• No results found

Zwartepieten geen oplossing: Andere opzet diergezondheidsfonds nodig om preventief handelen veehouder en industrie te versterken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zwartepieten geen oplossing: Andere opzet diergezondheidsfonds nodig om preventief handelen veehouder en industrie te versterken"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal diercontacten of het al dan niet importe-ren van dieimporte-ren, is de afgelopen jaimporte-ren al veelvuldig besproken. Een dergelijke dif-ferentiatie wordt wel toegepast in België maar niet of niet meer in Nederland, on-der anon-dere door de extra kosten die het met zich meebrengt. Ook gaat men ervan uit dat de sturende werking van differen-tiatie in het diergezondheidsfonds slechts beperkt is vanwege de relatief lage heffin-gen. Toch lijkt het diergezondheidsfonds de goede ingang voor het opzetten van dif-ferentiatie: als de risicostatus van een be-drijf eenmaal is vastgelegd, kunnen ook andere partijen zoals banken en verzeke-raars deze gaan gebruiken.

Op de derde plaats wordt niet kritisch om-gegaan met de schadevergoedingen die uit het diergezondheidsfonds betaald wor-den. Op een enkel uitzondering na wordt er vrij royaal uitgekeerd. Een meer kriti-sche houding werkt preventief gedrag in de hand. Uitgangspunt zou onder andere moeten zijn dat vergoedingen het karak-ter hebben van een catastrofedekking: ge-troffen veehouders moeten hun bedrijf kunnen continueren maar hoeven niet ál-le schade vergoed te krijgen. Voor preven-tief geruimde bedrijven zou een soepelere benadering gekozen kunnen worden. Op de vierde plaats heeft het huidige dier-gezondheidsfonds als nadeel dat er wei-nig betrokkenheid is vanuit de veehou-ders. Dit komt onder meer door de manier

waarop de heffingen worden geïnd: via een verplichte heffing aan de slachtlijn of bij export. Voordeel is wel dat alle veehou-ders meedoen en dat de Nederlandse en Europese overheden het systeem erken-nen en er financieel aan bijdragen. Het vervangen van het diergezondheidsfonds door een vorm van verzekering kan lei-den tot meer betrokkenheid en risicobe-wustheid, met name als de verzekering wordt georganiseerd via een zogenaamde onderlinge waarborgmaatschappij. Toch is het volledig vervangen van het dierge-zondheidsfonds en een openeinderege-ling door een private verzekering (nog) niet haalbaar omdat de internationale verzekeringsbranche momenteel geen open einden financiert.

Kosten van noodvaccinatie?

Dan de incentives voor de overheid zelf. De overheid is verantwoordelijk voor het bestrijden van een uitbraak. Door het open einde is de overheid zelf ook gebaat bij het voorkómen van uitbraken en een efficiënte bestrijding ervan. Maar de hoge plafonds van de sectorale diergezond-heidsfondsen (de sector betaalt eerst een aanzienlijk bedrag zelf voordat de over-heid in beeld komt) geven de overover-heid nogal wat vrijheid wat betreft de maatre-gelen die genomen kunnen worden. Met name nu het is toegestaan om ter bestrij-ding van bepaalde besmettelijke dierziek-ten noodvaccinaties in te zetdierziek-ten, maar het

nog niet duidelijk is wat daarvan de finan-ciële gevolgen zijn voor de sector en of deze door het fonds zullen worden ver-goed, is het zaak kritisch naar de hoogte van de plafonds te kijken.

Kortom, er ligt nog een aantal kansen om sector en overheid meer incentives voor goed risicomanagement te geven. Deze zullen eerder leiden tot een optimale aan-pak van besmettelijke dierziekten dan wanneer er voortdurend gezwartepiet wordt.

Dr. M. P. M. Meuwissen Dr. M. A. P. M. van Asseldonk Prof. dr. R. B. M. Huirne,

verbonden aan het Instituut Risicomanagement Wageningen Universiteit

december 1 2003

19

e uiteindelijke schade van besmet-telijke dierziekten zoals mond- en klauwzeer en vogelpest wordt in hoge ma-te beïnvloed door menselijk handelen. Discussies hierover richten zich echter nog te veel op het elkaar beschuldigen van mogelijke fouten bij het (te laat) ontdek-ken van een uitbraak of het niet efficiënt bestrijden ervan. Het zou beter zijn om meer aandacht te besteden aan de verant-woordelijkheden bij het voorkómen van uitbraken.

Bij preventie van uitbraken staat risico-management centraal. Het gaat hierbij met name om het risicomanagement van de veehouders, maar ook om dat van toe-leverende, verwerkende en dienstverle-nende bedrijven tot en met de overheid toe. Goed risicomanagement kan worden gestimuleerd, waarbij het nut van finan-ciële prikkels (incentives) niet onderschat mag worden.

Veehouders betalen al veel

Het huidige systeem van financiering van de gevolgen van besmettelijke

dierziek-ten bevat al een aantal algemene incenti-ves voor de veehouders en de overheid. Veehouders betalen namelijk zelf al een zeer groot deel van de kosten van besmet-telijke dierziekten. Bestrijdingskosten en ruimingen worden betaald uit het dierge-zondheidsfonds dat via verplichte heffin-gen door de veehouders wordt gevuld, een klein deel in ’vredestijd’, dus voor de uitbraak, en het resterende deel erna. Verder komt alle schade die samenhangt met leegstand, vervoersbeperkingen en marktontwrichting volledig voor reke-ning van de individueel getroffen bedrij-ven.

De beschreven financieringssystematiek laat echter nog een aantal mogelijkheden voor het geven van financiële prikkels on-benut. Op de eerste plaats wordt het over-treden van regels, in vredestijd en tijdens een uitbraak, niet meer officieel aange-pakt. De ’korting achteraf’ — als blijkt dat veehouders die zijn geconfronteerd met een uitbraak I&R niet op orde hebben — is afgeschaft. De reden hiervoor is dat zaken die in vredestijd niet worden

gecontro-leerd, ten tijde van een uitbraak niet in-eens tot forse kortingen op schadevergoe-ding mogen leiden. Er zou dus een ’kor-ting vooraf’ ingesteld moeten worden: als bedrijven (primair, toeleverend, verwer-kend en dienstverlenend) bij steekproefs-gewijze controles niet aan de eisen vol-doen, zouden tijdelijke sancties (’rode sticker’) moeten volgen. Sancties kunnen plaatsvinden in de vorm van boetes aan het diergezondheidsfonds, maar kunnen ook betrekking hebben op prijzen, afzet-mogelijkheden en te ontvangen vergoe-ding bij een uitbraak. Bovendien is dit een methode die óók het handelen van toele-verende, verwerkende en dienstverlenen-de bedrijven direct raakt.

Meer risico, meer betalen

Tweede nadeel van de huidige financie-ring van dierziekteschade is dat elke vee-houder eenzelfde heffing per dier betaalt aan het diergezondheidsfonds, ongeacht het risico dat zijn of haar bedrijf met zich meebrengt voor de sector. Het differentië-ren van bedrijven naar hun risicostatus,

december 1 2003

18

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

1

Andere opzet diergezondheidsfonds nodig om preventief handel en veehouder en industrie te versterken

Zwartepieten geen oplossing

Nog steeds verzanden discussies over wie de kosten van uitbraken als MKZ moet betalen in zwartepieten

achteraf. Dat is de opvatting van agrarisch bedrijfseconomen van Wageningen Universiteit. Hun advies:

bouw via een grondige herziening van het diergezondheidsfonds financiële prikkels in die de veehouder,

maar ook alle bedrijven om hem heen tot preventief handelen stimuleren.

D

Samenvatting

Het huidige diergezondheidsfonds is onge-schikt voor een goed risicomanagement van besmettelijke dierziekten. Het fonds bereikt al-leen veehouders en overheid en laat de aanver-wante bedrijven buiten schot. Bovendien be-taalt iedere veehouder dezelfde heffing per dier, ongeacht het risico dat genomen wordt. Daarnaast wordt niet kritisch omgegaan met uitkeringen uit het fonds. Er is een aantal aan-passingen mogelijk om via het diergezond-heidsfonds de kans op besmettelijke dierziek-ten te verkleinen. De eerste is om veehouders en aanverwante bedrijven die in ’vredestijd’ overtredingen begaan financiële sancties op te leggen. Verder kan aan veehouders die met hun bedrijfsvoering sowieso meer risico’s lopen een hogere heffing opgelegd worden. Daarnaast dient in geval van schade de uitke-ring minder royaal te zijn; een continuïteits-dekking is voldoende voor bedrijven die van-wege een besmetting geruimd zijn.

Miranda Meuwissen Ruud Huirne

Marcel van Asseldonk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Deze studie geeft inzicht in de concurrentiekracht van de Franse vruchtgroentesector (tomaat, paprika en komkommer) en in de afzetmogelijkheden voor Nederlandse vruchtgroenten op

In het nieuwe systeem stem je óf op een partij óf op één persoon van die partij. Als de helft van de mensen op de partij heeft gestemd en de andere helft heeft gestemd op een

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

personeelsbehoefte van de overheid tot 2010, blijkt dat de vervangingsvraag als gevolg van uitstroom naar inactiviteit de komende jaren groot zal zijn: ruim 3 procent van de

De sectoren Defensie, Politie, Onderwijs, Gemeenten, Rijk en Zorg en Welzijn hebben in de afgelopen jaren campagnes gehouden om het imago van de sector te versterken en

Zo is ‘behandeltijd’ – tussen de bestreden uitspraak van de feitenrechter en het arrest van de Hoge Raad – belangrijk voor de kans op cassatie als individuele verzoekers klagen