VVE-RAPPORT
DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN
DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE BENGELTJES
Locatie : De Bengeltjes
Plaats : Eemnes
Registratienummer : 3495900 Onderzoeksnummer : 11478
Datum onderzoek : 16 november 2012 Datum vaststelling rapport : 13 februari 2013
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die
onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Eemnes. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage.
Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de inspectie:
www.onderwijsinspectie.nl.
De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Eemnes. Dit rapport wordt, als het definitief is
vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de inspectie:
www.onderwijsinspectie.nl.
Werkwijze onderzoek
De Bengeltjes is één van de voorscholen die bezocht is door de Inspectie van het Onderwijs.
Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden:
• groepsbezoek
• gesprek met leidsters en/of leerkrachten
• gesprek met ouders
• gesprek met locatieleiding
Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer.
Inhoud rapport
In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:
• De voorwaarden van VVE
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie
− Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden
− Het pedagogisch klimaat
− Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie www.onderwijsinspectie.nl ).
Opbouw van het rapport
Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen
(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de inspectie eveneens worden geduid.
Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
2. HET TOTAALBEELD
Peuterspeelzaal De Bengeltjes is een voorschoolse voorziening in Eemnes die zowel plaats biedt aan kinderen uit de doelgroep als aan kinderen die niet tot de doelgroep behoren. De voorschool is onderdeel van Stichting BELhamels en is samen met voorschool De Stappertjes gevestigd in basisschool Het Noorderlicht. Beide voorscholen beschikken hier over een groot, licht lokaal wat mooi en gezellig is ingericht met veel aandacht voor sfeer en details. Daarnaast beschikken beide voorscholen over een gymlokaal en buitenruimte waar ze intensief gebruik van maken.
De Bengeltjes en De Stappertjes werken veel samen en de leidsters werken ook op beide
voorschoolgroepen. Zij overleggen over thema’s en bespreken gezamenlijk de ontwikkeling van de kinderen.
De kwaliteit op de voorschool is van voldoende niveau en op meerdere onderdelen zelfs een voorbeeld voor anderen. Dit geldt voor het stimuleren van ouders, het differentiëren in aanbod, het pedagogisch handelen van de leidsters en het stimuleren van de actieve betrokkenheid van de kinderen.
Het educatief handelen van de leidsters is van voldoende niveau. Er is veel aandacht voor de kinderen en de leidsters zijn zich sterk bewust van het belang van taal voor de ontwikkeling van de kinderen. Hier spelen ze dan ook goed op in door veel te spreken en te zingen, de kinderen telkens uit de dagen ook te spreken en de inrichting van het lokaal hier op aan te passen.
Daarnaast is ook de zorg voor kinderen van voldoende niveau waardoor kinderen die extra hulp nodig hebben tijdig worden gesignaleerd en geholpen. Ook in de externe zorg wordt er tijdig hulp ingeroepen als dit nodig is en is de samenwerking met derden goed geregeld.
In de samenwerking met de vroegscholen in de omgeving is nog wel verbetering mogelijk om zodoende de doorgaande lijn met de basisscholen te waarborgen. Er is geen samenwerking met vroegscholen over aanbod, leerlingenzorg en pedagogisch-didactisch handelen.
Hoewel de leidsters voor alle kinderen een overdracht verzorgen en er veel kennis en gegevens paraat zijn, maken de vroegscholen hier nog onvoldoende gebruik van. Hierin ligt tevens een taak voor de gemeente.
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS
3 Naam gemeente Eemnes
A0.0 Samenwerking met voor-/vroegschool
A CONDITIES De Bengeltjes
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 3
A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie
getoetst 3
A1 Een integraal VVE-programma
A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) 3 A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 A4 Voldoende VVE-tijd
A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) 3 A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor
VVE? 3 jaar
A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten
A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3
A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands 3
A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) 3
A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3
A1 Voorschool De Bengeltjes werkt met Piramide. Binnen de groep zijn plekken gereserveerd voor doelgroepkinderen. Hierbij hanteert De Bengeltjes de brede doelgroepdefinitie zoals afgesproken binnen de gemeente. Naast het algemene criterium volgens de gewichtenregeling die geldt in het basisonderwijs, hanteert de gemeente voor de voorschoolse periode ook de criteria
taalachterstand en sociale factoren in de omgeving van het kind die risico op taalachterstand vergroten. Daarnaast kan een groepsleidster een kind aanmelden.
A3 Er is altijd sprake van dubbele bezetting op de groepen.
A5.5 Leidsters volgen regelmatig scholingen. Zo hebben ze de scholing “cursus observeren van het Jonge Kind” gevolgd, congressen van VVersterk bijgewoond en een cursus gebarentaal gevolgd.
B OUDERS De Bengeltjes
B1 Gericht ouderbeleid 3
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3
B3 Intake 3
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 4 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor-/vroegschool 3
B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3
B7 Rekening houden met de thuistaal 3
B Ouders worden zo veel als mogelijk betrokken bij de activiteiten van de voorschool. Er is een informatieboekje beschikbaar over voorschoolse educatie van Stichting BELhamels. Daarnaast maakt de voorschool gebruik van het ouderprogramma VVE-thuis, is er elke eerste week van een nieuw thema een koffieochtend voor ouders waarbij er informatie wordt gegeven over het thema en de activiteiten die ouders thuis kunnen ondernemen.
B4 Naast het al genoemde ouderprogramma VVE-thuis, worden ouders gestimuleerd om
activiteiten te ondernemen. De leidsters adviseren alle ouders hierover, geven materialen mee en informeren naar het verloop van de activiteiten.
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE De Bengeltjes C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
C1.1 Een integraal VVE-programma 3
C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3
C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 4 C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol 4 C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische
gedragsgrenzen 3
C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de
persoonlijke competenties van de kinderen 3
C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-
uitlokkend 4
C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar
afgestemd 3
C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de
taalontwikkeling uitgevoerd 3
C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen 3 C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de
kinderen en verrijken het spelen en werken 4
C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag
(strategieën) bij de kinderen 3
C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief 3 C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de
ontwikkeling van de individuele kinderen 3
C1.4 De leidsters maken gebruik van de differentiatiemogelijkheden van het programma. Er is een uitgebreid tutorprogramma wat bestaat uit de hulpboeken Ordenen/Ruimte en Taal. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van de handpop Kim. Daarnaast is er het programma voor Pientere Kinderen wat extra uitdaging biedt voor kinderen die hiervoor in aanmerking komen.
C2.1 Er heerst een warme sfeer die niet alleen tot uiting komt in de inrichting maar ook in de benadering van de kinderen en ouders. Kinderen komen met plezier naar de speelzaal. Leidsters gaan op een vrolijke, rustige manier met de kinderen om en besteden veel aandacht aan gedrag en het uitdagen van kinderen om niet alleen met de leidsters maar ook met elkaar te spreken.
C2.5 Bij binnenkomst valt direct de rijke leeromgeving op. Het lokaal ziet er verzorgd uit, met veel aandacht voor details en een huiselijke uitstraling. Zo staan er niet de standaard meubels maar een oude linnenkast die mooi opgeknapt is en in vrolijke kleuren geverfde meubeltjes. Ook liggen overal vrolijke kussens in alle maten waar de kinderen en leidsters op zitten in de kring.
Er hangen veel werkjes van de kinderen, er zijn veel boeken zichtbaar aanwezig die deels
afgestemd zijn op het thema waar aan gewerkt wordt. Ook prenten en praatplaten zijn aanwezig, alsmede ontwikkelingsmaterialen en speelgoed. Er wordt veel gebruik gemaakt van zogenaamde
“echte materialen”. De kinderen voelen zich duidelijk op hun gemak en maken daadwerkelijk gebruik van alle aanwezige materialen.
C3.2 Kinderen worden continu uitgedaagd om te praten, ongeacht het taalniveau en de leeftijd. Dit gebeurt niet alleen in de kring maar ook tijdens tutoractiviteiten en het spelen in de hoeken.
Leidsters spelen actief mee om kinderen te stimuleren de nieuw aangeboden woorden actief te gebruiken.
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG De Bengeltjes D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en
het individuele kind 3
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 3 D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
3
D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren 3 D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra
zorg bijhouden 3
D1 De leidsters volgen alle leerlingen door de peutertoetsen af te nemen en de begrippenlijsten van Piramide en observatielijsten in te vullen. Op basis hiervan worden kinderen ingedeeld in de basisgroep, de pientere groep of de tutorgroep. Indien nodig worden er handelingsplannen
opgesteld voor de kinderen die tevens een evaluatie bevatten. Voor de tutorgroep wordt er gebruik gemaakt van de hulpboeken Piramide.
D2 Elke drie weken is er overleg waarbij alle kinderen besproken worden. Dit betreft zowel de cognitieve ontwikkeling als de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Daarnaast is er elke zes weken contact met de GGD waarbij overlegd wordt en eventueel besloten kan worden om een kind te laten observeren.
Tenslotte participeert de voorschool in het ZAT-overleg waar zij kinderen in kunnen brengen indien hier aanleiding toe is. Er is onder andere samenwerking met MEE, logopedisten, fysiotherapeuten en het consultatiebureau.
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL De Bengeltjes E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3
E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 3 E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de VVE-resultaten van alle kinderen 3 E4 De voor- c.q. vroegschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen 3 E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE-educatie 3
E1 De VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau krijgt onder meer vorm in LEA-verband en in overleg met de organisaties die de voorschoolse educatie organiseren. Binnen de voorschool zijn de taken van coördinatie goed belegd.
E2-E4 Er is op De Bengeltjes veel aandacht voor de kwaliteit van de voorschoolse educatie maar in beperkte mate sprake van een structurele evaluatie van VVE waaruit blijkt of de voorschoolse educatie het gewenste effect heeft of wat sterke en zwakke punten zijn. Voor de zorg en
begeleiding van kinderen wordt dit wel structureel gedaan, maar niet voor alle onderdelen van het pedagogisch en educatief handelen. Wel evalueren de leidsters aan het eind van elk thema of het thema juist is uitgevoerd, wat beter kan en wat er goed ging. Dit nemen ze mee in het nieuwe thema.
F DOORGAANDE LIJN De Bengeltjes
F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool - F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar
een vroegschool 2
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 3 F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd - F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en
vroegschool is op elkaar afgestemd -
F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op
elkaar afgestemd -
F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar
afgestemd -
F2 Hiervan is nog geen sprake. Ouders zijn vrij in de keuze van een basisschool. Er is geen beleid ontwikkeld om ouders te stimuleren te kiezen voor een vroegschool.
F3 De leidsters zorgen bij iedere doelgroeppeuter voor een overdracht. Alle doelgroep- en niet- doelgroepkinderen worden overgedragen aan de hand van een overdrachtsformulier. Alleen de VVE-kinderen of kinderen die meer ondersteuning/uitdaging nodig hebben worden warm
overgedragen. Enkel als de ouders niet tekenen voor overdracht is er geen overdracht. Dit gebeurt slechts bij een enkeling. Bij veel kinderen is er na een aantal weken kort overleg hoe het gaat.
Het is de ervaring van de leidsters dat scholen niet altijd direct gebruik maken van de genoemde gegevens in de overdracht, maar eerst zelf de kinderen willen observeren. Hierdoor gaat tijd verloren voor de zorg van de leerlingen waar dat in feite niet nodig is.
4. VERVOLGAFSPRAKEN
Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.