• No results found

Evaluatie cliëntervaringen Geynwijs éénmeting 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Evaluatie cliëntervaringen Geynwijs éénmeting 2017"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Evaluatie cliëntervaringen Geynwijs – éénmeting 2017

Uitkomsten uit de enquêtes onder cliënten

22 september 2017

2017-386

(2)

De website met de sociale kaart (www.Geynwijs.nl)

Figuur 1. Bekendheid met en gebruik van de website met de sociale kaart (2016 n=686; 2017 n=228).

Ruim een kwart van de cliënten van Geynwijs is bekend met de website met de sociale kaart, één op de zes inwoners heeft de site wel eens bekeken en 6% heeft ook wel eens gebruik gemaakt van de website. Dit is vergelijkbaar met 2016.

Figuur 2. Contact opgenomen naar aanleiding van gebruik of bekijken van de website met de sociale kaart (2016 n=130; 2017 n=30).

Van alle respondenten die de website met de sociale kaart hebben gebruikt of bekeken, heeft ruim de helft (56%) naar aanleiding daarvan contact opgenomen met Stichting Geynwijs en ruim een op de vijf (23%) met een (andere) organisatie. Een klein aandeel (7%) heeft zich naar aanleiding hiervan aangemeld als vrijwilliger. In 2016 lagen deze percentages iets lager.

Figuur 3. Kan men op de website vinden wat men zoekt? (2017 n=51)

Bijna twee derde (63%) van de cliënten die de website hebben bezocht, kon vinden waarnaar men op zoek was. In 2016 was dit een vergelijkbaar deel (67%).

29%

16%

6%

28%

19%

6%

Bekend met de website

Website wel eens bekeken

Website wel eens gebruikt

2017 2016

56%

23%

7%

47%

20%

5%

Contact opgenomen met Stichting Geynwijs

Contact opgenomen met een organisatie

Aangemeld als vrijwilliger

2017 2016

63% 37%

Heeft u op de website met de

sociale kaart kunnen vinden

wat u zocht?

Ja Nee

(3)

De weg naar Stichting Geynwijs

Figuur 4. Manier waarop men bij Stichting Geynwijs terecht is gekomen (2017 n=225)

* in 2017 uitgesplitst over instanties, in 2016 geschaard onder ‘’een instantie’’.

De inwoners die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs hebben verschillende wegen

bewandeld om bij Stichting Geynwijs terecht te komen. Eén op de vier wist zelf van het bestaan van Geynwijs en heeft direct contact gezocht (26%). Ook zijn veel mensen via familie, vrienden of bekenden (12%) bij Stichting Geynwijs terecht gekomen. Daarnaast spelen de huisarts (10%) of andere medische instanties (8%) een belangrijke rol. Ongeveer 7% is doorverwezen door school.

Ten opzichte van 2016 is de rol van de gemeente (via de Wmo) kleiner geworden.

26%

12%

10%

9%

8%

7%

5%

3%

3%

3%

2%

7%

25%

12%

8%

17%

1%

23%

5%

1%

7%

Wist zelf van het bestaan van Stichting Geynwijs Via familie, vrienden of bekenden

Doorverwezen door de huisarts Via de gemeente (Wmo) Via het ziekenhuis/verpleeghuis/psychologie*

Via School*

Via de website / Sociale Kaart

Doorverwezen door een (andere) instantie*

Doorverwezen via een Geynwijspunt Gezien/gehoord in de krant of via een folder

Ergens anders op internet Op een andere manier

2017 2016

(4)

Contact met Geynwijs

Figuur 6. Waarover heeft men contact gehad met Stichting Geynwijs (meer antwoorden mogelijk, 2016 n=576; 2017 n=221).

In de meeste gevallen ging het contact met Stichting Geynwijs over hulp in het huishouden (27%), al dan niet in combinatie met andere zaken. Ook vervoer of een vervoermiddel (24%), jeugdhulp of opvoeding (17%) en begeleiding of zorg (16%) waren vaker onderwerp van gesprek. In vergelijking met 2016 is vooral het aandeel respondenten dat contact heeft gehad over hulp in het huishouden afgenomen.

Figuur 7. Wijze van eerste contact met Stichting Geynwijs (2016 n=653; 2017 n=180)

Het eerste contact met (de professionals van) Stichting Geynwijs verloopt in bijna de helft van de gevallen telefonisch. Bij 16% van de mensen die contact hebben gehad met de stichting legde een

27%

24%

17%

16%

10%

6%

6%

4%

1%

5%

47%

22%

12%

19%

6%

6%

3%

1%

9%

Hulp in het huishouden

Vervoer / vervoermiddel

Jeugdhulp

Begeleiding / Zorg

Opgroeien en opvoeden Mantelzorg / Vrijwilligerswerk / actief

zijn in de buurt

Woningaanpassing

Geldzaken / schuldhulpverlening

Werk en inkomen / leer-werktraject

Anders

2017 2016

48%

16%

9%

5%

3%

7%

13%

66%

10%

4%

7%

5%

8%

Telefonisch

Iemand anders heeft voor mij contact opgenomen

Iemand van Geynwijs heeft mij gebeld

Persoonlijk / langsgeweest bij Geynwijs

E-mail

Anders

Weet ik niet meer

2017 2016

(5)

vertegenwoordiger (familielid, begeleider, de huisarts, een contactpersoon) of een instantie, zoals maatschappelijk werk, gemeente, school, Vluchtelingenwerk e.d., het eerste contact. Het komt volgens deze cliënten ook voor dat iemand van Geynwijs contact heeft opgenomen (9%), dat mensen langs gaan bij Stichting Geynwijs (5%) of dat er per e-mail contact is gelegd (3%). In vergelijking met 2016 is er minder telefonisch contact opgenomen. Het aandeel dat niet meer weet hoe het eerste contact is gelegd, is toegenomen.

Figuur 8. De persoon die mij bij Stichting Geynwijs aan de telefoon te woord heeft gestaan was … (2016 n=358-396; 2017 n=79-81)

De meeste inwoners die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs vinden dat ze vriendelijk (69%) en behulpzaam (59%) te woord zijn gestaan door degenen met wie men bij Stichting Geynwijs het eerste telefonische contact heeft gehad. Over de deskundigheid van deze medewerkers lopen de meningen iets meer uiteen: 44% vond de medewerker wel deskundig, 23% vond van niet. Op alle drie de punten is de tevredenheid iets gedaald vergeleken met 2016.

Figuur 9. Binnen welke termijn bent u teruggebeld door Stichting Geynwijs (2016 n=401; 2017 n=90)

De snelheid waarmee men is teruggebeld door Stichting Geynwijs is verbeterd. Ruim een kwart van de cliënten die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs, is dezelfde dag (16%) of binnen twee dagen (13%) teruggebeld door Stichting Geynwijs. In 2016 was dat 20%, in 2017 29%. Nog eens een derde (32%) is niet binnen twee dagen maar wel binnen één week teruggebeld. Bij elkaar is dat 61%.

In 2016 was 43% binnen een week terug gebeld. Een kwart is niet meer teruggebeld door Stichting Geynwijs (24%) en heeft zelf weer contact opgenomen, wat vergelijkbaar is met 2016. Voor 8% was het eerste telefoontje voldoende. Ze zijn niet teruggebeld maar dat was ook niet nodig.

69%

84%

59%

77%

44%

64%

22%

12%

31%

14%

33%

19%

9%

4%

11%

9%

23%

17%

2017 vriendelijk 2016

2017 behulpzaam 2016

2017 deskundig 2016

(helemaal) eens neutraal (helemaal) oneens n.v.t. / geen mening

16%

6%

13%

14%

32%

23%

7%

21%

24%

24%

8%

12%

2017

Teruggebeld 2016

nog dezelfde dag binnen 2 werkdagen binnen een week langer dan een week niet teruggebeld niet nodig

(6)

Figuur 10. Vindt u dat u snel genoeg bent teruggebeld? (2017 n=61)

Twee op de drie cliënten die contact hebben gehad met Geynwijs (69%) vinden dat ze snel genoeg zijn teruggebeld. Een op de tien (11%) geeft aan dat het voor hen niet uitmaakt, een op de vijf (20%) vindt echter dat het te lang heeft geduurd. Het aandeel dat van mening is dan men snel genoeg is teruggebeld is toegenomen. In 2016 gaf 72% aan dat het snel genoeg of was dat het niet uitmaakte, nu is dat 80%.

Figuur 11. Binnen welke termijn nadat u contact had gezocht met Stichting Geynwijs vond het eerste gesprek met een professional van Stichting Geynwijs plaats? (2016 n=582; 2017 n=181)

De termijnen tussen het eerste contact en het moment dat het eerste gesprek heeft plaatsgevonden met een professional van Stichting Geynwijs variëren. Bij een kwart van de inwoners die contact hebben gehad (24%) vond het gesprek binnen twee weken na het eerste contact plaats, bij nog eens één op de vijf (21%) tussen twee en vier weken. Bij minder dan een op de vijf (18%) zat er meer dan vier weken tussen. Vergeleken met 2016 heeft men nu sneller het eerste gesprek met een

professional van stichting Geynwijs gehad. Heel groot zijn de verschillen niet.

Figuur 12. Vindt u dat het gesprek snel genoeg na het eerste contact heeft plaatsgevonden? (n=178)

De beleving over de termijn waarbinnen het gesprek heeft plaats gevonden, is over het algemeen positief. Zo vinden twee op de drie inwoners die contact hebben gehad dat men snel genoeg is geholpen (56%) of dat het hen niet uitmaakt (11%). Voor één op de drie (33%) was deze termijn echter te lang. Dit is iets beter dan in 2016 toen 36% vond dat men te lang moest wachten.

69% 11% 20%

Snel genoeg teruggebeld

Ja Maakt me niet uit Nee

24%

22%

21%

20%

18%

23%

14%

15%

23%

20%

2017

Eerste gesprek 2016

binnen 2 weken tussen 2 en 4 weken langer dan 4 weken (nog) geen gesprek gehad weet ik niet meer

56% 11% 33%

Snel genoeg gesprek gehad?

Ja Maakt me niet uit Nee

(7)

Figuur 13. De professionals van Stichting Geynwijs … (2016 n=483-520; 2017 n=171-163)

De meeste inwoners die contact hebben gehad met een professional van Stichting Geynwijs vinden dat de professionals vriendelijk (76%) en behulpzaam (68%) zijn. Circa twee derde vindt dat de professionals ook goed luisteren (65%), mee zoeken naar de beste oplossing (60%) en ruim de helft vindt de professionals deskundig (54%). In 2016 waren de cliënten positiever over de eigenschappen van de professionals.

Figuur 14. Is er in de gesprekken met de professional(s) van Geynwijs niet gesproken over ..?

(2016 n=653; 2017 n=163-148)

Het is de bedoeling dat in de gesprekken met de professionals van Geynwijs verschillende zaken aan de orde worden gesteld. Bij een kwart van de inwoners die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs (26%) is alles wat moest worden besproken aan de orde geweest. Verschillende onderwerpen zijn echter niet besproken. Zo zijn bij bijna de helft (46%) de privacyregels niet ter sprake geweest. Bij 35% tot 40% is volgens de inwoners geen aandacht geweest voor de mogelijke inzet van mensen uit de directe omgeving, voor een mogelijke eigen bijdrage, voor wat men zelf zou kunnen doen om tot een oplossing te komen of uitleg over de procedure. Bij één op de vijf (19%) is niet uitgelegd waarmee Stichting Geynwijs zou kunnen helpen.

76%

86%

68%

77%

54%

66%

65%

72%

60%

68%

17%

10%

18%

12%

29%

18%

21%

13%

18%

14%

7%

4%

14%

11%

17%

16%

14%

15%

22%

18%

2017 zijn vriendelijk 2016 2017 zijn behulpzaam 2016 2017 zijn deskundig 2016 2017 luisteren goed 2016 2017 zoeken mee naar de beste oplossing…

(helemaal) eens neutraal (helemaal) oneens n.v.t. / geen mening

46%

39%

37%

37%

35%

19%

51%

37%

39%

40%

38%

27%

de privacy-regels mensen in de eigen omgeving waar men een beroep op kan

doen

een mogelijke financiële bijdrage

wat kan men zelf doen om tot een oplossing te komen

uitleg over de procedure

uitleg over hoe Geynwijs kan helpen

2017 2016

(8)

Figuur 15. Er wordt eerst gekeken wat men (samen met de omgeving) zelf kan, wat vindt u hiervan?

(2016 n= 573; 2017 n=169)

De professionals van Geynwijs gaan in gesprek om samen met de inwoners naar een passende oplossing te zoeken voor een vraag voor hulp of ondersteuning, waarbij eerst wordt gekeken naar een mogelijke eigen inbreng of hulp uit de directe omgeving. Een derde vindt deze insteek prima (34%) en ruim een derde maakt het niet uit. De cliënten die positief reageren vinden het veelal logisch dat er eerst gekeken wordt wat er zelf gedaan kan worden. Soms wordt er wel bij vermeld dat dit ‘tot een bepaalde hoogte’ geldt, er zijn wel grenzen aan, het moet logistiek mogelijk zijn en niet teveel vragen van anderen.

Ruim een kwart (28%) vindt dit echter geen goede insteek. Dat komt dan vooral omdat men niet voldoende contacten heeft in de omgeving om dit mee op te lossen, er al veel door anderen wordt gedaan of omdat men de belasting voor anderen te groot vindt. Een enkeling vindt niet dat het probleem anderen aangaat. Ook vindt een aantal mensen dit een slechte vorm van bezuinigen.

Ten opzichte van 2016 vinden meer mensen het goed dat eerst in de omgeving naar een oplossing wordt gezocht. Een vergelijkbaar aandeel als vorig jaar vindt dit niet goed.

34%

23%

38%

48%

28%

29%

2017 Samen met omgeving tot oplossing komen 2016

prima maakt me niet zoveel uit niet goed

(9)

Doelenplan

Figuur 16. Doelenplan opgesteld? (2016 n= 571; 2017 n=172)

Voor twee op de drie van de inwoners die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs is een (doelen)plan waarin de oplossingsrichting is verwoord opgesteld (58%) of in ontwikkeling (8%). Een kwart heeft geen doelenplan gekregen (24%). Vergeleken met 2016 hebben iets meer respondenten een doelenplan gekregen.

Figuur 17. Doelenplan ondertekend? (2016 n= 406; 2017 n=165)

Twee derde heeft het doelenplan ondertekend (65%), circa een kwart (27%) heeft dit (nog) niet gedaan. Voor veel van de cliënten die het plan nog niet hebben getekend loopt het proces nog of men heeft nog geen plan gezien. Enkele cliënten geven aan dat ze de oplossing niet goed of te duur vonden en zijn zelf een oplossing gaan zoeken. Enkele andere cliënten hebben het plan nog niet getekend omdat er fouten inzaten of omdat men het er niet mee eens was.

Vergeleken met 2016 hebben nu minder respondenten het doelenplan ondertekend en meer mensen (nog) niet.

De geboden oplossing

Figuur 18. Meerdere oplossingen geboden? (2016 n=550; 2017 n=55)

De meeste respondenten (73%) hebben evenals in 2016 één oplossing aangeboden gekregen. Ruim één op de tien (13%) heeft wel meerdere oplossingen kunnen overwegen. Een even groot aandeel heeft helemaal geen oplossing aangeboden gekregen, onder andere omdat het verzoek was afgewezen. Slechts één op de zeven cliënten vond het een probleem dat er maar één oplossing aangeboden is, de anderen vonden dit geen probleem of er was maar één oplossing mogelijk.

58%

52%

8%

8%

24%

28%

10%

12%

2017

Doelenplan 2016

ja nog mee bezig nee weet ik niet

65%

76%

8%

4%

27%

20%

2017

Doelenplan ondertekend? 2016

helemaal deels nee

13%

18%

73%

73%

14%

9%

2017

Meerdere oplossingen geboden? 2016

ja nee n.v.t.

(10)

Figuur 19. Keuze uit verschillende aanbieders voor het leveren van ondersteuning of hulp? (2016 n=496; 2017 n=46)

Eén op de vijf inwoners, waarvoor dit van toepassing is, kon kiezen uit meerdere aanbieders van zorg of ondersteuning, driekwart kon niet kiezen. Voor de meeste was dit geen probleem, soms is er ook maar één aanbieder. Circa één op de zeven vindt dit wel een probleem. Vergeleken met 2016 hebben nu iets minder respondenten kunnen kiezen uit meerdere aanbieders. Het aandeel dat dit een probleem vindt, is iets toegenomen (circa 10% in 2016).

Figuur 20. Eigen bijdrage aan de geboden oplossing (2016 n=574; 2017 n=69)

Circa één op de drie inwoners die bij Stichting Geynwijs zijn geweest (35%), levert uiteindelijk zelf geen eigen bijdrage aan de geboden oplossing, dit is iets minder dan in 2016. De meeste doen dit wel, hetzij door (meer) zelf te doen (31%), hetzij door een (groter) beroep te doen op mensen uit de directe omgeving (15%) en/of door meer zelf te betalen (15%). Daarnaast zijn er mensen die (ook) een andere insteek kiezen of bijdrage leveren, bijvoorbeeld door direct professionele of vrijwillige hulp te zoeken. Ook zijn er inwoners die nog in het traject zitten en bezig zijn de gewenste zorg of hulp te krijgen. De meeste mensen die een financiële bijdrage leveren, kunnen dit ook betalen.

Vergeleken met vorig jaar leveren nu minder respondenten een financiële bijdrage. Men heeft daarentegen vaker naar een andere oplossing gezocht.

20%

28%

80%

72%

2017

Meerdere aanbieders aangeboden? 2016

ja nee

31%

15%

15%

12%

35%

30%

15%

26%

7%

38%

doe dingen zelf / ga meer zelf doen

mensen uit de omgeving gaan (meer) helpen

financiële bijdrage

iets anders

geen eigen bijdrage

2017 2016

(11)

Figuur 21. Tevredenheid over de geboden oplossing (2017 n=154)

Ruim de helft van de cliënten is tevreden met de oplossing (62%). Daarentegen is een deel niet tevreden omdat zij teveel zelf moeten doen (11%), teveel moeten betalen (5%) of zijn van mening dat de geboden oplossing niets oplost (7%). Respondenten laten zich dit jaar iets positiever hierover uit (59% positief in 2016) en iets minder negatief (19% in 2016).

Figuur 22. Binnen welke termijn nadat u het doelenplan heeft ondertekend kon u over uw voorziening of hulp beschikken? (2016 n=302; 2017 n=96)

Ruim twee derde van de inwoners die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs (69%) heeft binnen één tot twee maanden na ondertekening van het plan kunnen beschikken over de geboden hulp of de aangevraagde voorziening. Bij een enkeling heeft het meer dan een half jaar geduurd. Ten opzichte van 2016 is het aandeel respondenten dat binnen twee maanden beschikt over de

voorziening of hulp iets toegenomen.

Figuur 23. Heeft u de voorziening of hulp snel genoeg gekregen? (2016 n=550; 2017 n=142)

Over de termijn waarop men over de hulp kon beschikken is de meerderheid (61%) tevreden, een derde (34%) is hier ontevreden over. Ondanks dat men iets sneller kan beschikken over de voorziening of de hulp is de tevredenheid hierover iets afgenomen.

62%

12%

11%

5%

7%

8%

Prima, de oplossing helpt mij goed Voldoende, ik had graag een andere oplossing maar ga met deze

oplossing akkoord

Onvoldoende, ik moet nu teveel zelf doen of vaak een beroep doen op anderen

Onvoldoende, ik moet hiervoor teveel bij betalen

Onvoldoende, de geboden oplossing lost niets op

Ik heb geen aanbod gekregen

48%

46%

21%

17%

8%

9%

9%

7% 5%

11%

16%

2017

Over hulp beschikken 2016

binnen 1 maand 1 tot 2 maanden 2 tot 3 maanden 3 tot 6 maanden langer dan 6 maanden weet ik (nog) niet

61%

67%

5%

7%

34%

26%

2017

Snel genoeg beschikking? 2016

Ja, snel Maakt me niet zoveel uit Nee, te lang geduurd of nog niet ontvangen

(12)

Ondersteuning, klachtenregeling, ombudsfunctionaris en privacy

Figuur 24. Weet u dat er een klachtenregeling en een ombudsfunctionaris bestaat bij de Stichting Geynwijs? (2016 n=556; 2017 n=168)

Ruim één op de drie inwoners die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs (38%) is bekend met de klachtenregeling van de stichting. Van alle inwoners die contact hebben gehad met de stichting heeft 10% hier ook wel eens gebruik van gemaakt. Dit is meer dan in 2016, evenveel mensen zijn bekend met de klachtenregeling.

De ombudsfunctionaris van Nieuwegein is minder bekend. Van de inwoners die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs weet 17% dat er in Nieuwegein een ombudsfunctionaris is, 7% procent heeft naar aanleiding van een geboden oplossing van Geynwjis contact gehad met de ombuds- functionaris. Dit is meer dan in 2016, een even groot deel is bekend met de ombudsfunctionaris.

Figuur 25. Vindt u dat Stichting Geynwijs zorgvuldig is om gegaan met uw privacy en uw gegevens?

(2016 n=556; 2017 n=161)

Circa drie kwart (76%) is van mening dat Stichting Geynwijs zorgvuldig met de privacy van de cliënten is omgegaan. Dit is iets minder dan vorig jaar.

De opbrengst

Figuur 26. Draagt de oplossing bij aan uw zelfredzaamheid? Levert de voorziening voor u daadwerkelijk iets op? (2016 n=510; 2017 n=156)

Misschien wel de belangrijkste vraag is of de hulp uiteindelijk ook wat oplevert. Ruim de helft zegt dat dat zeker het geval is (60%), nog eens een kwart (24%) stelt dat dat deels het val is en 16% zegt dat de hulp eigenlijk niets oplevert. Op hoofdlijnen zijn de cijfers vergelijkbaar met die van 2016.

38%

37%

17%

17%

10%

4%

7%

2%

2017

Bekend met klachtenregeling? 2016

2017

Bekend met ombudsfunctionaris? 2016

Bekend Gebruikt

76%

83%

24%

17%

2017

Privacy 2016

Ja Nee

60%

62%

24%

20%

16%

18%

2017 Opbrengst 2016

Ja, zeker Ja, maar slechts ten dele Nee, eigenlijk niet

(13)

De mensen bij de Geynwijspunten

Figuur 27. De mensen van de Geynwijspunten zijn … (2016 n=90-105; 2017 n=5)

De vriendelijkheid, behulpzaamheid en deskundigheid van de mensen van de Geynwijspunten worden door de meerderheid positief beoordeeld. Er zijn echter maar vijf respondenten die deze vraag beantwoord hebben.

En verder …

Ruim een derde van de respondenten (38%) had de voorziening al voor 2015, de meerderheid had die na 1 januari 2015 voor het eerst (62%). De respondenten die in 2015 een herbeoordeling hebben gehad hebben voornamelijk dezelfde voorzieningen / hulp gekregen (33%), of dezelfde hulp maar minder uren (14%). Circa één op de tien (11%) heeft een andere voorziening / hulp gekregen. Eén op de vijf (20%) heeft geen herbeoordeling gehad.

Ruim twee derde (69%) geeft aan dat er nu niet een grotere bijdrage wordt verwacht. Circa één op de tien doet nu meer zelf (8%), zoekt meer hulp in de eigen omgeving (10%) of betaalt meer (13%).

Respons

Voor het onderzoek zijn 1.000 cliënten aangeschreven die in de periode oktober 2016 – april 2017 contact hebben gehad met Stichting Geynwijs. Dit is aangevuld met 430 mensen die enige vorm van jeugdzorg hebben ontvangen. Bij dit laatste bestand was vooraf niet bekend of men met Geynwijs contact heeft gehad. Van de 1.430 aangeschreven cliënten hebben er 227 meegedaan aan de enquête. Omdat niet van iedereen bekend is of men contact heeft gehad met Geynwijs is het responspercentage niet exact te bepalen. De respons wordt ingeschat op 15% tot 20%.

Ruim een kwart van de respondent is vrouw (29%), de overgrote meerderheid is man (71%).

De gezinssamenstelling is gelijk verdeeld over alleenstaand / alleenwonend (29%), twee volwassenen zonder kinderen (28%) en twee volwassenen met kinderen (29%). Bijna een kwart heeft vmbo/mavo afgerond (24%), een bijna even groot deel mbo (26%). Een op de vijf heeft het hbo afgerond (20%).

Iets minder mensen hebben enkel de basisschool of geen onderwijs gevolgd (17%) en vwo / havo (6%) of wetenschappelijk onderwijs (6%).

60%

85%

60%

70%

50%

62%

20%

10%

20%

22%

25%

22%

20%

5%

20%

8%

25%

16%

2017 vriendelijk 2016 2017 behulpzaam 2016 2017 deskundig 2016

(helemaal) eens neutraal (helemaal) oneens

(14)

Herhalingsmeting cliënten Stichting Geynwijs

Naast een tweede meting onder inwoners die contact hebben gehad met Stichting Geynwijs zijn (444) cliënten die aan de nulmeting hebben meegedaan en ook recent contact hebben gehad met Geynwijs opnieuw benaderd met een korte vragenlijst. Hiervan hebben er 147 (33%) weer aan het onderzoek mee gedaan en de enquête ingevuld.

Figuur 1. Onderwerp van contact met Geynwijs (n=139).

De meeste mensen hebben contact met Geynwijs over hulp in het huishouden (59%), een vijfde heeft contact gehad over vervoer of vervoersmiddelen (21%).

Figuur 2. Verbetering van dienstverlening (n=111).

Een kwart (26%) vindt dat de dienstverlening in het afgelopen half jaar is verbeterd één op de tien (10%) is het hier niet mee eens.

De respondenten is gevraagd rapportcijfers te geven voor een aantal aspecten van Geynwijs, voor het vorig jaar en voor de recente situatie. Op drie punten scoort de dienstverlening van Stichting Geynwijs slechter dan vorig jaar, op alle andere punten scoort de stichting nu (iets) beter. De drie punten waarop (iets) slechter gescoord wordt zijn: het opstellen van een doelenplan, informatie door Stichting Geynwijs over de klachtenprocedure en in welke mate men met dezelfde professional te maken heeft.

59%

21%

11%

6%

3%

2%

1%

1%

19%

Hulp in het huishouden Vervoer / vervoermiddel Begeleiding / zorg Woningaanpassing Geldzaken / schuldhulpverlening Mantelzorg Vrijwilligerswerk / actief zijn in de buurt Iets anders Geen contact gehad met Geynwijs

26% 18% 10% 46%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Dienstverlening Geynwijs afgelopen half jaar verbeterd?

Ja Deels Nee Weet ik niet

(15)

Figuur 3 Rapportcijfers voor aspecten van Geynwijs, voor en na november 2016 7,0 6,4

6,5

6,8 6,7

7,5

Bekendheid Geynwijs Gebruiksvriendelijkheid sociale kaart Informatie op sociale kaart

Functie en rol Geynwijspunten Deskundigheid Geynwiijspunten Klantvriendelijkheid Geynwijspunten

7,2 7,1 7,0 6,9 6,9 6,8 6,8 6,7 6,7 6,4 6,4 6,4 6,3 6,3 6,1 6,1 5,5

Klantvriendelijkheid telefonisten Geboden oplossing Klantvriendelijkheid professionals Functie / rol van Stichting Geynwijs Telefonische bereikbaarheid

Deskundigheid professionals Snelheid afhandeling aanvraag Deskundigheid telefonisten Oplossingsgerichtheid professionals Direct doorverbinden met professionals Opstellen doelenplan Informatie over eigen bijdrage Terugbellen door St. Geynwijs Informatie over termijnen Informatie over cliëntondersteuning Steeds dezelfde professional Informatie over klachtenprocedure

2017 2016

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar in plaats van zich vrolijk te maken over zijn Zwitsers horloge of te sidderen voor de opdeling van de wereld in een dar al-islam en dar al- harb (huis van de islam/huis van

Als een werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt blijkt omdat hij een inkomen verdient dat hoger is dan 65% van zijn oude loon, dan eindigt de WGA-uitkering één jaar nadat

• Op enkele corporaties na, die om specifieke redenen uitstel kregen, hebben alle corporaties voldaan aan de plicht om de voorstellen voor de scheiding van hun DAEB en niet

lende ondernemers op losse schroeven kan zetten. In de zaak Mapfre gaat het om verkoop van voertuigen door een garagehouder aan zijn afnemers. Hij biedt hen daarbij de

4p 10 † Met welk dilemma van de rechtsstaat wordt de minister geconfronteerd door de kritiek van de Raad van State op het wetsvoorstel. Licht het dilemma toe door te verwijzen

Werd er voorheen in diverse softwarepakket- ten van de gemeente Enschede gewerkt, nu werd de overstap gemaakt naar drie pakketten: Exact Software, Jewel Taken en Groenvision..

In zijn genoemd artikel komt de heer Verkerk na een alleszins duidelijk en logisch betoog, „geïnspireerd door Limperg’s leer” tot de conclusie: „dat het ont­

Onderdelen die niet door of via de (bouw)ondernemer worden uitgevoerd (zoals bijvoorbeeld minderwerk), vallen niet onder de Woningborg Garantie en waar- borgregeling. Daarnaast