Waar was jij in die stal vannacht?
Waar was jij, was jij niet in die stal vannacht,
toen God daar zijn Zoon bij Maria bracht?
Waar was jij, toen het Kind
in wat doeken op stro werd gelegd?
Waar was jij, zag jij niet hoe met dank en eer
daar de herders knielden bij Jezus neer?
Waar was jij, wist jij niet
wat de engel van Hem had gezegd? (had gezegd?)
“Geef aan God alle eer”, klonk door de nacht, zongen eng’len luid en blij.
Door dit Kind in de stal
kwam meer dan ooit God ons nabij!
Waar was jij? Want dit Kind (evt. Waar ben jij?) is de Zoon van God,
die toen heil en vrede bij ons bracht.
Liefdevol gaf God Hem
als een licht in de donkere nacht.
(een licht in de nacht – vannacht)
Liefdevol gaf God Hem
als een licht in de donkere nacht.
Waar was jij?
Ned. tekst: Jan Visser
© 1976 and this arr. © 2007 Hope Publishing Company/Stone Media BV, Dordrecht, Holland