Transforming for Europe : the reshaping of national bureaucracies in a system of multi-level governance
Berg, C.F. van den
Citation
Berg, C. F. van den. (2011, January 20). Transforming for Europe : the reshaping of national bureaucracies in a system of multi-level governance. LUP Dissertations. Leiden University Press, Amsterdam/Leiden. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/16356
Version: Not Applicable (or Unknown)
License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden
Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/16356
Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).
Stellingen
behorend bij het proefschrift Transforming for Europe:
the reshaping of national
bureaucracies in a system of multi- level governance
1. In de context van toenemende multi-level governance zijn
nationale ambtelijke apparaten bureaucratischer geworden t.a.v.
management en organisatie, maar minder bureaucratisch voor wat betreft politiek-ambtelijke verhoudingen.
2. Hervormingen in de taakverdeling en machtsverhouding tussen binnenlandse bestuurslagen (zoals decentralisatie en devolutie) zijn deels het gevolg van voortgaande Europese integratie.
3. Om EU-beleid te beïnvloeden komen richting het Europese niveau nieuwe belangencoalities tot stand tussen partijen die elkaar op nationaal niveau als beleidsconcurrenten zien.
4. Onder andere door Europese integratie is een nieuw samenspel tussen bewindspersonen en topambtenaren ontstaan, waarin topambtenaren zich meer politiek opstellen en bewindspersonen zich meer ambtelijk opstellen.
5. Toenemende multi-level governance draagt bij aan een
verdergaande roldifferentiatie binnen de ambtelijke top, en de vorming van een gepolitiseerde hofhouding rondom de minister.
6. Hoewel de afbakening van de rijksdienst een bevoegdheid van de afzonderlijke lidstaten is en niet van de EU, draagt de EU in
belangrijke mate bij aan een gemeenschappelijke definiëring van het ambtelijk apparaat in de lidstaten.
7. Het belangrijkste verschil tussen “multi-level governance” en
“bestuurlijke drukte” is de normatieve waardering van beide metaforen.
8. Het is een misvatting dat de vermeende horizontalisering van de samenleving nagevolgd zou moeten worden met een
horizontalisering van verhoudingen tussen overheidsorganisaties en bestuurslagen.
9. In een samenleving die horizontaler is dan voorheen, is
hoogwaardige kennis in combinatie met de kracht om partijen met elkaar te verbinden, de belangrijkste troef van de rijksdienst.
10. Het legitimiteitsprobleem van de Europese bestuurslaag komt doordat belangrijke kaderstellende beleidsformulering niet
voorafgegaan wordt door een zichtbare uitwisseling van politieke ideeën op EU-niveau.
11. Het legitimiteitsprobleem van de nationale bestuurslaag neemt toe doordat het nationale politieke debat steeds meer persoons- en incidentgericht is, en er steeds minder belangrijke kaderstellende beleidsformulering uit dat debat voortkomt.
12. Het onderscheidende karakter van het werk van ambtenaren ten opzichte van werknemers in de private sector is sinds de jaren ’80 niet afgenomen maar juist toegenomen, doordat veel werk dat
voorheen door ambtenaren werd verricht maar slechts een beperkte politiek-juridische dimensie kende, is overgeheveld naar de private sector.
13. Als een kleine maar slimme rijksdienst het ideaal is, zijn de grijze en groene exodussen niet slechts zegeningen. In weerwil van de budgettaire krapte moet kwaliteit gekoesterd worden.
14. Zowel de opkomst als het verdwijnen van het fenomeen
programmaminister liet zien dat de rijksdienst soms rondom partijpolitiek en coalitieverhoudingen wordt ingericht. Dit verkleint de kans om de overheid rondom problemen te organiseren, sterk.