W etenschappelijke instelling v an de Vlaamse G emeenschap
inbo
Instituut voor natuur- en bosonderzoekVisbestandopnames op de Rupel en
Durme (2006).
Jan Breine, Ilse Simoens en Gerlinde Van ThuyneInstituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14 - B-1560 Hoeilaart-Groenendaal - T.: +32 2 658 04 10 - F.: +32 2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be
Rupel, Terhagen
Co-funding by ERDF
Auteurs:
Jan Breine, Ilse Simoens en Gerlinde Van Thuyne
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) is ontstaan door de fusie
van het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW) en het Instituut voor Natuurbehoud (IN). Wetenschappelijke Instelling van de Vlaamse Gemeenschap
Vestiging:
Duboislaan 14, 1560 Groenendaal
http://info.inbo.be/content/homepage_nl.asp e-mail:
Jan Breine@inbo.be Wijze van citeren:
Breine, J. , I. Simoens en G. Van Thuyne, 2006. Visbestandopnames op de Rupel en de Durme, 2006. D/2006/3241/100
INBO.R.2006.9 ISSN: 1782-9054
Verantwoordelijke uitgever: Eckhart Kuijken
Administrateur-generaal van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Druk:
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement L.I.N. A.A.D. afd. Logistiek-Digitale drukkerij Depotnummer:
Trefwoorden: Rupel, Durme,visbestandopname, waterkwaliteit; Keywords: Rupel, Durme, fish assemblage survey, water quality;
©
2006, Instituut voor Natuur- en BosonderzoekSummary
We surveyed the River Rupel and River Durme, Flanders, between 10 and 13 April 2006. Both rivers are transitional waters belonging to the Scheldt estuary. The Durme River is a tributary of the Scheldt River in Flanders. It is a relatively small tidal river. Dredging occurs in certain areas. The valley consists of generally low-lying terrain, which is currently nearly entirely protected by dykes against the tides. The Rupel connects the Rivers Nete, Dijle, Zenne, Demer and Gete with the River Scheldt. It is notorious for being heavily polluted. Fish assemblage data were obtained using fyke nets placed for a period of 24 hours. The nets were placed at low tide, emptied the next day at low tide and removed. We surveyed three sites in each river using two fyke nets per site. Table 1 and the map in annex provide the co-ordinates of the sites.
Table 2 gives the methodology used.
Table 3 provides the descriptive information of the sampled sites and the abiotic variables (oxygen concentration, conductivity and water temperature) which were recorded during the survey.
Fish data include species, individual total length and weight. Table 4 gives an overview of the collected species according to the methodology used. Table 5 represents morphometric information of the species per location. Table 6 presents the catch per unit effort per species.
In the River Rupel ten different species were collected. This is due to the incoming Scheldt water. In general the water quality is bad due to the River Zenne.
Although more species and specimens were collected in the River Durme, there were still less species than one would expect in a pristine water of this type. In total 12 species were collected.
In 2006 the purification of the River Zenne should lead to an increase of the water quality. This should have its effect on the River Rupel and the River Scheldt too. Further surveys will allow us to assess the trends in these very dynamic systems.
INHOUD
summary 1. Inleiding 1 2. Situering 1 3. Materiaal en methode 2 4. Resultaten 24.1 Biotoopbeschrijving en fysisch en chemisch onderzoek 2
4.2 Resultaten van de visbestandopnames 3
5. Bespreking 6
6. Gebruikte afkortingen en wetenschappelijke benamingen van de aangetroffen vissoorten 8
7. Referenties 8
1
1. Inleiding
Het INBO voerde op 10, 11, 12 en 13 april 2006 visbestandopnames uit op de Rupel en de Durme. Dit onderzoek past in het ‘meetnet zoetwatervis’. De campagne in de Rupel heeft zoals reeds vermeld in vorig rapporten (Breine & Van Thuyne, 2004 en 2005) als bijkomend doel: het opvolgen van de impact van de waterzuivering van de Zenne. In 2006 zou deze opstarten. Met deze campagne willen we meer informatie over de visgemeenschap in de Rupel vóór het in werking treden van het waterzuiveringstation bekomen. Dit rapport is een bijdrage van het Europees project: Interreg IIIb North Sea project Harbasins, en kadert in het werkpakket waarin onderzoek wordt verricht naar het herstel van estuaria.
2. Situering
De Durme is te Lokeren afgesloten door een dwarsdam. Een gedeelte vloeit af naar de Schelde ter hoogte van Tielrode en heeft dus getijdenwerking. Het andere deel vloeit af naar de Moervaart. De Durme werd door menselijke invloed sterk verstoord (Breine & Van Thuyne, 2004).
De Zenne, die door Brussel stroomt, de Dijle, die door Leuven stroomt, de Demer die Hasselt en Diest passeert en de Grote en Kleine Nete die in Lier samen de Nete vormen, komen samen in een relatief korte maar brede en grote rivier: de Rupel. De Rupel mondt te Schelle uit in de Schelde. De Rupel is berucht voor zijn slechte waterkwaliteit vooral door het inkomende Zenne water.
Tabel 1 geeft een omschrijving van de locaties, hun locatie is weergegeven op de kaart achteraan in bijlage. Tabel 1 : Situering van de locaties
INBO nummer Lambertco_rdinaten X-Y
Waterloop Gemeente + beschrijving
82430100 152324-196076 Rupel Terhagen, Willebroek, Hamerdijk 82430150 150036-196924 Rupel Willebroek, nabij vaart
82430200 147138-199035 Rupel Nabij Winthamsluis 80120100 127331-198365 Durme Zele, Hoekstraat
2
3. Materiaal en methode
Op elke locatie (behalve op één locatie in de Durme) werden 2 dubbele schietfuiken geplaatst tijdens laagtij. De volgende dag, bij laag tij, werden deze fuiken geledigd en uit het water genomen. De fuiken worden parallel met de stroming geplaatst (zie Maes et al., 2003). Voor een gedetailleerde beschrijving van de fuiken verwijzen we naar Van Thuyne, 1996.
In Tabel 2 zijn de specificaties van de uitgevoerde afvissingen weergegeven Tabel 2 : Specificaties van de uitgevoerde afvissingen
INBO nummer Datum Methode 82430100 12-13/4/2006 2 fuiken, 24 uur 82430150 12-13/4/2006 2 fuiken, 24 uur 82430200 12-13/4/2006 2 fuiken, 24 uur 80120100 10-11/4/2006 1 fuik, 24 uur 80120150 10-11/4/2006 2 fuiken, 24 uur 80120200 10-11/4/2006 2 fuiken, 24 uur
Op enkele locaties werden enkele fysische en chemische metingen uitgevoerd. (zie 4. resultaten, tabel 3).
4. Resultaten
4.1 Biotoopbeschr ijving en fysisch en chemisch onderzoek
Tabel 3 : Fysische en chemische metingen: pH, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), conductiviteit (Cond in
S/cm) en temperatuur (T in °C) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname INBO nummer PH O2 (mg/l) T (°C) Cond (S/cm) Biotoopbeschrijving
82430100 7.58 5.15 9.9 990 Bodem: zand en veel slib; kunstmatige oever met matig talud; weinig natuurlijke schuilplaatsen voor vis, zeer sterk opkomende vloed; golfbrekers;
82430150 7.64 4.63 10.3 999 Bodem: zand en veel slib; kunstmatige oever met matig talud; weinig natuurlijke schuilplaatsen voor vis, industrie in de omgeving;
82430200 7.61 3.67 9.8 968 Bodem: zand en veel slib; kunstmatige oever met matig talud, weinig natuurlijke schuilplaatsen voor vis, industrie (betonfabriek) in de omgeving;
80120100 Bodem: slib, oever natuurlijk met steil talud en niet verstoorde loop, schuilplaatsen matig aanwezig, riet op oevers;
80120150 Bodem: zand en slib, oever natuurlijk met matig talud en matig verstoorde loop, schuilplaatsen matig aanwezig; op oevers is riet aanwezig
80120200 7.85 8.00 8.4 814 Bodem: zand en slib, oever gedeeltelijk verstevigd met matig talud en matig verstoorde loop, schuilplaatsen matig aanwezig;
4 4.2 Resultaten van de visbestandopnames
Tabel 4 : Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties. In het rood en blauw zijn de soorten weergegeven gevangen op deze locatie tijdens de campagnes van 2004 en 2005 respectievelijk.
INBO nummer 2006
2004
2005
Waterloop
5 Tabel 5 : Morfometrische specificaties van de gemeten en gewogen vissoorten op elke locatie (G.L. gemiddelde totale lengte in cm, G.G. gemiddeld gewicht in g; NL aantal
gemeten individuen, NG aantal gewogen individuen)
INBO nummer 3D stekelbaars baars bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel brasem
G.L. G.G. G.L. G.G. G.L. G.G. G.L. G.G. G.L. G.G. G.L. G.G.
min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max
6 Vervolg tabel 5
INBO nummer giebel kolblei paling rietvoorn spiering brakwatergrondel
G.L. G.G. G.L. G.G. G.L. G.G. G.L. G.G. G.L. G.G. G.L. G.G.
min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max min-max
7 Tabel 6 : Effectieve vangst per soort en per locatie uitgedrukt in CPUE (in G/24 uur en N/24 uur met G = gewicht in g en N = aantal).
INBO nummer D stekelbaars baars bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel brasem giebel kolblei paling rietvoorn spiering brakwatergrondel totaal
80120200 9,2 3,65 210,7 499,55 8,25 505,75 103,6 21,5 1,2 1363,4 3,5 0,5 32,5 1 1,5 1,5 1 0,5 1 43 80120150 17,4 4,35 9,45 150,8 5,7 5,2 21,35 110,65 1,55 326,45 7 0,5 2 26,5 1 0,5 3 1 3,5 45 80120100 80,7 169,1 29,8 88,5 112,3 8,2 488,6 29 8 6 5 1 1 50 82430100 6 97,75 12,05 16,7 47,45 27,05 147,1 6,45 360,55 1,5 19 3 2,5 1,5 5 1 0,5 34 82430150 10,25 123,35 13,35 18 121,65 92,9 1,55 381,05 3,5 27 4,5 4,5 2 9,5 0,5 51,5 82430200 1,35 9,35 10,1 171,54 2 23,6 86,48 13,7 6,2 324,33 0,5 1,5 2 38 1 3 20 0,5 1,5 68 5. Bespreking Rupel
In totaal werden tien soorten gevangen: baars, blankvoorn, giebel, bittervoorn, kolblei, driedoornige stekelbaars, paling, rietvoorn, blauwbandgrondel en brasem. Dit is een merkbaar beter resultaat dan vorig jaar (Breine & Van Thuyne, 2005). In vorige campagnes werden geen driedoornige stekelbaars, brasem, rietvoorn noch blauwbandgrondel gevangen. De aanwezigheid van bittervoorn is merkwaardig. Deze Rode lijst soort is voor zijn voortplanting afhankelijk van de aanwezigheid van een zoetwatermossel waaronder de zwanemossel. Deze mossel stelt hoge eisen wat de zuurstofhuishouding betreft. Blijkbaar zijn de eisen van de bittervoorn minder streng als algemeen wordt aangenomen. De exotische blauwbandgrondel was wel al waargenomen in de Schelde. Toch is de waterkwaliteit van de Rupel nog steeds onvoldoende. De zuurstofconcentratie op het moment van de campagne lag onder de norm (<5 mg/l) van de basiskwaliteit behalve voor de meest stroomafwaarts gelegen locatie. Het binnenkomend ongezuiverd Zennewater vormt een zware belasting voor de waterkwaliteit. Het feit dat we toch vissen aantreffen in de Rupel is het gevolg van het opkomend Scheldewater. We stellen immers vast dat dit water een draagvlak vormt voor verschillende vissoorten (Maes et al., 2005).
Durme
8 duidt op een hogere zuurstofconcentratie. Deze kan tijdelijk zijn en een verhoging van de vangstcampagnes is noodzakelijk om deze migratiemogelijkheden op te volgen. Kolblei en blankvoorn werden ditmaal in relatief hoge aantallen gevangen (tabel 6). Het aantal exemplaren is voor de overige soorten laag (Tabel 6). In vorige campagnes was de concentratie aan bot laag terwijl ze nu zelfs niet eens is gevangen. Deze soort is als volwassen individu resistent tegen vervuiling en komt zowel in brak als zoetwater voor. In de Schelde wordt die massaal aangetroffen.
9
6. Gebruikte afkortingen en wetenschappelijke benamingen van de aangetroffen vissoorten
Baars Perca fluviatilis
Bittervoorn Rhodeus sericeus amarus
Blankvoorn Rutilus rutilus
Blauwbandgrondel Pseudorasbora parva
Brakwatergrondel: Pomatoschistus microps
Brasem Abramis brama
Giebel Carassius auratus gibelio
Karper Cyprinus carpio
Kolblei Blicca bjoerkna
Paling Anguilla anguilla
Rietvoorn Scardinius erythrophthalmus
3D stekelbaars; driedoornige stekelbaars Gasterosteus aculeatus
Spiering Osmerus eperlanus 7. Referenties
Breine, J. en G. Van Thuyne, 2004 Visbestandopnames op de Rupel en Durme (2004) Depotnummer: D/2004/3241/197
IBW.Wb.V.R.2004.109
Breine, J. en G. Van Thuyne, 2005.
Visbestandopnames op de Rupel en de Durme (2005). IBW.Wb.V.R.2005.147
Depotnummer: D/2005/3241/233
Buysse D., Martens S., Baeyens R. & J. Coeck, 2003. Onderzoek naar de migratie van vissen tussen de Boven-Zeeschelde en Bovenschelde. Rapport Instituut voor Natuurbehoud, Brussel.
Maes, J., Geysen, B., Stevends, M. & F. Ollevier, 2003.Opvolging van het visbestand van de Zeeschelde resultaten voor 2003. Studie rapport in opdracht van het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer 2003. 17 pp. Maes, J., Geysen, B., Stevens, M., Ollevier, F., Breine, J. & C. Belpaire, 2005. Opvolging van het visbestand van de Zeeschelde: resultaten voor 2004. IBW.Wb.V.R., 2005.151. Katholieke Universiteit Leuven. Faculteit Wetenschappen/Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer:. 40 pp.
Van Thuyne, G., 1996