Raadsvoorstel
Onderwerp : Economische activiteiten in het algemeen belang
Raadsvergadering : 23 september 2014
Nummer(agenda) : Commissie 1 : Fin en AZ
Registratienummer : BW14.00509 Datum : 10 september 2014
Registratiecode : *BW14.00509* Commissie 2 :
Auteur : Evita Suradi Datum :
Status : Openbaar B&W-vergadering : 1 juli 2014
Publicatiedatum : 1 juli 2014 Portefeuillehouder : J.J. Driessen
Samenvatting
Op 1 juli 2012 is de Wet markt en overheid (hierna: de wet) van kracht geworden. Deze wet geeft een aantal gedragsregels die het bestuursorgaan in acht moeten nemen als het zelf of via een overheidsbedrijf
economische activiteiten verrichten. Daaronder wordt begrepen het aanbieden van goederen en diensten op de markt. Ons college verricht een aantal economische activiteiten, waarbij niet de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht. Dat is in strijd met de wet. Het gaat om het in gebruik geven van panden in het kader van anti-kraak en het verhuren dan wel in gebruik geven van maatschappelijk vastgoed.
Het is echter uit oogpunt van algemeen belang wenselijk dat deze activiteiten worden aangeboden waarbij niet de volledige kosten worden doorberekend. Indien economische activiteiten in het algemeen belang worden verricht, zijn deze uitgezonderd van de gedragsregels genoemd in de wet. Uw raad is bevoegd om vast te stellen dat de verhuur van anti-kraakpanden en maatschappelijk vastgoed in het algemeen belang
plaatsvinden en daarmee niet tegen de kostprijs.
Besluit om
1. Vast te stellen dat economische activiteiten worden verricht in het algemeen belang, conform bijgaand besluit.
Inleiding
Op 1 juli 2012 is de wet van kracht geworden. Die heeft geleid tot aanpassing van de Mededingingswet.
Deze wet Markt en Overheid geeft een aantal gedragsregels die bestuursorganen in acht moeten nemen als zij zelf of via een overheidsbedrijf economische activiteiten uitvoeren. Daaronder wordt begrepen het aanbieden van goederen en diensten op de markt. Daarop zijn de volgende gedragsregels van toepassing:
1. Integrale kostendoorberekening: overheden moeten tenminste alle integrale kosten van een economische activiteit doorberekenen in de kostprijs.
2. Bevoordelingsverbod van overheidsbedrijven: overheden mogen hun eigen overheidsbedrijven niet bevoordelen boven concurrerende bedrijven.
3. Functiescheiding: dezelfde personen mogen niet betrokken zijn bij de bestuurlijke en de economische activiteiten van die organisatie.
4. Gegevensgebruik: overheden mogen gegevens waar ze over beschikken alleen hergebruiken voor andere, economische activiteiten als andere organisaties of bedrijven onder dezelfde voorwaarden ook over de gegevens kunnen beschikken.
De wet geeft de mogelijkheid om af te wijken van gedragsregels
De wet noemt situaties waarin van de hierboven genoemde gedragsregels kunnen worden afgeweken. Dat betreft onder meer het aanbieden van goederen of diensten aan andere overheden of overheidsbedrijven ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak. In het concrete geval is te denken aan het innen van belastingen door de gemeente Beuningen voor andere gemeenten en het uitlenen of detacheren van medewerkers aan een andere gemeente voor het verrichten van een publieke taak. Voorts noemt de wet activiteiten in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening. Verder zijn de gedragsregels niet van toepassing bij activiteiten waarvan de gemeenteraad heeft bepaald dat deze van algemeen belang zijn.
Het voorliggende voorstel ziet daarop toe.
2
Bevoegdheid vaststellen algemeen belang
Uw raad is bevoegd om te bepalen dat activiteiten worden verricht in het algemeen belang (artikel 25h, zesde lid van de Mededingingswet).
Inventarisatie van economische activiteiten
Uit een inventarisatie blijkt dat de volgende economische activiteiten niet voldoen aan de gedragsregel dat de integrale kostprijs in rekening dienen te worden gebracht. Deze activiteiten bestaan al vóór de
inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2012. Het betreft de volgende activiteiten:
a. het in beheer geven van panden;
b. het verhuren of in gebruik geven van maatschappelijk vastgoed.
Beoogd effect
Het beoogd effect is dat de hieronder genoemde activiteiten onder de werking van de wet op de bestaande voet mogen worden voortgezet.
Argumenten
1a. Het in beheer geven van panden in het kader van anti-kraak
Een aantal panden die in het verleden door de gemeente op enigerlei wijze zijn verworven in het kader van de realisatie van een (woningbouw)project staan tijdelijk leeg, in afwachting van verdere
ontwikkeling (sloop, doorverkoop of revitalisering). Interim Places (voorheen: Interim vastgoedbeheer) beheert deze panden voor de gemeente. Het beheer is budgetneutraal. Enkel de kosten van onderhoud en onder andere de vergoeding OZB voor de panden zijn voor rekening van de gemeente. De gemeente ontvangt een minimale vergoeding per gebruiker voor panden waarvoor de gemeente de energiekosten voldoet. Voor de overige panden ontvangt de gemeente geen vergoeding. De energiekosten van die panden worden door de gebruikers betaald.
Het beheer bestaat uit het regelmatig langs de desbetreffende panden rijden dan wel het verhuren van deze panden. Daarmee wordt voorkomen dat deze panden worden gekraakt. Dat vormt het algemeen belang om deze panden tegen een minimale of geen vergoeding in gebruik te geven. Daar staat tegenover dat de gemeente binnen een tijdsbestek van zes weken kan beschikken over een pand, zonder dat de gemeente aan zorgverplichtingen is gehouden (binnen het huurrecht is doorgaans sprake van een zorgplicht, waaronder het ter beschikking stellen van vervangende ruimte). De intentie is om de panden zo snel mogelijk te herbestemmen.
1b. Het verhuren/in gebruik geven van maatschappelijk vastgoed voor maatschappelijke doeleinden
Het college verhuurt of geeft maatschappelijk vastgoed in gebruik, waarbij niet de volledige kosten in rekening worden gebracht. Het gaat om binnen- en buitenaccommodaties voor sportdoeleinden en accommodaties voor culturele- en welzijnsinstellingen.
Het is wenselijk dat de maatschappelijke organisaties hun voorzieningen kunnen aanbieden uit oogpunt van maatschappelijk nut, waaronder sport, welzijn, cultuur en volksgezondheid. Daarnaast is het wenselijk dat zij voor iedereen toegankelijk zijn. Het in rekening brengen van de volledige integrale kostprijs zal ertoe leiden dat de maatschappelijke organisaties hogere kosten krijgen. Dat kan ertoe leiden dat zij hun maatschappelijk gewenste activiteiten niet of niet volledig meer kunnen uitvoeren en/of de verhoging doorberekenen aan gebruikers.
1c. Algemeen belang weegt zwaarder dan verwachte geringe verstoring van de markt
Ten aanzien van de genoemde activiteiten weegt het algemeen belang zwaarder dan de redelijkerwijs
te verwachten geringe verstoring van de concurrentieverhoudingen. Het is niet te verwachten dat een
marktpartij een aanvaardbaar voorzieningenniveau kan bewerkstelligen en tegelijk een zodanig
prijsbeleid kan voeren dat de voorzieningen voor eenieder toegankelijk zouden kunnen zijn. Er zijn in
het verleden ook geen marktpartijen geweest die op die wijze de activiteiten wilden of konden
verrichten.
3