^Gemeente
yjronmgen
k van het Startersfonds Steller L. Hellinga
Beantwoording vragen PvdA en D66 ex artikel 41 RvO Onderwerp over Gebruik van het Startersfonds
De leden van de raad van de gemeente Groningen te
GRONINGEN
Telefoon 8 6 8 6 Bijlage(n) 1 Onskenmerk 5 3 1 5 5 4 0 Datum - 6 NOV. 2015 üw brief van Uw kenmerk
Geachte heer, mevrouw,
Hierbij doen wij u toekomen ons antwoord op de door mevrouw B. Enting van de PvdA fractie en de heer B. Benjamins van de D66 fractie gestelde vragen over het gebruik van een startersfonds. De brief van de vragenstellers treft u in de bijlage aan.
Wij hebben het voornemen tot het instellen van een startersfonds benoemd in het Meerjarenprogramma Wonen. Dit prograrnma is december 2014 door uw raad
vastgesteld. Met het instellen van het startersfonds beogen wij mede invulling te geven aan meerdere beleidsdoelen op het terrein van o.a. werkgelegenheid, economie, cultuur en de gebiedsgerichte aanpak. Het voomemen is dan ook om niet alleen woongerelateerde initiatieven met het startersfonds te bedienen.
1. Is het college het met de PvdA en D66 eens dat er voor tijdelijke initiatieven randvoorwaarden nodig zijn voor gebruik van het startersfonds Zo ja, aan welke randvoorwaarden denkt het college dan? Zo nee, waarom niet?
Wij zijn het eens met de vaststelling dat er randvoorwaarden nodig zijn. Voor ons staat voorop dat het tijdelijke initiatieven dienen te zijn met een sluitend bedrijfsplan, die gelijktijdig ook geschikt zijn voor gedeeltelijke financiering door derden anders dan de gemeente. Daarnaast gelden als voorwaarden dat het fonds risicodragend wordt
ondergebracht bij een bank zoals Triodos of SvN, waarbij de gemeente als co-financier optreedt. De andere voorwaarde is dat het beheer van het fonds is ondergebracht bij een bancaire instelling. Beide banken beschikken in diverse steden, zoals Utrecht en
Amsterdam, over soortgelijke regelingen met de betreffende gemeente. Verder dient het startersfonds een risicospreidingscomponent te bevatten, waardoor het startersfonds doelen dient in de hele stad, in een mix van verschillende initiatieven. Hiermee bedoelen wij dat alle verschillende soorten initiatieven onder voornoemde voorwaarden in
aanmerking moeten kunnen komen voor het startersfonds, waarbij het startersfonds niet alleen ten gunste komt van een vooraf bepaalde stadswijk.
Bladzijde 2 van 2
Voor het instellen van het startersfonds ontvangt u van ons begin 2016 een voorstel, waarin wij met u de criteria van het startersfonds zullen bespreken.
2. Vindt het college ook dat als een tijdelijk initiatief door herbestemming verplaatst moet worden, het startersfonds ook gebruikt kan worden voor deze verplaatsing?
Zo nee, waarom niet?
Zoals bij de vorige vraag aangegeven, dient er sprake te zijn van een sluitend bedrijfsplan dat ook voor gedeeltelijke marktfinanciering in aanmerking dient te komen. Of het financieringsvraagstuk ontstaat door herbestemming is in die zin niet relevant.
3. Is het college het met ons eens dat tijdelijke initiatieven ook het gebiedsgericht werken en de economie van de stad raken? Zo ja, is het college het met ons eens dat er daarom een stedelijk startersfonds moet komen?
Voor het antwoord verwijzen wij naar de beantwoording van de eerste vraag.
4. Gemakshalve zijn wij uitgegaan van een revolverend fonds, is dit ook wat het college beoogt?
Ja.
Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet, i j burgemeester en wethouders van Groningen, }
de burgemeester, de secretaris.
Peter den Oudsten Peter Teesink
PVDA
College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen
Groningen, 11 oktober 2015
Onderwerp: Schriftelijke vragen ex art. 41 RvO van PvdA & D66: Gebruik van het Startersfonds
Geacht college,
In het najaar van 2013 zijn de initiatiefvoorstellen van zowel de PvdA (Bewoners nemen heft in eigen handen) en D66 (Organiseren van wijkconferenties) over bewonersparticipatie besproken in de Raad. Uitvloeiselen van deze voorstellen zien we o.a. terug in het gebiedsgericht werken en de zoektocht naar de rol van zowel het college als de raad in de veranderende samenleving.
In het Coalitieakkoord 2014-2018 wordt ingegaan op de verandering van deze samenleving.
Samenwerken wordt hierbij tot sleutelwoord verheven. Dat houdt in dat de aanpak van
maatschappelijke-economische vraagstukken in gezamenlijkheid gebeurt. Het college wil hierbij geen verkokerde overheid. Eén van de gevolgen hiervan is de gebiedsgerichte aanpak. Hier staan onze fracties (uiteraard) zeer positief tegenover Daarnaast willen we ruimte geven aan Stadjers en ondernemers om kansen te creëren en initiatieven te ontplooien. Deze kansen zullen worden gestimuleerd en gefaciliteerd, zoals beschreven in het coalitieakkoord.
Particulier initiatief uit zich ook in tijdelijk gebruik, daar waar anders leegstand zou kunnen ontstaan.
In het coalitieakkoord staat onder het hoofdstuk "Wonen" dat de coalitie blij is met deze tijdelijke initiatieven en ze een kans wil geven in heldere afspraken, waarin de gemeente samen met de initiatiefnemer kijkt hoe een bepaald initiatief voortgezet kan worden.
Huidige stand van zaken
Zoals beschreven in de inleiding verandert de samenleving. Inwoners, bedrijven en instellingen nemen een kritische en actieve rol, waarbij een overheid hoort die daar op inspeelt.
Het college speelt in op die veranderende samenleving. O.a. door het gebiedsgericht werken met wijkwethouders, de leefbaarheidstoets in de nieuwe woonvisie, experimenten met "Right to
challenge", inrichten van sociale teams tot Wij-teams waarin bewoners een belangrijke rol spelen én het stimuleren van tijdelijk gebruik.
Tijdelijk gebruik heeft ook consequenties voor de initiatiefnemer Als de ruimte die wordt gebruikt een bestemming krijgt, betekent het dat de tijdelijke gebruiker moet verhuizen. In het
coalitieakkoord is bovendien opgeschreven dat het college ook samen met de initiatiefnemer zal kijken hoe bepaalde initiatieven voortgezet kunnen worden.
In de Woonvisie (Wonen in Stad) komt het college onder "Financiële consequenties" terug op de intenties uit het coalitieakkoord: "Veel aandacht naar het stimuleren van tijdelijk ruimtegebruik en het faciliteren van 'bottom-up' initiatieven." Het college schrijft verder; " Met de kaart
ruimteinstad.nl hebben we hier een voortvarend begin mee gemaakt. Om tijdelijkheid en herbestemming beter te faciliteren zijn middelen nodig voor o.a. het stimuleren van initiatieven, cofinanciering van businesscases, faciliteren startende ondernemingen, etc." Hiervoor is onder de noemer Startersfonds € 200.000 opgenomen. PvdA en D56 vinden dit een goede zaak. Wel hebben wij een aantal vragen aan het college over het gebruik van het startersfonds.
Gebruik Startersfonds
Wij vinden dat door het invoeren van het startersfonds echt de kracht van de stad gebruikt kan worden. Het is een instrument waarmee we tijdelijk innovatieve ruimte kunnen creëren, businesscases kunnen co-financieren en startende ondernemingen kunnen faciliteren.
Daarnaast vinden PvdA en D66 dat met het startersfonds problemen opgevangen zouden kunnen worden die ontstaan door eventuele verplaatsing van tijdelijke initiatieven.
Wat betreft het tijdelijke initiatief vinden wij wél dat er randvoorwaarden nodig zijn voor het startersfonds om duidelijkheid te scheppen voor (toekomstige) gebruikers.
Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan:
• Vrijwilligers starten een onderneming;
• Initiatieven die op de markt (nog) niet tot stand komen;
• Gewenste ontwikkelingen in de sociale infrastructuur van de wijk/stad;
• Initiatieven kunnen (eventueel tijdelijke) ambtelijke ondersteuning krijgen;
• Het fonds kan als cofinanciering dienen voor de start van het initiatief.
De fracties van PvdA en D66 vinden dat die tijdelijke initiatieven ook het gebiedsgericht werken raken waarin bewoners in de wijk een grote rol spelen. Bovendien zijn ze natuurlijk van invloed op de economische ontwikkelingen in de stad. Vandaar dat wij vinden, dat het startersfonds een onderdeel zou moeten zijn van een centraal stedelijk startersfonds waarbij de dwarsverbanden met gebiedsgericht werken en economie ook budgettechnisch zouden moeten worden vertaald. Op die manier vergroot je onzes inziens de slagkracht van het startersfonds.
Landelijke voorbeelden startersfonds
Er zijn in het land al een aantal initiatieven in gang gezet. We hebben dan ook niet uitsluitend gekeken naar het startersfonds van de gemeente Groningen. Naast "Het Microfinancieringsfonds"
en de "Innovatiebox" die belastingtechnisch innovatieve ondernemers stimuleert, zijn er landelijk bijvoorbeeld ook initiatieven die gesteund zijn door de Triodos Bank. Dit zijn veelal initiatieven van kunstenaars of anderen uit de creatieve sector, zoals de Metaal Kathedraal in Utrecht en de Smeltkroes in Nijmegen. Ook zijn er instrumenten zoals borgstellingsfondsen (vb.Utrecht,
Amsterdam) waarin in nauwe samenwerking met de Triodos Bank meer broedplaatsen tot stand zijn gebracht. Door het geld in dit fonds is de bank in staat meer werkplekken voor kunstenaars te realiseren. De PvdA en D66 zien graag dat het college de initiatiefnemers ook wijst op de mogelijkheden van de Triodos Bank en eventuele andere cofinancieringsmogelijkheden.
Naar aanleiding van bovenstaande hebben wij dan ook de volgende vragen aan het college:
Vragen:
• Is het college het met de PvdA en D66 eens dat er voor tijdelijke initiatieven randvoorwaarden nodig zijn voor gebruik van het startersfonds?
Zo ja, aan welke randvoorwaarden denkt het college dan? Zo nee, waarom niet?
» Vindt het college ook dat als een tijdelijk initiatief door herbestemming verplaatst moet worden, het startersfonds ook gebruikt kan worden voor deze verplaatsing? Zo nee, waarom niet?
• Is het college het met ons eens dat tijdelijke initiatieven ook het gebiedsgericht werken en de economie van de stad raken? Zo ja, is het college het met ons eens dat er daarom een stedelijk startersfonds moet komen?
» Gemakshalve zijn wij uitgegaan van een revolverend fonds, is dit ook wat het college beoogt?
Hoogachtend,
PvdA D66 Bea Enting Berndt Benjamins