straten onderricht gegeven.” Maar hij zal tegen jullie zeggen: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? Weg met jullie, rechtsverkrachters!””

De hele context van de parabel over de wijze en dwaze bruidsmeisjes is overduidelijk. Wat baat een mooie tempel, als die verworden is tot een symbool van trots en elitair religieus denken. Wat baat een mooie vijgenboom (van ver) als er geen vruchten zijn? Wat baat het ‘ja te zeggen’, als je niet tot daden overgaat? Wat baten talenten als er niets mee gebeurt?

Wat baat een lamp, hoe mooi ook, als ze geen licht geeft?

Lampen zonder reserveolie... Olie vergeten is flagrant in het oosten. Het Griekse woord duidt

op olijfolie. Kostbare olijfolie was overal voor nodig: voor licht, voor de bereiding en op smaak brengen van voedsel, om leder te beschermen, om wonden te verzachten, om te zalven…

Het was ook een teken van rijkdom, zegen, vreugde, feest (Ps 23, Hebreeën 1.9, Ps 45.8).

In christelijke middens wordt ook vaak verwezen naar de heilige geest. Dit beeld komt uit het boek van de profeet Zacharia (hoofdstuk 4), waar sprake is van

een lamp met oliereserves. In het vers 6 wordt dan gesteld: ‘Niet door kracht of door geweld,maar door mijn Geest, zegt de Here der heerscharen.’

Misschien is het nuttig om in dit kader ook Paulus te citeren: “De vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft.” (Galaten 5.23)

Besluit

Het accent ligt bij Jezus duidelijk op het handelen in de ‘tussentijd’. Handelen met 'wijsheid'.

Actief en concreet. Het is niet de bedoeling om met een lamp te staan pronken die, als het er op aan komt, geen licht geeft. De parabel wijst op het contrast tussen nuttig zijn of nutteloos, schitteren aan de buitenkant of echt van nut en dienstbaar zijn, toegewijd of achteloos.

Weet wie je bent, wat je bent, wat je taak is... en ga er dan voor ! Geef licht. Draag vrucht.

P.S. Soms zijn lezers geschokt door de weigering van de vijf wijze meisjes om hun olie te delen met de vijf minder fortuinlijke. Leert Jezus niet dat delen belangrijk is? Niemand kan echter handelen in de plaats van een ander. Ook moet je niet wachten om goed te zijn en goed te doen. Ieder is persoonlijk verantwoordelijk… hier en nù.

En toch zit die weigering van die meisjes ons vaak niet lekker. Maar misschien rekende Jezus wel op dat ongemakkelijke gevoel. Misschien wilde hij juist bekomen dat we er zouden over nadenken, en het vaste besluit zouden nemen om echt àlles te doen wat we kunnen om te voorkomen dat onze naaste ‘uit de boot’ valt (of: voor de deur blijft staan…).

Wanneer je het woordje ‘wijs’ in de parabel van de wijze en dwaze maagden (Mat. 25) gaat opzoeken in de Griekse concordantie (phroni- mos, code 5429), dan stel je vast dat het maar 7x voorkomt in het Matteüsevangelie en 14x in het hele Nieuwe Testament. De context van het ge- bruik van ‘wijs’ in Matteüs geeft duidelijk aan dat het gaat om een ‘doen’, een manier van leven!

Ook interessant: het woord 'moros' (dwaas) ligt ook aan de basis van het woord 'moraino' (zout dat zijn smaak verliest -Mt 5.13)

(6)

Wijsheid 9

1 ‘God van mijn voorouders, barmhartige Heer. U hebt door uw woord alles geschapen. 2 Door uw wijsheid hebt u de mens zo gemaakt dat hij over uw schepping zou heersen, 3 dat hij de wereld rechtvaardig zou regeren, in vertrouwen op u, en dat hij oprecht zou vonnissen. 4 Schenk mij de wijsheid die naast u troont, keur mij een plaats onder uw kinderen waardig. 5 Ik ben immers slechts uw dienaar, de zoon van uw dienares. Ik ben een zwak mens, met een korte levensduur en een beperkt inzicht in recht en wetten. 6 Maar zelfs als iemand een volmaakt mens zou zijn, dan nog is hij niets waard wanneer hij van uw wijsheid verstoken blijft.

7 U hebt mij uitgekozen om koning van uw volk te zijn en rechter over uw zonen en dochters. 8 U hebt mij de bouw opgedragen van een tempel op uw heilige berg, van een altaar in de stad waar u woont, naar het voorbeeld van de heilige tent die u al in het begin had ontworpen. 9 Bij u is de wijsheid, die uw werken kent en die erbij was toen u de wereld schiep. Zij weet wat u goedkeurt en wat met uw geboden in overeenstemming is. 10 Zend haar hierheen vanuit de heilige hemel, van bij uw luisterrijke troon, om mij met raad en daad bij te staan, opdat ik weet wat u goed vindt. 11 Zij weet en doorziet immers alles. Ze zal mij bedachtzaam leiden in mijn handelen, met haar luister zal zij mij behoeden. 12 Zo zal alles wat ik doe u aangenaam zijn. Ik zal uw volk recht verschaffen en de troon van mijn vader waardig bekleden.

13 Welke mens kent Gods bedoeling? Wie kan doorgronden wat de Heer wil? 14 Armzalig is het denken van sterfelijke mensen, wisselvallig zijn onze overwegingen. 15 Ons vergankelijke lichaam drukt zwaar op de ziel, de aardse tent is een last voor de geest die rijk aan gedachten is. 16 En als we al nauwelijks kunnen bevatten wat er op aarde omgaat, en zelfs moeite hebben om te ontdekken wat onder handbereik is, wie kan dan doorgronden wat er in de hemel is? 17 Wie kan uw bedoelingen kennen als u niet zelf wijsheid geeft en uw heilige geest naar beneden zendt?’ -

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het eerste doel van dit proefschrift is daarom de relatie tussen enerzijds positieve en negatieve bejegening van jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragspro-

communicatie met het Noorden te verzorgen. Ze aanvaardde, zij het onder de voorwaarde dat ze haar onderwijstaak niet achter zich moest laten. Dag 2 werd besteed aan de evaluatie

Het moge duidelijk zijn: trouwen bij stadskasteel Oudaen staat voor trouwen zoals jullie het willen. Wij begrijpen dat de locatie voor jullie dag ontzettend

Niet alleen mensen met een beperkt inkomen, maar ook kwetsbare groepen zoals mensen die uit de maatschappelijke opvang komen, die nog maar net in Nederland zijn of die door

Wij willen in deze tijd waarin kerk en geloof zijn gemarginaliseerd op onze beurt met hart en ziel leerling van Jezus zijn en ons inzetten om de blijde boodschap van het evangelie

Onderweg moeten jullie goed uitkijken, er zijn namelijk foto’s opgehangen van alle leiding.. Wie je aan het einde van de toch niet bent tegengekomen zou wel eens de dader

Een rechte en een cirkel kunnen geen, één of twee punten gemeen hebben. Beweeg met de schuifknop om dit

je oefenen in leven met de woorden uit Gods mond, zoeken naar Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid:. juist in deze veertig dagen kunnen we dáár mee