• No results found

REGERING VERKEEI{ ZICH, EN RAA TE IN DE KNOOP

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "REGERING VERKEEI{ ZICH, EN RAA TE IN DE KNOOP "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 6 febr. 1960 - No. 572

enDEMDCBATIE

Nogmaals:

Emigratiepolitiek

cZie pag 8l

REGERING VERKEEI{ ZICH, EN RAA TE IN DE KNOOP

Dat een Regering weigert, besprekingen over lonen en andere arbeidsvoorwaar- den voort te zetten wanneer die ondertussen worden doorkruist door stakingen, is in het geheel niets bijzonders. Dat is reeds de praktijk geweest sedert het eerste optreden van de mi- nisters Schermerhorn en Drees.

Het moet ieder duidelijk zijn, dat stakingen de voor rustig overleg noodzakelijke sfeer vol- komen vertroebelen. En afgezien daarvan kan en mag een Regering nimmer handelen onder buiten-parlementaire druk.

Het tegenwoordige Kabinet heeft dat even- eens overwogen en heeft de vorige week daar- naar zijn houding ten aanzien van,de voortzet- ting van het overleg met de werkgevers- en werknemersorganisaties over de nieuwe voor- waarden in het autobus-lijndienstbedrijf be- paald'.

Terecht kon prof. Oud bij het befaamde Ka- merdebat van de 26ste januari naar aanleiding van het door de Regering aan de stakende ar- beiders van de Nederlandse Buurtvervoer Mij.

gestelde "ultimatum" dan ook zeggen: "Ik be- grijp het uitgangspunt van de Regering".

* *

De Regering heeft daarbij o.i. één aspect echter te weinig laten wegen. De sta- king bij de N.B.M. was een z.g. "wilde" staking, die voor de vakorganisaties, met welker verte- genwoordigers de besprekingen destijds waren begonnen, bijna even onaangenaam was als voor de Regerrng.

Onaangenaam ook voor de organisaties, om- dat hieruit bleek, dat zij bij een belangrijke yervoermaatschappij haar leden onvoldoende m de hand hadden.

Wie die Kamervergadering heeft bijgewoond, voelde het duidelijk aan, dat de bijzondere ge- prikkeldheid van de socialistische en confessio- nele woordvoerders niet alléén was te verklaren uit hun van de Regering afwijkende visie over

d~ vraag: voorzetting der besprekingen of met?

Natuurlijk zonder dat openlijk uit te spreken, voelden zij zich onzeker en geprikkeld door deze zeer duidelijk naar buiten getreden demon- stratie, dat de hun verwante organisaties, wan-

n~er er moeilijkheden ontstaan, blijkbaar toch lllet bij alle leden voldoende gezag en invloed hebben,

* *

Onze V.V.D.-fractie kon in zoverre objec- tiever staan in haar oordeel en had geen reden, aan deze opwinding (welke de socialisten om politieke redenen uiteraard niet onwelge- vallig was en dan ook flink door hen werd aan- gewakkerd) mee te doen.

Het was ook haar echter duidelijk, dat de Regering, die snel had moeten beslissen omdat

~e besprekingen juist de volgende dag (27 Januari) zouden zijn voortgezet, zich op deze zaak had verkeken .

. Verkeken, omdat zij die besprekingen immers met zou voeren met een stakerscomité", maar lU~t organisatie-vertege~woordigers, die deze Wilde. staking openlijk afkeurden.

In Ieder geval was er toch wel reden, samen

Minister Van Rooy de l(amer ver-

elkander niet

met deze vertegenwoordigers een hartig woord te spreken en in dat gesprek vast te stellen of de sfeer nog voldoende gunstig kon worden geacht om de reeds lopende onderhandelingen voort te zetten.

* *

De heer Oud, betogend, dat hij het uit- gangspunt van de Regering dus wel kon begrijpen, kwam dan ook in een rustige be- schouwing toch tot de conclusie, dat de Rege- ring er niet in was geslaagd op dit punt "het meest juiste middel te vinden".

Ook hij en zijn fractiegenoten waren van oordeel, dat de Regering er beter aan had gedaan zich er eerst van te overtuigen of onder deze omstandigheden nog rustig viel verder te gaan en niet aanstonds te zeggen: De onder- handelingen gaan niet door.

Een Regering, zo zal de heer Oud onge- twijfeld hebben overwogen, kan niet handelen onder huiten-parlementaire druk, maar het mag toch ook niet zo zijn, dat de organisatoren van wilde acties praktisch in handen wordt ge-

geven uit te maken of besprekingen tussen enige ministers en vertegenwoordigers van bonafide vakorganisaties al dan niet zullen doorgaan.

Communistisch-getinte E.V.C.-elementen, die liever een chaotische toestand zien ontstaan dan zich achter redelijk overleg te scharen, zou daarmee toch wel ook voor de toekomst een gevaarlijke weg worden gewezen.

* *

Men moet in dergelijke omstandigheden''

" - zo zei de heer Oud woordelijk -

"soms wel eens zeer plotseling een beslissing nemen en ik kan op zichzelf begrijpen - ik zal de Regering daarvan dan ook geen verwijt maken- dat men een verkeerd middel kiest, maar ik hoop toch, dat, mede in het licht van de debatten die hier zijn gehouden, de Regering haar standpunt op zeer korte termijn zeer ern- stig nader zal willen overwegen en dat er zo spoedig mogelijk een bespreking zal zijn met de organisaties. Ik hoop dan ook - en ik vertrouw daarop - dat bij die besprekingen zal blijken dat de sfeer zodanig is, dat de be~

spreking over de lonen onmiddellijk zal kunnen worden voortgezet".

De Regering heeft zich, naar men weet, na deze unanieme aandrang uit de Kamer, tot dat gezamenlijke nadere onderzoek van de moge~

lijkheid om de besprekingen tóch te doen voort~

gaan, tenslotte alsnog bereid verklaard.

(Vervolg op pag. 3)

DE BUSCHAUFFEURS

OP WEG NAAR HET GOEDE EINDPUNT

(2)

VBIIJHEID EN DEMOCRAT:IE G FEBRUARI 1960 - PAG. 2

BE OGEN EEK 1n

de Tweede Kamer

Het zijn bewogen dagen geweest vo- rige week in de Tweede Kamer. In de kwestie van het overleg met de vak- organisaties over de lonen en tarieven in het autobusbedrijf, heeft de regering een nederlaag geleden door een formele en tactische· fout.

Tot onverantwoordèlijke wilde stakers richtte de regering op 25 januari een ulti- matum met de eis, dat de staking vóó1·

ten bepaald tijdstip moest zijn opgehe.

ven en dat anders het overleg op 27 ja- nuari niet zou doorgaan.

De vakbonden, die officieel niet achter de staking stonden, werden aldus gepas- seerd en niet geraadpleegd over de wen- selijkheid geen onderhandelingen te voe- t·en onder druk. De vakbonden, aan wel- ke niets te verwijten viel, werden vom·

het hoofd gestoten en de goedwillende, doorwerkende chauffeurs werden de du- . pe (uitstel van het overleg) van een wil- de stakingsactie, waaraan zij part noch deel hadden.

In die onbevredigende situatie, zonder perspectief, stond de regering doo: haar fout bij voorbaat zwak toen op dmsdag 26 januari in de Tweede Kamer de heer v. d. Ploeg (KVP) gelegenheid kreeg vragen te stellen over de kw~s.tie . en uiteraard de socialistische oppos1be z1ch kon doen gelden.

• * *

De zwakke ministe1' Van Rooij (Soci~­

le Zaken) is niet de man, om m een zwakke zaak althans de schijn van gelijk te kunnen . ophouden. Er groeide tijdens het debat een ontevreden stem- ming in de Kamer, omdat men voelde, dat de regering door haar ultimatum aan het verkeerde adres, eigenlijk de m~cht in handen had gespeeld van de WJ~de stakers en uit handen van de bonaf1de vakbonden.

Staatssecretaris Rooivink had wel aar- dige argumenten met te zeggen, dat tij- dens onderhandelingen ook de vakbon- den niet onder druk mogen staan van een wilde staking, omdat een gunstig resultaat dan toch wordt uitgelegd als te zijn afgedwongen, en men wi~t ook wel dat mensen van het NVV met on- sympathiek stonden tegenover de staking, maar dat accentueerde alleen maar, hoe fout het was geweest de bonafide vak- organisaties voorbij te lopen.

Door haar morele en tactische fout had de regering haar positie ondermijnd.

De zaak viel daardoor niet meer te ver- dedigen en dientengevolge zijn alle as- pecten van het probleem in het debat niet belicht.

Aanvankelijk wilde de regering nog het been stijf houden en de onderhandelingen pas voortzetten op maandag 1 februari.

Maar prof. Romme (KVP) gaf de raad direct contact op te nemen met de bona- fide vakorganisaties om te overleggen of het klimaat goed kan worden geacht om de onderhandelingen onverwijld voort te zetten.

Ook prof. Oud was met de heren v. d.

Ploeg (KVP), Beernink (CH) en Van Eibergen (AR) van mening, dat de gang van zaken onaangenaam was geweest voor de bonafide vakorganisaties en hij drong er op aan "zo spoedig mogelijk"

eontact op te nemen met de bonafide vakbonden over voortzetting van de on- clerhandelingen.

Eerst nog schoorvoetend, maar ten- slotte positief met een hoofdkni~ in ant- woord op een vrije uitleg van ZIJn W_90r- den, was minister Van Rooij daartoe be- reid. ·

Een motie van de PvdA om de onder- handelingen op de afgesproken datum van Zl januari toch te doen doorgaan, werd daarna met 42 tegen 61 stemmen verworpen. VóÓr de motie stemden PvdA PSP en de ·communisten, alsmede de he'er Van Eibergen (AR).

De hele gang.van zaken blijft in meer dan één opzicht onbevredigend.

• * •

Minister Van Rooij kreeg ook op 28 januari nog een bittere pil te slik- ken, toen de heer Van Lier (PvdA) zijn motie introk die hij op 16 december had ingediend bij de behandeling van de be- groting van Sociale Zaken.

Die motie keerde zich tegen het voor- nemen van de minister wachtweken in te stellen alvorens werklozen toe te la- ten tot "~anvullende werken". De motie werd destijds aangehouden, omdat er on- zekerheid bestond over afspraken met de georganiseerde landbouw.

Vorige week heeft minister Van Rooij aan de Kamer meegedeeld, dat er geen afspraken bestaan, maar dat hij gevoel heeft voor de bezwaren uit de Kamer, zodat hij aan zijn aanvankelijke voorne- men toch geen uitvoering zal geven. ..

De heer Van Lier (PvdA) trok ZIJn motie in "in de verwachting, dat de mi- nister ditmaal bij zijn nieuw verworven

Nederlaag van de regering inzake loonoverleg buschauffeurs • Formele en tactische fout • Onbevredigende gang van zaken • Positie minister Van Rooii weer verzwakt • Vertrouwen in minis- ters Toxopeus en Korthals. Nieuw woningbeleid kriigt zijn kans • PvdA strooit weer moties.

Mr. D. SCHUlTEMAKER .... .. doelbewust nieuw beleid ...

inzicht zal blijven". Zo'n schampere op- merking is een bittere pil.

Men krijgt steeds sterker de indruk, dat minister Van Rooij, die een voortref- felijk burgemeester was en een goed mens is met sociaal gevoel, helaas· over te weinig deskundigheid beschikt op so- ciaal terrein, waarop hij zich nooit spe- ciaal heeft bewogen.

* * *

Minister Toxopeus wekt meer ver- ... trouwen. Dat bleek vorige week in de Eerste Kamer bij zijn verdediging van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (een noodzakelijk kwaad) en ook in de

Deze Burger

Tweede Kamer toen de Amsterdammers, de heren Koersen . (KVP) en vooral de heer Den Uyl (PvdA), hem de verklaring wilden afdwingen dat het Rijk zich ga- rant stelt (eventueel door aanvulling van de middelen van het Rampenfonds) voor volledige vèrgoeding van de schade die àe slachtoffers van de overstroming in Oostzaan hebben geleden.

Het lag minister Toxopeus op de lip- pen om te antwoorden: "Natuurlijk, wat dacht u anders ... ?" maar dat mocht hij niet zeggen, want het Rampenfonds z~u

dat ten zeerste betreuren. Als het RIJk zich garant stelt, verdwijnt de offervaar.

digheid en als de regering de middelen van het Rampenfonds aanvult, wordt dat gedenatureerd tot een uitdelingsappa- raat van de overheid.

Minister Toxopeus moest dus almaar heendraaien om een formele verklaring en dat gedraai en dat aarzelen kan gauw een slechte indruk maken. Maar hij weet er precies de gezichten bij te trekken, waardoor n1en toch weet, wat men aan hem heeft,

Als hij zonder formele verklaring de indruk heeft gewekt, zoals de bedoeling was, dat het Rijk in laatste instantie de slachtoffers in de persoonlijke sfeer (huisraad e.d.) natuurlijk niet in de steek laat, en daardoor de offervaardigheid zou verminderen, dan is dat het gevolg van de te sterke vasthoudendheid van de vragende Kamerleden, die natuurlijk _ook met de beste bedoelingen waren bez1eld.

i

Flitsen van het

!

i

Binnenhof

---

Verheugend is vorige week geweest, dat met de goedkeuring van de begroting van Volkshuisves~ing en Bou':- nijverheid het nieuwe womngbouwbelmd zijn kans 'heeft gekregen, dat gericht ~s op bevordering van de bouw ':'an parti- culiere huurwoningen door m1ddel van een nieuwe subsidieregeling.

las met ongeveinsde bewondering het keurig verslag, in he~ vo1·ig_ num- mer van dit keurige blad, van Ouds ?'_f!de te Pu:·mer~nd. Ntettemm wc:s mij dit verslag te feitelijk en te zakeltJk. ~as hwr m_et alle -·gele~~nhe_td

geweest het human-interest element te mtegreren m de "_ak_eltJk~etd,

want was het niet de local boy who made very, ve1·y g_ood, dw te?ug- kee1· naar het Vaderstedeke; de PurmeTender schalk dte al?. een. Grot;

Piet terugkee?'de naa1· de speelplaatsen en de zandbakken ZIJner Jeugd.

De PuTmeTende7· knaap door lot en leven voorbestemd om parle- mentariër van de eerste o;·de te worden, die in. dit stedeke in HoH11;nds wijde polderland nog maaT een S,peler, een k~ukkemar, een scho?lJon- gen was en die, teTugkeTend op ZtJn verre sch?eden,, '!"aaT het stadJe van zijn jeugd kwam om het, in gedachte'~!', al!~nwal wee: te beleven ..

Heeft onze geachte veTslaggever met een traan zten glanzen m het strenge staatsmansoog? Niet één tTilling van ~e, anders zo sterke mon~­

hoek geregistreerd de veTsnelde harteklop met gehoord, toen C?ttd, dte PuTme1·ende1· knaap, ove1· de kasseien van zijn VTOeger .~tedeke llep?

Daar had ik dan wat van willen veTnemen. Heeft hu pelachen of ge- weend toen hij liep door de weTeld zijner jeugd? En w~ met, achte1· g_TO~­

ne hoTren een bijkans honderdjarige man te vinden, dte het vente Ptet]e nog les g~geven had op school en die glimlachend moest e1·kenne!! ~oe hij zich vergist had toen hij de knaap toevoegde dat va.~ hem noott tets te1·echt zou komen? Was e1· geen stattge dame mee?' om ztch t~n t;ate van de verslaggever, te herinneTen hoe zij, toen diens blauw-ge1·mte JOngens- kiel nog om zijn schoude1·s gleed, met deze knaap op dansles was g~~

weest en hoe hij de kruispolka danste als geen der a?tde1·en: "p?en ~ag tk reeds in de ogen van dit jongmaatje fl:et glar:zende h_~ht van een, d1;e het veTde1· dan de anderen zou bTengen; tk hennner mu,. _na al ~te )aren, nog zee?' wel, hoe hij anderen de l<?~f afstak d~or zun kenms van de parlementai1·e geschiedenis", of "terwul de ande1·e ?ongens zoTgelaas gen~-~

ten van d'ijspret, zat hij thuis Tho1·becke's geschnften te lezen en te?'U?Y"

ATie en Simon en Bart-van-'t-Stoomgemaal, pret maakten op de IJS- baan, las hij reeds de Handelingen der Staten-Generaal". .. .

Wonen er geen V?'ouwen en mannen meer in het stedeke Zt)ne1· Je~tg~,

die nog weten te vertellen, hoe dartel hij was, oude mensen voor "dtt ts Uw leven''?

Dat had ik verwacht van het blad mijne?' voorkett_T.

Een kleine confrontatie van Oud in zijn prilste Jeugd met

Twee moties van de PvdA, die een af- keuring inhielden van de nieuwe subsi- dieregeling en juist de woningwetbouw wilden uitbreiden, werden met 48 tegen 71 stemmen verworpen. De PvdA kreeg alleen de steun van de PSP en de com- munisten.

Och ja, zei minister Van Aartsen, het is natuurlijk ook mogelijk uitsluitend woningwetwoningen te bouwen, maar de ' overheid moet het kapitaal ervoor ver- schaffen en de overheid loopt alle risico bij de exploitatie. Daarom moeten parti- culieren worden aangemoedigd over te gaan tot ·de bouw van goedkope arbei- derswoningen.

De woningnood heerst vijftien jaar na de oorlog niet meer in de categorie van de beter gesitueerden, maar juist van degenen, die niet in staat zijn een duur- dere woning te betrekken. De voornaam- ste oorzaak is dat de oude premieregeling maar een gering huurverlagend effect had. Daarom zal naast een premie-in- eens nu ook een jaarlijkse bijdrage wor- den verleend, evenals voor woningwet- woningen. Het verschil met de woning- wetfinanciering is voor de particulieren verk1eind.

* * *

In het bouwprogramma voor 1960, d:"t 80.000 woningen omvat, wordt mt.

gegaan van 37.500 woningwetwoningen.

Het aantal van dat soort woningen wil de KVP uitgebreid zien tot 42.500, waar- bij het de heer Andriessen (KVP) onver- schillig is of zij komen uit de overheids- sector of uit de particuliere sector.

Een motie met die strekking trok hij echter in na een toezegging van minister Van Aartsen, die bereid is eventueel het aantal woningwetwoningen te verhogen tot 40.000. Indien het aantal woningen met betaalbare huren (geheel of nagenoeg gelijk aan het gemiddelde van woni~g­

wetbouw) in totaal niet zou uitkomen·

boven 40.000, zal de minister er met alle, kracht naar streven een groter aantal · te báeiken (want dat is helemaal het doel van het nieuwe beleid) en d~n is voor hem 42.500 nog maar een minimum.

* • *

Onze geestverwant, mr. D. Schuite- maker, juichte het toe, dat het beleid nu doelbewust wordt gericht op woningen, waaraan de meeste behoefte bestaat. In de grote steden zijn dat wo- ningen van f 50 tot f 90 per maand.

De vraag naar woningen met hogere huren neemt sterk af. Nu 'n grote groep van het bouwarsenaal in ons land niet voldoende meer kan presteren op het vroegere terrein, kan men deze kundige bedrijven, die van uitnemend belang voor onze woningvoorziening zijn, niet teloor laten gaan. Hun activiteit moet mede gericht worden op het gebied, waar de behoefte het grootst is.

Met de nieuwe subsidieregeling is het mogelijk, een vast exploitatiesche:na op te zetten, waarbij een redelijk, mabg ren- dement voor een betrekkelijk groot aan- tal jaren gewaarborgd is. De zeer hoge grondprijzen, die de gemeenten bereke- nen en het schuilkelderbesluit vormen echter nog een belemmering voor het be~

reiken van lage huren. Er zijn ·trouwens ook wel bezwaren tegen de regeling voor het zogenaamd Eigen Woningbezit.

Onze geestverwante, mevrouw ir. A.

Kuiper-Struijk, leverde aan het debat een bijdrage met verstandige, _nuchtere op- merkingen over de techmsche kanten van de woningbouw en scholenbouw.

Met 79 tegen 40 stemmen heeft de Kamer tenslotte een motie aan- crenemen van de heer Van Vliet (KVP),

;,.aarin de regering wordt uitgenodigd toe te staan, dat gemeenten garant. z~jn voor leningen van woningbouwveremgm- gen, die willen .bouwen op. ba~is van de subsidieregeling voor particulieren.

Mr. Schuitemaker vond die motie vo.or- barig zolang de commissie-De Roos z.1C:h niet heeft uitgesproken o.ver de pos1be van de woningbouwverenigingen. Hetzelf- de bezwaar had ook minister Van Aart- sen teo-en de motie. Hij overtuigde met zijn betoog de heer Van der Peijl (CH), die de motie mede had ondertekend, maar niet de heer Van Vliet.

Vóór de motie stemden PvdA, PSP, de communisten en de grote meerderheid van de KVP. De zes KVP.ers die tegen- stemden, waren de heren Van Doorn, Maenen, W. Peters, Van Koevorden, Rooivink en Kortenhorst.

. In afwachting van het rapport van de commissie-De Roos, dat de minister eerst wil bestuderen, zal hij de motie wel naast zich laten liggen alvorens er eventueel uitvoering aan te geven.

<Vervolg op pag. 4, onderaan)

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATm 6 FEBRUARI 1960 PAG. 3

N GMAALS: ONZE EMIGRATIEPOLITIEK

De heer Sidney J. van den Bergh schrijft ons:

Op mijn artikel in dit weekblad: "Het roer om met onze emigratiepolitiek" (op- genomen 19 december) ontving ik talrijke reakties van instemmende aard. Er is echter een artikel verschenen in de "Emi- gratiekoerier, Officieel Orgaan van de Christelijke Emigratie Centra.le", waar ik graag nog even op terug zou willen ko- men, ook in verband met het feit, dat dit artikel in•de "Nieuwe Haagsche Courant"

is overgenomen.

Na een al te korte aanhaling uit mijn

"geruchtmakend" artikel zegt dit blad:

"Het is niet nodig thans diep in te gaan op de argumenten van de heer Van den Bergh. Deels rusten zij op verouderde waarneming, deels geven zij blijk van een eenzijdige instelling. Ons blad en het driemaandelijks tijdschrift "Emi- gratie" hebben bij herhaling zich met deze "argumentatie" beziggehouden.

Een kleine studie kan de heer Van den Bergh Ieren, dat het percentage ge- schoolde arbeidskrachten onder · de emigranten der laatste jaren niet groot is. Daarnevens wordt, naar onze me- ning, uit het oog verloren, dat de be- tekenis van de emigratie van een veel bredere en .diepere strekking is, dan in dit artikel wordt uiteengezet".

Protest

Het' schijnt voor mij onnodig op deze argumenten thans weer diep in te gaan, omdat ik in mijn artikel reeds verschil- Iende kanten van deze zaak heb belicht.

Ik zou echter willen protesteren tegen de uitdrukking "verouderde waarneming".

Naar mijn mening ligt juist de verouder- de waarneming bij de gehonoreerde emi- gratiebevorderaars.

Wij hebben al een Benelux-overeen- komst getroff.en, waarbij een vrije uitwis- seling van arbeidskrachten tussen Neder- land en België zonder enige formaliteit mogelijk is geworden. Maar nu is de Europese Gemeenschap tot stand geko- men, waarna men de emigratiepolitiek, zoals zovele andere problemen, niet meer van het Nederlandse standpunt alleen mag beoordelen, maar de toekomst moet beschouwen, zoals die er onder de E.E.G.

uit zal zien over enige jaren, nadat de zes landen economisch naar elkaar toege- groeid zullen zijn. Het zal dan zonder enige twijfel mogelijk zijn voor arbeids- krachten om zich binnen de grenzen van de~e gemeenschap vrij te verplaatsen, zonder dat zij hun nationaliteit of iden- titeit verliezen.

Reeds trekken honderdduizenden Ita- lianen naar Zwitserland en Duitsland;

vele duizenden Nederlanders vinden reeds werk in het Ruhrgebied en keren na.

kortere of langere tijd wederom naar het vaderland terug. Indien dus onverhoopt tijdelijk ergens in de Europese Gemeen- schap een teveel aan arbeidskrachten zou optreden, moet het mogelijk zijn deze in andere delen van de Gemeenschap werk te doen verrichten. Ik geloof dus, dat als -men van verouderde opvattingen spreekt, deze meer bij de voorstanders van de emigratie dan bij de tegenstanders. van een kunstmatig geforceerde emigratie te zoeken zijn.

Eigenaardig

Thans volgt een heel eigenaardig argu- ment. De schrijver in de "Emigratie- koerier" zegt:

"Het is merkwaardig dat, terwijl deze liberale schrijver geen wolkje aan de

"De tijden zijn voorbij om met belangrijke regeringsmiddelen kunstmatig

de emigratie te bevorderen"

lucht ziet voor onze honderdduizenden jonge op komst zijnde arbeidskrachten, zijn wetenschappelijke geestverwanten de eerste zijn om steeds weer geboorte- beperking te propageren.

In mijn artikel komt het woord geboor- tebeperking niet voor. Dit is een onder- werp, dat naar mijn mening weinig te maken heeft met liberale beginselen en dat een ieder voor zichzelf voor zijn ge- weten moet oplossen. In ieder geval lijkt het mij volkomen onjuist om dit probleem bij de bestrijding van mijn artikel te ge- bruiken en mijn wetenschappelijke geest- verwanten hier met de haren bij te slepen.

Verder schrijft het blad:

"De geschiedenis van de emigratie leert, hoe ook bij verlies van de moedertaal, de invloed van de Nederlanders in de jonge landen geestelijk, cultureel en economisch, zeker niet minder is dan van andere, de Engelse taal spreken- de, nation-aliteiten".

Nooit beweerd

Ik heb nooit beweerd, dat bijvoorbeeld Australiërs van Nederlandse origine. min- der goede Australiërs zouden word-en dan Australiërs van Engelse origine. Ik heb alleen gezegd, dat deze Nederlanders na een of twee generaties voor de Neder- landse cultuur en voor de Nederlandse ge- meenschap geheel verloren gaan, wat met de Engelsen zeker niet het geval is, even- min als bijvoorbeeld met de Portugezen in Brazilië of met de Spanjaarden in de rest van Zuid- of Midden-Amerika.

Verder schrijft het blad:

"Bovendien zijn daar de individuele ont- plooiing en zelfstandigheid. Het Tweede Kamerlid de heer Biewenga, gaf daar- van bij de behandeling van de begroting een duidelijk getuigenis, gegrond op eigen waarneming. Hebben in "Vrijheid en Democratie" misschien de onvrijheid en de te weinig democratische inslag de schrijver toch parten gespeeld en is de handhaving van het lage Nederlandse loonpeil door het bespreken van de op zichzelf reeds geringe emigratie, een onuitgesproken wens?"

Insinuatie

Deze insinuatie toont wel het peil, waar- op deze belanghebbenden bij de emigratie hun tegenstanders menen te moeten be- strijden. Juist de vragende vorm, waarin deze zaak geponeerd wordt, toont heel de zwakheid van dit argument aan, waartoe mijn artikel geen enl{ele aanleiding heeft gegeven.

Ten slotte schijft men:

"Doch het zou wel van een zeer pover regeerbeleid getuigen, indien het eerst van alles "het beste en energiekste deel

van het Nederlandse volk" gekortwiekt werd en de-uitingen van durf en moed verstikt moesten worden".

·Ik heb in mijn artikel gezegd: "Zij die de energie hebben en de vlijt om voldoen- de middelen te verzamelen en dan de am- bitie koesteren om het avontuur te onder- nemen en in vreemde landen een nieuw leven te beginnen, wij mogen ze geen strocbreed in de weg leggen". Het doel van mijn artikel was om te trachten aan te tonen, dat de tijden voorbij zijn om met belangrijke regeringsmiddelen kunst- matig de emigratie tè bevorderen, niet om energieke mensen, die zelf de moed en de middelen kunnen opbrengen, tegen te houden; dit zou hoogst onliberaal zijn.

Achteruit

De emigratiecijfers lopen achteruit de laatste jaren; gelukkig maar, doch m.i.

komt de Commissaris voor de Emigratie verklaren, dat de regering dan nog maar verder moet gaan en zelfs de kosten moet gaan dragen van de oprichting van scho- len en andere maatschappelijke instellin- gen t.b.v. de. Nederlandse emigranten in de overzeese landen, dus christelijke, ka- tholieke, neutrale scholen enz. met Ne- derlandse subsidie oprichten in Australië, . Canada etc. Dit is wel het wanbeleid ten top gedreven!

Ik geloof, dat wij hier een probleem ra- ken, dat ook op ander terrein een rol zal gaan spelen, indien de regeringsbemoeiing ingekrompen wordt.

Ik denk b.v. hierbij aan het woning- en woningbouwbeleid. Indien de tijd komt, dat deze bemoeiingen niet meer noodzakelijk zijn, zal men een groot aan- tal ambtenaren vinden, wier taak door de inkrimping van hun arbeidsveld over- bodig is geworden. Wie zal het deze men- sen kwalijk nemen, dat zij trachten zich aan hun werkkring te blijven vastklam- pen en werk te glijven zoeken, waar geen taak meer voor hen overgebleven is? De regering zal maatregelen moeten treffen om deze mensen de gelegenheid te geven om te schakelen naar andere ambtelijke posities of posten in het bedrijfsleven, of maatregelen moeten nemen tot vervroeg- de pensionering op gunstig·e voorwaarden.

Mijn overtuiging

Ik kan niet nalaten de overtuiging te hebben, dat, indien de heren van de Christelijlte Emigratie Centrale en derge- lijke instellingen op andere grondslag, de zekerheid hadden, dat er bij inkrimping of opheffing van hun werk andere posi- ties voor hen gevonden zouden worden, zij zich minder zouden vastklemmen aan hun tegenwoordige werkzaamheden, die naar mijn vaste overtuiging belangrijke

lasten ten onrechte aan de Nederlandse staatshuishouding opleggen.

Ten slotte zou het mij niet verwonderen dat, indien het Nederlandse parlement geen middelen voor emigratiebevordering zou voteren, diegenen, die toch per se wensen te emigreren, ondersteuning zou- den krijgen uit de emigratielanden, die, van hun kant terecht, zo grote waarde hechten aan immigranten van Nederland- se nationaliteit.

SIDNEY J. VAN DEN BERGH 29 januari 1960.

SI ALEN

KANTOORMEUBELEN

GISOLAMPEN

...

i HET HOOFDBESTUUR i

! WAS BIJEEN :

~

.

:2 Zaterdag 30 januari j.l. kwam te !

~ Utrecht het hoofdbestuur bijeen. t : · Uitvootig werd van gedachten ge-

t wisseld over een aantal zaken van :

! huishoudelijke aard, over de or- :

1 ganisatie en propaganda en · over : lle politieke toestand van' het ogen- i

blik. Besloten werd o.m. over te • gaan tot instelling van een kleine t

commissie van lle Partij, welke tot ·•i

taak zal krijgen de vraagstukken • in studie te nemen, die opgeroepen : worden bij een wetgeving tot het t

hanllhaven van de levensstandaard • van de economisch en sociaal minst •

draagkrachtigen. :

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• !

DE PARTIJRAAD VERGADERT OP 5 MAART OVER DE

MAMMOETWET

Op zaterdag 5 maart' a.s. zal in hotel Wittebrug, Badhuisweg 251 te 's-Graven- hage de•Partijraad een bijeenkomst hou- den, welke gewijd is aan de zgn. Mam- moetwet.

Inleidingen zullen worden gehouden door mej. mr. M. C. D. L. Laban te Den Haag, mevr. G. V. van Someren-Downer te Amsterdam en dr. J. N. van den Ende te Den Haag. Na afloop is gelegenheid tot discussie.

De bijeenkomst begint 's morgens 11 uur en wordt 's middags tot pl.m. 4.30 uur voortgezet.

Leden der Partij, die voor dit onder- werp bijzondere belangstelling hebben en uit dien hoofde deze bijeenkomst wensen bij te wonen, gelieven zich met een aan- vraag tot introductie schriftelijk te wen- den tot het Algemeen Secretariaat van de VVD, Koninginnegracht 61 te Den Haag. De aanvragen zullen in volgorde van binnenkomst en voorzover de plaats- ruimte het toelaat, in behandeling wor- den genomen.

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 1 1111111111 n 1111111111111111111 1 111 111111 1 1111111111111111111! 11 illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

(Vervolg van pag. 1)

De verdere gang van zaken heeft de Kamer, wat die mogelijkheid betreft, wel in het gelijk gesteld. Er bleek inderdaad de mogelijkheid, · het gesprek in redelijkheid voort te zetten en -voor zover wij op het ogenblik, dat wij dit schrijven, kunnen beoordelen - ook tot een aanvaardbare voorlopige overeenstemming te komen.

* *

D

ie overeenstemming heeft ons ook daar- om verheugd, omdat de verlangens van deze werknemers ons niet onredelijk voor- komen.

. Met name chauffeurs van lijndiensten ver- nchten verantwoordelijke arbeid en hun lonen - ook in verhouding tot die van vergelijkbaar

personeel. op de busdiensten in de grote steden - waren bepaald aan de zeer lage kant.

En wanneer (ook) van socialistische zijde wordt betoogd, dat deze lonen ver waren achter gebleven, dan is het toch wel goed eens duide- lijk vast te stellen, dat dit achterblijven dier beloningen is geschied onder de geleide loon- politiek van vorige Kabinetten.

Het is juist de door het nieuwe Kabinet voor- aestane gedifferentieerde loonpolitiek, welke het, zo dit economisch maar enigszins toelaat- baar schijnt, mogelijk maakt, zonder een allen over één kam scherend druk-op-de-knop sys- teem dergelijke lonen omhoog te brengen.

* * *

Ook zonder ons door de opge~laze~. "zwarte dag"-fanfares van sommige ZIJden ook maar een ogenblik van de wijs te laten brengen,

moeten we toch met leedwezen vaststellen, dat deze gehele gang van zaken voor het Kabinet een weinig gelukkige is geweest.

Steeds meer blijkt toch wel, dat het Departe- ment van Sociale Zaken in zijn personele bezet- ting aan de top een zwakke plek vormt.

De politiek is wel eens onbarmhartig. Wij durven vooralsnog stellig niet met zekerheid zeggen, dat minister Van Rooy onder alle om- standigheden voor deze post ongeschikt zou zijn. Van den beginne af echter hebben zich rond zijn persoon wrijvingen en weinig tacti- sche zaken voorgedaan.

Er is om deze minister in de Kamer nu een·

maar een sfeer ontstaan, die weinig gunstig is.

Daar zal, naar het ons voorkomt, op een of andere wijze toch verbetering in moeten worden gebracht.

A.W. A.

(4)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 6 FEBRUARI 1960 - PAG. 4

11111 111

IJ n1 t zon er

' c

Wij komen thans terug op de Midden- standsnota 1959, waarvan wij in een vorig nummer een beknopte samen-

<ratting van de voornaamste onderdelen laven.

Het ligt voor de hand, dat er een ver- celijking is gemaakt tussen de situatie, welke ten tijde van het uitbrengen van (le eerste nota in 1954 bestond en de toestand, welke zich vijf jaren later af- tekende. Te dien opzichte wordt opge- merkt, dat de doelstellingen, waarvan vijf jaar geleden gewag werd gemaakt, grotendeels werden verwezenlijkt dan wel nog in ontwikkeling zijn. ten aan- zien van het zgn. specifieke midden- standsbeleid - dat is dus het complex van maatregelen, welke meer in het bij- zonder ten dienste van het midden- en kleinbedrijf in de loop der jaren zijn ge- troffen - meent dr. Veldkamp, dat deze hun afronding hebben gekregen, zodat, behoudens mogelijke verbeteringen van ondergeschikte aard, geen nieuwe voor- zieningen nodig zijn. De klassieke grond- slagen van het middenstandsbeleid, n.l.

het verzekeren van een ordelijk econo- misch verkeer, het treffen van krediet- voorzieningen onder staatsgarantie en het aanmoedigen van een krachtiger or- ganisatiewezen, blijven onverminderd ge- handhaafd.

Geconstateerd kan worden, dat de eco- nomische ontwikkeling van de afgelopen jaren, gepaard aan een aantal beleids- maatregelen, in het algemeen een gun- stige invloed op het midden- en kleinbe- drijf hebben uitgeoefend, merkt de staats- secretaris in de inleiding op. Hij voegt daaraan toe:

"Wie de geest van de tijd wil verstaan, zal zich bij voortduring de vraag moeten stellen, waar wij staan temidden van de belangrijke geestelijke, maatschappelijke, technische en economische veranderin- gen van onze tijd. Deze veranderingen toch bepalen in hoge mate de bestaans- en ontwikkelingsmogelijkheden van onze samenleving en daarmede van het leven en werken der mensen. Ook het beleid met betrekking tot het midden- en klein- bedrijf nwet daarmede rekening houden, zoals de middenstand zelf zich die ver- anderingen bewust moet zijn en daar- mede rekening moet gaan houden. De wijze toch, waarop door zelfwerkzaam- heid en door een juist gericht overheids- beleid het midden- en kleinbedrijf maat- schappelijk een economisch weerbaar is in de veranderde omstandigheden, is in hoge mate beslissend voor zijn plaats in de samenleving van de komende tijd en derhalve voor het behoud van dat mid- den- en kleinbedrijf als een eigen maat- schappelijke waarde".

Met deze zienswijze kunnen wij ons volkomen verenigen.

Streven naar integratie

De staatssecretaris heeft .. duidel~~k doen uitkomen, dat hiJ als ZIJn voornaamste taak beschouwt de integra- tie van het middenstandsbeleid in de al-

(Vervolg van pag. 2)

Aan het eind van de week heeft de PvdA ook nog een motie inge- diend, waarin wordt aangedrongen op aanleg van de dijk Enkhuizen-Lelystad, gelijktijdig met de droogmaking van Zuid-Flevoland.

Minister Korthals (Verkeer en Water- staat) wist het vertrouwen van de Ka- mer te winnen met zijn toezegging dat hij het verlangen in de motie, waaraan ook anderen uiting hadden gegeven, gaarne in overweging wil nemen en te zijner tijd de Kamercommissie zijn con- clusies zal meedelen.

Een positieve toezegging kon hij niet doen, omdat de regering bezig is een lijst op te stellen van belangrijke uitgaven die in de komende jaren worden ver- wacht. Als men daartegenover een over- zicht heeL van de waa!-schijnlijke finan- ciële mogelijkheden, dan kunnen wensen en mogelijkheden tegenover elkaar wor- den afgewogen. Met deze studie zullen wel enige maanden zijn gemoeid en de aanleg van de dijk Enkhuizen-Lelystad is technisch toch pas over enkele jaren mogelijk.

De woordvoerders van AR en KVP knik- ten elkaar na de uiteenzetting van de mi- nister toe dat zij de zaak wel vertrouwden en dat vertrouwen was ook aanwezig bij onze geestverwant, de heer G. Ritm_ees- ter, zodat de meerderheid van de Kan1e1' aan de motie geen behoefte bleek te heb-

ben. Zij werd dinsdag met 41 tegen 79 stemmen verworpen. V. v.D.

11 n w a n afwac t en. I''

Is er sprake

gemene regeringspolitiek te bevorderen.

Daarbij blijven vooral het fiscale beleid, het ordeningsbeleid, het beleid met be- trekking tot de bedrijfsorganisatie en dat met betrekking tot de bezitsvorming en de produktiviteit bijzonder actueel. Ook

Staatssecretaris dr. G. M. ]. Veldlwmp de bevordering van het onderwijs, het bedrijfseconomische onderzoek en de voorlichting zal zijn bijzondere aandacht hebben.

Men zal zich herinneren, dat bij de par~

lementaire behandeling van de eerste middenstandsnota en ook bij de discus- sie over de begroting van economische zaken in de afgelopen jaren bijzondere aandacht aan dit probleem is gewijd.

Men toonde zich daarbij in de Tweede Kamer weinig voldaan over de prakti- sche resultaten van het interdepartemen- tale overleg, dat .. onder leiding van de staatssecretaris werd gevoerd over on- derwerpen, welke in de eerste plaats tot de zorg van andere bewindslieden beho- ren, doch waarbij het midden- en klein- bedrijf bijzondere belangen heeft.

Een der meest sprekende voorbeelden vormt het fiscale beleid, dat, naar de algemene opvatting in de kring van de centrale middenstandsorganisaties, niet voldoende rekening houdt met de speci-

GIR_AF

meten met twee mater1?

fieke positie van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Men kan zich indenken, dat het dr. Velkamp in het nabije verleden moeilijk is gevallen bij de toenmalige bewindslieden aan Financiën voldoende begrip en bereidheid tot tege- moetkoming te vinden. Nochtans valt het op, dat in het overzicht van de sinds 1952 gevoerde middenstandspolitiek on- der de fiscale paragraaf min of meer triomfantelijk een opsomming wordt ge- geven van verschillende maatregelen,

"die voor het midden- en kleinbedrijf van grote betekenis zijn en waardoor tal van wensen, die in de kringen van het mid- denstandsbedrijfsleven bestonden, zijn verwezenlijkt. "Wanneer men echter on- der de uitvoerige bijlagen van de nota de samenvatting van de suggesties uit het bedrijfsleven met betrekking tot het algemene sociaal-economische beleid en het specifieke middenstandsbeleid na- slaat, vindt men onder "Fiscale politiek"

de verschilpunten tussen verlangens en vervulling duidelijk gedemonstreerd. De kanttekeningen van de staatssecretaris bij deze desiderata - kennelijk na over- leg met èe huidige bewindslieden van Financiën geplaatst - ademen echter een andere, iets welwillender geest dan .de nogal stugge houding van de staats-

~ Middenstandsnota .l959!

secretaris van Financiën tijdens de par- lementaire behandeling in 1954. Boven- dien wordt in de nota van 1959 met ver- holen voldoening gewag gemaakt van het aanhangige wetsontwerp op de in- komstenbelasting 1958, dat betere pers- pectieven kan openen.

Toetssteen

Wij hebben al eens eerder gesteld, dat de verdere behandeling van de belastingontwerpen een toeststeen zal vormen voor de beoordeling van de we-

Schiedamse Genever

zenlijke betekenis van het door de staats- secretaris terecht zo belangrijk geachte integratiebeleid. In aanmerking genomen de regeringsverklaring van het Kabinet- De Quay, zijn wij niet zonder hoop, doch wij moeten hierbij aantekenen: wij zullen uw daden afwachten!

Wij zijn dus voorstander van het inte- gratiestreven, maar wij sluiten de ogen niet voor de aanzienlijke weerstanden, welke daarbij zullen moeten worden overwonnen, vooral in de ambtelijke sfeer. Een krachtig en eendrachtig rege- ringsbeleid zal deze moeten opruimen.

Men zal zich echter ook ervan bewust moeten zijn, dat het in de praktijk niet alleen om geven, maar soms ook om ne- men gaat en dat de specifieke belangen van bepaalde sectoren van het bedrijfs- leven soms moeilijk onder één noemer van het algemene sociaal-economische beleid zijn te brengen. Men denke hier- bij aan de uitzonderingspositie, welke de agrarische sector in zo menig opzicht in- neemt.

Het overheidsbeleid ten aanzien van de prijsvorming en de inkomensontwikke- ling is in dit opzicht bepaald nog niet gelijk getrokken, al worden daartoe schuchtere pogingen aangewend. Des te meer valt het op, dat in de desbetreffen- de beschouwingen ove1· het midden- en kleinbedrijf een zuiver economische rede- nering wordt gevolgd. Om dit verschil aan te tonen halen wij de volgende ·zin- sneden uit de tweede nota aan:

. .Is de middenstand niet voor zijn taak be- rei,end, dan wordt hij door de onderlinge mededinging van de markt verdreven door anderen (ook andere bedrijfsvDrmcn). In het tweede geval, wanneer zijn arbeid niet vol- doende lonend is, dan zal hij zich moeten beraden o/ andere inkomensmogelijkheden niet de voorkeur verdienen. In beide gevallen betekent dit een achtemitgang van de mid- denstand:'.

Benaderd van rein economisch ge- zichtspunt uit, is hier geen speld tussen te krijgen, maar wij dachten zo, dat er toch elders in het bedrijfsleven wèl so- ciale en sociologische overwegingen in aanmerking worden genomen, die bij het te voeren beleid wel degelijk worden be- trokken en zelfs in zekere mate voor- rang hebben. Is hier sprake van meten met twee maten?

V.d. L.

···~~·~·~···: t :

t hoofdbestuur van de partij, is op 21 vangen door "Kamercentrale" in t

i januari jl. de notariële acte gepas- Overeenstemming met het partijregle- i

+ seerd. ment. +

t De eerste twee artikelen van de De officiële naam is dus nu: "Stich- :

+ Statuten luiden nu als volgt: ting Organisatie Vrouwen in de Volks- :

: partij voor Vrijheid en Democratie';, :

i NAAM EN ZETEL hetgeen, zelfs als de laatste term :

t artikel 1: wordt afgekort tot V.V.D., wel een :

i "De Stichting is genaamd Stichting mondvol is. i

t "Organisatie Vrouwen in de Volks- En vindt U: "Kamercentrale-verte- :

: "partij voor Vrijheid en Democratie genwoordigsters" een gemakkelijke : : "(V. V.D.) en is gevestigd te 's-Gra- benaming? Wij zullen ons voor dage- :

~ Copie voor de:z:e rubriek te :~:enden naar: "venhage". lijks gebruik maar houden aan "een- ~ : Mejuffr. Joh. H. Springer, Alexander- trale-vertegenwoordigsters" of "Ad- t

t stroat 16, Haarlem. TAAK EN DOEL viesraadleden". t

: artikel 2. De Statuten, zoals die nu zijn ge- :

: "De Stichting heeft tot taak de worden, zullen worden gestencild en :

: STATUTEN MOESTIEN "vrouwelijke leden van de V.V.D. voor de liefhebsters verkrijgbaar ge- :

: ( KlEINIGHI:DfEN) "te organiseren en stelt zich ten doel steld bij die centrale-vertegenwoor- :

i "het bevorderen van het onderling digsters en bij ondergetekende. i

:, OP DE HELliNG "contact en de politieke menings· J. H. S. :

: "vorming onder deze leden. Zij voert :

: Enkele jaren geleden is er een wet "propaganda voor de beginselen. NIEUWE PRESID!ENTE iN :

t op de Stichtingen in werking "van de V.V.D. en geeft voorlich- :

~ getreden, die echter aan reeds be- "ting en scholing aan vrouwen in ROTTERDAM ·:

t staande stichtingen enige tijd respijt "kennis van staat en maatschappij. :

gaf, om zich aan de nieuwe bepalin- "Zij stimuleert haar sociale en cul- Na negen jaar bestuurslid van de +

i gen aan te passen. "turele activiteit; zij bevordert het Vrouwengroep Rotterdam te zijn ge- !

De Organisatie Vrouwen in de VVD "vrijwillig en belangeloos verlenen weest - zes jaar als presidente -

i is ook een stichting en de statuten "van practische sOciale hulp en het is onlangs mevrouw v. cl. Pols-Broeze i

: daarvan moesten dus ook op de hel- "medewerken aan alles wat aan het afgetreden, waarbij veel dank en een : : ling, Het bleken alleen de eerste twee "culturele leven van het Neder- cadeau haar deel werden. : : artikelen te zijn, die wijziging behoef- "landse volk dienstig kan zijn". Haar opvolgster als .voorzitster is ~

~ den en dan nog is die wijziging alleen mevrouw mr. C. H. Verstegen-Kett- ~

: van formele aard, want praktisch is Weinig veranderd litz; vice-voorzitster is mevrouw J. H. t.

i alles hetzelfde gebleven. van Houte-Balkenstein en secretares- Î:

*

Na bespreking in het bestuur, over- U ziet de verandering is minimaal. se mevr. E. H. Bierman-Vijfwinkel, :

~ leg met de Adviesraad, besluit van De rest bleef ongewijzigd, behalve dat Bergseplaslaan 10. :

~ het bestuur en goedkeuring van het overal het woord Centrale werd ver- J. H. S. :.

:

:++++?++++++H+++++<>++++++++++<>+++++++++++++++++++++<;+~H++++++++++++++~HH+++H+++~+++++H+++++++++~+_++++H+++++H•+++~H

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(begeleider:) 05:09 Nou ja ik zou zeggen je moet ook je moet eerder op zoek gaan naar die geluiden die je die je werk zeg maar verbeteren. Dus je moet eigenlijk naar de

De bevriezing houdt in dat het tijdreizen voor deze toeslagjaren eenmalig is gerund zie aparte documentatie KOT_Tijdreizen_2013 voor een toelichting op deze process flows waarna

Deze handreiking is een gevolg van het gezamenlijk ontworpen en uitgevoerd ontwikkeltraject voor gebieds- gericht samenspel tussen mensen die in zorg en welzijn actief zijn en

gefinancierd zou worden uit eigen middelen. Vanaf 1 januari 1971 zou al een geleidelijke overschakeling op eigen middelen worden bewerkstelligd, doordat bepaald

Dat moet niet alleen binnen onze samenleving het adagium zijn, maar ook in de relatie tussen Nederland en Indonesië.. De uitdagingen

- Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie in kennis te stellen van deze motie en de uitslag van de stemming in de raad hierover;. - deze motie per ommegaande door

De groei van VDBH leidde er ook toe dat Heierman de samenwerking is aangegaan met Wilco Boender, die vanuit Stolwijk een vestiging leidt voor werkzaamheden in

Veranderend professioneel landschap Het pro-salesteam is heel zichtbaar door de demo’s voor fleetowners, het faciliteren van testtrajecten, het houden van toolbox meetings en