jaarplan DAS 2011 speerpunten

(1)

Oktober 2010

(2)

Jaarplan DAS 2011 Speerpunten

2

(3)

IN I NH HO OU U DS D SO O P P GA G A VE V E: :

Inhoudsopgave 3

Voorwoord 5

Inleiding 7

Prioritering 11

Speerpunten 17

Veilige woon- en leefomgeving

• Woninginbraken 19

• Geweldsdelicten 21

Bedrijvigheid en Veiligheid

• Uitgaan en Horeca 25

• Arbeidsmigranten 27

Jeugd en Veiligheid

• Jeugdoverlast en vernielingen 29

• Alcoholmisbruik 33

• Drugs 33

Fysieke Veiligheid 35

Integriteit en Veiligheid 35

(4)

4

(5)

VO V OO OR RW WO O O O RD R D: :

Het jaarplan 2011 van Politie Brabant Zuid-Oost voor de afdelingen DAS is dit jaar op een bijzondere manier tot stand gekomen. De netwerkinspecteurs en afdelingchefs van DAS en GLA hebben samen met het bevoegd gezag (Beleidsmedewerker Openbaar Ministerie en de IVB ambtenaren van de gemeenten Deurne. Asten, Someren, Gemert-Bakel en Laarbeek) een marsroute uitgestippeld om met een jaarplan te komen waarbij de aansluiting eerder gezocht en gevonden is dan in voorgaande jaren. Het was mooi om te zien hoe deze

collectiviteitsgeest gewerkt heeft, zonder de gemeentelijke belangen uit het oog te verliezen.

We hebben elkaar scherp gehouden op haalbaarheid en uitvoerbaarheid, waarvoor ik alle partijen hartelijk wil bedanken.

Speerpunten werden benoemd en met elkaar gedeeld, de afstemming werd gezocht en de opzet van het jaarplan is aangepast aan de wensen vanuit de gemeenten. Alle partijen wilden een jaarplan met een couleur locale waarin iedere gemeente zich kan herkennen en die op een aansprekende manier voorgelegd kan worden aan de gemeenteraden. Wij hopen dat de lokale Driehoek zich zowel qua inhoud als opzet zich kan vinden in het plan dat nu voor u ligt.

Qua prioriteiten wijkt dit jaarplan niet of nauwelijks af van het voorgaande jaar. Qua

bedrijfsvoering staan we wel voor een aantal veranderingen die mogelijk al in 2011 gevolgen gaan hebben. Allereerst is het korps bezig met de herijking van het fundament, waarbij de inzetbaarheid van de buurtbrigadier voor gebiedsgebonden politiewerk (in en voor de wijk) als prioriteit is benoemd. Dat is slechts een van de vele oplossingsrichtingen om onze bedrijfsvoering effectiever en efficiënter te maken, maar wel een wezenlijke. Daarnaast gaat de vorming van Politie Nederland en de samensmelting met een of meerdere korpsen en de daaruit voortvloeiende aanpassing van de Politiewet het komende jaar concreter worden.

Dat neemt niet weg dat het werk op straat en de gebiedsgebonden politiezorg gewoon doorgaat en gewaarborgd dient te blijven.

In 2010 zijn alle medewerkers van DAS getraind in Informatiegestuurde Politie (IGP). We starten nog in 2010 met de aanstelling van een Decentrale Informatiecoördinator, die gekoppeld wordt aan het Politiechefgebied. Door onze informatie beter te veredelen en te verwerken tot analyses in de vorm van wijkscans wordt de informatie leidend in het sturingsproces, in plaats van de incidentgerichte aanpak.

Langzaamaan gaan wij ons gelukkig weer realiseren dat informatie, ingewonnen via allerlei systemen, maar met name ook vanuit de professionaliteit van de agent op straat, sturend moet zijn. Dat niet de getallen gaan bepalen of er wel of niet geverbaliseerd wordt.. We willen geen organisatie meer zijn die alleen op cijfers goed presteert, maar die een spilfunctie heeft die, in samenhang met de omgeving en in samenwerking met alle partners in

veiligheid, haar taak vervult. Belangrijk is dat wij de balans terugvinden tussen de repressieve taken en de proactieve taken. Informatiegestuurde Politie gaat ons daarbij beslist helpen (Blauw meer op straat in plaats van Meer Blauw op straat). In 2011 zullen de afdelingen DAS en GLA de informatiegestuurde aanpak zeker gaan inzetten op de

overstijgende problematiek van de Woninginbraken en zal er een woninginbrakenteam worden ingericht samen met de Gezamenlijke Recherche Peelland.

Drs. Ellis Jeurissen

Politiechef Deurne, Asten en Someren

(6)

6

(7)

IN I NL L E E ID I DI IN NG G : :

In dit document vindt u het afdelingsjaarplan 2011 van de politieafdeling DAS.

Dit jaarplan bestaat uit twee gedeelten:

Het eerste deel bevat een beschrijving van de door de lokale Driehoek vastgestelde speerpunten voor 2011, waarbij aangegeven wordt welke inzet de politie DAS hierop wil gaan doen. Waar mogelijk wordt dit per gemeente gespecificeerd. Door lokaal maatwerk te leveren kan de inzet per gemeente soms wat verschillen.

Het tweede deel is als bijlage toegevoegd. Hierin vindt u alle andere activiteiten beschreven. Hoewel deze niet als speerpunt van beleid zijn benoemd, zullen deze activiteiten vanwege hun aard soms toch een aanzienlijk deel van de beschikbare politiecapaciteit vergen. Denk daarbij onder andere aan de Noodhulpverlening, bureaubezetting, evenementen en verkeershandhaving.

Als basis voor dit afdelingsjaarplan gelden de doelstellingen die worden aangereikt vanuit:

• de gegevens die een gevolg zijn van het tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Korpsbeheerder gesloten convenant;

• de verplichtingen die door de regio aan de afdeling zijn opgelegd;

• het gemeentelijk veiligheidsbeleid van de gemeenten Deurne, Asten en Someren.

• de door het openbaar ministerie opgedragen doelstellingen.

Landelijke en Regionale doelstellingen:

De doelstellingen en verplichtingen die regionaal en landelijk worden opgelegd zijn vastgelegd in de Jaarschijf 2011, die gebaseerd op het Meerjarenbeleidsplan 2008-2011 wat reeds is vastgesteld is door het Regionaal College.

Gemeentelijke doelstellingen:

De gemeente is regisseur van het integrale veiligheidbeleid en het jaarplan van de politie maakt daar onderdeel van uit. De resultaten van de gemeentelijke veiligheidsmonitor zijn mede bepalend voor het te voeren beleid.

De lokale speerpunten van de betreffende de DAS- gemeenten voor 2011 zijn:

• Woninginbraken

• Geweldsdelicten

• Jeugdoverlast en vernielingen

• Alcoholmisbruik en drugs

Voor de gemeente Asten is hier als extra speerpunt in het integraal veiligheidsbeleid toegevoegd:

• Arbeidsmigranten

(8)

8

(9)

Doelstellingen Openbaar Ministerie:

De speerpunten van het Openbaar Ministerie zijn:

• Veelplegers

• Geweld, waaronder huiselijk geweld en zeden

• Jeugdcriminaliteit

• Woninginbraken

• Hennepteelt

(10)

10

(11)

PR P RI IO OR RI IT T ER E RI IN NG G : :

Eén van de grootste knelpunten in het huidige politiewerk is de discrepantie tussen de vraag naar politiewerk en het beschikbare aanbod. De behoefte aan politieinzet is vele malen groter dan de beschikbare capaciteit. Dat betekent dat er dagelijks keuzes gemaakt moeten worden tussen werkzaamheden die wel of niet opgepakt kunnen worden.

Met behulp van de Basisvoorziening Capaciteitsmanagement wordt zorg gedragen voor een zo goed mogelijke afstemming tussen de vraag naar en aanbod van politiewerk enerzijds en de afstemming van belangen van de organisatie en van het personeel anderzijds. Pijlers zijn hierbij het efficiënt en effectief voldoen aan de maatschappelijke vraag en de tevredenheid en gezondheid van medewerkers.

Het is wellicht overbodig om op te merken, doch het maken van keuzes betekent ook dat er activiteiten of onderzoeken die prioriteit genieten soms uitgesteld moeten worden of zelfs helemaal niet meer uitgevoerd kunnen worden. De consequentie hiervan is dat met name minder zwaar geclassificeerde feiten daarbij eerder uitgescreend zullen worden.

Om tot een verantwoorde prioritering te kunnen komen zijn de hierna genoemde richtlijnen opgesteld.

Vastgestelde prioritering driehoeksoverleg:

Aan de hand van de in de inleiding genoemde doelstellingen zijn in het driehoeksoverleg van DAS de politieprioriteiten voor het jaar 2011 vastgesteld zoals in het "overzicht prioritering" op pagina 15 is weergegeven.

Prioritering:

Aan de verschillende onderwerpen wordt een prioritering toegekend zijnde:

1 Indien keuzes dienen te worden gemaakt gaan deze onderwerpen voor.

2 Indien keuzes dienen te worden gemaakt kunnen deze onderwerpen worden uitgesteld; echter op een later tijdstip dienen ze wel te worden opgepakt.

3 Indien keuzes dienen te worden gemaakt kunnen deze onderwerpen worden uitgesteld. Indien er later ruimte wordt gevonden dienen ze alsnog te worden opgepakt.

Prioritering Gezamenlijke Recherche:

De regiopolitie Brabant Zuid-Oost heeft met de inrichting van de Gezamenlijke Recherche capaciteit gereserveerd voor het opsporen van lokaal ernstige criminaliteit. Zij is een regionale voorziening, dus inzetbaar voor recherchetaken voor de gehele regio. Er wordt gewerkt vanuit drie clusters. De afdeling Deurne-Asten-Someren vormt samen met de afdelingen Gemert-Laarbeek, Helmond-Centrum, Helmond-West en Helmond-Oost het Peellandcluster, gehuisvest in het afdelingsbureau van Helmond Centrum.

De prioritering die daarbij gehanteerd wordt is als volgt:

1. zeer schokkende gebeurtenissen (moord, gijzeling e.d.) worden altijd opgepakt;

2. ingrijpende gebeurtenissen die te maken hebben met de lichamelijke integriteit, zoals mensenhandel, verkrachtingen, overvallen, geweld met zwaar letsel en diefstal met geweld, worden met voorrang behandeld;

3. overige gebeurtenissen in de persoonlijke levenssfeer, zoals afpersing, bedreiging en belediging/smaad;

4. gebeurtenissen in de zakelijke sfeer, waaronder bedrijfsinbraken, ladingdiefstallen oplichting en internetfraude.

De beoordeling hiervan, het zogenaamde “inscreenen”, wordt uitgevoerd door de operationele chefs en werkvoorbereiders. Daarnaast kan de stuurploeg van het

(12)

12

(13)

TMO-Peelland opdracht geven tot het instellen van een onderzoek. Deze stuurploeg wordt gevormd door de gebiedsofficier van justitie, de politiechefs en afdelingschefs binnen het Peelland-gebied.

Prioritering MT-overleg:

Zaken die niet door de Gezamenlijke Recherche kunnen worden opgepakt, en ook alle andere (projectmatige) werkzaamheden die niet onder genoemde speerpunten vallen, wordt wekelijks in het Management Team (MT) van de afdeling DAS besproken en op basis van de beschikbare capaciteit geprioriteerd en al dan niet opgenomen in het activiteitenplan van de komende week.

Informatiegestuurde politie (IGP):

De omgeving waarin de politie en vele andere organisaties opereert, is voortdurend in beweging. Dit noodzaakt organisaties voortdurend mee te veranderen.

Allereerst ziet de politie zich genoodzaakt effectiever en efficiënter te opereren door de snelle groei in de misdaad aan de ene kant en het ontstaan van meer en meer private organisaties die zich met veiligheid bezig- houden aan de andere kant. Daarnaast is steeds duidelijker geworden dat het focussen op incidenten niet langer effectief en efficiënt is. 80% van de incidenten wordt veroorzaakt door 20% van de criminelen, op 20% van alle mogelijke plaatsen en in 20% van de tijd. Focus op dadergroepen, seriedelicten en criminaliteit-kwetsbare omgevingen blijkt veel meer op te leveren.

Voor deze focus is informatie essentieel. De kern van IGP bestaat eruit dat verzamelen en analyseren van informatie voorafgaat aan elk moment van besluitvorming in het politiewerk. Informatie over criminaliteit en de omgeving wordt gebruikt voor

doelgerichte sturing van politiemensen. IGP beperkt zich daarbij niet tot het uitvoerende niveau, maar dient integraal van strategisch tot operationeel niveau uitgewerkt te worden.

Door IGP maakt men bewuste en door informatie gestuurde keuzes over de aan te pakken problematiek, waar men dan vervolgens ook capaciteit op zet.

Werkend volgens IGP-principes, vormt informatie de basis van ieder handelen van de politiemedewerker. Het gaat daarbij om een proces van definiëren, verzamelen, analyseren en communiceren van informatie.

De afdelingen DAS en GLA werken in 2011 volledig Informatie Gestuurd. We worden daarbij ondersteund door de Regionale Informatie organisatie (RIO): ieder Politiechef- gebied beschikt op korte termijn over een Informatie coördinator, die ons gaat onder- steunen. Een belangrijke bron om invulling te geven aan IGP is de gebiedsgebonden inzet van de buurtbrigadier. Om deze rol beter te kunnen invullen wordt er in de planning van 2011 nadrukkelijk op ingezet om de buurtbrigadier in principe niet meer te plannen in de noodhulp. Hierdoor is een intensievere aanpak van speerpunten te realiseren. Door een grotere aanwezigheid en zichtbaarheid in de eigen wijk wordt ook recht gedaan aan de uitkomsten van de veiligheidsmonitor van DAS-gemeenten. Werken vóór de wijk impliceert niet altijd werken IN de wijk, omdat de buurtbrigadier bijvoorbeeld ook

werkzaam kan zijn in een rechercheonderzoek ten dienste van een probleem in zijn wijk.

Door het aanpakken, waar mogelijk integraal met partners, van door de bevolking ervaren overlast is te verwachten dat het functioneren van de politie positief wordt beïnvloed. De effectieve inzet van de buurtbrigadiers wordt een vast onderdeel van het driehoeksoverleg.

Afwijking van het jaarplan:

Door samenloop van incidenten, calamiteiten en evenementen moet regelmatig een keuze gemaakt worden in de prioritering van politie-inzet. Daar waar het noodzakelijk wordt om essentieel af te wijken van dit jaarplan zal die keuze ter beoordeling worden voorgelegd aan de lokale Driehoek.

(14)

14

(15)

Overzicht prioriteringen:

Werkvelden Jaarplan Prioriteit Jaarplan 1 2 3

Prioriteit Gez.Rech

1.1.1. Diefstal/Inbraak woning X ^Regionaal

1.1.2. Diefstal/Inbraak garage/schuur etc. X 1.2.1. Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen X

1.2.2. Diefstal van motorvoertuigen X

1.2.3. Diefstal van brom-, snor, fietsen X

1.2.4. Zakkenrollerij X

1.2.5. Diefstal af/uit/van overige voertuigen X 1.3.1 Verkeersongevallen letsel X

1.4.1. Zedenmisdrijven X

1.4.2. Moord / Doodslag X

1.4.3. Openlijk geweld (personen) X 1

1.4.4. Bedreiging X 4

1.4.5. Mishandeling X 5

1.4.6. Straatroof X 3

1.4.7. Overval X 2

1.6.1. Brand / Ontploffing X 7

1.6.2. Overige vermogensdelicten X

1.6.3. Restcategorie X

2.1.1. Drugs / Drankoverlast X

2.2.1. Vernieling / Zaaksbeschadiging X 2.2.2. Overlast uitgaansgelegenheden/horeca X

2.3.1. Verkeersoverlast X

2.4.1. Burengerucht (relatieproblemen) X

2.4.2. Huisvredebreuk X

2.5.1. Diefstal/Inbraak bedrijven en instellingen X 8

2.5.2. Winkeldiefstal X

2.6.1. Milieu Grijs X

2.6.2. Milieu Groen X

2.6.3. Milieu Overig X

2.7.1. Overlast X

2.7.2. Bijzondere wetten X

3.1.1. Drugshandel X 6

3.1.3. Wapenhandel/bezit X 10

3.1.4. Fraude X

3.4.1. Jeugdcriminaliteit X

3.5.1. Snelheid X

3.5.2. Alcohol X

3.5.3. Gebruik van gordel en helm X

3.5.4. Roodlicht X

3.5.5. Weg overig X

3.6.1. Evenementen sport X

3.6.3. Evenementen overig X

3.6.4. Aantasting Openbare Orde X

3.7.1. Discriminatie X 9

4.1. Bereikbaarheid en beschikbaarheid X

4.2. Preventie X

4.3. Slachtofferzorg X

4.4. Klachten X

4.5.1. Hulpverlening aan personen X

4.5.2. Hulpverlening aan instanties X

Overzicht :

aandachtsvelden vanuit het jaarplan 2005

en de daaraan gekoppelde prioriteiten,

alsmede de prioriteitsvolgorde op het terrein van de

criminaliteitsbestrijding Gezamenlijke Recherche

Nevenstaand overzicht geeft een totaalbeeld van de aandachtsvelden

binnen het jaarplan met de daaraan gekoppelde prioritering en in de rechter kolom de

prioritering ten behoeve van de gezamenlijke recherche.

(16)

16

(17)

SP S PE E ER E RP PU U NT N TE EN N: :

Het benoemen van de speerpunten voor het jaarplan 2011 van de politieafdeling DAS is een belangrijke stap in de beleidscyclus en vormt de basis voor de realisatie van het definitieve jaarplan 2011. Naast de landelijke beleidskaders, het regionaal meerjarenbeleidsplan van de politie en het beleid van het Openbaar Ministerie, hebben de

gemeenten een leidende invloed op het afdelingsjaarplan van de politie. Het politiewerk wordt daarmee een onderdeel van het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid.

De gemeenten zijn immers verantwoordelijk voor de veiligheid en daarmee de regisseurs voor het integrale veiligheidsbeleid.

Als uitvloeisel hiervan werden als leidraad voor het afdelingsjaarplan 2011 binnen de lokale Driehoek de navolgende speerpunten benoemd:

• Woninginbraken

• Geweldsdelicten

• Jeugdoverlast en vernielingen

• Alcoholmisbruik en drugs

Voor de gemeente Asten is hier als extra speerpunt aan toegevoegd:

• Arbeidsmigranten

Systematiek Kernbeleid Veiligheid:

Bij de opzet van integraal veiligheidsbeleid wordt in veel gemeenten de systematiek van het Kernbeleid Veiligheid van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gebruikt.

Hierin worden vijf veiligheidsvelden gehanteerd. Deze veiligheidsvelden zijn:

Mooi gejat is niet lelijk !!

• Veilige woon- en leefomgeving

• Bedrijvigheid en veiligheid

• Jeugd en veiligheid

• Fysieke veiligheid

• Integriteit en veiligheid.

De veiligheidsvelden zijn vervolgens weer onderverdeeld in een aantal

veiligheidsthema’s. Ook in het meerjarenbeleidsplan van 2008-2011 van het politiekorps Brabant Zuid-Oost is aansluiting gezocht bij deze ordening. Vandaar dat ook voor het opstellen van het jaarplan 2011 voor de afdeling DAS deze systematiek wordt

gehanteerd.

In verband met het compacte karakter van dit document worden in dit deel van het jaarplan per veiligheidsveld alleen die veiligheidsthema's behandeld die gerelateerd zijn aan de speerpunten van het afdelingsjaarplan 2011.

Waar mogelijk wordt per speerpunt gedetailleerd per gemeente aangegeven hoe invulling wordt gegeven op de veiligheidsthema's. Omdat gebiedsgebonden politiewerk ook maatwerk dient te zijn, kan de uitvoering per gemeente

verschillen.

De thema's die geen speerpunt zijn worden in deel 2 behandeld.

(18)

18

Woninginbraken 2010 in beeld: (bron BleuInfo, bijgewerkt tot en met 4 september 2010)

Deurne Asten Someren

Helenaveen Ommel Lierop

Liessel Neerkant Someren-Heide

Vlierden Someren Heide

Rood ballontje staat voor één enkel incident Grijs ballontje staat voor meerdere incidenten.

Het aantal staat tussen haakjes weergegeven.

(19)

Veilige woon- en leefomgeving

Woninginbraken

Woninginbraken vormen een ernstige aantasting het veiligheidsgevoel van de burger door de inbreuk in de persoonlijke levenssfeer. In de veiligheidsmonitor van de gemeenten wordt woninginbraak dan ook in de top 10 genoemd van de grootste buurtproblemen.

Al vanaf 2008 wordt de aanpak van woninginbraken zowel regionaal als binnen de afdeling DAS als speerpunt benoemd. Om hier uitvoering aan te geven wordt de navolgende werkwijze gehanteerd:

• Van woninginbraken wordt de aangifte ter plaatse door de surveillance opgenomen.

• Bij alle woninginbraken wordt een buurtonderzoek ingesteld.

• Forensisch Technische Ondersteuning (FTO) wordt verzocht om technisch sporenonderzoek in te stellen.

• De benadeelden worden herbezocht en er wordt aandacht besteed aan nazorg (eventueel door medewerkers Buro Slachtofferhulp).

• Tijdens het aangiftemoment en de herbezoeken wordt aandacht geschonken aan preventie.

• In het project vakantiekaarten wordt aandacht besteed aan onbeheerde woningen van vakantiegangers. Deze worden aan extra toezicht en gerichte controle

onderworpen. Waar nodig worden preventieadviezen gegeven.

• Daarnaast wordt in de samenwerking tussen de afdeling persvoorlichting van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost en de afdeling voorlichting van de gemeenten ook actief gecommuniceerd naar de burgers om hen te adviseren en te informeren

teneinde de kans op een woninginbraak te verkleinen. Dit gebeurd onder andere door mensen te verwijzen naar de speciale site www.stopwoninginbraak.nl

• De aanpak van woninginbraken is in alle drie de DAS-gemeenten gelijk. Wanneer het incidentenpatroon van woninginbraken daar aanleiding toe geeft zal op de daarvoor in aanmerking komende hotspots gerichte projectmatige inzet worden gedaan.

• Daar waar opsporingsindicatie aanwezig is zal gericht opsporingsonderzoek worden gedaan en bij voldoende resultaat zal het dossier ter vervolging aan het Openbaar Ministerie worden overgedragen.

Naast deze algemene reeds bestaande aanpak is er vanuit de stuurploeg van het TMO- Peelland opdracht gegeven om in 2011 te komen tot een samenwerkingsverband binnen de Peelland-afdelingen waarbij extra capaciteit wordt vrijgemaakt om onderzoek en opsporing bij woninginbraken efficiënter en effectiever te coördineren en uit te voeren.

(20)

20 Slachtofferkans woninginbraak:

2007 2008 2009 2010

Slachtofferkans woninginbraak

Aantal per

1000 woningen Totaal Totaal Totaal Totaal

Asten 6.44 6,16 5,3 Onbekend

Deurne 6,78 6,51 4,44 Onbekend

Someren 5,32 8,49 9,42 Onbekend

Regio Brabant

Zuid-Oost 13,11 12,82 12,93 onbekend

(Bron GIDS: bijgewerkt tot en met 8 november 2010)

(21)

Woninginbraken in cijfers:

2007 2008 2009 2010

Aangiften woninginbraak

Totaal Totaal VM1 VM2 VM3 Totaal Doel VM1 VM2 VM3 Totaal

Asten 40 39 14 8 12 34 20 12 32

Deurne 82 79 14 12 29 55 56 29 85

Someren 36 58 14 12 39 65 19 14 1 34

DAS 158 176 42 32 80 154 95 55 1 151

(Bron GIDS: bijgewerkt tot en met 4 september 2010)

Extra inzet per gemeente:

Naast de gerichte aanpak op eventueel hotspots zal in 2011 in elke DAS-gemeente tweemaal een actie "Wijk op slot" worden gehouden. Bij een dergelijke preventieve actie zal al het in- en uitgaande verkeer van een woonwijk worden gecontroleerd. Verder zullen daarbij, met name bij controles in de donkere maanden, de burgers worden gewezen op het ontbreken van verlichting in de woning op de vroege avond, en andere inbraakgevoelige situaties. Daartoe worden zogenaamde "voetafdrukken" achtergelaten met daarop nuttige preventietips.

Geweldsdelicten

Aantasting van lichamelijke en geestelijke integriteit heeft een grote inbreuk op de veiligheidsgevoelens van betrokkenen en op de beleving van de omgeving. Daarom wordt aan geweldsdelicten, zedendelicten en bedreiging extra aandacht besteed, waaronder:

• Toepassing van het protocol “Huiselijk Geweld” met als uitgangspunten:

• Zoveel mogelijk strafrechtelijk ingrijpen door aanhouding en inverzekeringstelling van dader.

• Zoveel mogelijk vervolgen, ook zonder aangifte indien dat juridisch haalbaar is.

• Indien mogelijk uit huis plaatsing van de agressor na invoering Wet op tijdelijk Huisverbod.

• Inschakelen van bemiddeling door Meldpunt Huiselijk Geweld.

Vroegsignalering is een belangrijke factor om huiselijk geweld te voorkomen.

• Een goede samenwerking met het Veiligheidshuis om bij de ketenpartners zo snel mogelijk te kunnen signaleren en adviseren.

• Een regionale gekwalificeerde zedenaanpak, door speciaal opgeleide en centraal georganiseerde rechercheteams. Alle zedenzaken worden hierdoor behandeld.

• Inzet van extra surveillances in de vorm van de horecaprojectdienst, aangezien een groot deel van de geweldsdelicten in het weekeinde wordt gepleegd. Deze feiten blijken veelal ook alcoholgerelateerd te zijn.

(22)

22 Bedreigingen DAS Openlijke geweldplegingen DAS

(bron BleuInfo: bijgewerkt tot en met 4 september 2010)

Mishandeling DAS

Verdachtenratio geweldsdelicten:

2007 2008 2009 2010

Percentage bekende

verdachten Totaal Totaal Totaal Totaal

Asten 48,28 40,24 64,42 64,86

Deurne 47,98 57,49 81,61 91,84

Someren 33,33 58,75 51,81 77,08

Regio Brabant

Zuid-Oost 38,35 43,67 37,11 50,16

(Bron GIDS: bijgewerkt tot en met 8 november 2010)

(23)

• Daar waar opsporingsindicatie aanwezig is zal gericht opsporingsonderzoek worden gedaan en bij voldoende resultaat zal het dossier ter vervolging aan het Openbaar Ministerie worden overgedragen.

De aanpak van geweldsdelicten is in de drie DAS-gemeenten hetzelfde. Naast de vaste inzet van extra surveillances in de vorm van het horeca-project op de uitgaansavonden en tijdens evenementen, worden in 2011 drie maal extra horeca-handhavingsacties gepland (2 maal in Deurne en 1 maal in Asten/Someren). Afhankelijk van het actuele incidentenpatroon zal gekeken worden in welke gemeente die actie het beste plaats kan vinden. Deze preventieve controles zijn gericht op wapen- en drugsbezit, alcoholmatiging onder jongeren, geluidsoverlast, deurbeleid etc. bij horecagelegenheden. Er wordt hierbij zo veel mogelijk samengewerkt met partners en horecaondernemers.

In het kader van de incidentgerichte aanpak is samen met de ketenpartners in 2010 reeds een start gemaakt met de projectmatige aanpak van een criminele jeugdgroep welke zich met name in het uitgaansgebied van Deurne gewelddadig manifesteerde (Zie ook paragraaf "Jeugdoverlast en vernielingen"). Deze aanpak heeft inmiddels tot de nodige aanhoudingen geleid. Dit beleid naar deze criminele jeugdgroep wordt in 2011 aangescherpt voortgezet.

Huiselijk geweld in cijfers: (Bron GIDS: gegevens bijgewerkt tot 4 september 2010)

2007 2008 2009 2010

Aangiften huiselijk geweld

Asten 20 13 1 7 3 11 4 2 8

Deurne 22 22 9 8 7 24 10 10 20

Someren 9 15 5 6 6 17 2 6 8

DAS 51 50 15 21 16 52 16 18 34

Aangifte bedreiging in cijfers: (Bron GIDS: gegevens bijgewerkt tot 4 september 2010)

2007 2008 2009 2010

Aangiften bedreiging

Asten 28 29 4 13 8 25 7 10 17

Deurne 70 52 14 29 21 64 14 13 27

Someren 23 27 5 10 6 20 4 8 12

DAS 121 108 23 52 34 109 25 31 56

Aangifte mishandeling in cijfers: (Bron GIDS: gegevens bijgewerkt tot 4 september 2010)

2007 2008 2009 2010

Aangiften mishandeling

Totaal Totaal VM1 VM2 VM3 Totaal Doel VM1 VM2 VM3 Totaal

Asten 46 35 8 24 12 44 8 14 22

Deurne 112 120 20 32 38 90 37 21 1 59

Someren 29 39 8 15 9 32 6 9 15

DAS 187 194 36 71 59 166 51 44 1 96

(24)

24 Aangiften vernielingen in cijfers: (Bron GIDS: gegevens bijgewerkt tot en met 4 september 2010)

2007 2008 2009 2010

Aangiften vernieling

Asten 176 214 63 53 64 180 65 31 96

Deurne 338 341 96 98 86 280 115 85 200

Someren 152 161 66 79 48 193 58 40 1 99

DAS 666 716 225 230 198 653 238 156 1 395

Aangiften vernielingen DAS 2010 in beeld: (bron BleuInfo: bijgewerkt t/m 4 september 2010)

Deurne

Asten Someren

(25)

Bedrijvigheid en Veiligheid

Binnen het Veiligheidsveld Bedrijvigheid en Veiligheid vallen de veiligheidsthema's Uitgaan en Horeca, Winkelcentra en Bedrijventerreinen. In dit deel van het jaarplan worden alleen de speerpunten van het beleid weergegeven. In de drie DAS-gemeenten wordt in 2011 alleen het veiligheidsthema Uitgaan en Horeca tot speerpunt gerekend.

De gemeente Asten heeft daar het speerpunt Arbeidsmigranten nog aan toegevoegd.

Uitgaan en Horeca

De speerpunten Jeugdoverlast en vernielingen en ook Alcoholmisbruik en Drugs zijn vaak ook gerelateerd aan horeca-overlast en overlast door huiswaarts kerend uitgaanspubliek.

Daarmee zijn deze speerpunten ook gerelateerd aan het veiligheidsthema Uitgaan en Horeca binnen het veiligheidsveld Bedrijvigheid en Veiligheid. Met betrekking tot uitgaan en horeca wordt de navolgende werkwijze gehanteerd:

• De politie houdt in de weekendnachten toezicht op horecagebieden om horecagerelateerde overlast en uitgaansgeweld te voorkomen.

• Hierbij wordt projectmatig ook toezicht gehouden op huiswaarts kerend

uitgaanspubliek. (zie ook: speerpunt geweld > horecahandhavingsactie en speerpunt Jeugdoverlast en vernielingen > aanpak per gemeente)

• De politie houdt toezicht op de sluitingstijden en de openbare orde in de uitgaansgebieden binnen de afdeling DAS.

• Wat Deurne betreft ziet de politie samen met de gemeente toe op de naleving van het Horecaconvenant in de gemeente Deurne.

• Zowel de politie als de DAS-gemeenten handhaven hierbij conform de in het

driehoeksoverleg vastgestelde stappenplannen met betrekking tot bestuursrechtelijke handhaving.

• Het OM treedt daarnaast in voorkomende gevallen strafrechtelijk op tegen uitbaters die de regels overtreden.

• Samen met de ketenpartners en de horecaondernemers wordt in de gemeente Deurne het "Keurmerk Veilig Uitgaan" uitgevoerd.

• In 2011 wordt in alle drie de DAS-gemeenten het beleid voortgezet om ondernemers en organisatoren van evenementen nadrukkelijk verantwoordelijk te stellen voor het veiligheidsbeleid van hun evenementen en daar uitvoering aan te geven.

In 2011 houdt de politie in iedere gemeente twee keer het project 'vernielingen horeca'.

Hierbij wordt gericht gecontroleerd op terugkerend uitgaanspubliek. Deze, in totaal zes, projecten worden gedaan naast het reguliere horecatoezicht in de weekeinden en het toezicht bij evenementen. De gemeente Deurne heeft in 2010 een pilot gedraaid van het project "KijkUit!",waarbij door vrijwilligers op de uitgaansavonden gesurveilleerd wordt in de wijk Koolhof. Dit project heeft er toe geleid dat het aantal vernielingen in deze wijk, die met name op de uitgaansavonden plaatsvonden, sterk zijn gedaald. Vanwege het succes van dit project wordt de pilot in de wijk Koolhof voorlopig voortgezet en zal in 2011 worden gekeken naar de mogelijkheden dit ook in andere wijken op te zetten.

(26)

26

(27)

Arbeidsmigranten

De problematiek rond de arbeidsmigranten is in de gemeente Asten ook tot speerpunt van beleid benoemd.

Deze problematiek is divers. Zo bestaat er een probleem met het op een sociaal- en maatschappelijk verantwoorde manier huisvesten van de vele arbeidsmigranten.

Het alcoholgebruik in het verkeer is bovengemiddeld. Daarnaast bestaat er problematiek door taal- en cultuurverschillen, waardoor deze groep mensen deels ook in een

maatschappelijk isolement vertoeft. Mede daardoor bestaat het gevaar voor een afhankelijkheidspositie wat weer kan leiden tot uitbuiting in arbeidsrelaties en mensenhandel.

De politie heeft in deze problematiek primair een signalerende en adviserende rol naar haar ketenpartners.

Daar waar opsporingsindicatie aanwezig is zal gericht opsporingsonderzoek worden gedaan en bij voldoende resultaat zal het dossier ter vervolging aan het Openbaar Ministerie worden overgedragen.

(28)

28 Jeugdoverlast in cijfers:

(Bron GIDS: gegevens bijgewerkt tot en met 4 september 2010)

2009 2010

Overlast incidenten

VM1 VM2 VM3 Totaal Doel VM1 VM2 VM3 Totaal

Asten 49 47 45 141 38 24 62

Waarvan

jeugdoverlast 38 35 31 104 27 16 43

Deurne 59 79 65 203 66 66 1 133

Waarvan

jeugdoverlast 42 68 55 165 54 52 1 107

Someren 41 45 64 150 28 29 1 58

Waarvan

jeugdoverlast 31 36 39 106 22 24 1 47

DAS 149 171 174 494 132 119 2 253

Waarvan

jeugdoverlast 111 139 125 375 103 92 2 197

(29)

Jeugd en veiligheid

Jeugdoverlast en vernielingen

Jeugdoverlast en vernielingen blijft ook in 2011 een speerpunt voor de politie. Samen met haar ketenpartners probeert de politie dit voortdurende probleem op een acceptabel niveau te brengen en te houden. In de veiligheidsmonitor van de gemeenten wordt overlast van Jongeren en vernielingen in de top tien van de buurtproblemen genoemd.

Zowel op regionaal als lokaal niveau worden verschillende projecten uitgevoerd of geïmplementeerd. Voor de politie bestaat de algemene werkwijze uit:

• Participeren als partner van gemeente en jongerenwerk in de regionale ketenaanpak

“Jeugdgroepen in Beeld” onder regie van de gemeente. Afhankelijk van categorie- indeling varieert de aanpak van signaleren en registreren tot doorverwijzen en repressie, conform het convenant "Jeugd in Beeld".

• In het kader van aanpak van jeugdoverlast wordt met name op de uitgaansavonden projectmatig toezicht gehouden op de uitgaansgebieden en de routes waarop de bezoekers van uitgaansgelegenheden huiswaarts keren.

• Wanneer er sprake is van strafbare gedragingen door minderjarigen volgt, afhankelijk van omstandigheden en de zwaarte van het feit, een afhandeling via HALT, het Justitieel Casus Overleg (JCO in Veiligheidshuis) of voorgeleidingen aan het OM.

• Bij probleemgedrag volgt doorverwijzing naar het Jeugd Preventie Programma (JPP).

• Deelname aan het regionale project “Actie ongeoorloofd schoolverzuim” waarbij driemaal per jaar in samenwerking met de leerplichtambtenaren en scholen gerichte acties plaatsvinden naar ongeoorloofd schoolverzuim door leerplichtige minderjarigen.

• Deelname aan het proces schoolveiligheid middels de kerntaken van de politie vastgelegd in het onder regie van de gemeente afgesloten convenant

"Schoolveiligheid".

Jeugd in cijfers:

2007 2008 2009 2010

DAS Jeugd

Totaal Totaal Totaal Totaal

Overlastincidente

n 375 197

JPP 37 45 48 45

HALT 80 84 94 45

JCO 135 106 164 95

Kalsbeeknorm 100% 100% 90% nnb

(Bron GIDS: gegevens bijgewerkt tot en met 4 september 2010)

(30)

30 Jeugdoverlast 2010 in beeld (Bron: BleuInfo, gegevens bijgewerkt t/m 4 september 2010)

Deurne:

Asten:

Someren:

(31)

Naast de algemene, projectmatige aanpak die in elke DAS-gemeente nagenoeg gelijk is, wordt in iedere gemeente zo veel als mogelijk maatwerk geleverd wanneer de actuele situatie daar aanleiding toe geeft. Zowel de politie als ook andere partners waaronder het jongerenwerk valt op dat jeugd steeds minder op straat vertoeft, maar dat jongeren zich binnenkamers terugtrekken om zich op de digitale weg te begeven. Voor de buurt-

brigadiers betekent dit dat zij zich hebben moeten verdiepen en bekwamen in het digitaal communiceren en zoeken op internetsites zoals Hyves en Twitter.

Per gemeente kan voor 2011 de navolgende gerichte aanpak worden aangegeven:

Deurne

De jeugdoverlast in de gemeente Deurne concentreert zich naast de uitgaanscentra met name rond de wijk Houtenhoek. Hier is een jeugdgroep actief (de zgn. "Shab-groep") die in het kader van het Beke-inventarisatie gekwalificeerd wordt als criminele jeugdgroep.

Samen met de ketenpartners is in 2009 reeds begonnen met de gezamenlijke aanpak van deze groep conform het JIB-protocol. Vanwege de verharding in de feiten, wat heeft geleid tot de status van "Criminele jeugdgroep", zal dit beleid in 2011 worden aangepast.

Door zoveel mogelijk maatwerk te leveren, wordt getracht de overlast en criminaliteit die van deze groep uitgaat, een halt toe te roepen. Daarbij zal nadrukkelijker het beleid worden gericht op opsporing en vervolging van de daders. Daartoe worden met het Openbaar Ministerie afspraken gemaakt.

Deze aanpak zal extra politiecapaciteit vergen wat betekent dat voor de gemeente Deurne bij de prioritering in de capaciteitsverdeling deze aanpak voorrang zal krijgen.

Dit kan ten koste gaan van andere projecten.

Asten

De jeugdoverlast in de gemeente Asten concentreert zich in het centrum van Asten en rond het speelveld aan de Holleberg. De jeugdgroepen worden op dit moment

gekwalificeerd van aanvaardbaar tot hinderlijk. Vanuit de afspraken voortvloeiend uit het JIB-protocol wordt samen met de ketenpartners gewerkt aan het beheersbaar houden van de overlast. Dit beleid wordt in 2011 voortgezet.

Someren

De aanpak in 2009 en 2010 heeft er in de gemeente Someren toe geleid dat de hanggroep rond het JOP aan de Witvrouwenbergweg, die in 2009 nog de kwalificatie

"criminele jeugdgroep" kreeg, thans nagenoeg geen overlast meer veroorzaakt.

Naast klachten uit het centrum, de Witvrouwenbergweg en de omgeving van het

Slievenpark kwamen in 2010 meerdere klachten van de hanggroep die een plaats vond in het nieuwe Postelpark en bij de zogenaamde Diamanttafel en daar voor enige overlast zorgde. Vanwege het feit dat deze locaties nagenoeg tegen enkele seniorencomplexen zijn gelegen ontstaat eerder dan elders overlast.

In het kader van het JIB-protocol zijn met de ketenpartners conform het stappenplan afspraak gemaakt voor het beheersbaar houden van de overlast. In 2011 wordt dit beleid voortgezet.

(32)

32

(33)

Alcoholmisbruik

Alcoholmatiging in zijn algemeenheid en met name onder de jeugd is voor veel partners een speerpunt van beleid. De aanpak van alcoholmisbruik is in alle DAS-gemeenten het zelfde. De politie zal hierbij:

• Deelnemen aan het regionale project in SRE-verband “Laat je niet flessen” en de daaruit voortvloeiende lokale deelprojecten, zoals het project "Uit met Ouders".

• Participeren in de lokale projecten in het kader van het Alcoholmatigingsbeleid, waarbij speciale aandacht uitgaat naar het alcoholmisbruik onder jongeren.

• Signaleren, doorverwijzen en ondersteuning in handhaving aan gemeente en de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) in de ketenaanpak.

• Projectmatige aanpak op de naleving van de alcoholverbodgebieden, door met name bij hangplekken toe te zien en repressief op te treden tegen het gebruik van alcohol in de openbare ruimte.

• Bij constatering van alcoholmisbruik door minderjarigen worden de ouders of

wettelijke vertegenwoordigers door de politie in kennis gesteld. Waar mogelijk wordt hierbij HALT en of verwijzing naar het JPP toegepast.

Drugsgebruik

Drugsgebruik is ook onder jeugdige personen geen onbekend gegeven. Daar waar het minderjarigen betreft, hanteert de politie een zero-tolerance-beleid met betrekking tot drugsbezit. Bij aantreffen van drugs, dus ook softdrugs, worden deze van minderjarigen ontnomen. Bij bezit van softdrugs volgt bij minderjarigen een verwijzing naar Halt, terwijl bij harddrugs een proces-verbaal naar justitie wordt gezonden.

Op afdelingsniveau zet de politieafdeling DAS op het gebied van drugsbestrijding zich in door:

• Projectmatige controle op de handel en gebruik van drugs, met name onder

minderjarigen, zowel op uitgaansavonden als op andere dagen en op plaatsen waar jeugd elkaar ontmoet (hangplekken, uitgaanscentra etc)

• Bij het aantreffen van drugs bij minderjarigen worden de ouders of wettelijke vertegenwoordigers door de politie in kennis gesteld. Waar mogelijk wordt hierbij verwijzing naar het JPP toegepast.

• In het gebiedsgebonden politiewerk signaleren en registreren van drugsgerelateerde zaken die als basis kunnen dienen voor rechercheonderzoeken.

• Op lokaal niveau opsporen van en optreden tegen handel in soft- en harddrugs.

• Daar waar opsporingsonderzoek voldoende resultaat oplevert, zal het dossier ter vervolging aan het Openbaar Ministerie worden overgedragen.

(34)

34

(35)

Fysieke veiligheid

In dit veiligheidsveld vinden we onder andere het veiligheidsthema verkeersveiligheid.

In de veiligheidsmonitor van de gemeenten wordt te hard rijden, parkeeroverlast en geluidsoverlast door verkeer in de top 10 van buurtproblemen genoemd.

Hoewel verkeersveiligheid geen speerpunt van beleid is, vergt verkeershandhaving en afhandeling van verkeersongevallen toch een aanzienlijk deel van de beschikbare politiecapaciteit.

Voor de doelstellingen voor 2011 in relatie tot verkeer wordt verwezen naar deel 2 van dit jaarplan.

Integriteit en veiligheid

In dit veiligheidsveld vinden we onder andere de veiligheidsthema’s Radicalisering, Terrorisme en Georganiseerde criminaliteit.

De lokale politie heeft hierbij vooral weer vanuit de oog- en oorfunctie van het gebiedsgebonden werken een belangrijke signalerende taak.

De aanpak van genoemde thema’s vindt voornamelijk plaats vanuit regionale, landelijke en internationale rechercheverbanden.