© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 2
Taal actief 3 | Werkblad | groep 5 en 6 | Mijn Malmberg
Rara ... raadsels!
Herhaling spellingwoorden
Opdracht 1 Rara, wat is het?
Schrijf het goede woord op. Let op de spelling.
Het is de dag voor morgen en na gisteren. (7) ___________________________
Het draait en wij wonen erop. (5) ___________________________
Het vliegt in de lucht en er moet benzine in. (9) ___________________________
Als je hierin kijkt, zie je jezelf. (7) ___________________________
Het ligt in de zee, en als er niemand woont, is het onbewoond. (6) ___________________________
Opdracht 2 Rara, wie is het?
Schrijf het goede woord op. Let op de spelling.
Hij heeft een baard en deelt cadeautjes uit. (11) ___________________________
Geen mevrouw maar een … . (6) ___________________________
Als je een meisje bent, dan ben jij dit van je moeder. (7) ___________________________
Dit ben jij van je leerkracht. (8) ___________________________
Willem-Alexander was eerst kroonprins. Nu is hij... . (6) ___________________________
De letter met de streep eronder is de beginletter.
Het aantal letters staat tussen haakjes.
tip
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 2 van 2
Taal actief 3 | Werkblad | groep 5 en 6 | Mijn Malmberg
Opdracht 3 Rara, welk dier is het?
Schrijf het goede woord op. Let op de spelling.
Dit dier was toen het klein was een lammetje. (6) ___________________________
Het vliegt in de lucht, maar dan zonder benzine. (5) ___________________________
Hij kan ver springen, maar zegt geen kukeleku. (10) ___________________________
Het is zwart, heeft kraalogen en kan vliegen. (5) ___________________________
Het ligt soms op je bord, maar zwemt liever in het water. (3) ___________________________
Opdracht 4 Rara, wat staat hier?
Schrijf het goede woord op. Let op de spelling.
nnqyzzj ___________________________
rbghkcdqhi ___________________________
nolnrrhmf ___________________________
udqjzzqcaf ___________________________
okdahdq ___________________________
Klaar?
Bedenk zelf een woordraadsel.
Rara … ___________________________________________________________________________
Schrijf het antwoord ondersteboven: ___________________________
Laat je raadsel door iemand anders oplossen!
Denk steeds één letter verder.
a wordt b; b wordt c; c wordt d.
En zo verder! Let op: z wordt a!