• No results found

Besluit van de directeur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit van de directeur"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaaknummer 1814/ IBC - Pytter Pilger

I. MELDING

1. Op 29 februari 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Koninklijke IBC B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen over Pytter Pilger B.V. in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 46 van 6 maart 2000. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.

II. PARTIJEN

2. Koninklijke IBC B.V. (hierna: IBC) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij staat aan het hoofd van de Koninklijke IBC-groep. Dit is een internationale groep van ondernemingen die zich toelegt op ontwikkeling en uitvoering van projecten in de woning- en utiliteitsbouw, waaronder renovatie en onderhoud, en op fabricage van producten daarvoor. IBC heeft haar werkmaatschappijen gegroepeerd naar de kernactiviteiten: utiliteitsbouw, woningbouw en vastgoedontwikkeling en naar de ondersteunende activiteiten handel en industrie.

3. Pytter Pilger B.V. (hierna: Pytter Pilger) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft als aandeelhouders: de heer P.D. Offringa, de heer D.P. Offringa en de heer T.S. Offringa. Pytter Pilger houdt alle aandelen in Offringa Boomsma Bouw B.V., SBG B.V. en Offringa Waskemeer B.V., welke laatste vennootschap op haar beurt alle aandelen houdt in Bouwbedrijf Offringa B.V. en Bouwbedrijf van der Meulen B.V. Pytter Pilger is via haar werkmaatschappijen actief op het gebied van utiliteitsbouw, woningbouw en onderhoud/renovatie.

III. DE GEMELDE OPERATIE

(2)

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat IBC uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Pytter Pilger. 6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn IBC en Pytter Pilger.

7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkt

8. IBC en Pytter Pilger zijn actief in een aantal sectoren binnen de

bouwnijverheid. De activiteiten van IBC en Pytter Pilger overlappen elkaar op het gebied van utiliteitsbouw, woningbouw en onderhoud/renovatie.

9. Binnen de bouwnijverheid kunnen mogelijkerwijs de sectoren woningbouw, utiliteitsbouw en onderhoud/renovatie als verschillende productmarkten worden aangemerkt.[1] In de onderhavige zaak is het evenwel niet

noodzakelijk te bepalen of genoemde sectoren afzonderlijke productmarkten zijn, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punten 14 tot en met 16).

Relevante geografische markt

10. Partijen geven aan dat de te onderzoeken markt de Noordelijke bouwmarkt(en) beslaat/beslaan, waaronder wordt verstaan Friesland, Groningen en Drenthe. Het werkgebied van IBC op het gebied van

utiliteitsbouw, woningbouw en onderhoud/renovatie is de regio Emmen, waar IBC Mestemaker B.V. en IBC Vastgoed B.V. actief zijn. Pytter Pilger is actief in de regio Drachten, Heerenveen, Meppel en Sneek.

11. Partijen zijn van mening dat de afzetmarkt van IBC in de regio Emmen geen overlap heeft met de afzetmarkt van Pytter Pilger in de regio Drachten, Heerenveen, Meppel en Sneek, aangezien te hoge transport- en

cordinatiekosten het niet haalbaar maken in elkaars geografische markten te opereren. Bovendien bestaat er geen verticale relatie tussen betrokken ondernemingen.

12. Het blijkt dat binnen de bouwnijverheid sprake is van een aantal grote landelijke marktpartijen en een groot aantal kleinere regionale

(3)

IBC en Pytter Pilger actief zijn regionale of nationale markten zijn aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punten 14 tot en met 16 )

B. Gevolgen van de concentratie

14. Op basis van CBS-gegevens bedraagt de omvang van de Noordelijke bouwmarkt 4,4 miljard NLG; de omvang van de Nederlandse bouwmarkt bedraagt 54,3 miljard NLG. Indien de Noordelijke bouwmarkt als uitgangspunt wordt genomen, bedraagt na de concentratie het gezamenlijke marktaandeel van IBC en Pytter Pilger [20-30%]. Indien de gehele Nederlandse bouwmarkt als uitgangspunt wordt genomen, is het gezamenlijke marktaandeel minder dan 3%. Worden de markten voor woningbouw, utiliteitsbouw of

onderhoud/renovatie in Nederland apart bezien, dan zijn de gezamenlijke marktaandelen op de landelijke markt kleiner dan 5%.

15. Wanneer wordt uitgegaan van de meest nauwe marktafbakening in onderhavig geval, te weten de woningbouw, utiliteitsbouw of

onderhoud/renovatie in Noord-Nederland, zijn de gezamenlijke marktaandelen van Pytter Pilger en IBC op de markten voor woningbouw en

onderhoud/renovatie kleiner dan 15%. Op de markt voor utiliteitsbouw in Noord-Nederland zijn de marktaandelen van Pytter Pilger en IBC

respectievelijk [0-10%] en [40-50%]. Door concurrenten wordt aangegeven dat op regionaal niveau IBC en Pytter Pilger in concurrentie staan met andere grote landelijke marktdeelnemers, zoals de Van Wijnen Groep, Hollandsche Beton Groep en Koninklijke Volker Wessels Stevin. Op regionaal niveau ondervinden IBC en Pytter Pilger voorts nog concurrentie van een groot aantal kleinere regionale marktdeelnemers. Ten slotte is van de zijde van

concurrenten opgemerkt dat ten gevolge van de concentratie ook op lokaal niveau geen dominantie zal ontstaan.

16. Gezien de structuur van de markt en de spelers daarop is er derhalve geen reden om aan te nemen dat, zelfs indien men zou uitgaan van de meest nauwe marktafbakening, als gevolg van de concentratie een machtspositie zal ontstaan dan wel zal worden versterkt, welke tot gevolg heeft dat een

daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

VI. CONCLUSIE

17. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

18. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de

(4)

Datum: 4 april 2000

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:

w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

---[1] Zie bijvoorbeeld het besluit van 2 maart 1998 in zaak 69/Koninklijke BAM Groep N.V. en N.V. Habo, punt 9.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor alle energiebesparende maatregelen, de functionele aanpassingen en ook voor de overige onderhoud werkzaamheden heeft ’t Haolerhoes offertes aangevraagd.. In de offertes is

19.3 In geval van renovatie of groot onderhoud, ten gevolge waarvan door de huurder aangebrachte ZAV’s al dan niet tijdelijk verwijderd dienen te worden, heeft de huurder geen

- De Wmo-voorzieningen worden in opdracht van ProWonen door een deskundig bedrijf in uw woning teruggeplaatst en aangebracht wanneer deze niet aanwezig zijn.. - Indien er een

2.6.3 In geval van groot onderhoud of renovatie waarbij huurder in de woning kan verblijven, zal in het planbesluit duidelijk worden gemaakt of en in welke mate huurder de

van ‘t Ende deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen uitdrukkelijk en schriftelijk is afgeweken.. De onderhavige

9.3 In geval van groot onderhoud of renovatie, waarbij de huurovereenkomst wordt voortgezet en de huurder in de woning kan verblijven, zal in het planbesluit duidelijk worden

• U mag geen werkzaamheden onder de Land Rover uitvoeren, wanneer het voertuig alleen door een krik voor het verwisselen van de wielen wordt ondersteund.. • Zorg dat er geen

26.1 In geval van renovatie of groot onderhoud, ten gevolge waarvan door de met toestemming van de verhuurder door huurder aangebrachte ZAV’s al dan niet tijdelijk