• No results found

VRAGEN-van-PvdA-van-de-heer-W-Moes-betreffende-wonen-op-het-water.pdf PDF, 28 kb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VRAGEN-van-PvdA-van-de-heer-W-Moes-betreffende-wonen-op-het-water.pdf PDF, 28 kb"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRAGEN

door de leden van de raad gesteld overeenkomstig artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Groningen.

2013 – Nr. .. .

VRAGEN van de PvdA ingediend door de heer W. Moes, samen opgesteld met de heer D. Hukema, betreffende wonen op het water.

(Binnengekomen: .. april 2013)

Op dit moment heeft Groningen 436 vaste ligplaatsen plus ca. 60 bewoonde boten in de Noorderhaven. Daarmee is het de tweede woonbotenstad van Nederland.

Uit een artikel in het Dagblad van het Noorden van 22 maart jl. komt naar voren dat veel woonbootbewoners zich ongerust maken over een stijging van de lokale

woonlasten voor wonen op het water. In de berichtgeving wordt gesproken over een verhoging van 500% voor roerendezaakbelasting (RZB). Gemiddeld zouden

woonbootbewoners daaraan in de toekomst € 70,- per maand kwijt zijn. Ter vergelijking: dit is meer dan eigenaren-bewoners voor een vaste woning met een waarde hoger dan € 500.000,- aan onroerendezaakbelasting (OZB) betalen.

Vraag 1

a. Hoe beoordeelt het college de zorgen die leven onder woonbootbewoners over een mogelijke stijging van de roerendezaakbelasting en de omvang daarvan?

b. Hoe verhoudt de roerendezaakbelasting van woonbootbewoners zich nu en in de toekomst tot lokale belastingdruk voor andere doelgroepen, zoals

bijvoorbeeld woning- en woonwagenbewoners?

c. Wat is de rechtvaardigingsgrond voor evt. afwijkingen met andere doelgroepen?

De huidige praktijk is dat de waarde van de boot samen met de waarde van de ligplaats de grondslag vormt voor de RZB. Hetzelfde geldt in veel gevallen voor de taxatie bij het verkrijgen van een hypotheek. Vuistregel is dat de boot ongeveer 1/3 e van de totale waarde vertegenwoordigt en de ligplaats 2/3 e van de totale waarde.

Veel bewoners maken zich ongerust over de overdraagbaarheid van een bestaande ligplaatsvergunning bij de verkoop van hun woonboot in de toekomst. Op dit moment is namelijk niet alleen de boot, maar ook de ligplaats overdraagbaar op een volgende eigenaar.

Als de ligplaats van de boot in de toekomst niet meer overdraagbaar is neemt de

huidige waarde van het onderpand voor de hypotheek onmiddellijk af.

(2)

2

Ook wordt de verkoopbaarheid van de woonboot, namelijk zonder de benodigde (schaarse) ligplaats, negatief beïnvloed.

Vraag 2

a. In hoeverre deelt het college in dit verband de zorgen van woonbootbewoners over de waardevastheid en de verkoopbaarheid van hun woonboot?

b. In hoeverre zullen bestaande ligplaatsen in de toekomst overdraagbaar blijven bij verkoop van de boot?

c. Heeft het college onderzocht welke financiële en maatschappelijke effecten een evt. verandering in de overdraagbaarheid van de ligplaatsvergunning bij verkoop van de boot heeft op de huidige woonbootbewoners? Zo ja, welke? Zo nee, is het college bereid dit te doen bij een voorgenomen wijziging van het beleid?

We hebben begrepen dat wonen op het water in Groningen zo populair is dat er meer belangstellenden zijn dan ligplaatsen en dat er een wachtlijst bestaat voor nieuwe ligplaatsvergunningen. Mondjesmaat komen nieuwe ligplaatsen beschikbaar, zoals in de toekomst wellicht in het Hoendiep tussen het Aduarderdiep en de Diamantlaan, het Winschoterdiep en in Meerstad.

Vraag 3

a. Hoe actueel en omvangrijk is de wachtlijst voor nieuwe ligplaatsvergunningen?

b. Wordt de volgorde op de lijst vastgesteld op basis van “wie het eerst komt, die het eerst maalt” of spelen (ook nog) andere (kwaliteits-)factoren een rol?

c. In hoeverre is bij nieuwe ligplaatsvergunningen in de toekomst sprake van overdraagbaarheid?

d. Hoe verhoudt het nieuwe vergunningenbeleid zich tot het bestaande beleid en welke (mogelijke) effecten heeft dit?

Over de communicatie tussen woonbootbewoners en het college ontvangen wij verschillende signalen. Enerzijds bestaat het beeld dat ten minste tot oktober 2012 op bestuurlijk niveau goed is samengewerkt en dat er ruimte was voor participatieve inbreng. Anderzijds horen wij dat de directe informatievoorziening aan de

woonbootbewoners tekort schiet, met name over zaken die de portemonnee raken.

Een aantal bewoners verwacht daarin een actievere rol van het college, bijvoorbeeld door middel van e-mail en via nieuwsbrieven.

Verder is in 2001 tussen de gemeente Groningen en het Woonschepencomité

Groningen een herenakkoord gesloten over de heffing van een RZB in plaats van huur of liggeld. Inmiddels is de looptijd van het akkoord twee jaar verstreken zonder dat het oude beleid is herbevestigd of herijkt.

Vraag 4

a. Hoe beoordeelt het college de communicatie met het Woonschepencomité

Groningen als vertegenwoordiging namens de woonbootbewoners? Ziet het

college daarin ruimte voor verbetering?

(3)

3

b. Hoe beoordeelt het college de directe communicatie met de

woonbootbewoners? Ziet het college daarin ruimte voor verbetering?

c. Wat is op dit moment de inhoudelijke status van het herenakkoord?

d. Wat is de verklaring voor het feit dat het herenakkoord inmiddels twee jaar verstreken is zonder dat het is herbevestigd of herijkt?

e. Heeft het college een plan van aanpak met een harde deadline vastgesteld wanneer nieuw beleid over wonen op het water aan de raad gepresenteerd worden? Zo ja, is het college bereid de raad daarover nader te informeren?

Zo nee, is het college bereid een dergelijk plan te maken? (En zo nee, waarom

niet?)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Via NS Hi-speed Telesales kunnen de bestemmingen worden geboekt die niet in de online dienstverlening zitten zoals kleinere bestemmingen, internationale fietstickets of tickets

De Stadspartij is van deze brief geschrokken en vraagt zich af hoe de in deze brief geschetste ontwikkelingen zijn te rijmen met de aanbesteding van een (regio) tram.. Alhoewel

13 februari 2012, heeft de RUG laten weten dat deze brief bedoeld was voor het college van B&W en niet voor de gemeenteraad... Alvorens de vragen te beantwoorden, het volgende:

Ook zijn op een aantal verschillende dagen bezoekers en omwonenden voor deze uitwerking geïnterviewd over hun ervaringen en opvattingen over mogelijke verbeteringen in

6 Is het college van mening dat Stadjers en raad voldoende op de hoogte gebracht zijn over het gebruik van de gegevens?. 7 Is het beleid met betrekking tot het bewaren van

Het college is op grond van artikel 53a WWB bevoegd onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zonodig naar andere gegevens

Is het college bereid om samen met de collega-bestuurders initiatieven te ontplooien om private organisaties die in de markt zijn voor het opzetten en uitvoeren van het nieuwe

Aanleiding tot het stellen van deze vragen is de melding van een burger bij het loket Beheer en Verkeer graffiti te hebben gesignaleerd en de reactie erop, namelijk: ‘De