Liturgie
voor de gezamenlijke dienst op oudejaarsdag 2020 in de Hervormde Kerk te Den Ham, aanvang 19.30 uur.
Voorganger: Ds. R.D. van Hornsveld Organist: Bram Jaspers
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm 27: 1
1. Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Here!
Waar is het duister dat mij onheil baart?
Mijn hoge burcht is Hij, niets kan mij deren, in zijn bescherming ben ik wel bewaard!
Of zich de boosheid tegen mij verbindt en op mij loert opdat zij mij verslindt, ik ken geen angst voor nood en overval:
het is de Heer die mij behouden zal!
Stil gebed, aanvangswoord en groet
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Schriftlezing: Psalm 121 NBV
1Een pelgrimslied.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp?
2 Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft.
3 Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter.
4Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet,
de wachter van Israël.
5 De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand:
6 overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden.
7 De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je leven,
8 de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid.
Zingen: Zingende Gezegend 255: 1, 3 en 4 (wijs Gezang 143, Herv. Bundel) 1. De dagen onzer jaren
gaan als een schaduw heen, als schepen die wel varen maar niemand weet waarheen, als grijze winterwolken
die langs de hemel gaan, als vogelvrije volken -
geen mens weet waarvandaan.
3. De dagen onzer jaren gaan als een schaduw heen -
maar weet: ginds wacht een haven, geen scheepje vaart alleen;
God zal de wolken wenken, zijn duif zal ons gedenken, die vliegt ons voor naar huis!
4. De dagen onzer jaren gaan als een schaduw heen, de dageraad zal baren
de Zoon die reeds verscheen;
de zonde zal verdwijnen, de zomer stijgt ten top, de zon die dan gaat schijnen staat eens voor altijd op!
Uitleg en verkondiging, tekst: Hebreeën 13: 8 en 9a
Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!
Laat u niet misleiden door allerlei vreemdsoortige leerstellingen; we doen er goed aan ons te laten sterken door genade…
Zingen: NLB 91a
1. Wie in de schaduw Gods mag wonen hoeft niet te vrezen voor de dood.
Zoek je bij Hem een onderkomen – dan wordt zijn vrede jou tot brood.
God legt zijn vleugels van genade beschermend om je heen als vriend en Hij bevrijdt je van het kwade, opdat je eens geluk zult zien.
2. Wie in de schaduw Gods mag wonen hoeft niet te vrezen voor de dood.
Zoek je bij Hem een onderkomen – dan wordt zijn vrede jou tot brood.
God legt zijn vleugels van genade beschermend om je heen als vriend en Hij bevrijdt je van het kwade, opdat je eens geluk zult zien.
3. Geen duister zal je overvallen, er is een licht dat eeuwig brandt.
Duizenden doden kunnen vallen, – jij blijft geschreven in Gods hand.
God is een schild voor zijn getrouwen die leven van geloof alleen.
Hij zal een nieuwe hemel bouwen van liefde om hun tranen heen.
Apostolische geloofsbelijdenis
Zingen: Psalm 103: 9
9. Laat heel het machtig koninkrijk des Heren zijn grote naam, zijn grote daden eren.
Komt allen tot de lof des Heren saam.
Lof zij den Heer in hemel en op aarde, die aan zijn volk zijn liefde openbaarde, en zegen gij, mijn ziel, zijn grote naam.
Dank- en voorbeden
Collecte
Slotlied: NLB 90a
1. O God, die droeg ons voorgeslacht in nacht en stormgebruis,
bewijs ook ons uw trouw en macht, wees eeuwig ons tehuis!
2. De schaduw van uw troon omsloot uw heiligen weleer,
bij U beveiligd is ons lot en zeker ons verweer.
3. Gij zijt, van vóór Gij zee en aard’
hebt door uw woord bereid, altijd dezelfde, die Gij waart, de God der eeuwigheid!
4. En duizend jaar gaan als de dag van gisteren voor U heen,
een schaduw, een gedachte vaag, een nachtwaak, die verdween.
5. De tijd draagt alle mensen voort op zijn gestage stroom;
ze zijn als gras, door zon verdord, vervluchtigd als een droom.
6. O God, die droeg ons voorgeslacht in tegenspoed en kruis,
wees ons een gids in storm en nacht en eeuwig ons tehuis!
Zegen.
Zingende Gezegend 255: 1, 3 en 5
De dagen onzer jaren
gaan als een schaduw heen, als schepen die wel varen maar niemand weet waarheen, als grijze winterwolken
die langs de hemel gaan, als vogelvrije volken -
geen mens weet waarvandaan.
De dagen onzer jaren
gaan als een schaduw heen -
maar weet: ginds wacht een haven, geen scheepje vaart alleen;
God zal de wolken wenken, zijn duif zal ons gedenken, die vliegt ons voor naar huis!
De dagen onzer jaren
gaan als een schaduw heen, de dageraad zal baren
de Zoon die reeds verscheen;
de zonde zal verdwijnen, de zomer stijgt ten top, de zon die dan gaat schijnen
staat eens voor altijd op!