Deze fotobladen geven een indruk van de diversiteit aan - en onderscheidende kenmerken van - een aantal paddenstoelen die voorkomen in dit stukje van polderpark Cronesteyn. De fotokaarten zijn allesbehalve compleet: paddenstoelen zijn nogal onvoorspelbaar in hun voorkomen. Soorten volgen elkaar op of beconcurreren elkaar. Sommige zwammen parasiteren zelfs op andere zwammen. Belangrijke omgevingsfactoren, zoals het klimaat, veranderen ook, en daarmee verandert ook de paddenstoelenflora. Het is dus altijd mogelijk dat je als paddenstoelenspeurneus een soort vindt die niet op de kaarten staat. Tip:
maak dan een paar scherpe foto’s vanuit verschillende hoeken, en maak er ook een van de groeiplaats. Stuur je foto’s naar zwammeninleiden@kpnmail.nl. Je krijgt altijd antwoord, ook als zelfs de ‘expert’ er niet meer uitkomt.
Op de fotobladen worden soms deze uitdrukkingen en symbolen gebruikt:
Hoed: de hoed van de paddenstoel is het deel waar aan de onderkant de sporen worden gemaakt. Meestal zitten daar gaatjes (poriën) of plaatjes (lamellen), maar heel soms zijn het stekeltjes of is het gewoon glad. Een hoed kan een steel hebben, of direct op een stuk hout zitten (zonder steel).
Lamellen: de plaatjes onder een hoed die als stralen of spaken van het midden naar de rand lopen.
Poriën: de gaatjes onder een hoed, de openingen van buisjes; ze kunnen rond, hoekig of spleetvormig zijn, van een tiende millimeter tot een halve centimeter wijd.
Ring: sommige soorten paddenstoelen hebben een ring om de steel; die kan eruit zien als een rokje, een vlokkige band of zelfs maar een vezelig afdrukje. Soms laat de ring los of wordt opgegeten door slakken. De ring is de plek waar de hoedrand tegen de steel
zat voordat de hoed openging.
Beurs: een paar soorten paddenstoelen groeien (barsten) uit een soort ei: de beurs. De resten zitten dan nog als een zakje of kraag onderaan de steel.
Verinkten: bij inktzwammen wordt de hoed zwart en valt langzaam in druppels “inkt” uit elkaar.
Vezelig: alsof er fijne draadjes dicht tegen elkaar liggen.
= doorsnede van de hoed, meestal in centimeters, soms in millimeters.
H.= hoogte van de paddenstoel.
tobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
Tranende franjehoed Met vezelige hoedhuid en
bruine, zwartvlekkende lamellen, soms ‘tranend’;
4-10 cm
Graskleefsteelmycena Steel bovenaan lichtgeel;
1-3cm; teer; ± kleverig Weidekringzwam
Hoed geelbruin, bleek opdrogend; steel voelt stevig en buigzaam aan, glad; 3-6
cm; vormt vaak heksenkringen of
‘heksenbogen’
Dooiergele mestzwam
Hoed eerst geheel geel, laterverblekend; 2-4cm; teer
Breeksteeltje
Geelbruin of oranjebruin;
2-5cm; breekbaar
Plooirokje
Hoed regelmatig geplooid, dun doorschijnend; 1-4cm; teer
Witte taailing
steel elastisch, dun; 0,5-1cmGeschubde inktzwam Hoed vezelig schubbig, vanaf de
rand verinktend; 3-6 cm
Gewone beurszwam
steel groeit uit beurs;lamellen roze / vlees- kleurig; 5-12 cm
Grasfranjehoed
hoed bruin tot bleekgrijs; lamellen bleekbruin tot zwart;
0,5-4 cm
1
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
Reuzenchampignon – hoed bedekt met bruine schubjes; steel met grote ring of rok; lamellen
roze tot donkerbruin; 6-15 cm
Paarse schijnridderzwam – hoed ± paars, bleekbruin opdrogend; lamellen
eerst paars, later bruinig; 6-15 cm Schubbige boschampignon
steel met ring; lamellen roze tot donkerbruin; 3-10 cm
Karbolchampignon als gewone champignon maar met vieze geur en smaak; giftig; 3-9 cm
Grote anijschampignon– steel met vliezige ring; lamellen vleeskleurig tot donkerbruin; lichte anijsgeur; 3-10 cm
Gewone beurszwam steelvoet met beurs; 5-12 cm
Donsvoetje
– hoed bij opdrogen vuilwit verblekend;steelvoet met wit “dons”; 1-4 cm; op houtsnippers
Dooiergele mest- zwam - 1-4 cm
Langsteelfranje- hoed - 1-4 cm
Bleke franjehoed – hoed bij opdrogen vuilwit verblekend;
lamellen lichtbruin tot donker grijsbruin; 2-8 cm
Grote stinkzwam
– uit ‘ei’ groeiend;steel sponsachtig; hoed met stinkende, groene sporenmassa; 3-5 cm
Witte kluifzwam
– hoed roomwit tot bruingeel; met plooien en kreukels; 2-8 cm Hazenpootje – dundoorschijnend; lamellen
zwart wordend; 1-5 cm Oranjerode stropharia 2-6 cm
2
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
Vaalhoeden (div. soorten)
- hoed wit tot lichtbruin, glad, kleverig; 3-9 cmWitte satijnvezelkop & Lila satijnvezelkop
matglanzende, vezelige hoed na opdrogen; 1-4 cmZilveren ridderzwam
- hoed met fijne, (zilver)grijze tot bruine schubjes; lamellen wit; 3-10 cmKrulzoom
– hoed ± pannenkoek-kleurig, rand omgekruld; lamellen aflopend; 3-9 cmFluweelboleten
- hoed fijn fluwelig, vaak met rossigetint, met poriën/buisjes; steel rood aangelopen; 3-8 cm
Populierenridderzwam
- hoed bleekbruin tot bruin;steel dik en kort; lamellen vuilwit tot vleeskleurig; 4-12 cm; altijd onder populieren
Gewone fopzwam
– hoed geelbruin-roze tot roodbruin, soms grillig gevormd; bij opdrogen wittig;lamellen roze of vleeskleurig; 3-10 cm
Gordijnzwammen
– veel soorten; hoed donker (rood)bruin, okerkleurig of gelig; lamellen geel, roodof (roest)bruin; 1-10 cm
Bleekgele bundelzwam
– lamellen licht gelig tot geelbruin; op dode boomwortels; 2-8 cm3
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
Honingzwam
– hoed bruingeel tot oranjebruin; steel met ring; lamellen roomwit tot geelbruin; 4-10 cmGewone zwavelkop
– steel zwavelgeel; lamellen groengeel totpurperbruin; 1-6 cm
Bleke franjehoed
2-8 cm
Glimmerinktzwam– hoed verinktend vanaf de rand; 1-4
cm; in kleine groepjes groeiend
Zwerminktzwam
0,3-2 cm; in grote zwermen groeiendWollige bundelzwam– hoed bruingeel tot bruin met witte vezelige schubben; lamellen geelbruin tot bijna zwart;
4-15 cm; groeiend op kop van dode populierenstammen Bleekgele bundelzwam vuilwit tot bleekgeel; met aan- gedrukte schubjes; 1-5 cm
Stobbezwam– steel met vezelige schubjes onder de
ring; 1-5 cm
Zadelzwam
– soepel, taai; poriën hoe- kig, wijd; geur van vers meel; 5-30 cmHelmmycena
- Hoed lichtgrijs tot grijsbruin;gestreept; 2-5 cm
Bloedsteelmycena
- Hoed en steel licht tot donker rood- bruin; 0,5-3 cm; in groepenBundelmycena
- Hoed en steel grijswit tot grijsbruin; gestreept; 1-3 cm; in groepen
Gewone hertenzwam
– hoed bruin;lamellen bleek- tot bruinroze; 3-10 cm;
grauwe hoed = grauwgroene hertenzwam
Peksteel
–hoed glad, bruin; taai;fijne poriën; 8-25 cm
4
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
Grijze gaatjeszwam
– buisjeslaag(donker)grijs met witte rand; 2-5 cm
Rookzwam
- buisjeslaag vuilwit tot lichtbruin;2-10 cm; bij drukken/wrijven zoetig ruikend
Platte tonderzwam
– hard; poriën bij krassen donkerbruin kleurend; 5-30 cmBleke borstelkurkzwam – kurkachtig;
bovenop viltig harig; poriën kronkelig 5-30 cm
Witte bultzwam
– hard; poriën langgerekt; hoed fluwelig; 5-20 cmElfenbankje
Gele korstzwam
Kaaszwam
– wit tot gelig; zacht; zeer fijne poriën; hoed fluwelig; 2-12 cmWaaiertje – soepel, dun, taai; bovenkant viltig harig; rand gelobd; 1-4 cm
Roodporiehoutzwam
– hard;poriën bruinrood verkleurend na krassen; 5-20 cm
Elzenweerschijnzwam hard; poriën met zilverige weerschijn door kijkhoek;
5-20 cm; op elzen
Gewone oesterzwam
– hoed (blauw)grijs tot grijsbruin; lamellen wit; 3-15 cmJudasoor
– soepel, glad; vleeskleurig tot roodbruin; 1-5 cm Witte oorzwamop dode takken en twijgen; 1-4 cm Weke oorzwam
op stammen en dikke takken; 1-4 cm
Spekzwoerdzwam– soepel; nat glibberig, droog viltig; op dode stronken en stammen; 1-10 cm
5
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
Viltig judasoor
– glad en zacht als vel, geplooid;overhangende randen wit viltig harig
Gerimpelde korstzwam
– glad en stevig; kras of sneetje verkleurtrood
Rookzwam
– stevige hoedjes vormend, met poriën eronder; wit tot lichtbruinOranje druppelzwam
– kleine, zachte schijfjes; geel tot donker oranje; 1-3 mmPaarse korstzwam
– min of meer paars gekleurd; met omgekrulde randenPaarse eikenkorstzwam
– paars- roze; met iets omgerolde, zwarte randjesGele stekelkorstzwam
– aan onder- kant van dood hout; met zachte stekeltjesWitte vlierschorszwam
– als witte verf op stambasis van vlierenGele korstzwam
– min of meer paars gekleurd; met omgekrulde randenKaaszwam
– met kleine poriën; wit tot gelig, soms blauwig vlekkend; zachtSpekzwoerdzwam
– wit, roze of gelig;soepel, glibberig; met smalle hoedjes
Oranje aderzwam
– vaal- tot fel oranje; fijn rimpelig en pukkeligWitte tandzwam
– met gekartelde, getande poriën aan de onderkantMeniezwam
– op dode takken; lichtroze tot rood; 1-3 mmZilverig boomkussen
– slijmzwam; eerst papperig en wit, later bruin poederig; 1-3 mmVuurzwam
– soort slijmzwam; eerst heel zacht en wit, later bruin poederig; 1-3 mm6
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
±
Wortelende aardappelbovist
– op de grond; 2-6 cm
Gekraagde aardster
– op de grond; rijpe zwammet stervormig platform; vuilwit tot bruin; 3-5 cm
Reuzenbovist
– op de grond; eerst wit en stevig, later bruin en zacht; 10-40 cmParelstuifzwam
– op de grond; eerst wit, later (geel)bruin; oppervlak met stekeltjes die later loslaten; 2-6 cmMeniezwam
- op dode takken;lichtroze tot rood; 0,1-0,3 cm
Kogelzwammen
- op dode takken en stammen; 0,3-3 cmGrote stinkzwam
- op de grond;begint als ‘duivelsei’ dat bij rijpheid openscheurt waarna de steel met hoed zich strekt; hoed met groene, stinkende sporenmassa; sporen worden verspreid
door aasvliegen; 0,1-0,3 cm
Bloedweizwam
– slijmzwam op rottend hout; eerst roze en papperig, later bruin en poederig; 5-30 cmKogelhoutskoolzwam
– op dode stammen; hard;eerst ± vuilroze, uiteindelijk zwart wordend; 2-8 cm
Plooivoetstuifzwam
op de grond; vuilwit tot bruin; 3-6 cm
7
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
Gele knotszwam
op de grond; H.0,5-6 cm
Draadknotszwam
– zeer dun;op bladafval en takjes; H.1-10 cm
Geel hoorntje
– op stammen en stronken; H.0,2-2 cmPijpknotszwam
op (begraven) elzen- hout; H.1-12 cm
Witte koraalzwam
– dicht vertakt;(vuil)wit; op de grond; H.1-6 cm
Grote oranje bekerzwam
– op de grond; H.0,2-12 cmBekerzwammen
±bruinig; op de grond of op rot hout; 1-10 cmEikentakstromakelkje
– op takken van eiken; 0,5-1,5 cmWimperzwammen – op rot hout; rand zwart gewimperd; 0,1-0,6 cm
Nest- zwammetje
op rot hout, takjes en hout- snippers; ±1
cm
Houtknotszwam
– hard;zwart(bruin); op rot hout; H.0,5-6 cm
Paarse knoopzwam
op rottend hout; zacht, soepel; 2-10 mm
Geweizwam
– zwart, vaak wit bepoederd; op rot hout; H.0,5-6 cm8
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans
Zwart reuzenkussen
– slijm- zwam; eerst wittig, dan geel, bruin enuiteindelijk zwart, droog en poederig
Paarse knoopzwam
– paarsroze tot paars; vorm hersenachtig of als verfrommelde schijfjes; glibberigKerntrilzwam
– ± doorschijnende tot (roze)witte, jelly- achtige klodders; verschrompelen bij opdrogenGele trilzwam
– meestal op dode takken van eikEen soort slijmzwam
– kleine, zachte, witte, gele tot bruine knotsjesBloedweizwam
– slijmzwamHeksenboter
– slijmzwam;puddingzacht tot poederig
Zilveren boomkussen
slijmzwam; eerst wit en papzacht, later poederig met zilveren vliesRossig buiskussen
– slijmzwam; oranje- geel tot bruin; als trosje van vele wormpjes9
Fotobladen bij de paddenstoelen-ontdektocht in polderpark Cronesteyn samengesteld door André Biemans voor IVN regio Leiden (2020). Foto’s: André Biemans