• No results found

Liturgie voor de gezamenlijke online ochtenddienst op zondag 21 februari 2021, vanuit de Hervormde Kerk, aanvang uur.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Liturgie voor de gezamenlijke online ochtenddienst op zondag 21 februari 2021, vanuit de Hervormde Kerk, aanvang uur."

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Liturgie

voor de gezamenlijke online ochtenddienst op zondag 21 februari 2021, vanuit de Hervormde Kerk, aanvang 10.00 uur.

Voorganger: Ds. H.M. Klaassen Ouderling van dienst: Jenny Valk

Inleidend orgelspel

Welkom en afkondigingen

Intochtslied: Psalm 122 ‘Hoe sprong mijn hart hoog op in mij’

Hoe sprong mijn hart hoog op in mij, toen men mij zeide: ‘Gord u aan om naar des Heren huis te gaan!

Kom ga met ons en doe als wij!’

Jeruzalem, dat ik bemin, wij treden uwe poorten in,

u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!

Jeruzalem, van ver aanschouwd, wel saamgevoegd en welgebouwd, o schone stede, die wij groeten.

Hoe zijn de stammen opgegaan!

Hier gingen ons de voeten voor der pelgrims, die de Heer verkoor, hier, waar uw heil’ge muren staan!

Jeruzalem, dat ik bemin, wij treden uwe poorten in

naar ‘s Heren woord, om zijns naams ere!

Zo is het Israël gezegd:

hier zijn de zetels van het recht, de troon, waar David zal regeren!

Votum en groet

Lied: Gezang 322 ‘Hoor Gij ons aan’

Hoor Gij ons aan!

Wij heffen onze handen,

kom Gij tot ons, neem onze offeranden,

(2)

waarmee wij dankbaar voor U staan.

In stil ontzag

zijn wij voor U getreden.

Wend dan uw oor naar onze smeekgebeden, waak met uw ogen nacht en dag!

Gij spreekt ons aan,

Ge hebt de mens verkoren:

aan deze plaats doet Gij uw woorden horen, hier zijt Gij, want hier woont uw naam.

O, antwoord Gij,

als wij tezamen bidden,

daal neder uit uw hoogte in ons midden!

In uw vergeving wonen wij.

Lezing van de geboden van God ( Exodus 20: 1 – 21 ) HSv

1Toen sprak God al deze woorden:

2Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. 3U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.

4 U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is.

5U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten,

6maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen.

7 U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt.

8 Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt.

9Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen,

10maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is.

11Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.

12Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.

(3)

13U zult niet doodslaan.

14U zult niet echtbreken.

15U zult niet stelen.

16U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.

17U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn dienaar, noch zijn dienares, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is.

18En heel het volk was getuige van de donderslagen, de bliksems, het bazuingeschal en de rokende berg. Toen het volk dit zag, sidderden zij en bleven op een afstand staan.

19Zij zeiden tegen Mozes: Spreekt ú met ons, dan zullen wij luisteren, maar laat God niet met ons spreken, anders sterven wij.

20Mozes zei tegen het volk: Wees niet bevreesd, want God is gekomen om u op de proef te stellen en opdat de vreze voor Hem u voor ogen staat, opdat u niet zondigt.

21Het volk bleef op een afstand staan, maar Mozes naderde tot de donkere wolk, waar God was.

Lied: Psalm77

Roepend om gehoor te vinden, om bij God gehoor te vinden, roep en smeek ik onverpoosd, maar mijn ziel blijft ongetroost.

Nu de druk mij overmande, hef ik tot de Heer mijn handen, maar ’t gedenken is mij pijn, nu ik zonder God moet zijn.

Zou de Heer zijn volk verstoten?

Heeft de toorn zijn hart gesloten?

Is zijn gunst voorgoed voorbij?

Blijft niet wat hij eenmaal zei?

Kan God zijn gena vergeten?

Heb ik steeds vergeefs geweten, dat des Allerhoogsten kracht

stand houdt tot het laatste geslacht?

Gebed om de opening van het Woord en de verlichting met de Heilige Geest Schriftlezing: Mattheüs: 17: 1 – 13

(4)

1En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen hen.

2En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht.3En zie, aan hen verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken. 4Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Heere, het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia. 5Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!

6En toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter

aarde en werden zeer bevreesd. 7En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei:

Sta op en wees niet bevreesd. 8Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. 9En toen zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: Vertel niemand van wat u gezien hebt, totdat de Zoon des mensen opgestaan is uit de doden. 10En Zijn discipelen vroegen Hem: Waarom zeggen de schriftgeleerden dan dat Elia eerst moet komen?

11Jezus antwoordde en zei tegen hen: Elia zal wel eerst komen en alles herstellen.12Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is, en ze hebben hem niet erkend, maar ze hebben met hem gedaan alles wat ze wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden.13Toen begrepen de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de Doper gesproken had.

Kindermoment: ‘Je hoeft niet bang te zijn’

Je hoeft niet bang te zijn al gaat de storm tekeer.

Leg maar gewoon je hand in die van onze Heer.

Je hoeft niet bang te zijn als oorlog komt of pijn.

De Heer zal als een muur, rondom je leven zijn.

Je hoeft niet bang te zijn al gaan de lichten uit.

God is er en Hij blijft, als jij je ogen sluit.

(5)

Lied: Gezang 192 ‘Oh kostbaar kruis’

O kostbaar kruis, o wonder Gods, waaraan de Prins der glorie stierf;

ik wil om U zijn zonder trots, ik acht verlies wat ik verwierf.

En door zijn dood en door zijn bloed is nu de wereld dood voor mij.

Ik ben gestorven, maar voor goed van heel de dode wereld vrij.

De aarde zelf is veel te klein voor wie U waarlijk loven wil.

Uw liefde is een groot geheim, zij vraagt geheel mijn hart en ziel.

Verkondiging

tekstkern: ‘en zie, aan hen verschenen Mozes en Elia, die met Hem (Jezus) spraken’

Lied: Gezang 435 ‘O verbreker aller banden’

O verbreker aller banden Gij die ons vertrouwen zijt bij wie schade zelfs en schande hemel wordt en heerlijkheid tuchtig Adams trotse zonen in hun eigenzinnigheid

tot G’ uw aangezicht zult tonen en hen uit de kerker leidt

Duur hebt Gij uw volk verworven en alleen van U zijn wij

Heer, zowaar Gij zijt gestorven maak ons nu ook waarlijk vrij O, uw heil zal spoedig komen Gij laat ons niet ledig staan

schoner dan de schoonste dromen breekt de dag der vrijheid aan

(6)

Dienst van de offeranden.

tijdens orgelspel

Dankgebed en voorbede

Lied: Psalm 63

Mijn God, Gij zijt mijn toeverlaat,

naar U, Heer, strekt zich mijn verlangen.

Mijn hart wil niets dan U ontvangen, die leven zijt en leven laat.

O Heer, mijn ziel en zinnen smachten en dorsten naar U in een land,

waarop de zon verzengend brandt, - schenk Gij mijn leven nieuwe krachten.

Eens zag ik in uw tempelhof U in uw glorie hoogverheven,

wiens gunst mij meer is dan het leven, mijn lippen stamelden uw lof.

Mijn leven lang wil ik U prijzen, uw naam aanbidden, want Gij voedt mij met uw kracht, Gij schenkt mij moed.

O Heer, ik wil U dank bewijzen.

Wanneer ik wakend in de nacht

mijn geest bij U, Heer, laat vertoeven, dan mag ik weer uw goedheid proeven;

uw hulp wordt nooit vergeefs verwacht.

Waar zich uw vleugels breed ontvouwden, zing ik mij van mijn zorgen vrij.

Mijn ziel, Heer, is U zeer nabij,

door uw hand word ik vastgehouden.

Zegen Orgelspel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij waakt over ons met een vaderlijke zorg, terwijl Hij zó over alle schepselen heerst, dat niet één haar van ons hoofd - want die zijn alle geteld - en niet één musje ter aarde

Het diepe water wordt mij tot een graf, mijn keel is hees, mijn ogen zijn bezweken... Verberg uw aangezicht niet voor uw knecht, bang is het mij te moede, houd

Zij zullen kortom, met de goede Herder voor ogen, de gemeente waaraan zij zijn verbonden, liefdevol begelei- den, zodat zij in deze wereld gestalte kan geven aan haar roeping om

Want deze is voor onze ogen als een prachtig boek, waarin alle schepselen, groot en klein, de letters zijn, die ons te aanschouwen geven wat van God niet gezien kan worden,

Lof zij den Heer in hemel en op aarde, die aan zijn volk zijn liefde openbaarde, en zegen gij, mijn ziel, zijn grote naam.. Dank-

Gelooft u dat u in uw verkiezing door deze gemeente door God zelf tot deze dienst bent geroepen!. Aanvaard u de heilige Schrift als enige regel van

v.: Broeders en zusters in Christus, de Week van gebed voor eenheid van christenen is dit jaar voorbereid door de zusters van de.. kloostergemeenschap van Grandchamp

Zingen: Opwekking 789 - Lopen Op Het Water 1. U leert me lopen op het water, de oceaan is weids en diep. U vraagt me alles los te laten, daar vind ik U en ik twijfel niet. De