• No results found

11 september 2001-2016: vijftien jaar ontkenning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "11 september 2001-2016: vijftien jaar ontkenning"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,20

72ste jaargang • nummer 37 • donderdag 15 september 2016 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

“De westerse tocht naar de waarheid ver- loopt opvallend traag”, schreef Douglas Mur- ray in The Spectator. “We slepen er ons heen, centimeter per centimeter, na elke bloedige islamistische aanslag.” Vooral de beleidsmen- sen volharden nog steeds in de ontkenning van de evidentie. Na de aanslagen tegen Char- lie Hebdo en de moordpartijen in Boston, Parijs, Brussel, Nice en op zoveel andere plaat- sen, spraken alle wereldleiders telkens hun medeleven en afschuw uit.

Ze hebben het al zo vaak moeten doen dat ze het refrein waarschijnlijk reeds van buiten kennen. Maar hoe hard de daders ook “Alla- hoe akbar” schreeuwen terwijl ze de trekker overhalen, het woord “islam” komt nooit voor in de rituele blijken van afkeuring.

“Moorddadige ideologieën”

De herdenkingen, toespraken en perscom- mentaren naar aanleiding van de vijftiende verjaardag van de aanslagen op New York, waren van dezelfde aard. Men bracht de vele slachtoffers en de moedige redders in her- innering, maar er werd geen enkele verwij- zing gemaakt naar de beweegredenen van de daders. Een toehoorder of lezer die niet weet wat daar is gebeurd, zou zowaar de indruk krij- gen dat de tragedie het gevolg was van een niet verder omschreven ongeluk of natuur- ramp. Zoiets als een relaas over het zinken van de Titanic met zorgvuldige weglating van alle verwijzingen naar de ijsberg.

Obama geraakte in zijn toespraak niet verder dan een generieke verwijzing naar

“moorddadige ideologieën”, alsof zijn publiek niet zou weten welke ideologie het was die de lijnvliegtuigen in het WTC deed vliegen.

Niet alleen weigerde hij de naam van de ide- ologie uit te spreken, met het gebruik van de

meervoudsvorm suggereerde hij dat er eigen- lijk veel “moorddadige ideologieën” actief zijn in de wereld, een ontkenning van de unieke monopoliepositie van de islam als wereld- wijde generator van terroristisch geweld. De

“Global Terrorism Index” schat dat jaarlijks bijna 40.000 mensen de dood vinden door terrorisme. Bijna alle daders zijn moslims, met IS en Boko Haram als de organisaties die het meest bedreven zijn in de dans des doods.

Politiek correct negationisme

Maar de kloof tussen het surrealistische discours van machthebbers die op bijna lach- wekkende wijze de olifant in de kamer pogen te negeren, en wat hun toehoorders geloven, is steeds groter aan het worden. Men hoeft niet meer op café te gaan om dat te weten te komen.

De sociale media en het internet zijn min- der selectief dan de politici in hun vaststellin- gen en besluiten, ondanks verwoede pogin- gen (vanwege bijvoorbeeld de beheerders van Facebook) om “islamofobe” uitlatingen te censureren. En electoraal is het ergste nog niet gekomen voor de politieke partijen die het probleem pogen te negeren, in de hoop dat het op miraculeuze wijze weer zal ver- dwijnen.

Zelfs sommige moslims krijgen het op hun heupen van de overdreven politieke correct- heid die niet toelaat de dingen bij naam te noemen.

Raheel Raza, een immigrante uit Pakistan, gebruikte de vijftiende verjaardag van 9/11 om haar wanhoop uit te schreeuwen in de Huf- fington Post: “Als moslima die een achterlijke en intolerante samenleving is ontvlucht om in Amerika van de vrijheid van meningsuiting te genieten, vind ik het moreel verlammend om

de negationisten van links excuses te horen zoeken voor de opkomst van de radicale islam of - nog erger - het debat helemaal onmoge- lijk te maken. ...

Indien je vandaag, in het Amerika van na 9/11, een woord van kritiek durft uiten - niet alleen op de islam, maar zelfs op de radicale islam - word je gebrandmerkt als racist en islamofoob.”

Superieur en achtergesteld

Eén van de veelgehoorde excuses, waar Raza naar verwijst, zijn de westerse bemoei- enissen in het Midden-Oosten. Operaties in landen als Irak en Libië zouden de toorn van de moslims opwekken. Men hoort die rede- nering ook in Vlaanderen, en heus niet alleen ter linkerzijde. Maar welke westerse interven- tie had dan 9/11 uitgelokt?

Het enige wat de Amerikanen toen hadden ondernomen, was een militaire interventie om de Kosovaarse moslims te helpen tegen de Serviërs, in 1999, wat voor goedmenende moslims eerder een bron van dankbaarheid had kunnen zijn.

Wat hadden de Amerikanen (en westerse landen) dan misdaan om dat soort terroris- tische represailles in 2001 te verdienen? En waarom komen de daders van terrorisme evengoed uit landen die helemaal niet betrok- ken zijn bij een gewapend conflict?

Het antwoord kwam van Bernard Lewis, de historicus en oriëntalist die de opkomst van het islamitische fanatisme al vele jaren eer- der had zien aankomen. Hij had gemerkt dat de wereld van de islam moeilijk omging met haar groeiende achterstand ten aanzien het Westen, op alle mogelijke gebieden.

Voor een cultuur die overtuigd is van de superioriteit van de islam (culuurrelativisme is niet besteed aan de meeste moslims), is het zeer moeilijk te aanvaarden dat de eigen reli- gie precies de reden zou kunnen zijn voor de achterstand. De schuld moet dan wel bij bui- tenlandse vijanden gezocht worden, bij dege- nen die de bloei van de islamitische wereld met allerlei perfide middelen pogen tegen te houden.

Samenzweringstheorieën zijn in de Ara-

bische politieke cultuur dan ook alomtegen- woordig. De totalitaire en oorlogszuchtige nei- gingen in de godsdienst doen de rest.

Wie denkt dat rechtmatige grieven de haat voor het Westen hebben voortgebracht, ver- gist zich. De jihadisten haten ons om wat we zijn, niet om wat we doen. De grieventrom- mel zal altijd gevuld zijn. Het cultuurrelati- visme, het permanente gewetensonderzoek (“racisme!”) en de tolerantie tegenover zijn vijanden die het Westen tentoonspreidt, lei- den er trouwens niet toe dat anderen ons aar- dig gaan vinden. Voor vele moslims zijn dit integendeel tekenen van zwakheid en zelf- beschuldiging.

Botsende beschavingen

De wereld is na 11 september 2001 onher- roepelijk veranderd. Na de val van de Sovjet- Unie heerste even het optimisme van de filo- soof Francis Fukuyama die in 1992 “het einde van de geschiedenis” meende te ontwaren, uitmondend in een wereld waarin westerse democratie en liberalisme zouden triomfe- ren. Hij kreeg toen repliek van zijn eigen leer- meester, Samuel Huntington, die in zijn boek

“Botsende beschavingen” (1993) eerder een grote confrontatie zag opdoemen tussen het Westen en de radicaliserende islam. Het was het realisme van de leermeester dat gegrond bleek.

Boko Haram en IS, de meest gruwelijke manifestaties van de nieuwe realiteit, nog fanatieker en apocalyptischer in hun denk- beelden dan de daders van 9/11, lijken dan wel in het defensief gedrongen in hun thuis- basissen, de aanslagen en geweldplegingen tegen doelwitten in het Westen blijven onder- tussen toenemen.

We mogen vrezen dat het nog erger zal worden. De afwijzende reacties van bijna alle politieke partijen op de nochtans schuchtere voorstellen van de N-VA om het veiligheids- beleid te versterken, tonen bovendien aan dat we nog steeds met leiders en ideeën uit een vorige eeuw opgescheept zitten.

Vijftien jaar geleden vond de grootste terroristische aanslag uit de geschiedenis plaats. 3.000 mensen stierven in een apocalyptische massamoord, gepleegd door fana- tieke moslims, handelend in naam van hun geloof. Zes dagen later hield George Bush jr.

een toespraak waarin hij de godsdienst poogde uit te wind te zetten. “Islam is peace”, sprak de president tot een bijeenkomst van moslims in New York. Zijn naïviteit werd toen gedeeld door vele westerlingen. Vandaag zijn degenen die nog in die platitude geloven echter een minderheid geworden, ondanks de selectieve blindheid van beleidsmensen en opiniemakers.

11 september 2001-2016: vijftien jaar ontkenning

Deze week

Europa verspilt miljard

in Moldavië 2

Briefje aan Willy Claes 3 Peilingen illustreren

andermaal de politieke

kloof in dit land 5 Gents stadsbestuur in

verlegenheid 7 Het gevecht om het

Caterpillar-terrein 7 Op de praatstoel:

Jan Bruggemans, architect 11

Catalonië blijft feesten 13

Bieeepoost een ramp! 13

Gille van Binst: warm water 15

(2)

Actueel

15 september 2016

2

Uit de smalle beursstraat

Ethias is al jaren een probleem

Verzekeraar Ethias zoekt een overnemer. Staatsbank Belfius staat naar verluidt op de eerste rij. De verzekeraar heeft al jaren problemen: slecht management en te hoge ambities zijn de oorzaak. Dat Ethias net als andere ver- zekeraars lijdt onder de lage rente is slechts een gedeel- telijke verklaring voor de malaise.

De verzekeringssector heeft het moeilijk met de lage rente, zoveel is duidelijk. Het businessmodel van de verzekeraars bestond erin dat ze de vele tegoeden (premies vooral) in por- tefeuille goed kon laten renderen dankzij de rentevoeten. Dat is nu niet meer mogelijk. Maar als ze bijvoorbeeld levensver- zekeringen moet uitkeren, moet dat nog op basis van een rela- tief hoge rente gebeuren. Dat tast de financiële buffers van een verzekeraar aan. Het verklaart de problemen bij AXA dat 650 mensen wil ontslaan. Het verklaart ook de problemen bij ver- zekeraar Ethias. De Nationale Bank en de toezichthouder FSMA vreest dat Ethias in zo’n slechte financiële papieren zit dat het eind dit jaar slechte punten zal krijgen bij een Europese stres- stest. Eigenlijk heeft Ethias 600 miljoen euro extra eigen mid- delen nodig. Die zijn intern niet voorhanden.

Te risicovol beleid

Een overname van Ethias door een andere financiële instel- ling en dus de aanbreng van kapitaal zou de spanningen rond Ethias doen verdwijnen. Er zou sprake zijn van interesse van Ageas, Allianz en Baloise voor een investering of overname.

Meteen rijst de vraag of het dan wel klopt dat Ethias in slechte papieren zit door het lagerentebeleid. Waarom zijn voor- noemde verzekeraars beschikbaar voor een investering of overname? Ook op hen heeft het beleid van de centrale ban- kiers toch een effect?

Hier wordt het bewijs geleverd dat de verzekeraar Ethias een veel te risicovol financieel beleid heeft gevoerd. Een paar maanden geleden vroeg de Nationale Bank al aan Ethias om maatregelen te nemen die de financiële stabiliteit moeten ver- sterken. Zo moet de First-portefeuille versneld worden afge- bouwd. Op die rekeningen staat nog steeds 1,4 miljard euro tegen een rente van meer dan 3 procent. Met de huidige lage rente is dat een financiële strop rond de hals van de verzeke- raar. De First-rekening was het voorbeeld van de te hoge ambi- ties van het bedrijf.

Een oplossing voor het financieel wankele Ethias zou bestaan in een overname door Belfius. Dat zou bedrijfseconomisch de meest logische stap zijn. Maar Belfius is tot nader order een staatsbedrijf, en hoe verkoop je aan de bevolking dat de belas- tingbetaler de facto moet opdraaien voor het geknoei van een verzekeraar? Het doet onbewust aan Arco denken. Al is het wel zo dat Ethias nu al voor driekwart in overheidshanden is.

Het zou natuurlijk kunnen dat de kosten van die First-rekenin- gen worden losgekoppeld bij een overname, maar dan komen die in een vehikel terecht zoals de slechte kredieten van Dexia.

Ook dat is geen echte oplossing.

Slecht management

En dan is er nog Bernard Thiry, die vorige week als CEO ont- slag nam. Bij die PS-vertrouweling en goede kennis van Elio di Rupo worden al jaren vraagtekens geplaatst. Zijn management- capaciteiten zouden niet overtuigend zijn. En dan is er het Per- gola-incident uit 2010.

Een klassiek PS-sjoemelverhaal. In 2010 viel vanop het domein van de Luikse ondernemer en bedrijfsleider Stép- hane Moreau een boom op de pergola van een buurman.

Schade: 50.000 euro.

Moreau, bekend van de intercommunale Nethys en PS-kop- stuk in Ans, was echter niet verzekerd voor zo’n schadegeval.

Ethias betaalde de schade toch en Moreau sloot een geanti- dateerde verzekeringspolis af. Het gerecht kwam dat op het spoor, en ondertussen is Thiry doorverwezen naar de correcti- onele rechtbank. Want het gaat duidelijk om een flagrant geval van schriftvervalsing.

Maar volgens de raad van bestuur heeft het vertrek van Thiry niet direct te maken met dat gesjoemel. Men verwijt Thiry vooral dat hij te weinig maatregelen genomen heeft om de financiële situatie van Ethias te verbeteren op het moment dat de eigen middelen al zwaar onder druk stonden. De man die de verzekeraar sinds 2008 leidt, zou dus gewoon een slechte manager zijn geweest. Dat gebeurt wel meer met PS-benoe- mingen.

Angélique VAnderstrAeten In 2014 ondertekenden Moldavië en de EU

ook een associatieovereenkomst, die onder andere voorziet in een diepe en brede vrijhan- delszone. De concrete gevolgen hiervan laten voorlopig op zich wachten.

Onafhankelijk

Moldavië ligt in Zuidoost-Europa, tussen Roemenië en de Oekraïne, en heeft 3,6 mil- joen inwoners. Na het uiteenvallen van de Sov- jet-Unie werd Moldavië in 1991 een onafhan- kelijke republiek, hoewel de regio Transnistrië zich eenzijdig onafhankelijk had verklaard en nog steeds afzonderlijk wordt bestuurd.

Eén van de belangrijkste problemen waar- mee Moldavië te kampen heeft, is het zwakke openbaar bestuur. Publieke instellingen gaan gebukt onder een buitensporige bureaucratie, een gebrek aan gerichtheid op kerntaken, een hoog personeelsverloop en als gevolg daarvan

een lage doelmatigheid. Ook corruptie blijft een gigantisch probleem: op de corruptieper- ceptie-index 2015 van Transparency Interna- tional eindigde Moldavië onderaan, als 103e op een lijst van 168 landen.

Europese Rekenkamer kritisch

De Europese Rekenkamer heeft onderzocht of dat Europese geld wel goed besteed is (rap- port: ‘Bijstand van de EU voor het versterken van het openbaar bestuur in Moldavië’, sep- tember 2016). Het antwoord is: neen.

Een aanzienlijk percentage van de Europese steun wordt immers verleend in de vorm van begrotingssteun. Dit houdt in dat er midde- len in de nationale schatkist van het partner- land worden gestort. In theorie moet er hier- voor voldaan zijn aan bepaalde voorwaarden.

In de praktijk valt de controle hierop tegen. Vol- gens de Rekenkamer had de begrotingssteun

Europa heeft miljard verspild in Moldavië

Het bbp per hoofd van Moldavië bedraagt nauwelijks 1.687 euro en het armoedeper- centage bedraagt 12,7 procent. Sinds 2007 is er via de zogeheten Europese ‘nabuur- schapsinstrumenten’ (subsidies en begrotingssteun) liefst 782 miljoen euro aan het land toegewezen (van 2007 tot 2015). Dit komt neer op bijna 37 euro per inwoner per jaar.

Dat is het hoogste bedrag in alle oostelijke buurlanden van de EU.

bovendien slechts ‘een beperkt effect op de versterking van het openbaar bestuur.’ De ove- rige steun wordt verleend via projecten. Ook dat viel tegen.

Onderzoek

De Europese Rekenkamer onderzocht dus of de EU-bijstand doeltreffend heeft bijdragen tot het versterken van het openbaar bestuur.

De steekproef omvatte vier programma’s voor begrotingssteun in de sectoren justitie, over- heidsfinanciën, volksgezondheid en water. Ver- der werden er twintig projecten bij verschil- lende overheidsdiensten onderzocht.

Corruptie

Het grote probleem van Moldavië is corrup- tie. In november 2014 werden de macro-eco- nomische risico’s in Moldavië werkelijkheid toen bekend werd dat er voor 1 miljard Ameri- kaanse dollar aan middelen van depositohou- ders was verdwenen in een corruptieschan- daal waarbij drie Moldavische banken waren betrokken. De Europese stuurgroep op hoog niveau besloot in december 2014 in het kader van de toewijzing van begrotingssteun in 2015 zeer oplettend te zijn ten aanzien van Molda- vië, aangezien het risiconiveau zou stijgen. Na een interne analyse van potentiële risicobe- perkende maatregelen reageerde de Europese Commissie in juli 2015 met de publieke aan- kondiging dat de betalingen van begrotings- steun waren opgeschort in afwachting van een overeenkomst tussen het Internationaal Mone- tair Fonds en Moldavië. Ook reduceerde zij het aandeel van de in 2015 geprogrammeerde begrotingssteun aanzienlijk ten opzichte van de voorgaande jaren. Door de situatie in de bankensector werd de integriteit van de EU- financiering die in de Moldavische staatskas was gestort ernstig in diskrediet gebracht. Het is volgens de Rekenkamer echter niet moge- lijk om te bewijzen dat de corruptie specifiek betrekking had op EU-middelen, omdat die in de totale staatsbegroting waren opgegaan. Er is dus geen bewijs, maar in de praktijk zal dit wel zo gegaan zijn.

Opleiding te laat

Ook de door Europa gesteunde projecten waren een catastrofe. Zo kwam een opleiding betreffende begrotingssteun voor Moldavische ambtenaren veel te laat.

Pas in maart 2014 werd voor het eerst een volwaardige opleiding op het gebied van begrotingssteun georganiseerd voor Moldavi- sche ambtenaren. Let wel: in die tijd was er al meer dan zeven jaar (!) gebruikgemaakt van begrotingssteun in Moldavië.

De opleiding, die 6 dagen duurde en waar- aan 24 ambtenaren deelnamen, bracht aan het licht dat ze een beperkt begrip hadden van deze methode van steunverlening. De deelne- mers gingen bovendien niet significant voor- uit, want de scores in de tests aan het begin en aan het einde stegen slechts van 3,2 naar 3,9 op een schaal van 10 punten. De scores

waren zelfs slechter op vier van de tien beoor- deelde terreinen.

Dit beperkte resultaat werd ook niet aan- gepakt en er werd geen uitgebreide follow- up aan gegeven, aangezien er sindsdien geen andere volwaardige opleiding op het gebied van begrotingssteun heeft plaatsgevonden.

Besluit

De Europese Rekenkamer stelde in haar besluit dat de Commissie sneller had kunnen reageren toen de met de steun gepaard gaande risico’s werkelijkheid werden. De program- ma’s waren ook niet voldoende afgestemd op de Moldavische strategieën. De Rekenka- mer schrijft het niet met zoveel woorden, maar eigenlijk is die 800 miljoen euro in Moldavië verspild, en wellicht belandde het grootste deel in de zakken van corrupte politici.

thierry debels

EU-buitenlandchef Federica Mogherini concretiseert haar plannen i.v.m. een eengemaakt Europees leger

EEnMaligE lofprijzing

We hebben Olivier Maingain al vaker figuurlijk met pek en veren ingesmeerd, en met groot genoegen. Maar als het goed is, schrijven we het ook: als voorzitter van de kleine partij Défi – overblijfseltje van het FDF na het uiteenvallen van het kartel met MR – weigert Maingain categoriek een bestuurscoalitie te vormen met de maoïsti- sche PVDA. Hij gedraagt zich in dat opzicht beter dan de “traditionele” Vlaamse par- tijen, die in de Antwerpse districtsraden nog liever bestuursakkoorden sloten met de maoïsten dan met Vlaams Belang. In Brussel is Défi met 11,3 procent de vierde grootste partij. PVDA is er de vijfde partij met 7,5 procent.

(3)

Actueel 15 september 2016 3

Gevallen god

Mijnheer de machteloze,

De tijd dat gij en uw rode kompanen over Limburg de plak zwaaiden, behoort (uit)ein- delijk tot de geschiedenisboeken. Met de aftocht van uw dochter Hilde als burgemees- ter van Hasselt kwam een roemloos einde aan jarenlange machtswellust, eigengereid- heid en kaviaarsocialisme. Limburg kan weer op adem komen.

Al bij al heeft zij er niet veel van gebakken.

Wij wisten al langer dat zij geen groot licht was, want ook als federale praatbarakster bleef zij ruim onder de middenmoot. Maar zij behoorde tot de juiste rode clan en daarmee leek een lucratieve toekomst in Limburg voor de hand te liggen. Helaas, pindakaas, want ook in Limburg werd een rode guerrillaoor- log uitgevochten, die gewonnen werd door Peter Vanvelthoven toen die de steun kreeg van de rode mutualiteit waarvan de ex van Hilde big boss is.

Uw partij ligt dezer dagen zwaar onder vuur. Niet alleen moeten gasten als Daniel Termont zich komen verantwoorden voor mogelijke belangenvermenging, uw partij heeft ook af te rekenen met allochtone ver- kozenen die hun oude vaderland meer in het hart dragen dan het land dat hun alle kan- sen heeft gegeven. En dan komt daar Has- selt nog bij, waar het deksel van de al een tijd stomende ketel is gevlogen. Leuk is anders.

Ik kan het mij zo voorstellen. Hilde werd het slachtoffer van haar eigen koppigheid en nukkigheid, en haar gemis aan dialoog en zin voor deftig overleg. Bovendien bleef ook de Hazodi-sjoemelaffaire van de Hasseltse politie en de bedenkelijke aankoop van de Pukkelpopweide door Hasselt loodzwaar op haar wegen. Het zat er aan te komen dat de rek het vroeg of laat zou begeven. Het moet dan ook pijn doen dat zij de sjerp aan de tsje- ven heeft moeten laten.

Gij hebt in het uur van uiterste nood, en toen het kalf allang verdronken was, nog een aandoenlijke poging gedaan door haar vaderlijk te adviseren dat ze maar beter de eer aan zichzelf kon houden, zeker nu bleek dat zij nog niet geheel terug gezond is. Het mocht niet meer baten. De politiek is bik- kelhard en de verliezer was bij voorbaat bekend. Het is nu af te wachten wat de toe- komst zal brengen in Hasselt.

Eén ding is zeker: het rode imperium is ten val gebracht. Gijzelf, Stevaert, Lieten en nu uw dochter gaan de geschiedenis in. En wie jullie zich nog zal herinneren, zal dat niet met groot heimwee doen. Wij zien u nog sparte- len in de Agusta-affaire en als NAVO-baas met de staart tussen de benen vertrekken.

Toen reeds was uw politieke doodvonnis getekend en wist eenieder dat het begin van het einde was ingezet, ook al kondt gij in uw thuisbasis nog de jonge god Stevaert en Ingrid Lieten nog mee in stelling brengen.

Maar ook zij zijn ondertussen allang verdwe- nen. Uw laatste zet was dan nog dochterlief...

En ook haar zwanenzang konden wij dezer dagen meemaken.

Het is allemaal voorbij, Willy. De rode boeken worden in het bronsgroen eiken- hout gesloten. Gij hebt altijd gedacht dat de rode bomen tot in de hemel zouden blijven groeien. Terwijl gij vergat dat de wortels aan het rotten waren.

Gij bleeft maar snoeien, tot er uiteindelijk niks meer overschoot. Socialisten en macht en geld... Het blijft een dodelijke cocktail.

Misschien kunt gij dezer dagen bij het plen- gen van wat tranen en in de spiegel kijkend eens een treurmars op uw vleugelpiano tok- kelen: “Hij zal voor ons geen ‘commissies’

niet meer doen...” Adieu, gevallen god. Hope- lijk tot nooit meer.

Briefje aan Willy Claes

Keren we even terug naar de weken en dagen vóór de verkiezingen van 25 mei 2014.

Wie op dat ogenblik voorspeld zou hebben dat de N-VA de dominante partij zou wor- den in de Belgische federale regering én de Vlaamse regionale regering, zou men toen vol- komen gek verklaard hebben. Zelfs midden juni, enkele weken na de verkiezingen, zou men zo’n voorspelling nog afgedaan hebben als onzin en flauwekul. Pas toen Elio di Rupo door zijn ongeduld een tactische fout maakte, en de regeringsvorming in het Zuiden van het land bruuskeerde, werd de huidige “Zweedse”

coalitie een mogelijk scenario, hoewel op dat ogenblik nog steeds hoogst onwaarschijn- lijk. Het zou nog weken duren eer de huidige coalities van mogelijk naar waarschijnlijk pro- moveerden, om uiteindelijk de regeringen- Michel en -Bourgeois in hun huidige vorm op te leveren.

Plannen op lange termijn

Toen begin dit jaar Hendrik Vuye ingewis- seld werd voor Peter de Roover als fractielei- der in de federale Kamer, en ter compensatie Objectief V opgericht werd, meenden som- mige perscommentatoren daarin een plan te ontwaren dat reeds in 2014 opgesteld was.

Bedoeling van dat plan: tegen de verkiezin- gen van 2019 weer het communautaire vuur oppoken. De werkelijkheid is natuurlijk hele- maal anders. De manier waarop de huidige regeringen gevormd werden, en de manier waarop Objectief V opgericht werd, illustre- ren perfect hoe politici van de ene dag op de andere, en van de ene week op de andere leven. Zelfs interne zaken, zoals nog maar de verkiezing van een penningmeester, krijgen ze zelden helemaal volgens plan uitgevoerd.

Moeten we dan echt denken dat het huidige voorstel rond de noodtoestand de culminatie is van een jarenlange strategie om ooit brutaal en bij Nacht und Nebel in België de macht te grijpen en een rechtse dictatuur te installeren?

Communautaire diepvries

De gebeurtenissen van de laatste twee jaar zijn de N-VA dus eigenlijk vooral over- komen. Als de partij in de herfst van 2014 al iets plande, dan toch in de eerste plaats een sociaaleconomisch herstelbeleid. Om dat beleid zoveel mogelijk een kans te geven beloofde ze het communautaire voor een tijdje in de diepvries te steken. We zijn zelfs geneigd te denken dat dat op de instemming van het merendeel van haar kiezers kon reke- nen. Dit was immers in overeenstemming met het verkiezingsprogramma van 2014, ook al strookt het niet met het beruchte artikel 1 van het partijprogramma. Als de partij vandaag aanhang verliest, zal dat vooral zijn omdat ze haar verkiezingsprogramma niet voldoende uitgevoerd krijgt, niet omdat ze niet commu- nautair genoeg zou zijn.

Kopstukken

Over één ding hoeven ze zich op het par- tijhoofdkwartier weinig of geen zorgen te maken: hoe ze bij de volgende verkiezingen hun kieslijsten vol gaan krijgen. De N-VA heeft veel capabel volk in huis, en dat is een opmer- kelijk feit gezien het grote aantal nieuwkomers dat verkozen raakte in 2014. Het screeningpro- ces vooraf, een les getrokken uit het debacle van de LDD, heeft duidelijk gerendeerd. Men loopt in 2019 eigenlijk alleen maar het gevaar dat het drummen wordt op de verkiesbare plaatsen als de peilingen blijven tegenvallen.

Bart de Wever

Ondanks al dat politiek personeel van topniveau blijft de partij met één probleem worstelen: dat van het voorzitterschap. Men beschikt over genoeg figuren die zonder pro- blemen de fakkel van Bart de Wever zouden kunnen overnemen, maar noch de partij, noch Bart de Wever durven de sprong te wagen. En vermoedelijk zal het er met de tijd niet gemak- kelijker op worden om ze te nemen.

Oorzaak van het probleem is dat Bart de Wever een ijzersterk merk is. Bart de Wever is de N-VA, en de N-VA is Bart de Wever, ook al steken veel van de andere N-VA-politici qua

niveau met kop en schouders boven hun con- currenten uit. Een deel van het merk Bart de Wever is dat hij Vlaanderen polariseert, maar zonder dat dit een probleem vormt voor de partij. Wie zich ergert aan Bart de Wever, is toch geen N-VA-kiezer. Wie de uitspraken van Bart de Wever weet te smaken, zou in vele gevallen anders geen N-VA-kiezer geweest zijn. En die laatsten zijn zeker geen onbe- langrijk segment van het Vlaamse kiezers- publiek. De voeling van Bart de Wever met de politieke grondstroom in Vlaanderen blijft onovertroffen.

Vijandige media

De relatie met de media verloopt een pak stroever dan met de gewone kiezer in de straat. Sommige interviews, zoals onlangs nog met Fons Duchateau in De Standaard, verlopen in een ronduit vijandige sfeer, alsof N-VA’ers criminelen zouden zijn. Uitspra- ken van N-VA-politici, en zeker van Bart de Wever, worden onmiddellijk uitvergroot en gekarikaturiseerd, om ze daarna te kunnen neersabelen. Daarbij gaat het aantoonbaar niet over een afstandelijke laat staan neu- trale berichtgeving van de reacties van poli- tieke tegenstanders. Sommige media helpen maar wat graag mee aan iedere hetze tegen de N-VA, denk maar aan het spuugincident naar aanleiding van de 11 julitoespraak van Geert Bourgeois. Het leedvermaak daarover bij het Vlaams Belang is overigens zeer begrij- pelijk. De manier waarop Bart de Wever en de rest van de N-VA meer dan eens op een intel- lectueel oneerlijke manier getackeld worden door de pers is niet zo heel verschillend van de manier waarop zij zelf elke dialoog met het Vlaams Belang afwijzen, om over samen- werking nog maar te zwijgen. Herinner Bart de Wevers uitspraak tegen Tom van Grieken, een klein jaar geleden in De zevende dag:

“Als u morgen een resolutie indient dat de zon schijnt, dan zal ik nog niet meestemmen, dan bent u ineens gerust.” Zulke uitspraken zijn niet van die aard om N-VA-kiezers die de laatste twee jaar teruggevloeid zijn naar het Vlaams Belang weer naar de N-VA-stal te lok- ken. Bovendien zit ook de relatie met de brede Vlaamse Beweging niet helemaal snor. Zelfs een deel van de eigen achterban – vaak dan nog de oudgedienden – zitten met de com- munautaire diepvries erg verveeld. De ‘belgi- anisering’, waar Bart Maddens al zo vaak voor gewaarschuwd heeft, blijft om de hoek loe- ren. Jaar na jaar op het militair defilé van 21 juli aan de zijde van de koning de honneurs waarnemen, kruipt dat echt alleen maar in je kleren?

Underdog

Wat zijn dan de vooruitzichten voor de N-VA voor de verkiezingen? Allereerst moet de par- tij oppassen voor een LDD-scenario. Wat snel omhoog gaat, kan snel weer naar beneden gaan. Een partij die in 2009 nog maar aan 13,1 procent zat, heeft met een score van 28,2 procent in 2010 (31,7 procent voor de Senaat) en 32,4 procent in 2014 echt nog geen vaste aanhang van ruim dertig procent in 2019. De verkiezingen van 2014 waren het einde van de politieke geschiedenis van Bel- gië niet, en de huidige machtsverhoudingen zijn dus zeker niet voor eeuwig vast gebeton- neerd. De lokale verkiezingen van 2018 vor- men daarom een cruciale test voor de N-VA.

Iedereen zal met argusogen meevolgen of de N-VA achteruitgaat tegenover 2014, en hoe diep ze wegzakt. In tweede instantie zullen CD&V en Open Vld vooral in de grote steden (Antwerpen!) kleur moeten bekennen: willen ze met N-VA in zee, of sluiten ze liever coali- ties met sp.a en Groen? Wordt de N-VA syste- matisch uitgesloten, opent zich echter een bijzondere opportuniteit voor de partij: dan kan zij zich opnieuw voordoen als dé opposi- tiepartij bij uitstek in de aanloop naar de ver- kiezingen van 2019, niettegenstaande ze vijf jaar lang de dominante partij in de nationale regeringen is geweest. En wie is er ook weer op z’n best als hij de rol van de underdog mag spelen? Precies: díe partijvoorzitter…! FvL

Het overkomt de N-VA ook maar allemaal…

In onze zomerreeks over de politieke partijen, kwamen de voorbije weken al PVDA, Groen, CD&V, sp.a en Open Vld aan bod. Deze week richten we de schijnwerpers op de N-VA om dan volgende week de reeks te eindigen met het het Vlaams Belang.

Beeld van de week

VerruwING

Het Beierse Lerarenverbond maakt zich zor- gen over de verruwing van de taal bij kinde- ren en jongeren. Steeds vaker bedienen zelfs kleine kinderen zich van wansmakelijke schut- tingtaal, vaak met seksuele toespelingen die ze zelf niet eens begrijpen. Wellicht is de waar- neming van de Beierse leraren correct – ook hier in Vlaanderen lijken kinderen steeds min- der ‘op hun woorden te letten’. De vraag hoe dat komt, is echter moeilijker te beantwoor- den. Is het een kwestie van gebrek aan opvoe- ding? Is beleefdheid niet meer politiekcorrect?

Zijn de media verantwoordelijk? Komt het door internet? Of is het overgewaaid uit de States?

Er is een waaier aan mogelijke verklarings-

ronden. Maar niet voor het Beierse Leraren- verbond; dat heeft de vinger meteen op de wonde gelegd. De verruwing van de kinder- taal is de schuld van ‘extreme groeperingen en personen, vooral dan rechtspopulisten en extreemrechts’.

De voorzitster van het Lerarenverbond noemde alvast één schuldige bij naam: Frauke Petry van de AfD. Met haar politieke uitspraken zou ze ouders ‘besmetten’, die vervolgens aan de ontbijttafel ‘hatelijke taal’ spuien die door de kinderen wordt opgepikt. En zo is – volgens het wijze Lerarenverbond – de cirkel rond. Als allochtone schoffies in Aken en Keulen naar voorbijgangers ‘isch f*ck deine Mudda’ roe- pen, dan is dat de schuld van de AfD. Hoe blij- ven ze het verzinnen?

Marine Le Pen (FN) belooft een

‘Frexit’-referendum indien

verkozen tot president.

(4)

Dossier

15 september 2016

4

Dus ondertekent An ondanks een paar post-‘68 bevliegingen keurig alle correspon- dentie en officiële formulieren met An de Coninck-Somers. Mag ik even afstand nemen van de grote geschiedenis en een stukje wij- den aan het korte leven van een leuke jonge vrouw dat 45 jaar geleden eindigt naast de baan Leuven-Mechelen (“En toen je naast de weg lag in de wei, wat had je niet allemaal gebroken”, schrijft haar man Herman vier jaar later in zijn bundel “Zolang er sneeuw ligt”).

An is een van de 3.000 slachtoffers van het nog ongeordende verkeer, van de vele dronk- aards die zonder gêne in hun auto kruipen.

Iedereen die in die jaren rondtoerde heeft beroerde herinneringen aan die slachting.

Betere burgerklasse

An is de dochter en na haar broer Jan het tweede en laatste kind van Maurits en Maria Somers-Pateet. Het echtpaar is bijzonder vroom maar de gezondheid van Maria laat geen volgend kind meer toe. Vader studeert tot en met het vijfde middelbaar aan het Mechels Atheneum en slaagt dan midden in de crisis van de jaren dertig in een examen als klerk bij het Ministerie van Financiën. Dat is een van de weinige overheidsdiensten waar men met hard studeren en veel examens kan promoveren. Maurits is bureauchef als An geboren wordt en hij eindigt zijn loopbaan als de op twee na hoogste ambtenaar bij Finan- ciën. De familie huurt een mooie burgerwo- ning in Mechelen en heeft het comfortabel.

Een paar deuren verder is een Gemeente- lijke Kleuterschool, maar daar gaat “la basse classe” onder wie uw columnist. An gaat naar de school voor meisjes uit de betere klasse:

de ursulinen waar ze dertien jaar blijft. Bij die zogenaamd “achterlijke” nonnen mogen de jongens nog tot en met het tweede studie- jaar blijven (het “progressief” rijksonderijs is wel strikt gescheiden) en An zit in dezelfde klas als het vroegrijpe één jaar jongere zoon- tje van boekhandel De Coninck.

Jongensachtig en vrouwelijk-romantisch

An Somers is een sportief kind dat graag ravot; ze amuseert zich rot in Blankenberge.

“Nen echte jongen”, zegt de familie, al zijn er in die onschuldige jaren vijftig geen bij- gedachten bij zo’n uitdrukking. In de lagere school zijn er geen problemen, maar een top- ambtenaar als vader Maurits kiest natuurlijk de Latijnse voor haar.

Het is geen succes. An moet haar eer- ste jaar dubbelen. Ze houdt vol tot ze haar diploma lager humaniora haalt, maar ver- trekt dan - tot ontgoocheling van vader - naar kostschool Parnas in Elsene waar ze zich veel beter thuis voelt. Ze haalt een A2 diploma

“monitrice voor kinder- en openluchtwer- ken”. Tijdens die jaren ontluikt een familie- trekje. Vader Maurits schrijft bladzijden vol over de plaatselijke sportscène in de Gazet van Mechelen; onder schuilnaam natuurlijk, want het hoort niet dat een inspecteur-gene- raal zoiets doet. An schrijft ook graag en veel mooie brieven aan haar Mechelse vriendin- nen.

Ze is ieder weekend op pad, want ze is een enthousiast lid van de gidsen; de tegen- hanger van de scouts voor meisjes uit de betere kringen. Ze wordt patrouilleleidster;

totemnaam Fox. Vijftig jaar later spreken haar gidsen nog altijd met bewondering en ontroering over haar: jongensachtig en toch vrouwelijk zacht-romantisch, sportief en bij- zonder geestig. Ze ziet poëzie in een weide, een bloem, een koe. Ze staat kritisch tegen- over het formele geloof dat ze bij de ursulinen ingelepeld kreeg, heeft een hekel aan schijn- vroomheid maar zoekt in alles naar een die- pere religieuze zin. Dan is er een andere min- der gekende An. Ze schrijft ook gedichten, en in de weinige papieren die bij haar familie blijven na haar huwelijk zit een klein bundel- tje en die gaan bijna altijd over haar eenzaam-

heid. An heeft een zichtbare moedervlek op haar rechterwang en ze is niet “jongenszot”, zegt een vriendin. In 1964 wordt ze regentes Lichamelijke Opvoeding.

Idealistische lerares

Tijd voor vader Maurits om een beroep te doen op zijn netwerk. Voor de meeste regen- ten van 1964, onder wie ondergetekende, duurt het jaren voor ze werk vinden. An heeft dat probleem niet en ze krijgt meteen een volledig uurrooster; zij het wel met drie ver- schillende opdrachten op twee scholen. Haar administratief dossier is bijzonder relevant.

Ze is een ordelijke, geëngageerde lerares die haar hele ziel legt in haar beroep. Haar voor- bereidingen zijn af. Vooral haar werk in een instituut voor dove en blinde meisjes passi- oneert haar.

Ze schoolt zich permanent bij, en ze vraagt aan de ouders van gehandicapte meisjes of ze hun dochters in haar vakantie mag leren stok- lopen. Haar directrice gaat hiermee akkoord, maar vraagt An “toch ook zelf een beetje vakantie te nemen en goed uit te rusten”.

Ze vindt de turnpakjes van haar leerlingen toch zo oubollig en wil “drank en frisco” ver- kopen om moderne dingen te betalen. Na drie jaar stellen beide scholen al voor haar vast te benoemen. Ze is 26 en waarschijn- lijk nog “virgo intacta” als ze met een vrien- din de Mechelse kunstenaarskroeg Herten Aas bezoekt.

Voor mijn schoonvader in ruil voor zijn dochter

Begin 1969 zit ik daar aan de toog in gesprek met een weinig succesvolle leraar in een Brusselse school. Hij schrijft gedich- ten en leest er een paar voor. Herman de Coninck hoort thuis in de categorie Claes en Claus: de schrijver die beter dan wie ook uit eigen werk kan voorlezen. Een paar maan- den later leert De Coninck daar An kennen en het klikt direct: liefde voor poëzie, vrije- tijd (De Coninck was scout), burgerlijk-katho- lieke achtergrond.

De Coninck is daarenboven licentiaat Ger- maanse en heeft een hoger diploma dan An:

ideaal, want mijnheer moet in die tijd meer verdienen dan mevrouw. Ze gaan samen op vakantie naar de Camargue. “Het is hier zalig, vuil en Frans”, schrijft An op een ansichtkaart.

Ze verhuist in september naar Elsene, want thuis mag niet gekamerd worden. Het resul- taat is er meteen. Vader Maurits is geschokt en vraagt twee dingen: een katholiek huwe- lijk en een doopsel. De Coninck spreekt daar later zijn minachting over uit maar doet braaf wat gevraagd wordt en schrijft in zijn eerste boekje met columns: “Voor mijn schoonvader in ruil voor zijn dochter”. De huwelijksfoto’s tonen een koppel dat meer gekleed is voor een bergtocht dan voor een klassiek huwelijk.

Zeven maanden later wordt Tom(as) geboren.

Het echtpaar De Coninck-Somers woont inmiddels in Heverlee. Op 25 september 1971 rijdt de familie naar Mechelen om Tom naar zijn grootouders te brengen. Ter hoogte van Boortmeerbeek rijdt een stomdronken Leuvenaar op hun kartonnen R4’tje in. An en Tom worden uit de auto geslingerd.

Het kind overleeft maar An sterft. Buren horen vader Maurits gillen: “An, mijn An!”

Hij is hartpatiënt en tien maanden later sterft hij ook. Zijn weduwe overleeft hem en An nog 35 jaar. Gelukkig is er Tom, die veel bij

“bobonne” verblijft. Vriendinnen vragen zich later af of het huwelijk tussen de ordelijke An en de steeds chaotischer De Coninck, die een zware drinker wordt, stand zou gehouden hebben. Zou ze misschien verhinderd heb- ben dat Tom zijn grootmoeder van alles op de mouw speldt tot hij zichzelf aan de haren uit het verslavingsmoeras tilt? We zullen het nooit weten, maar de gedichten die De Coninck over An schreef, zijn nauwelijks met droge ogen te lezen. Anneke ligt in Mechelen begraven, naast haar ouders. Jan neckers

An de Coninck-Somers

(1943 -1971)

“Ik ben nu een madam”, schrijft Anneke Somers in een prachtige brief aan een vijftienjarig meisje dat zoals zij lid is van de gidsen en die meer wil weten over haar werk met blinden en doven.

N-VA lanceert veiligheidsplan

Afgelopen weekeinde lanceerde N-VA een uitgebreid veiligheidsplan onder de noemer

‘Niveau V’. De timing van de lancering is opmerkelijk: niet alleen was er afgelopen zon- dag de 15de verjaardag van de WTC-aanslagen in New York, maar vorige vrijdag was er een nieuwe peiling van RTBF en La Libre Belgique waarbij N-VA fiks verloor ten voor- dele van het Vlaams Belang. Ook de manier waarop was bijzonder: het plan is in volle- dige campagnestijl gelanceerd in de (sociale) media en werd niet intern voorgesteld.

Er zijn al verschillende ‘ballonnetjes’ opge- laten in aanloop naar dit plan. Al in december 2015 (na de aanslagen in Parijs) sprak Bart de Wever over de nood aan “een Belgische Patriot Act” hiermee verwijzend naar de veiligheids- maatregelen in de VS genomen na 11 septem- ber 2001. In juli riepen N-VA-parlementariërs Annick de Ridder en Peter de Roover op tot een inperking van de vrije meningsuiting als het gaat over terrorisme. Nu is er een integraal veiligheidsplan. De coalitiepartners reageerden inhoudelijk lauw tot negatief. Enkel CD&V zag één specifieke maatregel (burgerinfiltranten) zitten, maar alle partijen vinden het vervelend hoe het plan gecommuniceerd werd.

Het plan

Het nieuwe plan heet ‘Niveau V’ en verwijst naar de vier bestaande veiligheidsniveaus en het gebrek aan slagkracht ervan. Het plan heeft tevens vijf pijlers:

1/ Ten eerste wil de N-VA een wettelijk kader voor een noodtoestand zoals dat er is in Nederland en Frankrijk. Dat is er nu niet.

Zo’n noodtoestand zou dan door de Nationale Veiligheidsraad worden ingeroepen. (De Nati- onale Veiligheidsraad is een orgaan met de premier, politie, federaal parket, inlichtingen- diensten en de voorzitter van het crisiscentrum van Binnenlandse Zaken.) De Kamer moet deze dan bevestigen binnen de vijf dagen. Tijdens die noodtoestand moeten dan allerlei zaken kunnen zonder gerechtelijke controle zoals preventieve aanhouding, huiszoekingen, een

“propagandaverbod”, enzovoort. De rechter kan dan controleren of de wet is nageleefd.

2/ Ten tweede wil de N-VA de veiligheids- diensten versterken door de reeds bestaande nieuwe maatregelen (de diensten sneller laten werken bij hoogdringendheid) aan te vullen met meer macht voor de minister van Bin- nenlandse Zaken ten nadele van het gerech- telijk niveau. De minister moet zelf kunnen beslissen om uitzonderlijke opsporingsmetho- den toe te passen. Vandaag mag hij dit pas indien de commissie BIM (Bijzondere Inlich- tingenmethoden) niet tijdig antwoordt en bij hoogdringendheid.

3/ Ten derde zouden er speciale rechtban- ken moeten komen, die overeenstemmen met het federale parket, dat moet instaan voor ter- rorisme. Nu gebeurt dit via lokale rechtbanken.

Met dit voorstel hoopt de N-VA op een vakkun- digere, want meer gespecialiseerde, aanpak.

4/ De vierde pijler bestaat uit meer en strenger straffen. De N-VA wil het aanmoe- digen van terrorisme uitdrukkelijk straffen, de voorwaardelijke invrijheidsstelling voor terro- risten afschaffen, de terbeschikkingstellingter- mijn voor de strafuitvoeringsrechtbank perma- nent maken (dat is de mogelijkheid tot extra straf/toezicht na de gewone gevangenisstraf als de openbare veiligheid dat vergt). Ook moet het mogelijk zijn burgerinfiltranten te gebrui- ken en moeten die meer kunnen dan louter informatie vergaren.

5/ Ten slotte, en dit is de meest verre- gaande van de maatregelen, stelt N-VA extra bevoegdheden en mogelijkheden voor de lokale besturen voor. Burgemeesters moeten meer op de hoogte zijn door een spreekplicht tussen lokale diensten, hulpverleners en poli- tie. De N-VA wilt ook dat burgemeesters direct onderzoekshandelingen kunnen vragen aan het Parket. Daarbij moet de lokale politie kun- nen beschikken over observatietechnieken als afluisteren en filmen van semipublieke verza- melplaatsen (vzw’s, omgebouwde garages…).

Ook moet de lokale politie een verplicht tra- ject kunnen afdwingen bij geviseerde geradi- caliseerden. Bij afwijking van dat traject moe- ten ze verregaande sancties kunnen opleggen zoals het afnemen van een uitkering. Op die manier wordt de lokale politie naast ordehand- haver ook een beetje onderzoeksrechter én strafrechter.

Kortom, de N-VA wilt dat de uitvoerende macht veel meer macht krijgt ten nadele van de rechterlijke macht.

Wat wilt de N-VA hiermee bereiken?

Er valt veel te zeggen voor dit plan, maar wat duidelijk is, is dat doordat het burgerschap te goedkoop is geworden, de eraan gebon- den burgerrechten ook onder druk komen te staan. Moeten we het onhoudbare multicul- turele samenlevingsmodel een langer leven geven door meer en meer te prutsen aan onze vrijheden? Of moeten we dat model in vraag beginnen stellen? De paradox tussen open bur- gerschap en burgerrechten raakt het plan nau- welijks aan.

Het valt te betwijfelen of veel van dit plan realiteit zal worden, gezien de negatieve reac- ties van de coalitiepartners. Alleen het concept van burgerinfiltranten werd niet afgeschoten door de CD&V. Justitieminister Koen Geens (CD&V) was begin september al positief over burgerinfiltranten en zijn partij wenst zichzelf nu vermoedelijk niet tegen te spreken.

Men kan zich dan de vraag stellen of de N-VA dit plan überhaupt wel wil omzetten in beleid.

Zo’n brede waaier aan maatregelen buiten het regeerakkoord stelt men doorgaans intern voor en niet met behulp van een volledige media- campagne. Op die manier begint men direct met verminderde welwillendheid vanwege de partners. Met zo’n externe stellingname dekt N-VA zich wel politiek en electoraal in.

Enerzijds kan N-VA in geval van een nieuwe aanslag haar handen in onschuld wassen en ze boven het hoofd houden van Jan Jambon (minister BiZa) en Theo Francken (staatssecre- taris migratie). Anderzijds positioneert de par- tij zich hard (rechts) in het migratie- en veilig- heidsdebat en wordt het voor Vlaams Belang moeilijker om zich nog straffer uit te spreken (Filip Dewinter verdedigde het plan dan ook al in De zevende dag). Dat komt goed uit, nu het Vlaams Belang het in de peilingen weer goed

doet. Jonas naeyaert

(5)

Actueel 15 september 2016 5

Peilingen illustreren andermaal de politieke kloof in dit land

We zijn weer een politieke peiling verder. Eentje van RTBF en van La Libre Belgique. In Vlaanderen wint alleen Vlaams Belang. Wie heel optimistisch is, ziet de partij al opruk- ken naar een tweede plaats. In Wallonië wint alleen de extreemlinkse partij PTB, die de cdH voorbijsteekt als derde partij in het zuiden van het land. Groter kan de kloof tussen noord en zuid niet zijn.

In Vlaanderen blijft N-VA de grootste met 25,2 procent, ruim onder het verkiezingsresul- taat van 32,4 procent in 2014. Maar dat wis- ten we al sinds de peilingen van april en mei.

Geen groot nieuws, al knijpen de vijanden van die partij graag op die blauwe plek.

Evenmin groot nieuws zijn de scores van de drie traditionele partijen CD&V (15,6 procent), sp.a (14,9 procent) en Open Vld (14 procent).

Scores in de buurt van de rammeling van de verkiezingen van 2014.

Groen komt precies uit op 10 procent, waar- mee de partij na een jaar weer onder die grens dreigt terecht te komen.

De enige opwaartse “beweging” ten opzichte van 2014 zit bij Vlaams Belang, de partij die met 13,1 procent (een winst van 7,3 procent) het drama van 2014 (5,8 pro- cent) achter zich lijkt te laten. Maar ook hier geen nieuws ten opzichte van de VTM-pei- ling in mei.

Splitsen

Als De Morgen na zo’n peiling kopt “Meer- derheid boet in, PVDA springt vooruit”, dan weten we meteen dat een progressieve krant de enige politieke verschuiving van betekenis in Vlaanderen sinds 2014 wegmoffelt.

Er valt over die sprong van de PVDA trou- wens wel meer te vertellen.

Noch Peter Mertens in Vlaanderen, noch Raoul Hedebouw in Wallonië kreeg ooit uitge- legd waarom tegenover de inderdaad mooie winst van Hedebouw onder de taalgrens (14,6 procent of 9 procent meer dan in 2014) een microscopische vooruitgang van een paar tien- den van een procent in Vlaanderen staat. Hier hangt de partij met 5,1 procent één millimeter boven de kiesdrempel.

Hedebouw komt in De Standaard niet ver- der dan de uit de mond van een revolutionair wel heel zielig klinkende unionistische nood- kreet “De N-VA wil het land splitsen”…

En nu?

De vraag is waar we over twee jaar (gemeen- teraadsverkiezingen) en drie jaar (Vlaams, federaal) landen? Het politieke landschap is in het begin van deze eeuw ferm dooreen geschud. Straks kan men geen kant meer op.

Een tripartite van de drie traditionele par- tijen, zoals er hier in de vorige eeuw wel eens passeerde? Die was in 2014 nog goed voor 48 procent, in de peiling van vorige week nog voor 44 procent. Lukt niet.

Een paarse regering zoals Verhofstadt er in 1999 een vormde? Al helemaal ondenkbaar

met niet eens 30 procent van de kiezers.

Paarsgroen dan maar, iets waar Verhofstadt al snel moest op terugvallen om in 2003 nog een meerderheid te hebben? Die samenwer- king loopt dood op 38 procent, ook veel te weinig.

Het Vlaams Kartel met N-VA en CD&V alleen? In 2014 goed voor een nipte meerder- heid van de Vlaamse kiezers; vandaag maar goed voor 40 procent.

Het voortzetten van de huidige Zweedse coalitie? Dat was in 2014 in Vlaanderen een formule met ruim overschot (66,5 procent), maar volgens peilingen nu maar goed voor 55 procent. Niet onmogelijk, maar erg krap. Ook varianten hierop zoals het vervangen van libe- ralen of CD&V door socialisten (56 en 54 pro- cent) zitten dicht bij de politieke pijngrens.

Opties zonder de N-VA zijn zelfs pure fictie, behalve heel misschien het samengaan van de drie traditionele partijen met Groen (54,5 pro- cent). Alleen met een monstercoalitie zou de N-VA aan de kant kunnen worden geschoven.

Ondenkbaar is dat niet, omdat het buiten- spel zetten van de N-VA op federaal vlak met de milde medewerking vanuit Wallonië een stuk minder lastig is.

De Wever heeft nog twee jaar om nog maar eens een handige strategie uit zijn mouw te schudden. Een eind opschuiven richting Vlaams Belang en het opnieuw openen van de Vlaamse agenda, of het snorkelen in het cen-

trum, het zal geen sinecure zijn.

En een coalitie van de V-partijen? Laten we ernstig blijven.

Wallonië

In Wallonië gaat de verschuiving op de elec- torale as precies de omgekeerde kant uit dan in Vlaanderen, en dat is niet zonder belang. De PS blijft sukkelen. Met 25,6 procent ver onder de 32 procent van 2014, maar een score waar Vlaamse socialisten niet durven aan denken (eerste verschil).

De liberale MR zakt ook wat, maar blijft het met 23,5 procent veel beter doen dan de vrien- den van Open Vld (tweede verschil).

Links van de socialisten overleeft hier naast de hier al besproken PTB (14,6 procent) ook nog Ecolo (9,2 procent, vijfde partij). Samen bijna een kwart van de Waalse kiezers. (derde verschil)

En naast de hier al genoemde partijen ligt het Waalse politieke landschap er nog zwaar versnipperd bij (vierde verschil) met de klei- nere partijen cdH (10,5 procent, vierde), de PP van Mischaël Modrikamen (die net de kies- drempel van 5 procent zou overschrijden), Défi (het vroegere FDF, 3,9 procent) en de minipar- tijtjes (Wallonie D’Abord), Parti Pirate, Front Wallon, RWF, …) die wel weglopen met 6 pro- cent van het electoraat.

Als er niets meer kantelt, heeft de hui- dige Waalse coalitie van de PS met cdH in de gewestverkiezingen van 2019 geen schijn van kans meer. Dan wordt het kiezen tussen een paarse coalitie, een traditionele tripartite of een radicaal-linkse coalitie. In Wallonië alle- maal mogelijk, in Vlaanderen niet.

Brussel

Bij de Vlaamse partijen blijft N-VA in Brus- sel de grootste (?) met zegge en schrijve 4,2 procent. De andere Vlaamse partijen stellen nog minder voor (Open Vld 3,6, VB 2,4, CD&V 1,9, Groen 1,8, sp.a 1,5 procent). Alle Vlaamse partijen samen blijven met 15 procent van de Brusselse stemmen een marginaal verschijn- sel in de Brusselse politiek.

Wat heeft Brussel nog met Vlaanderen te maken? Het wordt almaar meer een admini- stratief waterhoofd, waar pendelaars de kort- ste weg kiezen tussen de stations en hun kan- toor om ’s avonds snel weer te verdwijnen. En waar Vlaamse scholen de onderwijslast van de Franstaligen helpen dragen, en eerder zeld- zaam Vlaamse mensen nog op zoek gaan naar een streepje historie en cultuur. Zoiets?

Nonsens

Voorts werd in de marge van de peiling weer wat nonsens verkocht. “Als er een federale kieskring zou worden ingevoerd en de Walen moeten voor een Vlaamse partij kiezen”, dan zou 19 procent van de Walen voor de N-VA stemmen. Pure fictie.

Wie wordt daar nu wijzer van? Deze uto- pie van een aantal Pavia-professoren komt er natuurlijk nooit. Die grap ontlokte Theo Francken een geestige tweet: “Een op de vijf Franstaligen zijn duivelaanbidders, lang niet slecht”…

Voor de uitbreiding van het migrantenstem- recht bij de regionale verkiezingen is er al even- min veel animo. In Vlaanderen is 50 procent van de ondervraagden tegen, in Wallonië 62 procent.

Les

Peilingen zijn maar peilingen, maar toch sla- gen ze er behoorlijk in de koorts van de kiezer te meten… De belangrijkste les van de jong- ste peiling is dat de N-VA op zoek moet naar een strategie om haar kiezers te behouden.

Carl Devos formuleerde het maandag mooi:

de scherpte van N-VA werd door haar rege- ringsdeelname afgeschuurd. De ‘kracht van verandering’ werd ingeruild voor de ‘motor van vooruitgang’. Maar die motor draait nog steeds niet op volle toeren. Charles Michel (MR) zou in Vlaanderen populairder zijn dan Bart de Wever (N-VA). De Wever zou maar de vierde meest populaire politicus van Vlaan- deren meer zijn, ook nog voorafgegaan door Maggie de Block (Open Vld), in het hele land de populairste, en Kris Peeters (CD&V). Of De Wever zich daar zorgen over maakt? Weten we niet. Maar dit signaal uit de poppoll past wel bij de vaststelling dat zijn partij aan populariteit inboet. Hij heeft nog wel enige marge. Maar achter de horizon verzamelen zich de vijandige

legers. AnjA Pieters

Gematigd rechts moet schuiven op de politieke as

De peiling van La Libre Belgique en RTBf is de eerste van de nazomer- of herfstpei- lingen. In oktober volgen allicht de peilingen van VRT en De Standaard, en die van VTM, Het Laatste Nieuws en RTL. En dat molentje blijft dan draaien tot aan de verkiezingen in 2018 en 2019. In onze buurlanden worden de kaarten eerder geschud. We kijken even over onze grenzen, omdat we vermoeden dat ze dat op de partijhoofdkwartieren bij ons ook wel doen.

Dat in veel landen het electoraat eerder naar (radicaal-)rechts verschuift, zal de lezers van dit blad niet ontgaan zijn. De Brexit had daar al veel mee te maken. Andere (buur)landen vol- gen. De kiezer radicaliseert. Gematigd rechts wikt en weegt over hoe ver het mee moet/kan schuiven in die radicalisering.

Nederland

In Nederland – waar op 15 maart 2017 Tweede Kamerverkiezingen op de agenda staan - zet de webstek ‘www.frontbencher.nl’

de diverse peilingen netjes naast mekaar. Er zijn wat verschillen, maar zowat alle onderzoe- kers geven de PVV van Geert Wilders nog altijd een voorsprong op de rest. Maar vorige week gaven ze aan dat die voorsprong wat krimpt.

De liberale VVD, met vandaag 40 afgevaar- digden, zou na een halvering van dat aantal vandaag terrein terugwinnen. Het verlies van Wilders wordt geduid als een gevolg van het minder ‘acuut’ worden van de vluchtelingen-

crisis. Terwijl de winst van de liberale VVD dan weer te maken zou hebben met radica- lere uitspraken, onder meer van premier Rutte (“Nederland moet Nederland blijven”) en zijn minister van Gezondheid Edith Schippers, die pleitte voor een vrijheidscoalitie tegen de poli- tieke islam. Ze wil dat Nederlanders “samen opstaan” tegen islamitisch radicalisme. De VVD wat scherper, het werkt blijkbaar. Volgens som- migen is dat trouwens het doel van Wilders.

Het verkiezingsprogramma van de PVV (elf punten) is een combinatie van radicalisme (Nederland de-islamiseren, asielcentra en islamitische scholen dicht, de Koran verbie- den, Nederland uit de EU, geen of minder geld voor ontwikkelingshulp, cultuur en media en meer voor veiligheid en politie...) en sociale standpunten (lagere huurprijzen en lager pen- sioenleeftijd, lagere inkomstenbelasting, min- der besparingen in de thuis- en ouderenzorg, et cetera).

De kans dat Wilders die eerste punten rea-

liseert, is gering. Met zijn sociale standpun- ten zegt hij wat andere partijen (SP en Groen- Links) ook zeggen. Maar Wilders mag dan al in de oppositie zitten, hij bepaalt de agenda en doet andere partijen in zijn richting opschui- ven. “Wilders regeert al” en “Machtiger aan de zijlijn”, kopte de Volkskrant vorige zaterdag.

Wat in Nederland gebeurt, wordt hier onge- twijfeld van nabij gevolgd. Als de VVD inder- daad de kloof met Wilders kan dichten, en een wat radicalere opstelling de partij mis- schien zelfs weer voorbij Wilders duwt, zou het best kunnen dat ook de toon van de N-VA ver- scherpt in de hoop de “overloop” naar Vlaams Belang te stoppen.

Dan wordt het uitkijken of Tom van Grieken nog radicaler wordt en ervoor blijft kiezen om à la Wilders vanaf de zijlijn aan politiek te doen.

Frankrijk

Ook in Frankijk wordt dezer dagen volop gepeild, met het oog op de presidentsverkie- zingen op 23 april en 7 mei 2017. Ook hier zou links er niet aan te pas te komen.

Volgens peilingen zoals die van TNS voor Le Figaro vorige week, zouden president Hol- lande en zijn socialistische partij met 11 tot 15 procent van de stemmen al na de eerste ronde hun valiezen mogen pakken.

Het zou dus een tweestrijd worden tussen

Marine Le Pen enerzijds, en Alain Juppé, de burgemeester van Bordeaux, of Nicolas Sar- kozy. Die kandidaten zouden in de buurt van 30 procent scoren.

De kans is groot dat Le Pen – in haar geval allicht dik tegen haar zin – vanaf de zijlijn aan politiek zal moeten blijven doen.

Duitsland

Ook de Duitsers zitten met verkiezings- koorts. Als aanloop naar de Bondsdagverkie- zingen van september 2017 gaat veel aandacht naar de deelstaatverkiezingen. Volgende zon- dag 18 september zijn er verkiezingen in de zelfstandige deelstaat Berlijn. De SPD, die in 2011 nog met radicaal-links (Die Linke) bestuurde, regeert er nu met CDU. Volgens peilingen van ARD zou de AfD (Alternative für Deutschland), een nieuwkomer in Berlijn, er meteen goed zijn voor 15 procent. De SPD en CDU zouden met respectievelijk 21 procent (-7,3) en 19 procent (-4,3) geen meerderheid meer kunnen vormen. Allicht komen die Grüne (16 procent) en/of die Linke (15 procent) een woordje meepraten.

Maar in de rest van Duitsland blijkt al enige tijd dat AfD de toon zet en CDU een eind zal moeten volgen. Allicht verder dan Merkel het nu wil.

AnjA Pieters

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

getroude dame (vgl. amita, wat verb. sambreelblom wat blb. as Hessea stellaris, nou as spp. Periphanus, albei faro. Kid) - sambreelblom nie met sambreelboom te verwar

Met de verschijning van zijn Von Bismarck zu Hitler (1987) en de nieuwe versie van Der Teufe/spakt (1988) is het oeuvre van de inmiddels hoogbejaarde Duitse essayist

The immediate impact on Africa is likely to be marginal, especially in subSaharan Africa, because strategically the continent is now much less significant to the West and has only

Natuurrapport houvast krijgen. Veel heeft het Instituut t e danken aan de zes celcoördinatoren, die op vrijwillige basi s een ni e t altijd gemakkelijke taak hebben vervuld

20.00 – 20.15 uur Zienswijze Verordening busleningen Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Voorbereidend besluitvormend. Portefeuillehouder: Jacqueline

Maar ook het College heeft in de afgelopen vijftien jaar een belangrijke taak gekregen als hogerberoepsrechter: met de komst van de ver- schillende toezichthouders als de

De sterke achteruitgang tussen 1981 en 1986 zou het gevoig kunnen zijn van een aantal natte voorjaren ('83, '84' '85) en zomers ('85), waardoor vooral Festuca rubra zich sterk

Als je die weghaalt, houd je de twee grijze rechthoeken over; die hebben daarom ook gelijke oppervlakte.. ad en bc zijn de oppervlakten van de grijze rechthoeken; volgens vraag