• No results found

ZONDAGSBLAD, GEWIJD AAN POPULAIRE WETENSCHAP, KUNST EN LETTEREN. ONDER REDACTIE VAN: F. DOMELA NIEUWENHUIS, N. J. C. SCHERMERHORN EN G.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ZONDAGSBLAD, GEWIJD AAN POPULAIRE WETENSCHAP, KUNST EN LETTEREN. ONDER REDACTIE VAN: F. DOMELA NIEUWENHUIS, N. J. C. SCHERMERHORN EN G."

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ZONDAGSBLAD, GEWIJD AAN POPULAIRE WETENSCHAP, KUNST EN LETTEREN.

BUREAU VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE:

F R E D E R I K H E N D R I K S T R A A T 2 8 A M S T E R D A M .

ONDER REDACTIE VAN:

F. DOMELA NIEUWENHUIS, N. J. C.

SCHERMERHORN EN G. RIJNDERS

VERSCHIJNT E L K E N Z A T E R D A G

PER KWARTAAL, FRANCO PER POST f 1.—

AFZONDERLIJKE NUMMERS 7'/2 CENT

SS ü aaaBBHBBBBQBiBKBBBSac^aseBbBBHaaaaiissaass»

WIE DIT NIET KOOPT Ü

M

IS DOM EN BLIJFT DOM!

Voor d e n z e e r geringen prijs van 1 g u l d e n p e r p o s t f 1.10 leveren wij in P r a c h t b a n d :

Vier Levensbeschrijvingen

n.l. van KROPOTKINE, BAKUNINE, ROBERT OWEN en SERVETUS.

E e n b o e k v a n 4 0 0 bladzijden i n p r a c h t b a n d e n versierd m e t 4 portretten.

Ongeloovelijk maar waai*!

a

B a m si

SSBBgSBaBBBBBBBB

>3

|

i f i

f i

i

De oplaag is vergroot!

W i j k u n n e n t h a n s w e e r h o n d e r d e n inteekenaren plaatsen. A b o n n e e r t U o p :

De Bibliotheek voor Ont­

spanning en Ontwikkeling.

D e z e 1 0 B o e k e n kosten U, g e b o n d e n f 5 . 2 0

"i i I

De Anarchistische beweging in Nederland vindt haar orgaan in

„De Vrije Socialist"

Verschijnt 2 X per week.

Onder Redaktie van F. DOMELA NIEUWENHUIS.

Abonnementspr. f 1.— per 3 mnd. Losse nrs. 4 ct.

Adres: SCHOOKLAAN 20, HILVERSUM.

Aan de „Roode Bibliotheek", Frederik Hendrikstraat 28, zijn geregeld losse nrs. verkrijgb.

U betaalt 8 X 65 ct. per 5 weken, telkens bij ont­

vangst van een boek. U kunt ook elke week

13 ct. betalen, u ontvangt dan ook elke 5 weken een boek. Hebt u 8 boeken ontvangen en dus 8 keer 65 ct. of 40 keer 13 ct. betaald, dan zijn de f5.20 voldaan, dus ontvangt u nog 2 boeken zonder kosten.

Men betaalt dus elke week of elke 5 weken iets meer bij wijze van borgstorting en die storting wordt door ontvangst van de 2 laatste boeken van de 10 vereffend.

Op plaatsen waar wij agenten hebben worden de boeken aan huis bezorgd en elke week 13 ct. of elke 5 weken 65 ct. geïncasseerd.

Waar geen agenten zijn, daar stuurt men ons 8 m elke 5 weken 65 ct. plus 5 ct. port is 70 ct. per post­

wissel op en men ontvangt dan regelmatig elke 5 weken een boek.

* 3

Wie ons 5 inteekenarpn aanhrpMfrt

f 1.— 3an boeken of nlafpn Hif* mpn ui* nnvn i — • ~ v-aiaiu^UÖ uit kan zoeken.

De Roode Bibliotheek,

FVect. Hendrikstr. 28, - A'dam.

(Geopend van 's morgens 9 tot 's avonds 9).

(2)

WILT U GQED EN ZEKER WEIEN KOE OOiLCGEN ONTSTftAH?

Koopt en leest dan het meesterwerk van PETER KROPOTKINE:

DE MODERNE STAAT

Prijs gebonden (met een verhandeling over Federalisme en Centralisme) 60 ct., franco per post 65 ct. Gebrocheerd 25 ct.,

Per post

30

cent.

DE RQGDE BIBLIOTHEEK, Fredertk Hendrikstraat 28, Amsterdam.

3

3 a

B B S £

a

s

«

a

£ B

ei 3

s

ISHBË3S# I

1846-1916

H u l d e a a n D o m e l a ü i e u w e n h u i s

H U L D E - C A N T A T E

door T . BOOT.

In treffende dichtregelen beschrijft onze dichter BOOT het veelbewogen 'even van F. D. N. Mooi uitgevoerd

boekje met geïllustreerd omslag.

Prijs 15 ct. Fr. p. p. 18 ct.

„DE ARBEIDER"

is 't Arbeidersorgaan voor 't Noorden des lands.

Stelt u op de hoogte van de beweging in 't Noorden en abonneert u.

Adres Redaktie :

H. G. KASPERS te Midlaren ;

Administratie:

Kloosterstraat 12, Groningen.

Abonnement 45 ct. p.3 maanden.

ZEER LEERZAME WERKEN.

De Christelijke Legende.

Prachtvolle verhandeling over 't ontstaan van de Christelijke leer, met duidelijke bewijsvoering voor de bewering dat 't leven van Jezus slechts

op legende berust.

In fraaien band f 2.25 f>. post f 2.4Ö

DE G ROOTÊTREVOLUTIE.

V o l l e d i g e b e s c h r i j v i n g v a n d e F r a n s c h e Omwenteling door OOSTERHOUT . Groot boek, circa 500 bladzijden met tal van platen

f 2.25, per" post f 2.40

PROPAGANDA DOOR DE POST

Groote voorraad propagandistische Postkaarten :

Serie A.

Als ge Vrede wilt. ..

Triumf der Solidariteit.

Portret N. |. C. Sphermerhorn.

De Pyramide der Tiranie.

De Dienstweigeraar.

Pas op ! De Christenen komen ! De Soc.-Demokratische Internationale.

Aarde, via Vagevuur, Hemel.

De Mogendheden naar de Kerstpreek.

Jubileum Domela Nieuwenhuis.

10 Stuks 25 ct. Fr. thuis 28 ct.

Serie B.

De Wijzen uit het Oosten.

De Beschaving der 20ste Eeuw.

Christus schaamt zich.

Het Afscheid van den Soldaat.

Het Weerzien van den Soldaat.

Foto Domela Nieuwenhuis.

6 Stuks 18 ct. Fr, p. post 20 ct.

Serie O.

Triumf der Solidariteit.

Foto Peter Kropotkine.

Foto Multatuli.

Oorlog en Vrede.

4 Stuks 15 ct. Fr. p. post 17 ct'

Door de vele aanvragen aangemoedigd, hebben wij nog een kleinen druk laten maken van onzen

Prachtigen

K A L E N D E R 1917.

Elke geestverwant zal nu zeker niet nalaten spoedig; een exemplaar te bestellen.

Het schild is keurig en stemmig-propagandistisch.

Het blok, bevattende 52 groote weekbladen, is zeer praktisch en voorzien aan voor- en achter­

kant van propagandistische spreuken en artikeltjes.

Prijs 35 ct., franco, goed verpakt thuis 40 ct.

„De Roode Bibliotheek", Fred. Hendiikstraat 28, A m s t e r d a m .

(3)

ZONDAGSBLAD, GEWIJD AAN POPULAIRE WETENSCHAP, KUNST EN LETTEREN.

BUREAU VAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE:

FREDERIK HENDRIKSTRAAT 28

•' AMSTERDAM ==..

ONDER REDACTIE VAN:

F. DOMELA NIEUWENHUIS, N. J. C.

SCHERMERHORN EN G. RIJNDERS

VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG PER KWARTAAL, FRANCO PER POST FL.—

AFZONDERLIJKE NUMMERS 7'/2 CENT

GEESTVER WANTEN!

Ons Zondagsblad oaat er goed in, maar wij eischen meer. Stellig heeft 't blad reeds meer lezers dan 't oude „Morgenrood" ooit heeft gehad — maar wij eischen meer! Alles is zoo duur!

Iedere geestverwant moet iets doen: men bezorgt ons een adverteerder, of geeft ons adressen op waar wij met kans van slagen een proefexemplaar kunnen heenzenden.

Voorts houden wij ons zéér aanbevolen voor ernstige wenken aangaande den inhoud. Zooveel als in ons vermogen is zullen wij met die wenschcn rekening houden.

Nogmaals deelen wij mede dat zij die zich thans abonneeren alle verschenen nummers kunnen ontvangen.

PESSIMISME.

E wereld is een tranendal", zoo roept men van den kansel de geloovigen in buiten- nissigheden toe.

„Op het hiernamaals alleen hebt gij het oog te richten."

En de millioenen volgelingen, welke „zeggen"

deze leer te aanvaarden, doen hun best de aarde te vervloeken — het leven tot een hel te maken, doch voor hun medemensch het liefst.

„Er is overwegend leed", zegt ons de wijsgeer Schopenhauer.

„Overwegend leed waaraan niet is te ontkomen".

En werkelijk, wanneer wij een onbevangen blik in het ronde slaan en de meer dan verschrikkelijke ellende ontwaren, de missanden zien, daaronder leven, de gevolgen derzelve ervaren; wanneer wij weten dat voortdurend ons leven en welzijn wordt

belaagd, in duizenden vormen wordt bedreigd en het leven meer een last is om te dragen dan een lust is om te smaken, dan zouden wij vaak geneigd zijn de hierboven genoemde woorden te onder­

schrijven.

Wij kunnen ons althans best begrijpen, dat velen met walging voor het leven zijn vervuld en de leer huldigen „dat het beter is niet te zijn,, dan onder vaak afschuwelijke omstandigheden het leven te moeten torschen."

De statistiek der zelfmoorden toont ons dan ook door haar steeds hooger wordend getal, dat er velen de voorkeur aan geven aan een kort proces in plaats van jarenlang een ellendig bestaan voort te slepen. Voorwaar een zeer treurig verschijnsel, wat bij wat goeden wil en een krachtig pogen om hierin verandering te brengen, spoedig een geheel andere wending nemen kan.

t Is waar, dat onze z.g.n. samenleving voor mil­

lioenen onzer niet veel begeerenswaardigs weet aan te bieden, 't Is waar dat onze z.g.n. maatschappij beter omschreven wezen zou met den naam „abat­

toir", waarvan wij vol walging het hoofd afwenden.

Wij gruwen van al die ellende, van al dat onnoodig gedragen leed, van al die tragedie die op ons pla­

neetje wordt afgespeeld en waarin de mensch, helaas, zoo'n echt treurige rol vervult. Zoo moeten de pessimisten wel aan hun beschouwingen geko­

men zijn dat het leven de moeite van het leven niet waard is. Een groote, vaak bloedige kamp om te zijn. Een benauwend bestaan met overwegend leed. Ziedaar de uitkomst van hun denken. Evenwel wanneer ook wij dit moeten erkennen, dan kan het niet anders of hij die get wel meent met zijn mede- menschen, zoekt en streeft middelen te vinden,

(4)

om te ontkomen aan deze ellende. Hij poogt althans te doen in deze wat hij vermag. Doet hij dit, dan zal hem spoedig blijken dat veel van het door ons gedragen leed, wat door ons als onafwendbaar wordt geacht, gemakkelijk van ons te weren is.

Het zal hem duidelijk worden dat veel leed zijn ontstaan te danken heeft aan de allerdwaaste tegen­

natuurlijke toestanden waaronder wij leven. Het zal hem helder worden dat deze in het leven ge­

roepen zijn door een kleine kern van belanghebben­

den en door dezen met alle mogelijke middelen worden bestendigd, omdat hun belangen er mee zijn gebaat. En hun belangen gaan bij hèn bovenal.

Doch ook wij-zelf zijn mede aansprakelijk voor veel wat ons kwelt en ons doet lijdjn, aangezien wij vele toestanden niet aandurven en als z.g.n.

heilige huisjes beschouwen, ja, zelfs de wanorde van heden als „de orde" beschouwen.

Zoo wij met nuchteren blik eens alles zouden beschouwen en wij eens na zouden gaan of al datgene, wat anderen als goed, als zoo te moeten wezen, ons voor houden, spoedig zou het ons dan blijken, dat er veel bij zou wezen wat stiijdig is met ons werkelijk belang. Zijn wij zo >ver, dan is het zaak door te dringen tot de oorzaken waarc'oor deze zaken in stand worden gehouden tegen ons aller belang in. En juist die oorzaken moeten wij trachten te verwijderen waardoor wij ons tevens zullen verlossen van veel overwegend leed. In velen gevallen behoeven wij slechts te willen om er van verlost te wezen.

Alleen slechts door de afschaffing van den pri­

vaat eigendom zou er enorm veel ellende in ons midden verdwijnen: armoede ellende en ontbering uitputting, vele ziekten tengevolge hiervan ontstaan, zouden niet meer aangetroffen warden, terwij! roof en moord oorlog en overheersching verleiding, dief­

stal met al hun gevolgen uit ons midden zouden verdwijnen. En het zou spoedig blijken dat een ge­

notvoller en een gelukkiger leven voor velen weg­

gelegd zou kunnen zijn.

Het is niet waar dat de mensch altijd maar ge­

laten en tevreden al de ellende behoeft te torschen, welke anderen veelal, op zijn schouders hebnen geladen, opdat de laatste zich daardoor des te vrijer en gemakkelijker zouden kunnen bewegen.

Het zijn slechts bakersprookjes waai mee sommige, slimme en sluwe bedriegers ors bedotten en welke wij niet langer zoo maar hebben te aanvaarden.

Al de ellende door den privaat-eigendom met al haar gevolgen ontstaan; al de ellende van het schrikkelijk dwang-systeem moet uit ons midden verdwijnen en men zal eivaren dat een gelukkiger bestaan alleen daardoor voor millioen onzer zal aanbreken. De ellende door na uurlijke oorzaken ontstaan, de ziekten, krankzinnigheid enz., zullen voorloopig ons dan toch nog wel teisteren. Doch de vorderingen der wetenschap doen ons met ver­

trouwen de toekomst tegemoet zien.

De ontdekkingen, zoowel die van hygiënischen,

technischen e.a. aard zijn ons daarvoor een borg en zullen hoe langer hoe meer in omvang toenemen.

Wij willen van ons leven genieten; al hetgeen de natuur ons bieden kan willen wij tot ons en anderer welzijn aanwenden.

Wij willen dit z.g.n. tranendal in een paradijs herscheppen en weten reeds bij voorbaat dat bij aller krachtig willen en pogen dit best mogelijk is.

Verwijderen wij daarvoor en daarom alles wat ons dit op zedelijk, geestelijk, stoffelijk en elk ander gebied belemmeren wil.

Doen wij dit, d.w.z. slaan wij de handen aan de ploeg ter verwijdering van al dat leed hetwelk zijn ontstaan vooral te danken heeft aan de instellingen van menschelijken aard, dan is reeds veel gewonnen.

Dan zal het reeds blijken, dat de aarde niet een zoo ongelukkig tranendal is of behoeft te wezen als thans het geval is. De aarde te herscheppen in een paradijs, het hier te maken tot een lustoord en het leven in waarheid tot leven te maken, opdat het voor ons allen een zoo lang en zoo gelukkig mogelijk bestaan zal bieden, ziedaar een streven dat alle jammerende pessimisten ten spijt ons zeker eenmaal rijkelijk beloonen zal.

R. B. DAMME.

V R I J E Z A N G E N .

Vrijheid, eeuwenlang bezongen, Vrijheid, onvergankelijk woord!

Vrijheid in een keurs gedrongen, Is geen vrijheid zoo 't behoort.

Weg de banden die ons knellen.

Weg verdrukking en geweld.

Vrij, ja vrij willen wij leven!

Viijheid, vrijheid zonder grens, Viij in 't welken, vrij in 't streven, Zij de toekomst van den mensch I

CD

ARBEID ADELT.

Er is geen ding Zoo zonderling Als werken en niet eten.

Met adel vult geen mensch zijn maag, Dat moet men niet vergeten.

Het omgekeerd Voor wat men leert Mag veeleer waarheid heeten:

De Adel, hoog in stand en rang, Die luiert heel zijn leven lan?,

En heeft volop te eten.

Koog a. d. Zaan. Jan. '17 T. BOOT.

(5)

Een Belangwekkende Episode

DOOR F. DOMELA NIEUWENHUIS

SET gebeurde in het jaar 1879, toen ik nog hoog en droog predikant was in de Evan­

gelisch Luthersche gemeente te 's-Graven- hage, dat te Gent groote roode plakaten waren aan­

geplakt, waarop te lezen stond, dat op 15 Juni F. DOMELA NIEUWENHUIS LUTHERSCH PREDIKANT TE 'S-GRAVENHAGE in den Parnassus een lezing zou houden voor de socialisten over het onderwerp:

Grond en Bodem in Gemeenschappelijk Bezit.

Dat wekte veel belangstelling. Zoo iets was in Gent nog nooit gebeurd. Verbeeld u dat een predikant uit een erkend kerkgenootschap op die plaats een socialistisch onderwerp komt behandelen!

Wat moet dat worden?

Men vreesde dat dit in die fabriekstad met zijn duizenden arbeiders het sein zou zijn voor de revolutie en de heele stad was door die aankondi­

ging in beroering gebracht. Want de traditie in Vlaanderen leerde hoe dikwijls volksopstanden waren uitgebroken door het optreden van geestelijken.

Waarom zou dit nu weer niet het geval zijn ? Terwijl het nu aan het gisten was in die fabriek­

stad, was er ook ontrust verwekt in onze stille residentie.

Op zekeren avond kreeg ik bezoek van den hoofdcommissaris van Polttie, den heer van Scherm­

beek, met wien ik min of meer in viiendschappe- lijke betrekking stond, hetgeen blijkt uit de omstan­

digheid dit ik een of twee zijner kinderen gedoopt had. Met een zeer bedenkelijk gezicht kwam hij binnen in het vertrek, waarin ik hem liet en terwijl hij een papier uit zijn zak haalde, zei hij:

— Dominee, ik kom u spreken over een hoogst ernstige zaak, die op de meest diskreete wijze be­

handeld moet worden, want kijk, ik kreeg heden­

middag het volgende telegrahi dat u maar eens lezen moet.

En ik las een telegram van den Belgischen mi­

nister van Binnenlandsche Zaken, waarin gevraagd werd om informaties naar mijn persoon naar aan­

leiding van die vergadering te Gent.

— Wat moet ik daarop antwoorden? zei hij met een allerbedenkelijkst gezicht.

— Wat u wil en wat overeenkomstig de waar­

heid is, zei ik.

— Maar u weet toch wel voor wat voor een vereeniging u spreekt? Dat is een tak der Internationale.

— Dat weet ik zeer goed, maar dat doet niets ter zake, zei ik.

En op gemoedelijken toon zei hij: maar dominee ik zou het niet doen, ik raad het u beslist af.

Maar er was niets aan mijn besluit te veranderen.

Hij ging onverrichter zake weg, nadat ik hem bedankt bad voor zijn beleefdheid om mij in kennis

te stellen met dat telegram en hij mij nogmaals dringend verzocht had de noodige diskretie te be­

waren, daar hij eigenlijk door die mededeeling buiten zijn boekje was gegaan.

Eu, ik ben overtuigd dat hij geen slechte infor­

maties omtrent mijn persoon heeft verstrekt.

Ik reisde den dag tevoren met een paar vrienden naar Gent en werd aldaar aan het station opgewacht door Edmond van Beveren en Eduard Anseele, be­

kend bij zijn verkorten naam Eedie. De eerste was een klein schildersbaasje, die ook in Nederland o.a.

te Rotterdam had gewerkt en die reeds deel uü- maakte van de oude Internationale. Hij ging zoo wat door voor den intellektueelen leider der soci­

alisten in Gent, het denkend hoofd. De tweede, met zijn pet achter op het hoofd en druk in het praten, was meer de mond der partij. Als procu­

reur of notaris-klerk ontslagen om zijn gevoelens, had hij zich geheel en al gewijd aan de partij. Hij was een echt Gentsch type, die op de handen werd gedragen door de arbeiders. Hij beschikte over de noodige welsprekendheid en over den ge- wenschte humor, zoodat hij een geliefd spreker was, ook omdat hij steeds sprak in den Gentschen tongval. Hij bezat verschillende eigenschappen, die hem voorbeschikten voor het leiderschap: hoewel niet gelelerd, had hij een goede dosis gezond ver­

stand, was vlug van begrip, vaardig om iets te be­

grijpen, en had een zeldzaam praktischen aanleg, dien hij ontplooid heeft in de koöperatie Vooruit, grootendeels zijn werk.

Hij was een rondbostige, eerlijke jongen in dien tijd, dien ik graag mocht lijden. Later is de eer­

zucht hem naar het hoofd gestegen, zoodat hij zich droomde een tweede Jacob van Artevelde te zijn wiens beeld de Vrijdagmarkt siert. Nu, hij heeft het ver gebracht, werd lid van de Kamer en schepen van Gent, wal hij nog is in de moeilijke tijdsom­

standigheden die de stad doorleeft.

Deze twee, die mij afhaalden, brachten mij op de hoogte van de stemming in de stad en voorspelden mij een schitterende vergadering.

Nu dat was het dan ook. Parnassus was een oude schouwburg, zoo volgepropt met menschen, dat het wel één groote vleeschklomp leek.

Van het tooneel af hield ik mijn voordracht over Grond en bodem in gemeenschappelijk bezit, toen­

maals reeds begrijpende, dat de landvraag de alles beheerschende was. Zij is later onder dien titel te Gent in druk verschenen. Nadat het publiek met aandacht geluisterd had, eindigde ik mijn voordracht onder uitbundige geestdrift.

Alles liep in de volmaakste orde af.

Maar wat gebeurde daar midden in de zaal?

Terwijl ik nog op het tooneel napraatte, zag ik in het midden der zaal een dichle menschenmassa, en in haar midden een heer met hoogen hoed op en met een lint met penning om den hals. Het was een gejoel, een lawaai een handengezwaai. Vuisten zag ik ballen en elk oogenblik dacht ik dat die

—I

(6)

m e n e e r z o u b e z w i j k e n o n d e r d e v u i s t s l a g e n d e r o p e e n g e d r o n g e n m a s s a . E n k e l e w o o r d e n k o n i k v e r s t a a n b e h a l v e d e n o o d i g e v l o e k e n e n s c h e l d ­ w o o r d e n , z o o a l s : d i e z i j n a l t i j d m e t ' n k w a a d g e ­ w e t e n , d i e d u r v e n z i c h n i e t o p e n l i j k t o o n e n m a a r v e r b e r g e n z i c h e n j e h a d i m m e r s v o o r a a n k u n n e n g a a n z i t t e n o p d e e e r s t e b a n k , d a n w a s j e z e k e r d a t j e e l k w o o r d k o n h o o r e n , e n z . e n z . , w a n t e r w e r d e n n o g w e l e e n i g e k r a c h t u i t d r u k k i n g e n b i j g e b r u i k t .

M a a r w a t w a s e r d a n e i g e n l i j k g e b e u r d ?

T o e n i k d a a r n a a r i n f o r m e e r d e , w e r d m i j h e t v o l ­ g e n d e v e r t e l d :

D e h o o f d i n g a n g w a s v l a k t e g e n o v e r h e t t o o n e e l d a t z i c h d u s a a n h e t e i n d d e r z a a l b e v o n d .

N u w a s e r a a n b e i d e z i j d e n v a n h e t t o o n e e l t o t a a n d e n z i j m u u r e e n k l e i n e r u i m t e , d i e f e i t e l i j k n o g t o t d e z a a l h o o r d e . H e t t o o n e e l w a s n a t u u r l i j k e e n s t u k h o o g e r e n o n d e r h e t t o o n e e l w a s e e n s o o r t v a n k e l d e r o f , b e r g p l a a t s w a a r b i e r v a t e n i n o p g e s t a p e l d l a g e n . N u w a s e r a a n d e n z i j k a n t e e n l a g e d e u r , w a a r d o o r m e n u i t d e n k e l d e r u i t k w a m i n d i e z i j ­ r u i m t e e n a l s m e n d e z e p a s s e e r d e , h a d m e n d a a r v l a k t e g e n o v e r e e n k l e i n e n u i t g a n g i n d e n z i j m u u r , w a a r d o o r m e n u i t k w a m i n e e n s t e e g d i e u w e e r v o e r d e o p d e g r a c h t , w a a r d e h o o f d i n g a n g w a s .

W a t h a d n u d e s l i m m e p o l i t i e k o m m i s s a r i s g e d a a n ?

Z e k e r i n o v e r l e g m e t d e n l o k a a l h o u d e r w a s h i j r e e d s t i j d i g , t o e n e r n o g g e e n p u b l i e k w a s , i n d i e n k e l d e r g e k r o p e n o m z i c h t e v e r b e r g e n . H i j h o o r d e d o o r a l l e s , z o n d e r g e z i e n t e w o r d e n . H i j v e r m e e n d e v e r b a z e n d s l i m t e z i j n m a a r h i j t o o n d e z i c h v e r b a ­ z e n d d o m , w a n t a l s m e n o n d e r i e m a n d z i t , d a n v e r s t a a t m e n j u i s t n i e t s .

N a a f l o o p m e e n e n d e d a t h e t t e r r e i n v e i l i g w a s , d a c h t h i j m e t h a a s t i g e n s p o e d d e k e l d e r d e u r u i t t e k o m e n o m d e d e u r v a n d e n z i j k a n t t e b e r e i k e n e n z o o i n d e s t e e g t e k o m e n , w a a r h i j d e n o o d i g e m a n n e t j e s , z i j n a g e n t e n , w e e r z o u v i n d e n . M a a r h i j h a d p e c h , j u i s t s t u i t t e h i j o p e e n p a a r a r b e i d e r s d i e h e m h e r k e n d e n e n z i e n d e d a t h i j l a n g s d i e n k a n t w e g h o o p t e t e s n a p p e n ' d r a a i d e n zij d i e d e u r o p s l o t , z e g g e n d e : n e e n , d e g r o o t e d e u r u i t n e t a l s a l l e a n d e r e n . E n f l u k s k l o n k h e t d o o r d e z a a l : d e p o l i t i e ! d e p o l i t i e ! D a a r s i o n d d e m a n h e e l e m a a l a l l e e n , a f g e s n e d e n v a n z i j n a g e n t e n , d i e a l l e n b u i t e n O p s t r a a t s t o n d e n e n w e l i n g r o o t e n g e t a l e .

D e a r b e i d e r s w a r e n g e n o e g g e s c h o o l d o m t e z w a a i e n , m a a r n i e m a n d t e r a k e n . T o e n h i j z i c h w e n d d e n a a r d e z i j d e u r , r i e p e n z e a l l e m a a l : n e e n , n a a r d e h o o f d d e u r e n d e p o l i t i e k o m m i s s a r i s w a s n i e t z o o g o e d o f h i j m o e s t d e z a a l v e . l a t e n g a a n d e t u s s c h e n e e n h a a g v a n s c h e l d e n d e e n r a z e n d e a r b e i d e r s .

D e s a v o n d s h e e f i d e p o l i t ' e d e r o n d e g e d a a n i n h e t h ó t e l o m t e s p o r e n w a a r i k w a s , m i s s c h i e n w e l o m t e a r r e s t e e t e n w a a r t o e e c h t e r g e e n a a n l e i d i n g b e s t o n d , m a a r t o e n w a r e n d e s o c i a l i s t e n v o g e l v r i j e n m e n k o n d u s n a a r w e l g e v a l l e n m e t h e n h a n d e l e n ,

z e l f s o m m i j k o r t e n g o e d o v e r d e g r e n s v a n h e t g a s t v r i j e B e l g i ë t e z e t t e n . H e t w a s e c h t e r v e r g e e f - s c h e m o e i t e , w a n t i k h a d m i j n i n t r e k g e n o m e n b i j e e n p a r t i j g e n o o t , e e n w e v e r , i k m e e n d a t h e t B e e r b l o c k w a s , d i e n a a r i k l a t e r v e r n a m e e n m a n v a n b e t e e - k e n i s i s g e w o r d e n i n V o o r u i t , o f s c h o o n i k n o g e e n b u n d e l b r i e v e n b e z i t , w a a r i n h i j z i c h d e e r l i j k b e ­ k l a a g d e o v e r d e t i r a n n i e v a n A n s e e l e .

D e z e g e b e u r t e n i s i s v e r e e u w i g d d o o r e e n p l a a t j e i n d e „ V o i x d e 1 ' O u v r i e r " d e w e e k d a a r o p v e r s c h i j ­ n e n d e w a a r o p m e n d e n b e w u s t e n p o l i t i e - k o m m i s s a r i s v a n t u s s c h e n d e v a t e n a l h u r k e n d m e t e e n b l a k e r i n d e h a n d u i t d e k e l d e r d e u r z a g k r u i p e n . H i j w a s g e k l e e d i n z w a r t e n j a s m e t h o o g e n h o e d o p e n m e t h e t t e e k e n z i j n e r w a a r d i g h e i d , n.1. e e n l i n t m e t e e n p e n n i n g , o m d e n h a l s — h i e r d i k w i j l s g e n o e m d m e t h e t w o o r d h o n d e n k e t t i n g — e n a l s o n d e r s c h r i f t k o n m e n l e z e n : e e n k e l d e r r a M

D e b l a d e n s c h r e v e n n a t u u r l i j k o p e e n h a t e t i j k e w i j z e t e g e n d i e n o n v e r l a a t v a n e e n p r e c ' i k a n t . Z e l f s z e i d e e e n d e r d a g b l a d e n , h e t „ D a g b l a d v a n Z u i d - H o l l a n d e n ' s - G r a v e n h a g e , d a t i k z o o d i e p w a s g e ­ z o n k e n d a t i k g e s p r o k e n h a d i n e e n p u b l i e k h u i s . ( s i c ! )

A l s a n t w o o r d o p d i e a a n t i j g i n g a n t w o o r d d e i k : 1 . d a t liet z o o g e n a a m d e p u b l i e k e h u i s w a s e e n o u d e s c h o u w b u r g , d e P a r n a s s u s , w a a r n a a r e l k e e n , d i e o p w a a r h e i d g e s t e l d w a s , k o n i n f o r m e e r e n ;

2 . d a t a l w a s d i t w a a r , m e n m i j z u l k o p t r e d e n n i e t k w a l i j k k o n n e m e n , d a a r , w a a r i k a l s c h < i s t e n l e e r ? a r d a n n i e t s a n d e r s d e e d d a n d e v o e t s t a p p e n d r u k k e n v a n m i j n h e e r e n m e e s t e r , w i e n m e n o o k v e r w e e t d a t h i j o m g a n g h a d m e t t o l l e n a a r s e n h o e r e n .

Z i e d a a r e e n e n k e l e e p i s o d e u i t m i j n l e v e n , z o o r i j k a a n v o o r v a l l e n a l s s l e c h t s w e i n i g e n h e b b e n g e ­ h a d . M e n k a n d i t b e g r i j p e n a l s m e n w e e t d a t i k m i n s t e n s d r i e m a l e n o p h e t p u n t h e b g e s t a a n v e r ­ m o o r d t e w o r d e n , n a m e l i j k t e R o t t e r d a m , t e B e e k e n t e B a a r n ; d a t i k vijf m a l e n b e n g e v a n g e n g e n o ­ m e n , n l . t e B e r l i j n , t e B i e l e f e l d , t e K e u l e n , w a a r i k 2 1 d a g e n b e n v a s t g e h o u d e n , t e E s s c i e n e n t e ' s - G r a v e n h a g e , w a a r i k o p 1 8 J a n u a r i 1 8 8 7 u i t m i j n h u i s w e r d g e h a a l d o m h e t j a a r c e l s t r a f t e o n d e r g a a n w a a r t o e i k w a s v e r o o r d e e l d ; e e n m a a l b i j n a s c h i p b r e u k h e b g e l e d e n b i j d e O r a n j e s l u i s t e A m s t e r d a m , e n e e n m a a l d o o r e e n o n g e l u k o p d e n w e g v a n G i e t h o o r n n a a r S t e e n w i j k b e w u s t e l o o s n e e r l a g a a n d e n k a n t v a n e e n s l o o t , z ö o d a t m i j n v r i e n d e n e r r a d e l o o s b i j s t o n d e n , n i e t a n d e r s d e n ­ k e n d e d a n i k m e t b e b l o e d g e l a a t d e n d o o d h a d g e v o n d e n . V a n d e k l e i n e r e d i n g e n a l s s t e e n e n g o o i e n e n k l a p p e n z u l l e n w i j n i e t e e n s g e w a g m a k e n , e v e n m i n r a n s e l p a r t i j e n d o o r d e p o l i t i e e n o n t b i n d i n g v a n v e r g a d e r i n g ê n e n h e t o n t r u i m e n v a n z a l e n d o o r d e p o l i t i e .

D e z e e p i s o d e i s e r e e n u i t v e l e n e n z a l m i s s c h i e n w e l v o l d o e n d e d e a a n d a c h t t r e k k e n .

(7)

De Oude Socialistische Beweging in Woord en Beeld.

IV.

„DE TIJD VAN CONSTANTIA" (V

ERVOLG).

in

yoo N

huis is veel te mooi voor jullie" had een verslaggever, die meestal de socialis­

tische vergaderingen in dien tijd bezocht.

tot Domela Nieuwenhuis gezegd ...

Neen de tijd van 't Volkspark was 't niet meer.

De tweespalt en scheuring in de partij kwam.

De geschiedenis geeft er onmisken­

baar blijk van dat er met 't gebouw

„Constantia", op z'n zachst uitge­

drukt, aller onver­

antwoordelijks! • is omgesprongen. De reeds ir. een onzer vorige artikelen

meer genoemde Jan Fortuin met 'n zekeren De Boer, hebben zich in deze kwestie, al weer op z'n zachst gezegd, niet gedragen zoo 't behoort, Fn aan wie de schuld dat de eens zoo be­

minde Jan Fortuin den alles behalve vleienden bijnaam kreeg van „Jan de Dief?"

De opinie der ouden uit de be­

weging is dat 't gebouw heel best voor de beweging behouden had kun­

nen worden, zeker is 't, dat 't door wrevel en onwil niet gebeurde. Er is verbazend „on­

verantwoordelijk"

gehandeld met de

aandeelen. En wat zeker den genadeslag gaf, was dit: Zooals wij reeds schreven moest van de winsten der bakkerij de tekorten van 't gebouw worden gedekt, dit werd echter tegengewerkt.

C. W. Coltof schreef in de „Vrije Socialist" van 15 April 1899:

„Ondanks de besluiten dat de gelden, benoodigd voor het gebouw uit de kas der bakkerij zouden

GROOTE

OPENBARE

VERGADERING

OP

ZONDAG f6 APRIL,

des namiddags ten I uur,

het lokaal CONSTANTIA,

Gedempte Rozengracht l„ u. 152.

SPREKERS

F. Domela Nieuwenhuis

a n d e r e n .

e n

ONDERWERP:

DE VERKOOP VAN CONSTANTIA.

Entrée 5 cent. Discussie gewenscht.

Arbeiders, allen op naar deze BELANG»

RIJKE VERGADERING alwaar het u duidelijk zal worden gemaakt, door welke L4GE HANDE­

LINGEN „Constantia" voor u is verloren geraakt.

ALLEN OP NAAR DEZE VERGADERING.

Leest „De Vrije Socialist"!

75 ct. per 3 maanden. Afzonderlijke nummers 3 ct.

Typ. „EXCELSIOR", Haarlemmer Houttuinen 79, Amsterdam.

Een Aanplakbiljet uit het jaar 1899.

komen, weigerden zij (Jac. de Boer en Fortuin) het gaslicht en andere noodzakelijke uitgaven te voldoen en eindelijk speelden zij de laatste troef uit... ze betaalden de rente aan den hypotheek­

gever niet meer..."

't Past ons niet een oordeel te vellen over de motieven die ge­

noemde menschen dreven tot die han­

delingen, maar ze­

ker is 't dat zij 't gebouw voor de arbeidersbeweging verloren deden gaan en, wat zeker 't treurigste was: in handen speelden der Jezuïten !

Op een vergade­

ring in 't gebouw gehouden den 16en April 1899, spiak wéér Domela Nieu­

wenhuis en zijn onderwerp was:

„AFSCHEID VAN

„CONSTANTIA", dat door verkoop valt in handen derJe­

zuïten".

Zegevierend plan­

ten de Jezuïten (o ironie!) het kruis op 't gebouw. Maar domme waan was 't van Rome, te meenen dat met de verdwijning van

„Conslantia" ook

't Socialisme Amsterdam

verdwijnen!

De arbeidersvij- andige pers juichte.

Zij raakte niet uit­

gepraat over de zaak en 't ontbrak niet aan ver­

zekeringen, dat 't nu met 't socialisme wel spoedig heelemaal uit zou zijn. De geïllustreerde bladen gaven allerlei spotprenten, waarvan een uit 't Zondagsblad van de Maasbode hierachter afgedrukt staat. Die satire zou de werkelijkheid weergeven : Domela Nieuwenhuis trekt onder trompetgeschal met een groote schare het gebouw binnen en ...

in zou

(8)

terugslag d o o r , d e i d e e ë n i n d a t g e b o u w v e r k o n ­ d i g d bleven n a ­ tuurlijk o n a a n g e ­ tast e n d e v e r ­ b r e i d i n g g i n g w e l d r a w e e r g e ­ regeld h a a r w e g . D a t gejuich o v e r verdwijning v a n

„ C o n s t a n t i a "

d r a a i d e o p t e l e u r ­ stelling u i t : m e t

„ C o n s t a n t i a " ver­

m i n d e r d e d e i n ­ vloed d e r s o c i a ­ listen niet.

DE SCHOUDERS VAN MEVROUW DE MARKIEZIN

D O O R E M I L E Z O L A . I.

markiezin s l a a p t in h a a r r u i m e b e d d a t M p y j ® o m h u l d i s d o o r rijke, v a n g o u d s c h i t t e r e n d e gordijnen. Als d e h e l d e r e s l a g van d e p e n d u l e d e n m i d d a g a a n k o n d i g t , besluit zij o m d e o o g e n t e o p e n e n .

D e k a m e r i s a a n g e n a a m v e r w a r m d . D i k k e tapijten e n z w a r e overgordijnen v o o r d e vensters e n d e u r e n m a k e n h e t vertrek t o t e e n mollig nest, waarvan alle toegangen v o l d o e n d e tegen k o u d e zijn beschut.

E e n w a r m e , g e u r i g e l u c h t h a n g t in d e k a m e r , waarin e e n e e u w i g e lente schijnt t e heerschen.

E n z o o d r a d e markiezin heelemaal w a k k e r is, schijnt e e n plotselinge s c h r i k h a a r t e o v e r w e l d i g e n . Zij w e r p t d e d e k e n s van zich e n s c h e l t o m Julie, h a a r kamenier.

„Heeft m e v r o u w d e markiezin g e s c h e l d ? "

„ Z e g ; d o o i t het m i s s c h i e n ! "

Ach, d i e lieve, g o e d e markiezin !

M e t h o e ' n d i e p b e w o g e n s t e m heeft zii d i t niet g e v r a a g d ! H a a r eerste g e d a c h t e gold d e schrikkelijke k o u d e , d e n snijdenden n o o r d e n w i n d , d i e n zij w e l niet gevoelt m a a r d i e s c h e r p blaast d o o r d e krotten d e r a r m e lui. E n zij vraagt n u alleieerst of d e h e m e l g e n a d i g i s g e w e e s t , of zij zich z o n d e r g e ­ w e t e n s w r o e g i n g k a n v e r h e u g e n o v e r d e w a r m t e in h a a r w o n i n g , of zij z o n d e r d i e w r o e g i n g kan d e n k e n a a n allen, d i e rillen v a n k o u .

„ H e b b e n wij d o o i w e e r , J u l i e ? "

D e k a m e n i e r geeft h a a r d e n m o r g e n j a p o n a a n , d i e zij z o o e v e n g e w a r m d heeft v o o r h e t g r o t e lustig k n a p p e n d e haardvuur.

„ O n e e n , m e v r o u w , h e t d o o i t niet. Integendeel h e t vriest n o g erger. O p e e n o m n i b u s heeft m e n i e m a n d bevroren g e v o n d e n . "

9 jaar later trekt hij alleen e n v e r ­ laten d o o r allen uit. D e w e n s c h w a s hier d e v a ­ d e r van d e g e ­ d a c h t e . Zeker, z o o h a d vooral h e t katholicisme h e t g e w i l d , m a a r ' t liep natuurlijk heel a n d e r s uit.

W a n t al w a s d e verdwijning van

„ C o n s t a n t i a "

e e n treurig feit, a l k r e e g d e b e ­ w e g i n g e r e e n

i>pjtpreiu uit een oude „Maasbode".

M e v r o u w d e markiezin v e r h e u g t zich a l s e e n kind, zij klapt in d e h a n d e n r o e p t v r o o l i j k : 1

„ D e s te beter, n u kan ik v a n m i d d a g g a a n s c h a a t s e n rijden ! "

II.

Langzaam e n voorzichtig trekt Julie d e gordijnen o p e n . Het licht m o e t niet plotseling e n s c h e l b i n n e n ­ d r i n g e n , o m d e teedere o o g e n d e r bekoorlijke markiezin niet t e verblinden.

D e blauwachtige weerkaatsing van d e buiten liggende s n e e u w b a a d t d e k a m e r i n e e n h e l d e r schijnsel. D e lucht i s g r a a u w m a a r z o o mooi, d a t h e t d e markiezin herinnert a a n h e t p a r e l g r a u w e zijden kleed, d a t zij gisteravond a a n h a d o p h e t bal bij d e n minister. H e t kleed w a s m e t witte g u i p u r e o p g e m a a k t , di< geleek o p h e t n e t w e r k v a n s n e e u w e n ijs, d a t zich afteekent tegen d e n r a n d van h e t d a k . Zij d r o e g gisteravond h a a r n i e u w e d i a m a n t e n e n w a s verrukkelijk s c h o o n . P a s o m 5 u u r i n d e n o c h t e n d g i n g zij s l a p e n , h a a r hoofd i s ietwat z w a a r . T o c h plaatst zij zich v o o r d e n g r o o t e n s p i e g e l e n Julie s t e e k t h a a r d e n b l o n d e n , g l i m m e n d e n h a a r - d o s c h o p . D e nachtjapon glijdt o p d e n g r o n d e n o n t h u l t h a a r n a a k t e s c h o u d e r s , h a a r naakte r u g .

E e n geheel geslacht i s o u d g e w o r d e n bij d e a a n ­ s c h o u w i n g d e z e r s c h o u d e r s . S i n d s e e n s t e r k e

regeering v a n d e levenslustige d a m e s toelaat zich t e dekolleteeren e n in d e Tuilleriën te d a n s e n , laat d e markiezin h a a r s c h o u d e r s zien in ' t g e d r a n g van d e officieele s a l o n . Zij d o e t d i t met e e n k o n s e - k w e n t e volharding, d i e h a a r tot] h e t l e v e n d e u i t ­ h a n g b o r d g e m a a k t heeft v a n d e bekoorlijkheid v a n h e t t w e e d e keizerrijk. Natuurlijk m o e s t zij z i c h s c h i k k e n n a a r d e m o d e , h a a r japon m o e s t zij n u

(9)

eens laten uitsnijden met een hartje, danflaag naar de heupen, zoodat de lieve ziel langzamerhand alle schatten, die de kleedertooi scheen te verbergen, prijsgaf aan aller blikken. Op haar rug en op haar borst is geen plekje zoo klein of het is bekend aan de geheele nette wereld, die daar woont tusschen de Madeleinekerk en die van den heiligen Thomas van Aquino.

De trotsche schouders der markiezin zijn het weelderig uittartende wapen van dien tijd.

III.

Het is overbodig om de schouders der markiezin te beschrijv3n. Zij zijn zoo populair als de Pont Neuf. Achttien jaar lang hebben zij een wezenlijk nummer uitgemaakt op het program der tooneel- voorstellingen. Waar men in een salon, theater of ergens anders de kleinste schemering van deze schouders bemerkte, daar heette het: „o, de mar­

kiezin is er!" Ik herken de zwarte schoonheidsvlek op haar linker schouders."

De markiezin heeft zeer schoone, blanke, gevulde uittartende schouders. De blikken eener regeering hebben er welgevallig op gerust, hebben er een grootere fijnheid en sierlijkheid aan verleend, evenals dit geschiedt met het plaveisel, dat door den loop des tijds door de voeten der menigte gepolijst wordt. Als ik de man of de beminde der markiezin was, zou ik liever de kristallen deurknop van een ministerieel kabinet, versleten door de handen der vragers, kussen dan met mijn lippen deze schouders aanraken, waarover de heete adem is heengestreken van de gezamenlijke Parijsche nette wereld. Denkt men aan de duizendeilei begeerten, die zij opwekten bij hen, die om haar heen flad­

deren, dan vraagt men zich onwillekeurig af, uit welk leem de natuur deze schouders vormde, dat zij nog niet afgebrokkeld zijn evenals de naakte beelden, die staan in de vrije lucht van tuinen en pleinen en .vaarop wind en weer hun vernielende werking uitoefenen.

De markiezin bezit schaamtegevoel, maar dit vertoont zich elders dan op haar lichaam. Zij heeft haar schouders verheven lot een staatsinstelling.

Zij heeft ermede gestreden voor de regeering van haar keus! Zij stond steeds op de bres, zij scheen zich te vermenigvuldigen, zij vertoonde zich bij de ministers, in de gezantschapspaleizen, bij de miilionairs.

Een lachje van haar purperen lippen onderwierp de wankelmoedigen en bracht hen, tot de regeering;

haar albasten boezem steunde den troon en in dagen van gevaar onthulde zij verdere verborgen bekoorlijkheden, die meer overtuigend werkten dan sabels en soldaten.

Om een stemming er door te krijgen, dreigde zij met zulk een dekolleteering, dat de heftigste oppositiemannen zich verwonnen verklaarden.

Ondanks alles zijn de schouders der markiezin nu nog verblindend schoon. Zij hebben een wereld gedragen zonder dat zich een groef vertoonde in haar witte marmer.

IV.

De markiezin heeft zich des middags laten tooien door Julie in een rijk poolsch kostuum en gaat schaatsen rijden. Zij doet dit bewonderenswaardig mooi.

In het bosch van Boulogne is het hondsch koud, een ijzige wind maakt neus en lippen rood der rijdende dames en schijnt haar zand in 't gezicht te blazen. De markiezin lacht, het amuseert haar om het ook eens koud te hebben. Van tijd tot tijd warmt zij haar voetjes bij een der opflikkerende vuren, die rondom het meer zijn aangestoken. Dan vliegt zij weer als een zwaluw over het ijs, die in haar vlucht te nauwernood den grond aanraakt.

Welk een heerlijk schaatsenrijden! Het is een waar geluk dat er nog geen dooi inviel. Hoe hoopt zij dat de koude aanhoudt en dat zij de geheele week kan schaatsen rijden,

Op den terugweg ziet zij in een zijlaan van de Champs Elysées een arme vrouw, die half bevroren staat te bibberen bij een boomstam.

„Die ongelukkige" mompelt de markiezin bijna vertoornd. En daar het rijtuig te hard reed en zij haar beurs niet dadelijk kon vinden, wierp zij den bedelares het bouquet toe uit witte bloemen, dat zeker wel zijn vijf louis d'or waard was.

VARIA.

= = = = = = = WIE NIET STERK IS...

Het Centraalblad voor Israëlieten in Nederland vertelt van een middel om de censuur te ontgaan.

Een Frankforter, die in Russische krijgsgevangen­

schap geraakte, zond zijn familie een briefkaart, tegen den inhoud waarvan bij de censuur geen bezwaar bestond en waarin hij toch mededeelde, wat hij wilde doen weten. Hij schreef namelijk, dat hij lichamelijk gezond was, dat zijn verzorging en voeding voortreffelijk waren, zooals hij die slechts op den hoogsten joodschen feestdag in Frankfort had. Hij is namelijk Jood. De hoogste joodsche feestdag is ... de Groote Verzoendag ! En dien dag eet men niet.

Een andere gevangene schreef lakoniek: „Over het geheel gaat het goed, alleen „de heeren"

Weogalto en Wesowangto zijn nog niet met ons be­

vriend. (De Hebreeuwsche woorden „Weogalto" en

„Wesowangto" beteekenen in het Nederlandsch vertaald: „Gij zult eten en gij zult verzadigd zijn").

KO RE N A R Ë N.

Het hart, dat het geluk nooit gekend heeft, kan niet volkomen goed en zacht zijn.

De spinnekop zuigt gif, De bij heur honigraten, Uit eene zelfde bloem.

VONDEL.

De deugd zou het zoo ver niet brengen, als de

ijdelheid haar niet vergezelde,

f

(10)

IETS OVER 'T OUDE EGYPTE EN ZIJN BEWONERS

Oud-Egyptische soldaten.

iGYPTE d a n k t z i j n b e s t a a n a a n d e r i v i e r d e Niil. Het s l i b v a n d e z e rivier heeft g r o n d i s g e v o r m d , v r u c h t b a a r d e r a l s g e e n g r o n d ter wereld . . . P a l m e n e n vijgenboomen, g r a n a a t b o o m e n e n a c a c i a ' s verheffen h u n kruinen w a a r eertijds d e b r e e d e golven d e r Nijl v l o d e n . . .

In d e z e d o o r d e n a t u u r z o o rijk g e z e g e n d e s t r e e k o n t w i k k e l d e zich d e eerste maalschappij-vormen, d a a r ligt d e b a k e r m a t d e r menschelijke beschaving.

Van w a a r d e e e r s t e b e w o n e r s v a n E g y p t e k w a m e n , d a t ligt vrijwel i n ' t duister. D e G r i e k s c h e geschiedschrijver v a n circa 2 7 0 j. v. C h r i s t u s ligt s l e c h t s e e n tipje v a n d e sluier o p , g e w a a g t v a n e e n n o m a d e n s t a m , d e T r o q o d y t e n , d i e d e woestijn ten O o s t e n v a n d e Nijl b e w o o n d e n . H u n l i c h a a m s b o u w , i n ' t bijzonder d e v o r m v a n d e n s c h e d e l , d e wijze w a a r o p z e h u n d o o d e n b e ­ g r o e v e n e n h u n vaardigheid i n d e t e e k e n k u n s t k o m e n m e r k w a a r d i g o v e r ­ e e n m e t d e e i g e n s c h a p p e n d i e h e t o u d s t e vi'lk v a n h g y p t e m o e t g e h a d h e b b e n . H e t w a r e n d w e r g e n gelijk m e n d i e o o k i n Midden-Afrika aantrof e n d i e g r o o t e v e r w a n t s c h a p v e r t o o n d e n m e t d e B o s c h j e s m a n n e n e n H o t t e n - totten. Van d e z e n a a r d i s blijkbaar d a n d e bevolking v a n ' t o u d e E g y p t e g e w e e s t .

H e t o u d s t e schrilt d e r Egyptenaren w a s e e n beeldschrift, hieroglyphenschrift g e n o e m d . Zij h a d d e n niet a l s wij v o o r e i k e n klank e e n teeken, d o c h s t e l d e n d e n n a a m v a n e e n v o o r w e r p of d i e r voor, d o o r h e t beeld e r v a n . Later gebruikten zij h e t z o o ­ g e n a a m d e hieratisch schrift, e e n o v e r g a n g n a a r h e t

Een priester.

schrift d a t l a n g z a m e r h a n d o p ' t o n z e b e g o n t e lijken.

H e t Egyptische volk, d a t d o o r e e n twaalftal dynastiën achtereenvolgens i s geregeerd, w a s in d r i e s t a n d e n verdeeld. Bovenaan s t o n d e n — a l s n o g s t e e d s bij alle g e z a g s v o r m e n in werkelijkheid h e t geval i s — d e krijgslieden e n d a n d e priesters. D e k o n i n g w a s o p p e r k r i j g s - h e e r e n o p p e r p r i e s t e r . D o c h h o e d e g e s c h i e d e n i s zich h e r h a a l t : hij w a s , o n d a n k s d e w e e l d e e n p r a c h t w a a r i n h j leefde, toch a a n e e n s t r e n g e k o n - stitutie o n d e r w o r p e n !

T o t d e n s t a n d d e r priesters w e r d e n o o k g e r e k e n d d e geleerden, d e g e n e e s - heeren e n verder d e d r a g e r s d e r g o d s - dienstbeelden, d e verzorgers d e r lijken e n d e o p p a s s e r s d e r heilige dieren.

D e d e r d e s t a n d w a s d i e v a n h e t v o l k : d e arbeiders, d e voortbrengers d i e o o k r e e d s in d i e n tijd h e t leven in a r b e i d e n s o b e r h e i d d o o r b r a c h t e n . D e voortbrengselen v a n h u n v l i j t : linnen, p o t t e n , glazen ; b o u w w e r k e n ; g o u d - e n ziivervoorwerpen, w a p e n s e n s c h o e n e n w e r d e n d r a d o o r e e n levendigen h a n d e l m e t ' t achterlijke buitenland v a n d e h a n d g e d a a n .

D e g o d s d i e n s t d e r Egyptenaren w a s n a t u u r d i e n s t ; zij vereerden d e n a t u u r ­ krachten : h e t licht, d e zon e n d e vruchtbaarheid. Zij h a d d e n o o k heilige w i e d a a r v a n e e n d o o d d e w e r d z w a a r r ~

dieren e n gestraft.

D o o r w e e l d e e n o v e r d a a d tot o v e r m o e d g e b r a c h t , d o o r h e e r s c h z u c h t gedreven, wikkelden d e h e e r - s c h e r s h e t l a n d in tal v a n vreeselijke oorlogen vooral m e t d e Assyriërs e n Perzen, e n s p o e d i g k w a m h e t

(11)

v e r v a l . N a d e n d o o d v a n k o ­ n i n g R a m s e s II ( 1 3 2 6 ) v e r ­ b l e e k t e a l m e e r e n m e e r d e g l a n s v a n E g y p t e o m e i n d e l i j k n o o i t m e e r t e s t r a l e n . H e t l a n d w e r d n u a c h t e r e e n ­ v o l g e n s a l s w i n ­ g e w e s t bij a n ­ d e r e r i j k e n i n g e l i j f d , v e r ­ n i e t i g d e n o n t ­ r o o f d v a n z i j n . s c h a t t e n , d e b e - ! v o l k i n g u i t g e - -ii—2- m o n r r l nf OP-

hml/on Ploegen en zaaien

«_»i wiiv.ii naai

l i c h a a m e n g e e s t — l o t d a t o p d e z e n d a g E n g e l a n d z i j n b e g e e r i g e v i n g e r s e r n a a r u i t s t a k e n h a n d e l s w i n s t

-. »v n i w p p e n u i t d e p u i n - h o o p e n v a n d i t

e e n s z o o s c h o o n e e n w e l ­ v a r e n d e l a n d .

Z o o o n t s t o n d e n g r o e i d e e n b l o e i d e s t e l l i g d e e e r s t e d e r s t a t e n e n v e l e n g i n g ' t z o o e n a l l e n z a l ' t z o o g a a n . T o t d a t d e s t a t e n g e e n s t a ­ t e n m e e r zijn

d o c h e e n s c h o o n m o z a ï k v o r m e n : d e é é n e m e n s c h -

heifi nnrïool_

b a a r v e r b o n d e n d o o r d e o n v e r b r e e k b a r e n b r o e d e r ­ b a n d d i e . . . „ g e z o n d v e r s t a n d " h e e t !

Steenbewerking.

Nö'P'-tf-ptf..

*.o •>0-6.ó.7

WETENSWAARDIGHEDEN. van

J A N U A R I . h e t

J a n u a r i i s d e t w e e d e m a a n d v a n d e n m e t e o r o l o - d a n g i s c h e n w i n t e r , F e b r u a r i d e d e r d e e n d e l a a t s t e . e e n I n d e r d a a d v a l t i n J a n u a r i h e t h a r t j e v a n d e n w i n t e r - E t i j d , a l l e n g e n o o k d e d a g e n , e n a l n e e m t d e k r a c h t S t r e v a n d e z o n v o o r t d u r e n d t o e . H e t i s w a a r l i j k d e v a d m a a n d v a n d e k o u . V o o r a l i n d e l a a t s t e vijf j a a r a b n w e r d h e t f e i t w a a r g e n o m e n , d a t w i j h e t e r i n e e n D e c e m b e r v r i j g o e d a f b r a c h t e n , m a a r d a t h e t a a n t a l w e t v o r s t d a g e n i n J a n u a r i y r o o t w a s . d i e p E e n J a n u a r i - v o r s t i s e c h t e r v e e l a a n g e n a m e r d a n W e : e e n i j s p e r i o d e i n D e c e m b e r . N a m i d - J a n u a r i b e z w i j - v o e l k e n d e b l o e m e n o p d e r u i t e n v o o r d e m i d d a g z o n , r u i n e n i n D e c e m b e r k u n n e n d e i j s b l o e m e n h e t z o n n e t j e e e r s t r o t s e e r e n . O o k d o o r d a t d e d a g e n l a n g e r z i j n , m e r k e n e n <

w i j m i n d e r d e o n a a n g e n a m e z i j d e v a n h e t v r i e s w e e r . g e w N a 1 5 J a n u a r i v e r s c h i j n e n s o m s r e e d s e n k e l e p u n i v o o r b o d e n v a n d e l e n t e ; h i e r e n d a a r s t e e k t r e e d s d i g e e n s n e e u w k l o k j e h a a r k o p j e b o v e n h e t m o s , d e O o s h a z e l a a r l o o p t u i t , e n z . T o c h m i s t d e b e w e r i n g , d a t w i n t h e t n a h a l f J a n u a r i n i e t m e e r h a r d v r i e z e n k a n , n i e t a l l e n g r o n d . D e z e e r l a g e t e m p e r a t u r e n , s l e c h t s g e - | a d u r e n d e e n k e l e u r e n g e r e g i s t r e e r d , k w a m e n m e e s t l e v e v o o r i n h e t t w e e d e g e d e e l t e v a n L o u w m a a n d . H e t h e t S i b e r i s c h w i n t e r h o c g g a a t n.1. t e g e n d i e n tijd n i e t t e r w z e l d e n u i t w a n d e l e n , h e t k o m t n a a r o n z e o m g e v i n s j noC T

a f z a k k e n , n a d e r e n d e v a n u i t h e t N o o r d o o s t e n , e n w e e r g e w o o n l i j k s p o e d i g w e e r i n Z u i d o o s t e l i j k e r i c h t i n g J a n u ; a f t i e k k e n d e . W i j z i e n h i e r d e . i t h e r m o m e t e r d a n i s b i d a l e n bij e e n Z u i d o o s t e l i j k e n w i n d , d u s n i e t bij e e n m o e t N o o r d o o s t e r , z o o a l s g e w o o n l i j k h e t g e v a l i s , e n i n r e g e r h o e n m i n ' m u m v a n t i j d h i e r e e n S i b e r i s c h e k o u t i e n a d e k a n h e e r s c h e n , h e e f t m e n b e m e r k t o m s t r e : k s 2 0 J a n . f o n k t

~ l

1 d i t j a a r d e v o r s t v a n é é n n a c h t w a s v o l d o e n d e i n d e n a v o n d r e g e n d e h e t n o g , n o t a b e n e — o m IJ t e d o e n s t o l l e n . H e r i n n e r e n w i j h e t o n s g o e d

> i s d e t h e r m o m e t e r i n d i e n t i j d v a n n a u w e l i j k s h a l f e t m a a l n i e t m i n d e r d a n 2 5 g r . F . g e d a a l d , b e s t e n d i g i s z o o ' n J a n u a r i - v o r s t b i j n a n i m m e r ï n g e h e e r e n r e g e e r e n n i e t l a n g , m e e n d e n o n z e e r e n . E n m e r k w a a r d i g i s h e t t e z i e n , d a t o p e e n o r m a a l s n e l l e t h e r m o m e t r i s c h e d a l i n g b i j n a s t e e d s e v e n h a r d e d o o i v o l g t . E e n g o e d e n , e e n o u d e r - s c h e n w i n t e r k r i j g e n w i j a l l e e n , w a n n e e r e e n 3 e s t o r m d e p r e s s i e , d i e o n s e e n w i l d e n Z u i d ­ s t e r h e e f t g e b r a c h t , o v e r o n s l a n d g a a t , o p d e n t g e v o l g d d o o r e e n b a r o m e t r i s c h h o o g t . D a n n t d e w i n d v a n Z u i d - W e s t , n a a r N o o r d - W e s t ,

>t r e c e n t h e t , d a n v a l t e r h a g e l , e i n d e l i j k s n e e u w , a l s d e n v o l g e n d e n a v o n d d e w i n d p a l N o o r d i s

o r d e n , i s d e t e m p e r a t u u r t o t n a b i j h e t v r i e s - t g e d a a l d . H e t h o o g s l a a t z i j n t e n t e n d a n s p o e - i n N o o r d - E u r o p a o p , d e w i n d w a a i t u i t N o o r d - t, d e w i n t e r i s g e k o m e n ! M a a r d e k a n s , d a t e e n t e r v a n d t t y p e z a l v e r s c h i j n e n , i s i n J a n u a r i

g r o o t e r d a n i n D e c e m b e r .

t n u a r i k a n o o k r e e d s h o o g e t e m p e r a t u r e n o p ­ r e n . E e n z o m e r s c h e n d a g k r i j g t m e n , w a n n e e r e e n e s l e c h t - w e e r - g t b i e d o n s l a n d i s g e p a s s e e r d , ijl h e t a n d e r e , d a t v a n u i t h e t W e s t e n n a d e r t , n i e t d i c h t g e n o e g i n o n z e n a b i j h e i d , i s , o m o n s r t e b e h e e r s c h e n . Z o o n ' n z o m e r s c h e n d a g i n a r i , d u s e e n d a g v a n z o n n e s c h i j n e n m i l d h e i d , i j y e v o l g n i e t t e v e r t r o u w e n . A l s d e z o n s c h i j n t ' t h e t f r i s c h w e z e n , a n d e r s d o e t m e n g o e d , o p n b e d a c h t t e z i j n . I n d e n a v o n d n e e m t m e n h e t r e n v a n e e n s l e c h t - w e e r - g e b i e d w a a r d o o r h e t d e n d e r s t e r r e n .

(12)

ZONDEOFFERS.

HOOFDSTUK I.

«fe^L A Y! — Out! — Play! — Out! — Vijftien!

®SaË _ ingi, voor den duivel, laat dien bal toch

— Dus nog eens, play!

Op de steenen trap voor de tuindeur stond een jonge man, zijn sigaar rookend. In eenigszins ge­

bogen houding steunde hij op de ijzeren leuning van de trap en volgde met vreemd glanzende oogen een jonge, in 't wit gekleede vrouwengestalte, die zich beneden in den tuin op het tennisveld heen en weer bewoog, snel loopend of heen en weer springend zelf niet passief blijvend, waar 't spel het vorderde.

Elk harer bewegingen ademde een frischheid en natuurlijkheid, die hem meer interesseerden dan de routine der overige spelers. Somtijds klonk een zacht, half kinderlijk lachen tot den jongen man op, en dan zag hij, hoe zij poogde den bal te treffen met een vergeefsche inspanning, waarover zij zelf in hellen jubel uitbrak.

Op den drempel der tuinkamer verscheen een zwart-wit-gevlekte jachthond, die zijn welbehagen te kennen gaf door luid gegeeuw en een kramp­

achtige uitstrekken zijner voorpooten. Een goed­

moedige stoot van achteren deed hem echter eenige treden de trap afstuiven.

— Nu, zullen wij hier buiten koffie drinken?

vroeg ^de huisheer, die in de deur kwam staan, want ge wilt daar beneden toch zeker niet mee gaan duen?

— Neen, dank u, maar uw dochter amuseert mij, kapitein. Zij schijnt het spel op te vatten als iets, waarbij men nooit stil mag staan.

— Ja, lngi, is nog een beginneling, Jonas heeft mij overgehaald dit tennisveld in te richten, omdat hij onder zijn drukke studie naar Wat emotie ver­

langde, maar ik heb er haast berouw van. Zullen wij niets ginds op de bank gaan zitten? de koffie komt onmiddellijk.

Zij gingen de granieten treden af, en zetten zich op een prettig hoekje. Hun namen waren kapitein Trolle, goedbezitter te Christiaansdal en Dr, Gustaaf Berg. Trolle was een krachtige vijftiger. Zijn haar, begon evenals zijn volle snor reeds grijs te worden, en contrasteerde met zijn bloeiende gelaatskleur.

Dichte wenkbrauwen welfden zich over een paar kleine, helblauwe oogen, die meer goedmoedigen humor dan energie verrieden. Deze laatste had truuwens nooit in zijn aard gelegen en in den loop der jaren had hij zich gewend aan urenlange middagslaapjes en sopha-lectuur, gekruid door sterke sigaren en oude madeira. Het beheer zijner goederen hing van het toeval af, d.w.z. van den inspecteur.

Dikwijls had hij tegenspoed gehad, waardoor het goed zwaarder belast was, dan hij voor zichzelf en zijn beide kinderen verantwoorden kon. Goeds- bezitter was hij eigenlijk even weinig geweest als iets anders. Hij had den laatsten oorlog meege­

maakt, waarbij hij tot luitenant bevorderd was, en toen hij na een tamelijk bewogen garnizoenstijd door een flink vaderlijk erfdeel onafhankelijk werd, kwam hem het landleven aangenaam voor. Boven­

dien was hij afkeering van alle overmaat, en bang, dat de genoegens der groote stad mettertijd gevaar­

lijk voor hem zouden kunnen worden. Hij sloot dus zijn toenmalig leven af, huwde en kocht tegelijker­

tijd Christiaansdal dat met zijn 300 hectaren land en bosch, en door zijn ligging, slechts 4a5 mijlen van de hoofdstad verwijderd, juist met zijn wenschen strookte. Na een gelukkig huwelijk van acht jaar verloor hij zijn vrouw, een zacht, bescheiden schep­

seltje, zoodat de wereld, eerst na haar dood, be­

merkte, wie de ziel des huizes was geweest.

Trolle trouwde niet meer: het zou hem ontrouw tegenover de onvergetelijke doode geschenen hebben.

Toen echter de jaren voorbij gingen en zijn smart minder werd, viel hij weer in zijn jonggezellen-ge- woonte terug, speelde dikwijls ombre op de naburige goederen en bracht alle jaren een paar lustige weken door in de hoofdstad met zulke oude vrienden uit zijn luitenantstijd, als hij nooit uitnoodigde op Christiaansdal.

Voor de opvoeding van zijn dochtertje nam hij, na elkaar, verscheidene huishoudsters, die tegelijk het kind onderricht moesten geven; doch het ge­

beurde dikwijls, dat deze de beleefdheid, die hij haar als oud-officier bewees, verkeerd opnamen, en haar gevoelens zoo duidelijk aan den dag legden, dat hij, om aan zijn weduwnaarsprincipes getrouw te blijven, een eind aan den toestand moest maken.

Ingeborg groeide dus op onder zeer ongunstige omstandigheden, door haar vader verwend en ver­

waarloosd door de huishoudsters; slechts de sterkte van karakter, die zij van haar moeder geërfd had, hielp haar over alle gevaren heen. Erger was het met Jonas, in wien zich de onzelfstandigheid en het phlegma van den vader herhaalden.

Had de vader zich haast niet om hem bekommerd, hij werd daarentegen door de huishoudster te veel vertroeteld, en het resultaat was, dat hij zich op 't gymnasium, door hem van zijn twaalfde tot zijn veertiende jaar bezocht, onder den invloed der slechte kameraden, onmogelijk maakte. Op zekeren dag verscheen er een btief van den direkteur, welke inhield, dat Jonas door zijn onbehoorlijk gedrag, van de school was weggejaagd.

Bij deze gelegenheid toonde Trolle zooveel energie, dat hij zijn zoon met de rijzweep afranselde, waar zijn rug nog wekenlang de sporen van droeg. Hierop liet hij hem zijn neiging volgen, en als aspirant op een oorlogsschip gaan. Jonas had later tweemaal vergeefs gepoogd, het kadetten-examen te deen, en zijn vader hield het voor geraden, nu hij zich ten derde en laatste male tot het examen voorbereidde, hem ver te houden van de verleidingen der hoofd­

stad. Wanneer 't dit keer weer mislukte, was hij vast besloten, hem achter den ploeg te zetten, en als knecht op het landgoed te laten arbeiden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Henriette Roland Holst-van der Schalk, Tolstoi, zijn wezen en zijn werk.. vergeleken bij de trouwe, toegewijde liefde, de roerende aanhankelijkheid, de teedere zorg, die ons uit

vraag naar de relatie tussen kunst, geschiedenis en kunstgeschiedenis kan vanuit diverse perspectieven worden benaderd en er zijn dan ook geen algemene uitspraken over te

om het leven (struggle for life). Hij zegt: ‘een mens, die geboren wordt in een reeds bezette wereld, heeft niet het minste recht op enig voedsel, als zijn familie niet de

‘prerogatieven der kroon’ in de bres sprongen, dan placht het eerder te zijn om de liberalen afbreuk te doen, dan om zich voor den koning op te offeren. Van Hall mocht Thorbecke

Mr. Kerdijk vroeg in het Sociaal Weekblad: Wat nu? en in dat artikel eindigde hij met de hoop uit te spreken, dat ik nu zou hebben ingezien, dat ik ‘ten aanzien van de middelen tot

Hoe hard het ook is voor de ijdelheid, den hoogmoed van den mensch, die zich verbeeldt heer der natuur te zijn, toch moet hij de inbeelding afleggen alsof hij naar willekeur kan

In hoeverre slaagt het mediaonderwijs op de middelbare school er volgens mediacoaches in om de vaardigheden, kennis en mentaliteit over te brengen die nodig zijn voor de