NOTULEN
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2021
Aanvangsuur: 22.00 uur
Aanwezig: Lieven Vernaillen, voorzitter Jo Fonck, burgemeester
Jan De Nul, Marnick Vaeyens, Yves De Smet, Alberic Sergooris, Andy Depetter, Sofie Renders, schepenen
Marleen Van der Hoeven, Kristof Slagmulder, Simonne De Leeuw, Christel De Bruecker, Geert Van Schelvergem, Ingrid Temmerman, Katia Sonck, Geert Van Cauter, Joris Vercammen, Greta Verhoeven, Hedwig Jacobs, Linda Van de Perre, Jan Vanbegin,
Okitokandjo Chancelvie, Sofie Depuydt, Johan Duyck, Geert De Cock, Inge Ranschaert, raadsleden
Jimmy Geeraerts, algemeen directeur Verontschuldigd/afwezig: Danny Bourgeois, raadslid
Agendapunten:
Openbare zitting...2
1. Goedkeuring notulen Raad voor maatschappelijk welzijn van 29 juni 2021...2
2. Bekrachtiging besluit burgemeester Gemeenteraad en Raad voor maatschappelijk welzijn van 23 september 2021- alternatieve locatie met beperkte zaalcapaciteit ...2
3. Kennisname opvolgingsrapportering BBC 2020-2025 - versie september 2021...3
4. Goedkeuring aanpassing reglement tussenkomst via Covidmiddelen ...5
5. Goedkeuring reglement zoom 18/25...11
6. Goedkeuring participatiereglement lokaal bestuur Denderleeuw ...13
OPENBARE ZITTING
SECRETARIAAT
ALGEMEEN SECRETARIAAT
1. Goedkeuring notulen Raad voor maatschappelijk welzijn van 29 juni 2021
Goedgekeurd.
Regelgeving Bevoegdheid
Decreet Lokaal bestuur, artikel 74
Stemming Besluit Artikel 1
De notulen van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 juni 2021 worden goedgekeurd.
Artikel 2
Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van art. 285 van het decreet Lokaal bestuur (publicatie lijst op webtoepassing). De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van art. 330 van het decreet Lokaal bestuur.
2. Bekrachtiging besluit burgemeester Gemeenteraad en Raad voor maatschappelijk welzijn van 23 september 2021- alternatieve locatie met beperkte zaalcapaciteit
Goedgekeurd.
Motivering Aanleiding
Op 14 september 2021 trof de burgemeester een besluit om de vergaderingen van de
gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 23 september 2021 te laten plaatsvinden op een alternatieve locatie met beperkte zaalcapaciteit in zaal Breughel, Dorp 11 te 9470
Denderleeuw
Naast de raadsleden en de algemeen directeur kunnen nog 14 personen (publiek + pers) tot de vergadering worden toegelaten. Deze dienen zich zittend op de daartoe voorziene plaatsen te
bevinden volgens de door de preventie-adviseur opgestelde zaalschikking. Deze maatregelen worden genomen in uitvoering van de richtlijnen in het ministerieel besluit van 18 maart 2020.
Raadsleden die dit wensen kunnen digitaal toegang tot de vergadering krijgen via Microsoft- Teams.
Argumentatie
Het burgemeestersbesluit in deze dient door de gemeenteraad te worden bekrachtigd.
Regelgeving Bevoegdheid
Decreet lokaal bestuur, artikel 40 Nieuwe Gemeentewet, artikel 134
Juridische grond
Besluit van de burgemeester van 10 juni 2021: Gemeenteraad / Raad voor maatschappelijk welzijn op alternatieve locatie en met beperkte capaciteit.
Inspraak, advies en bijlagen
Bijlage: indeling den Breughel gemeenteraad
Stemming
18 ja-stemmen (Lieven Vernaillen, Jo Fonck, Jan De Nul, Marnick Vaeyens, Yves De Smet, Alberic Sergooris, Andy Depetter, Sofie Renders, Marleen Van der Hoeven, Simonne De Leeuw, Geert Van Schelvergem, Katia Sonck, Geert Van Cauter, Okitokandjo Chancelvie, Sofie Depuydt, Johan Duyck, Geert De Cock, Inge Ranschaert)
8 onthoudingen (Kristof Slagmulder, Christel De Bruecker, Ingrid Temmerman, Joris Vercammen, Greta Verhoeven, Hedwig Jacobs, Linda Van de Perre, Jan Vanbegin)
Besluit Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 14 september 2021 2021: Gemeenteraad en Raad voor Maatschappelijk Welzijn van donderdag 23 september 2021- alternatieve locatie en beperkte zaalcapaciteit
Artikel 2
Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van art. 285 van het decreet Lokaal bestuur (publicatie lijst op webtoepassing). De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van art. 330 van het decreet Lokaal bestuur.
FINANCIËLE DIENST
3. Kennisname opvolgingsrapportering BBC 2020-2025 - versie september 2021
Goedgekeurd.
Motivering
Aanleiding
Jaarlijks wordt aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn een opvolgingsrapportering voorgelegd, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan.
Een opvolgingsrapportering maakt een vergelijking van het gerealiseerde beleid van het lopende jaar met het geplande. Dit rapport geeft met andere woorden een antwoord op de vraag hoe ver het staat met de uitvoering van het beleid van het lopende jaar.
Argumentatie
Deze opvolgingsrapportering wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal over het eerste semester opgemaakt.
Dit werd ook zo bevestigd in de afsprakennota tussen de algemeen directeur en de diverse beleidsorganen.
Een opvolgingsrapportering bevat minstens volgende onderdelen : 1. Stand van zaken van de prioritaire actieplannen/acties
2. Vergelijking gerealiseerde en geraamde ontvangsten en uitgaven van het lopende jaar (functioneel overzicht via schema J1, economisch overzicht via schema T2)
3. Aanvullende informatie
Gewijzigde financiële risico’s ten opzichte van (het aangepaste) meerjarenplan (in voorkomend geval)
Gewijzigde assumpties ten opzichte van (het aangepaste) meerjarenplan (in voorkomend geval)
De algemeen directeur en de financieel directeur en de dienst Organisatie staan in voor de opmaak van het voorontwerp van opvolgingsrapportering, in overleg met het managementteam.
Regelgeving Bevoegdheid
Decreet lokaal bestuur, art. 263
Juridische grond
Decreet lokaal bestuur, art. 172, 176 en 263
Afsprakennota tussen de algemeen directeur en het college en vast bureau (2019-2025) van 22/10/2019
Financiële gevolgen
Geen
Inspraak, advies en bijlagen
Gunstig advies managementteam van 03/09/2021
Opvolgingsrapportering BBC 2020-2025 over het eerste semester 2021
Besluit Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de opvolgingsrapportering BBC 2020-2025 over het eerste semester 2021.
Artikel 2
Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van art. 285 van het decreet Lokaal bestuur (publicatie lijst op webtoepassing). De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van art. 330 van het decreet Lokaal bestuur.
MAATSCHAPPELIJKE DIENST
4. Goedkeuring aanpassing reglement tussenkomst via Covidmiddelen
Goedgekeurd.
Motivering
Aanleiding
Tijdens de eerste Coronagolf beslisten de Federale en Vlaamse overheid over verschillende ondersteuningsmaatregelen voor de OCMW’s en dit om het hoofd te kunnen bieden aan het stijgende aantal hulpvragen omwille van de corona-crisis. De Federale overheid nam vervolgens bijkomende beslissingen over extra maatregelen.
De coronacrisis heeft immers een grote impact op de armoede op lokaal niveau. Steeds meer mensen kloppen aan bij het OCMW. Als gevolg van de Corona crisis dreigen immers heel wat mensen en gezinnen in financiële moeilijkheden te belanden of verder weg te glijden.
Via het KB van 13/05/2020 krijgt het OCMW een subsidie toegewezen om aan te wenden aan een ruime doelgroep aan mensen die getroffen werden/worden door de Corona crisis.
Op de raad voor maatschappelijk welzijn van 17/12/2020 en 9/2/2021 (aanpassing) werd een reglement goedgekeurd mbt gebruik van deze Covidmiddelen. De Covidmiddelen worden via individuele hulpvraag beslist via het Bijzonder Comité van de sociale dienst. Als gevolg van de vele vragen naar laptops nav thuisonderwijs en afkoelingsweken werd een aparte regeling, als
bijzondere interpretatie van het reglement, voorgesteld hiervoor.
Daar de secundaire scholen vanaf september 2021 instappen in de Digisprong, en bijgevolg zelf laptops ter beschikking stellen van hun studenten, dient het reglement te worden aangepast. Er wordt voorgesteld de subsidies hiervoor niet langer aan te wenden.
Bovendien liep de goedkeuring voor de toekenning van een toelage voor schoolboeken af op 31/12/2020. Dit werd namelijk apart geagendeerd op het VB van 30/06/2020. Er wordt voorgesteld dit op te nemen in het huidige reglement.
Argumentatie
Het OCMW kan deze subsidies zelf aanwenden volgens de vooropgestelde doelstellingen en binnen de geest van het KB van 13/05/2020 (+ wijziging + omzendbrief).
Het voorstel bestaat erin om de middelen te voorzien voor tussenkomsten bij individuele
steunaanvragen via het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst en dit op basis van het sociaal en financieel onderzoek van de maatschappelijk werkers. Dit moet aantonen dat er sprake is van kansenverlies en een behoefte/nood als gevolg van de Corona crisis.
De bedoeling is om via dit reglement blijvend in te zetten op een duurzame hulpverlening en een nuttige aanwending van deze Covidmiddelen in het OCMW van Denderleeuw en dit tot einde 2021, zoals voorgeschreven.
Toevoeging:
8° het verlenen van steun in het kader van de strijd tegen kinderarmoede
Kunnen ten laste genomen worden meer bepaald: de kosten van speelpleinen, vakantiestages, onderwijsbegeleiding, kosten van de schoolkantine, abonnementen voor het openbaar vervoer, kosten van logopedie, psychomotoriek, de strijd tegen intra-familiaal geweld…
Op dezelfde manier kan steun die specifiek gericht is op de vroege kinderjaren in aanmerking genomen worden: poedermelk, luiers, materiaal voor de vroege kinderjaren, crèchekosten…
Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de éénoudergezinnen.
Ook het verlenen van hulp bij onbetaalde (school)facturen als gevolg van een beperking van de middelen wordt hierin opgenomen: zijnde éénmalige tussenkomst van € 100 per leerling in secundaire school per schooljaar op de factuur schoolboeken.
Aanpassing:
Voor tussenkomsten van één of meerdere laptops (eventueel inclusief software), werd een bijzondere regeling opgenomen in het reeds goedgekeurde reglement:
Uitzondering 1: Specifieke regeling voor de aankoop van laptops (eventueel inclusief software) Voor aanvragen van een laptop voor studenten in het secundair onderwijs is geen tussenkomst meer mogelijk vanaf 01/09/2021 aangezien er laptops worden aangeboden via de school.
Regelgeving Bevoegdheid
Decreet lokaal bestuur, art. 84
Juridische grond
Koninklijk besluit van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Koninklijk Besluit van 3 juli 2020 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn
Omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 3 juli 2020 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Besluit raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2020: goedkeuring reglement individuele steunaanvragen gelinkt aan Covidmiddelen.
Financiële gevolgen
Kredieten (gesubsidieerd) zijn beschikbaar op:
6480100 BI 09000 AP 2035 A 20353
118.046,00 euro te spenderen tot eind 2021
Inspraak, advies en bijlagen
Reglement tussenkomst Covidmiddelen
Stemming
Met eenparigheid van stemmen
Besluit
Artikel 1
De doelgroep: kwetsbare groepen en alle personen rechtstreeks getroffen worden door de gevolgen van deze crisis, waardoor zij in een armoedespiraal zouden kunnen terechtkomen:
doelgroepen, zoals de jobstudenten, uitzendkrachten, personen met een flexi-job en/of contracten van tijdelijke duur, personen met een handicap, de artiesten, de medewerkers in de cultuur- en evenementensector, daklozen en sekswerkers, kinderen binnen kwetsbare gezinnen,..
Artikel 2
De steun kan alleen worden toegekend op basis van een sociaal onderzoek en op basis van een beslissing van het Bijzonder Comité Sociale Dienst, dat aantoont dat de doelgroep het moeilijk heeft ten gevolge van de corona-crisis.
Artikel 3
De aard van de steun: een éénmalige steun met een maximumbedrag van € 1000 (= het niet- terugvorderbare deel) per levensdomein.
Artikel 4
De terugvorderbaarheid van de steun wordt vastgelegd volgens het 1/3de – 2/3de principe waarbij principieel 1/3de terugvorderbaar wordt gesteld.
Artikel 5
Individuele afwijkingen kunnen verdedigd worden op het BC als uitzondering mits argumentatie door de MW’er.
Artikel 6
Uitzonderingen op de in artikel 3 omschreven steunen zijn:
-Een maximaal bedrag van 500 euro per laptop kan ten laste genomen worden. Na het afleveren van een bewijsstuk (offerte, folder, afprint website,…) door de cliënt kan een bedrag van maximaal 500 euro per laptop ten laste worden genomen door het OCMW. Dit bedrag wordt gestort
rechtstreeks aan de leverancier. Indien dit in de praktijk niet mogelijk blijkt, kan dit bedrag in tweede orde aan de cliënt zelf betaald worden – in dat geval dient de cliënt een betalingsbewijs en factuur/aankoopbewijs binnen de 14 dagen te bezorgen aan de maatschappelijk werker. Indien dit bewijsstuk niet aangeleverd wordt, dan wordt deze tussenkomst opnieuw voorgelegd aan het BCSD als een terugvorderbare steun.
Daarenboven is een bewijs vanuit zorg/directie van de school noodzakelijk in het dossier, hetgeen bewijst dat de aankoop van de laptop noodzakelijk is voor het volgen van de lessen.
Deze beslissing tot tussenkomst wordt genomen via het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst of indien bij hoogdringendheid door de voorzitter van het BCSD, met vervolgens bekrachtiging op het eerstvolgende BCSD.
- Specifieke regeling voor de aankoop BEEGO bonnen (digitale ondersteuning zie besluit Vast Bureau 24/11/2020)
GRATIS voor OCMW cliënteel. Waarde = € 40/cheque voor OCMW
In eerste instantie willen we dit aanbod GRATIS geven aan inwoners die gekend zijn binnen het OCMW en/of toegeleid worden naar het OCMW.
Per cliënt kan een maximum van 2 uur hulp voorzien worden. Eén uur hulp kost 40 euro.
Artikel 7
Wijziging van het goedgekeurde reglement van 17/12/2020:
Voor aanvragen van een laptop voor het secundair onderwijs is geen tussenkomst meer mogelijk vanaf 01/09/2021 bij individuele steunaanvragen via de Covidmiddelen voor 2020-2021 aangezien er een laptop wordt aangeboden via de scholen in Denderleeuw tenzij bij wijze van uitzonderling anders beslist door het Bijzonder Comité van de Sociale dienst.
Artikel 8
Toevoeging van het goedgekeurde reglement van 17/12/2020:
Opname van een tussenkomst in de schoolboeken ten bedrage van € 100 per kind bij individuele steunaanvragen via de Covidmiddelen voor 2021 via het Bijzonder Comité van de Sociale dienst.
Artikel 9
Tussenkomsten kunnen worden voorzien in 8 sectoren:
1° het verlenen van hulp voor huisvesting, met inbegrip van de lasten, uitgezonderd de huurwaarborg;
2° het verlenen van hulp voor energieverbruik, met inbegrip van inbegrip van de noodzakelijk begeleiding en sociale en budgettaire geleiding;
3° het verlenen van hulp voor digitale ondersteuning met het oog op het bevorderen van het online opstarten van procedures, sociale contacten en onderwijsondersteuning;
4° het verlenen van psychosociale hulp om de kosten te dekken van erkende professionele hulpverleners bij huiselijk geweld, angstproblemen en psychiatrische onrust;
5° het verlenen van hulp op het gebied van gezondheid;
6° het verlenen van hulp bij onbetaalde facturen als gevolg van een beperking van de middelen;
7° het lenigen van andere levensnoodzakelijke behoeften.
8° het verlenen van steun in het kader van de strijd tegen kinderarmoede Artikel 10
1° het verlenen van hulp voor huisvesting, met inbegrip van de lasten, uitgezonderd de huurwaarborg;
Het OCMW kan dus steun verlenen voor de betaling van huur of huurachterstand,
huisvestingskosten, gemeenschappelijke kosten en water. Het ten laste nemen van het bedrag van de hypothecaire lening in het geval dat de bank uitstel van betaling heeft geweigerd of de
gewaarborgde lening kan ook door de toelage worden gedekt, op voorwaarde dat de begunstigde van de steun daadwerkelijk in de woning woont die het voorwerp van de lening uitmaakt.
De huurwaarborg is evenwel uitgesloten.
Artikel 11
2° het verlenen van hulp voor energieverbruik, met inbegrip van inbegrip van de noodzakelijk begeleiding en sociale en budgettaire geleiding;
Alle brandstoffen komen in aanmerking: gas, elektriciteit, kolen, hout, stookolie, pellets...
De toelage kan worden gebruikt voor het opladen van budgetmeters of het betalen van facturen met betrekking tot energieverbruik en -preventie; het kan worden gebruikt voor steun bij de aanzuivering van schulden in het kader van schuldbemiddeling of collectieve schuldenregeling, … Preventieve maatregelen vallen hier ook onder, zoals energiescans, aankopen van
energiebesparende lampen, of ondersteuning bij het aanvragen van het sociaal tarief als de persoon in kwestie aan de voorwaarden voldoet.
Artikel 12
3° het verlenen van hulp voor digitale ondersteuning met het oog op het bevorderen van het online opstarten van procedures, sociale contacten en onderwijsondersteuning;
Dit omvat de aankoop van een computer of tablet, het ten laste nemen van telefoon-, gsm- en internetabonnementen, de aankoop van een ID kaartlezer (of promotie van de applicatie ITSME), het ten laste nemen van kosten voor het huren van een computer, het volgen van online
opleidingen, een abonnement op online schooltaken,…
Artikel 13
4° het verlenen van psychosociale hulp om de kosten te dekken van erkende professionele hulpverleners bij huiselijk geweld, angstproblemen en psychiatrische onrust;
Hier gaat het om prestaties door derden : psycholoog, psychiater, ergotherapeut,…
Artikel 14
5° het verlenen van hulp op het gebied van gezondheid;
Het gaat om de betaling van geneeskundige kosten in het algemeen: medicijnen, ziekenhuisrekeningen, kosten voor ziekenwagen, ...
Ook de aankoop van maskers, gels en handschoenen kan worden aangerekend op de toelage en dit om het publiek te helpen dat administratief geïsoleerd is en die zich dit materiaal niet kon verschaffen via de distributiekanalen die door de Staat opgezet zijn in het beheer van de sanitaire crisis, met name sekswerkers en daklozen.
Artikel 15
6° het verlenen van hulp bij onbetaalde facturen als gevolg van een beperking van de middelen;
Alle rekeningen die moeilijk te betalen zijn als gevolg van een beperking van de bestaansmiddelen kunnen in aanmerking worden genomen: begrafeniskosten, proces- en deurwaarderkosten, diverse belastingen, ...
Er kan ook rekening gehouden worden met de beroepskosten: beroepsverzekeringen, ...
Het is echter raadzaam om met de persoon in kwestie een budgetopvolging op te starten wanneer de situatie structureel blijkt te zijn.
Artikel 16
7° het lenigen van andere levensnoodzakelijke behoeften.
Bijvoorbeeld: tussenkomst in de vervoerskosten, tussenkomst in de kosten van een jaarlijkse verzekering (bv. brandverzekering, burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering), tussenkomst in de aankoop van kledij, aankoop van een bril, thuiszorg, ...
Artikel 17
8° het verlenen van steun in het kader van de strijd tegen kinderarmoede
Kunnen ten laste genomen worden meer bepaald: de kosten van speelpleinen, vakantiestages, onderwijsbegeleiding, kosten van de schoolkantine, abonnementen voor het openbaar vervoer, kosten van logopedie, psychomotoriek, de strijd tegen intra-familiaal geweld…
Op dezelfde manier kan steun die specifiek gericht is op de vroege kinderjaren in aanmerking genomen worden: poedermelk, luiers, materiaal voor de vroege kinderjaren, crèchekosten,
…Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de éénoudergezinnen.
Ook een steun voor het verlenen van hulp bij onbetaalde schoolfacturen als gevolg van een beperking van de financiële middelen is mogelijk: zijnde tussenkomst van € 100 per leerling in secundaire school op de factuur schoolboeken.
Artikel 18
De toekenningscriteria zijn de volgende
Categorie 1: de gerechtigden op een Verhoogde Tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering
Categorie 2: cliënten met een laag inkomen Nagaan van de inkomstenvoorwaarde Categorie 3: behartenswaardige situatie
Pas in laatste instantie nagaan of er sprake is van behartenswaardige situatie. Hierbij kan het gaan over:
- een hoge huishuur - een zware schuldenlast
- een collectieve schuldenregeling - een budgetbeheer
- hoge medische kosten - sprake van een faillissement - werkloosheid
- lage scholingsgraad
- het inkomen van het gezin is met meer dan 50% verminderd
- …
Algemene voorwaarden:
-een sociaal en financieel onderzoek toont de behoeftigheid en noodzakelijkheid van de aanvraag aan.
-de aanvrager verleent zijn/haar volledige medewerking voor het sociaal onderzoek.
Artikel 19
Werkwijze sociaal/financieel onderzoek
Ontvangstbewijs maatschappelijke dienstverlening invullen en laten ondertekenen en het nodige bewijsstuk van de categorie toevoegen:
Voor cat. 1: attest ziekenfonds of KSZ-onderzoek om VT te bewijzen (geen klevertje) Voor cat. 2: bewijs inkomsten (laatste aanslagbiljet of loonfiches, attesten uitkering) Voor cat. 3: bewijzen behartenswaardige situatie (een kopie van de beschikking van
toelaatbaarheid schuldbemiddeling, attest budgetbeheer, kopie rekeninguittreksel huishuur, huurcontract, ect.)
In elk geval moet er een sociaal verslag opgemaakt worden en voorgelegd worden aan het BCSD als C-dossier.
Artikel 20
De toelageperiode loopt tot 31.12.2021.
Artikel 21
Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van art. 285 en 286 van het decreet Lokaal bestuur (publicatie lijst, besluit en inhoud op webtoepassing). De toezichthoudende
overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van art. 330 van het decreet Lokaal bestuur.
5. Goedkeuring reglement zoom 18/25
Goedgekeurd.
Motivering Aanleiding
Jongeren en studenten zijn om verschillende redenen bijzonder getroffen door de Covidcrisis:
moeilijkheden op school, geen inkomsten omdat het onmogelijk is te werken, … Deze crisis heeft de armoedesituaties bij jongeren en studenten, die reeds een bijzonder kwetsbare groep zijn, nog verergerd. Daarom werd de maatregel Zoom door de POD Maatschappelijke integratie in het leven geroepen. Dankzij deze maatregel kan het OCMW tussenkomen door middel van een eenmalige doelgerichte steun of een meer structurele financiële steun in functie van de behoeften van de jongere. Zij is bedoeld voor jongeren en studenten tussen 18 en 25 jaar die zich ingevolge de Covidcrisis in een moeilijke situatie bevinden. Het reglement wordt opgemaakt om het maximumbedrag en de toekenningsvoorwaarden vast te leggen.
Het OCMW van Denderleeuw kreeg van de federale overheid een subsidie van € 7009 ter ondersteuning van jongeren en studenten die moeilijkheden ondervinden ten gevolge van de coronapandemie. Met oog op het reguleren van deze verkregen subsidie binnen onze sociale dienst werd dit reglement opgemaakt.
Argumentatie
Elke student kan recht hebben op een steun van maximaal 250 euro die toegekend kan worden na een sociaal en financieel onderzoek.
Met deze toelage kan een financiële, materiële, sociale, medische, sociale of psychologische hulp verleent worden, die vallen onder één van de volgende categorieën: Het verlenen van hulp voor huisvesting, voor energierekeningen, voor psychosociale steun, steun op vlak van gezondheid, steun op vlak van IT, financiële steun, steun voor mobiliteit, steun in het voorzien van basisbehoeften, voedselhulp en steun bij sport en ontspanning.
Deze hulp kan structureel of éénmalig zijn, afhankelijk van de behoeften van de betrokkene. De éénmalige structurele steun kan uitwerking hebben tot en met 31 december 2022. Bijvoorbeeld een busabonnement dat loopt aangegaan wordt op 1/09/2021, kan lopen tot 1/09/2022. Indien het gaat over een éénmalige steun, zoals bijvoorbeeld tussenkomst voor de huur, kan enkel uitwerking hebben tot eind van de toelageperiode, namelijk 31/12/2021.
Regelgeving Bevoegdheid
Decreet lokaal bestuur, art. 84.
Juridische grond
Het koninklijk besluit van 3 maart 2021 ter ondersteuning van jongeren en studenten in een kwetsbare situatie ingevolge de COVID-19 crisis.
Financiële gevolgen
Kredieten (gesubsidieerd) zijn beschikbaar op:
6480100/09000/AP2035/A20353
€ 9007 euro te spenderen tot eind 2021
Stemming
18 ja-stemmen (Lieven Vernaillen, Jo Fonck, Jan De Nul, Marnick Vaeyens, Yves De Smet, Alberic Sergooris, Andy Depetter, Sofie Renders, Marleen Van der Hoeven, Simonne De Leeuw, Geert Van Schelvergem, Katia Sonck, Geert Van Cauter, Okitokandjo Chancelvie, Sofie Depuydt, Johan Duyck, Geert De Cock, Inge Ranschaert)
8 onthoudingen (Kristof Slagmulder, Christel De Bruecker, Ingrid Temmerman, Joris Vercammen, Greta Verhoeven, Hedwig Jacobs, Linda Van de Perre, Jan Vanbegin)
Besluit
Artikel 1De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement zoom 18/25 goed waarbij een tussenkomst mogelijk is van maximaal € 250 aan jongeren en studenten tussen 18 en 25 jaar na sociaal en financieel onderzoek en voorlegging aan het Bijzonder Comité van de Sociale dienst.
Artikel 2
OCMW Denderleeuw zal een tussenkomst geven aan studenten / jongeren die kunnen aantonen dat ze financieel getroffen zijn door de coronapandemie en dit naar aanleiding van een inkomstendaling of een uitgavenstijging. De onderhoudsplicht wordt onder de loep genomen bij het sociaal en financieel onderzoek, daar de student of jongeren inwoont bij ouder(s) of derde(n).
Artikel 3
De tussenkomsten kunnen voorzien worden binnen de volgende verschillende sectoren:
Steun bij huisvesting : tussenkomst in huishuur of huurwaarborg
Steun voor energierekeningen : tussenkomst voor onbetaalde facturen betreffende energieverbruik, opladen van budgetmeter en ook de aankoop van energiezuinige toestellen kunnen hieronder vallen.
Psychosociale steun : wanneer cliënt baat heeft bij professionele psychosociale hulp van een erkende hulpverlener of instelling
Steun op vlak van gezondheid : medische kosten, geneesmiddelen, mondmaskers, producten voor persoonlijke hygiëne, ed
IT – ondersteuning : digitale ondersteuning in kader van de digitalisering van het onderwijs en de maatschappij
Financiële steun : onbetaalde facturen
Steun voor mobiliteit : facturen betreffende mobiliteit, namelijk abonnementen voor openbaar vervoer
Basisbehoeften en voedselhulp : levensnoodzakelijke middelen zoals bijvoorbeeld voeding, kleding, pampers, …
Steun voor sport en ontspanning : tussenkomst voor sportabonnementen, culturele activiteiten , …
Artikel 4
Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van art. 285 en 286 van het decreet Lokaal bestuur (publicatie lijst, besluit en inhoud op webtoepassing). De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van art. 330 van het decreet Lokaal bestuur
VRIJE TIJD
6. Goedkeuring participatiereglement lokaal bestuur Denderleeuw
Goedgekeurd.
Motivering Aanleiding
Het participatiereglement van Denderleeuw geeft, in toepassing van artikel 304 $5 van het Decreet Lokaal Bestuur, nadere invulling aan een aantal vormen van inspraak, betrokkenheid en
participatie vanwege de burgers en diverse doelgroepen ten aanzien van het beleid, de besluitvorming en de dienstverlening.
Argumentatie
Via het participatiereglement worden volgende participatievormen geregeld:
1. Je kan een melding formuleren via het gemeentelijke meldpunt.
2. Je kan een klacht indienen bij de klachtencoördinator.
3. Je kan verzoekschriften voorleggen aan de organen van het lokaal bestuur of voorstellen doen aan de raad.
4. Je kan vragen om bepaalde documenten in te kijken volgens de openbaarheid van bestuur.
5. Je kan een volksraadpleging organiseren.
6. Je kan deelnemen aan het beleid via adviesraden.
7. Andere vormen van participatie.
Cruciaal is bovenal dat het participatiereglement aansluit bij de participatiecultuur van lokaal bestuur Denderleeuw. In Denderleeuw wordt participatie gedefinieerd als "het vrijwillig
beïnvloeden van de besluitvorming van de overheid door particuliere actoren, (al dan niet) op een door de overheid georganiseerde wijze".
Het lokaal bestuur streeft hierbij naar vormen van interactief bestuur en betrekt vroegtijdig een brede groep actoren bij de beleidsvoering, op basis van intensieve communicatie, openheid, dialoog en gedeelde “macht” en waarbij beleidsproblemen in kaart worden gebracht en oplossingen worden verkend.
In dat kader worden 10 Gouden Participatieregels opgesteld:
1. Participatie vereist gemeende openheid.
2. Participatie vereist beleidsruimte.
3. Participatie vereist een planmatige aanpak.
4. Participatie vereist een flexibele omgang met het vooropgestelde plan.
5. Participatie is maatwerk.
6. Participatie schept verwachtingen.
7. Participatie vereist transparantie en een goede communicatie.
8. Participatie vereist een concreet project.
9. Participatie is arbeidsintensief.
10. Participatie vereist experimenteerruimte
Regelgeving Bevoegdheid
Decreet lokaal bestuur, artikel 77
Juridische grond
Decreet lokaal bestuur, artikel 304
Inspraak, advies en bijlagen
Bijlage 1: participatiereglement lokaal bestuur Denderleeuw Bijlage 2: 10 gouden participatieregels
Bijlage 3: handleiding participatie
Stemming
Met eenparigheid van stemmen
Besluit Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de visie op participatie, in de vorm van de 10 gouden participatieregels, goed.
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het participatiereglement goed.
Artikel 3
Het participatiereglement van Denderleeuw geeft, in toepassing van artikel 304 $5 van het Decreet Lokaal Bestuur, nadere invulling aan een aantal vormen van inspraak, betrokkenheid en
participatie vanwege de burgers en diverse doelgroepen ten aanzien van het beleid, de besluitvorming en de dienstverlening.
1. Je kan een melding formuleren via het gemeentelijke meldpunt.
2. Je kan een klacht indienen bij de klachtencoördinator.
3. Je kan verzoekschriften voorleggen aan de organen van het lokaal bestuur of voorstellen doen aan de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn (verder: 'raad').
4. Je kan vragen om bepaalde documenten in te kijken volgens de openbaarheid van bestuur.
5. Je kan een volksraadpleging organiseren.
6. Je kan deelnemen aan het beleid via adviesraden.
7. Andere vormen van participatie.
Artikel 4
Het participatiereglement benoemt de doelen, de voorwaarden en een aantal spelregels om een kwaliteitsvolle participatie in Denderleeuw te bewerkstelligen. Het bestuur engageert zich tot het voeren van een beleid dat gericht is op participatie en heeft daarbij aandacht voor zowel
participatie op initiatief van de organisatie zelf als participatie op initiatief van de burger.
Participatie zorgt voor openheid en transparantie.
Artikel 5
Het participatiereglement is niet beperkend bedoeld: naast de participatievormen die in dit reglement uitdrukkelijk worden genoemd, zijn nog tal van andere vormen mogelijk. Hij of zij die participatie organiseert, kan zijn of haar belanghebbenden ook steeds nog op een andere manier informeren, consulteren en betrekken.
De keuze van participatiemethodiek zal afhangen van de doelstelling, de stand van zaken van een bepaald project en de vigerende maatschappelijke context. Ook de graad van participatie zal per casus bepaald worden en is afhankelijk van heel wat factoren.
Artikel 6
Participatie is een recht voor iedereen. De deelnemers brengen hun expertise in als
ervaringsdeskundige. Inwoners, gebruikers of betrokkenen zijn immers degene die een bepaalde situatie ervaren en kunnen er met kennis van zaken over spreken en oordelen.
Participatie zorgt voor een confrontatie van verschillende ideeën en levert het bestuur andere, vernieuwende en bredere inzichten op.
Participatie is tevens een leerproces waarbij we ook aandacht hebben voor groepen die minder kansen hebben tot participatie omwille van diverse redenen. Het blijft een uitdaging ook hen te bereiken en hiervoor dienen steevast inspanningen geleverd te worden, te bekijken per casus in overleg met verschillende diensten die het sociaal welzijn van mensen behartigen.
Artikel 7
Participeren betekent betrokkenheid, op initiatief van burgers of op initiatief van bestuurders, in processen van dialoog en brainstorm om zodoende een degelijk beleid te vormen. Het zorgt ervoor dat deelnemers hun blik verruimen door ideeën met anderen uit te wisselen. Participatie betekent op het einde van de rit een bredere gedragenheid van de genomen beslissing(en) en een gevoel van mede-eigenaarschap waardoor de legitimiteit van de keuzes versterkt wordt.
Meldingen
Artikel 8
Iedereen kan schriftelijk, mondeling of digitaal een melding indienen. Je doet dat via ons digitaal meldpunt op www.denderleeuw.be, aan een van onze onthaalbalies, telefonisch of via mail bij de bevoegde dienst of via meldpunt@denderleeuw.be.
De meldingen worden geregistreerd en doorgegeven aan de bevoegde dienst van het lokaal bestuur.
Artikel 9
De meldingen worden behandeld door de bevoegde diensten.
Als de melding betrekking heeft op zaken waarvoor het bestuur niet bevoegd is, wordt de melding doorverwezen naar de bevoegde instantie.
Klachten
Artikel 10
Een klacht is een manifeste uiting waarbij een ontevreden burger bij het lokaal bestuur klaagt over een al dan niet verrichte handeling of prestatie door het lokaal bestuur.
Als lokaal bestuur beschikken we over een afzonderlijk klachtenreglement, waarin vermeld staat
• wat onze klachtenprocedure is.
• wat de rol is van de klachtencoördinator.
• op welke wijze we rapporteren rond klachten.
Je vindt het klachtenreglement terug op www.denderleeuw.be, wanneer je in de zoekbalk het trefwoord 'klachtenreglement' ingeeft.
Vragen en voorstellen en van burgers
Artikel 11
De inwoners hebben het recht om de door hen in een gemotiveerde nota nader omschreven voorstellen en vragen over de lokale beleidsvoering en dienstverlening op de agenda van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn (raad) in te schrijven.
Artikel 12
Voorstellen en vragen die een onderwerp betreffen dat geen lokale bevoegdheid is, zijn niet ontvankelijk.
Worden ook niet beschouwd als voorstellen of vragen in de zin van deze bepalingen, ook al zou(den) de indiener(s) ze wel zo benoemen:
1. het alleen maar aanbrengen van feiten, meningen of kritiek, zonder een duidelijk voorstel of vraag;
2. vragen om informatie, inlichtingen, inzage of afschriften van bestuursdocumenten;
3. aanvragen, bezwaren of beroepen in aangelegenheden waarvoor een specifieke aanvraag-, bezwaar- of beroepsprocedure bestaat;
4. voorstellen of vragen met onredelijke, vage inhoud of beledigend taalgebruik.
De voorzitter van de raad maakt deze beoordeling. Hij/zij kan de indiener om een nieuw geformuleerd voorstel/vraag verzoeken dat wel aan de ontvankelijkheidseisen voldoet.
Artikel 13
De raad behandelt de voorstellen of vragen.
Het voorstel of de vraag wordt ingediend met een modelformulier en wordt per aangetekende brief gestuurd aan de voorzitter van de raad, A. De Cockstraat 1 te 9470 Denderleeuw.
De handtekeningen worden op dit modelformulier verzameld, samen met de naam, voornaam, geboortedatum en woonplaats van iedere ondertekenaar. Het lokaal bestuur gaat na of aan deze volwaarden voldaan is.
Deze voorstellen of vragen worden in een gemotiveerde nota nader omschreven. Bij de nota kunnen nuttige stukken toegevoegd worden die de raad kunnen voorlichten.
Artikel 14
Het voorstel of de vraag moet minstens 14 dagen (idem verzoekschriften) voor de dag van de vergadering van de betreffende raad ingediend worden bij de voorzitter van de raad, zo niet wordt het verzoek behandeld op de daaropvolgende vergadering van de raad.
Artikel 15
De voorzitter van de raad doet 10 dagen voor de zitting van de betreffende raad van uitspraak over de bevoegdheid van de raad ten aanzien van het voorstel of de vraag. Binnen deze bevoegdheid bepaalt hij/zij ook welk gevolg daaraan wordt gegeven en hoe dat wordt bekendgemaakt.
De voorzitter van de raad kan de beslissing over het gevolg/antwoord verdagen naar de
eerstvolgende vergadering, indien hij/zij van oordeel is dat eerst nog bijkomend onderzoek nodig is van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau.
Artikel 16
De raad verstrekt, binnen drie maanden na de raad waarop het voorstel werd toegelicht, een gemotiveerd antwoord aan de eerste ondertekenaar van het voorstel / de vraag. (idem verzoekschriften)
Verzoekschriften
Artikel 17
§1. Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van het lokaal bestuur in te dienen. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn. De organen van het lokaal bestuur zijn de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn (de raad), het college van burgemeester en schepenen / vast bureau, de voorzitter van de raad, de burgemeester / voorzitter van het vast bureau, de algemeen directeur en elk ander orgaan van het lokaal bestuur dat als overheid optreedt.
§2. De verzoekschriften worden aan het orgaan van het lokaal bestuur gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.
§3. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van het lokaal bestuur behoort, zijn onontvankelijk. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.
§4. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
a) de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
b) het louter een mening is en geen concreet verzoek;
c) de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
d) het taalgebruik ervan beledigend is.
Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.
Artikel 18
§1. – Is het een verzoekschrift voor de raad, dan plaatst de voorzitter van de raad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende raad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd
ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.
§2. - De raad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen / vast bureau of naar een gemeenteraadscommissie / bijzonder comité verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
§3. - De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van het lokaal bestuur. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
§4. - Het betrokken orgaan van het lokaal bestuur verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
Openbaarheid van bestuur
Artikel 19
Het bestuur waakt over een objectieve, tijdige en verstaanbare verspreiding van informatie.
Artikel 20
Iedereen kan volgende bestuursdocumenten, wanneer ze volledig zijn, raadplegen via www.denderleeuw.be:
- alle gemeentelijke reglementen en verordeningen - de agenda van de raden en commissies
- de openbare notulen van de zittingen van de raden - de verslagen van de gemeentelijke adviesorganen - de openbare onderzoeken
- de opsomming van de punten die behandeld werden door het schepencollege en vast bureau
Artikel 21
§1. Andere bestuursdocumenten dan voorzien in artikel 18 kunnen ook worden ingezien, na schriftelijke aanvraag. Het bestuur volgt hiervoor de regelgeving van het Bestuursdecreet (http://overheid.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur).
§2. Een verzoek om openbaarmaking moet schriftelijk ingediend worden of kan persoonlijk
overhandigd worden. Bij de aanvraag moet de aanvrager altijd zijn identiteit bekend maken: naam, postadres, eventueel firma of instelling en zijn hoedanigheid (advocaat, architect, buurtbewoner, deelnemer examen,…). Er moet duidelijk vermeld worden welk document men precies wil inzien en waarover het gaat. Indien de vraag niet voldoende duidelijk geformuleerd is, kan de bevoegde instantie de aanvraag weigeren. Ook anonieme aanvragen worden geweigerd.
§3. De aanvrager hoeft geen belang aan te tonen wanneer hij/zij inzage vraagt in een bestuursdocument. Wanneer het gaat om persoonlijke gegevens, moet dit uiteraard wel, bijvoorbeeld een beoordeling of een examendocument.
§4. De termijn voor de behandeling van het openbaarheidsverzoek bedraagt 20 kalenderdagen.
Deze termijn kan uitzonderlijk verlengd worden tot 40 dagen, mits motivering.
Artikel 22
Als de bevoegde instantie een aanvraag weigert, kan tegen deze beslissing beroep aangetekend worden en dit uiterlijk 30 kalenderdagen na het versturen van de beslissing. Tegen deze beslissing kan beroep ingesteld worden bij de beroepsinstantie inzake de openbaarheid van bestuur (via mail: openbaarheid@vlaanderen.be of per brief, gericht aan: Departement Kanselarij en Bestuur, Beroepsinstantie openbaarheid van bestuur, Havenlaan 88, bus 20, 1000 Brussel) uiterlijk 30 kalenderdagen na ontvangst van de beslissing.
Volksraadpleging
Artikel 23
Voor gemeentelijke volksraadplegingen, op initiatief van de gemeenteraad of op verzoek van de inwoners, gelden de voorwaarden en de organisatieregels van de artikelen 305 tot en met 325 Decreet Lokaal bestuur en de uitvoeringsbesluiten daaromtrent.
Adviesraden
Artikel 24
Om het bestuur te adviseren over het beleid, wordt er een beroep gedaan op diverse adviesraden.
Het lokaal bestuur vraagt hen regelmatig om een advies te formuleren over één of meerdere vraagstukken. De gemeenteraad legt voor elke adviesraad statuten vast.
Artikel 25
De wijze van samenstelling wordt door de gemeenteraad bepaald in functie van voldoende representativiteit voor het betrokken domein.
Gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen stemgerechtigd lid zijn. Ten hoogste twee derde van de leden van een adviesraad mag van hetzelfde geslacht zijn.
Artikel 26
Het college van burgemeester en schepenen / vast bureau formuleert haar standpunt over de uitgebrachte adviezen schriftelijk aan de adviserende adviesraad, binnen 3 maanden na kennisname.
Op vraag van een orgaan van het lokaal bestuur verzorgt de betrokken adviesraad een advies binnen 30 dagen.
Artikel 27
Voor adviesraden die door een specifieke hogere regelgeving ingesteld zijn, gelden de betreffende hogere voorschriften inzake taak, bevoegdheid, samenstelling en werking.
Andere vormen van participatie
Artikel 28
Participatie is maatwerk. Het lokaal bestuur of andere initiatiefnemers organiseren zowel over algemene thema’s als over specifieke dossiers participatievergaderingen, infomarkten, enquêtes,
…
De praktische organisatie hiervan (methodieken, doelpubliek, aantal fasen, digitaal of analoog, …) gebeurt in functie van de beoogde doelstelling en de lokale visie op participatie. Ook de kanalen en de inhoud van de boodschappen zijn aangepast aan zowel het onderwerp als de doelgroep(en).
Artikel 29
Openbare onderzoeken die voorgeschreven zijn door bijzondere regelgevingen (vb. inzake ruimtelijke ordening) worden georganiseerd overeenkomstig de bijzondere bepalingen daaromtrent.
Artikel 30
Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van art. 285 en 286 van het decreet Lokaal bestuur (publicatie lijst, besluit en inhoud op webtoepassing). De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van art. 330 van het decreet Lokaal bestuur.
De zitting wordt gesloten om 22.06 uur.
Jimmy Geeraerts Lieven Vernaillen
algemeen directeur voorzitter
