NOTARIËLE BLIKVANGERS
Leuvense Notariële Geschrift en
Editors
Alain Verbeke
Gewoon Hoogleraar K.U.Leuven
Universiteit Tilburg
Advocaat
Luc Weyts
Buitengewoon Hoogleraar K.U.Leuven
Erenotaris
en
Christoph Castelein
F.W.O.-onderzoeker K.U.Leuven
LNG 9
K.U.Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid Instituut voor Notarieel Recht
NOTARIËLE BLIKVANGERS
Luc Weyts en Christoph Castelein (editors)
Met bijdragen van Ken Andries
Marc Boes Rik Deblauwe André Michielsens
Patrick Senaeve Aloïs Van den Bossche
Johan Verstraete
Antwerpen – Oxford
Notariële blikvangers
Luc Weyts en Christoph Castelein (editors)
© 2007 Intersentia Antwerpen – Oxford http://www.intersentia.be
ISBN 978-90-5095-715-1 D/2007/7849/83
NUR 822
Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever.
Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kunnen noch de auteurs, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
Intersentia v
INHOUD
Hoofdstuk 1. De deontologische code
André Michielsens . . . 1
§ 1. Situering . . . 1
I. De plichten van een notaris . . . 1
II. Draagwijdte en noodzaak van een codifi catie . . . 3
III. Relativiteit van interne reglementering . . . 5
IV. Centralisatie of decentralisatie? . . . 7
§ 2. De inhoud van de code . . . 10
I. Indeling . . . 10
II. De notaris als openbaar ambtenaar . . . 11
III. De plichten tegenover de cliënt . . . 13
IV. De plichten tegenover confraters . . . 17
V. De plichten en de instellingen . . . 22
§ 3. Het algemeen reglementair kader (ARK) . . . 24
I. De problematiek . . . 24
II. De wettelijke basis . . . 25
Hoofdstuk 2. Erelonen. Onbekend en toch bemind Aloïs Van den Bossche . . . 31
§ 1. Erelonen . . . 31
§ 2. Grondslag van het ereloon . . . 34
§ 3. Ereloon per akte . . . 35
§ 4. Verbintenissen onder opschortende voorwaarde . . . 36
§ 5. Onbekende erelonen. . . 39
I. Afstand van goederen: artikel 17, 1 . . . 39
II. Inbrengen van akten of stukken ter griffi e (art. 17, 11) . . . 41
III. Huur en pachtcontracten (art. 17, 13) . . . 41
IV. Overdracht van schuldvordering (art. 17, 34) . . . 44
V. Opbod in de tussentijd der zittingen tot de toewijzing (art. 17, 41) . 44 VI. Overeenkomst van onverdeeldheid (art. 17, 45) . . . 45
VII. Vennootschappen (art. 17, 74) . . . 46
Inhoud
vi Intersentia
a. De kapitaalvermindering . . . 46
b. De internationale zetelverplaatsing . . . 48
VIII. VZW en stichting (art. 17, 11bis) . . . 49
IX. Akte in twee of meer talen . . . 51
X. De clausules van ongelijke verdeling en de gift en tussen echtgenoten in een huwelijkscontract . . . 51
XI. Tontine en aanwas . . . 53
XII. Omzetting van vruchtgebruik (art. 17, 21.3°) en afstand van vruchtgebruik (art. 17,1. 3°) . . . 57
XIII. Neerlegging onder de minuten van een onderhandse akte . . . 58
§ 6. Besluit . . . 58
Hoofdstuk 3. Ruimtelijke ordening in het vizier Marc Boes. . . 61
§ 1. Inleiding. Het verder naast elkaar bestaan van twee wetgevingen in het Vlaamse Gewest . . . 61
§ 2. Plannen . . . 62
I. Ruimtelijke structuurplannen . . . 62
II. Ruimtelijke uitvoeringsplannen . . . 63
§ 3. Vergunningen . . . 66
I. Het plannen- en vergunningenregister . . . 66
II. De stedenbouwkundige vergunning . . . 67
a. De voorwerpen van aanvragen voor een stedenbouwkun- dige vergunning . . . 67
b. Het wijzigen van de hoofdfunctie van een onroerend bebouwd goed . . . 67
c. De verkavelingvergunning. Verval van de “kleine” verkavelingsvergunning . . . 70
§ 4. Afzonderlijke akte wanneer er een herstelmaatregel op een onroerend goed rust . . . 71
§ 5. Strafsancties en herstelmaatregelen . . . 74
I. Strafsancties . . . 74
a. Strafb aar in stand houden . . . 74
b. Overtredingen van gewestplannen . . . 84
c. De bevoegdheid van de rechter met betrekking tot de herstelmaatregel . . . 85
§ 6. Bedingen . . . 88
Inhoud
Intersentia vii
Hoofdstuk 4. Het bemiddelingsbeding nader bekeken
Ken Andries . . . 91
§ 1. Inleiding . . . 91
I. Voordelen van bemiddeling als Alternative Dispute Resolution (ADR) methode . . . 91
II. De notaris als bemiddelaar . . . 92
§ 2. Bemiddelingsbeding . . . 93
I. Algemeen . . . 93
a. Onderscheid tussen confl ictvoorkomende en confl ict- beheersende clausules . . . 93
b. Begrip . . . 94
II. Mogelijke grenzen aan de geldigheid . . . 94
a. Geen specifi eke bescherming zwakkere partijen in artikel 1725 Ger.W. . . 94
b. Consumentenbescherming en het recht op toegang tot de rechter . . . 95
III. Eff ect . . . 97
a. Relativiteit van de overeenkomst . . . 97
b. Autonoom karakter . . . 99
IV. Inhoud . . . 100
a. Verbintenissen om iets te doen . . . 101
b. Verbintenissen om iets niet te doen . . . 102
V. Aandachtspunten bij het opstellen van bemiddelingsbedingen . . . 104
a. Algemeen . . . 104
b. Uitwerken van de procedure . . . 104
VI. Afdwingbaarheid . . . 106
a. Impact van het bemiddelingsbeding . . . 106
b. Spanningsveld tussen vrijheid (vrijwilligheid – vrijblijvendheid) en afdwingbaarheid . . . 107
c. Mogelijkheden om het engagement af te dwingen . . . 108
d. Regeling van artikel 1725 Ger.W. . . 110
§ 3. Besluit . . . 112
Hoofdstuk 5. Fiscale blikvangers voor de notaris. Over directe belastingen, registratie- en successierechten Rik Deblauwe . . . 113
§ 1. Inleiding . . . 113
§ 2. Inkomstenbelastingen . . . 113
Inhoud
viii Intersentia
I. De “Rundschau” . . . 113
II. De interne meerwaarden . . . 115
a. Eerste fase: geen rimpeling op het water . . . 116
b. Tweede fase: de BBI begint . . . 116
c. Derde fase: olie op de golven . . . 117
d. Vierde fase: de rulingcommissie . . . 117
e. Vijfde fase: de minister consolideert – of probeert toch . . . 118
f. Zesde fase: het cassatiearrest – en erna . . . 120
III. Terugblik en blik op de toekomst . . . 121
§ 3. Indirecte belastingen . . . 122
I. Overzicht . . . 122
II. De vrijstelling van de gezinswoning . . . 123
a. Analyse . . . 123
b. Beoordeling . . . 126
III. Terugblik en blik op de toekomst . . . 127
Hoofdstuk 6. De hervorming van het afstammingsrecht door de wetten van 1 juli 2006 en 27 december 2006 Patrick Senaeve . . . 129
§ 1. Inleiding . . . 129
§ 2. De vaderlijke afstamming binnen het huwelijk . . . 132
I. Inkrimping van het toepassingsgebied van de vaderschapsregel . . 132
II. Uitschakeling van de vaderschapsregel niet absoluut . . . 135
III. Erkenning door de echtgenoot en onderzoek naar het vaderschap tegen de echtgenoot mogelijk . . . 136
IV. Innovaties inzake de betwisting van het wettelijke vaderschap . . . 137
§ 3. De erkenning . . . 139
I. Het vaststellen van de afstamming door erkenning . . . 139
a. Gemeenschappelijke regels aangaande moederlijke erkenning en vaderlijke erkenning . . . 139
b. Moederlijke erkenning . . . 144
c. Vaderlijke erkenning door een gehuwd man . . . 144
II. De betwisting van de erkenning . . . 146
a. Bezit van staat als grond van ontoelaatbaarheid . . . 147
b. Titularissen . . . 147
c. Termijn . . . 148
d. Bijkomende vereiste en bijzondere gevolgen van een betwis- ting op vordering van de man die het vaderschap opeist . . . . 148
§ 4. Het onderzoek naar het moederschap en naar het vaderschap . . . 149
Inhoud
Intersentia ix
§ 5. Wijzigingen op het vlak van het versterferfrecht. . . 151
I. Situering . . . 151
II. Het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot in samenloop met een in overspel verwekt kind . . . 152
III. De uitsluiting van in overspel verwekte kinderen uit de verdeling in natura van de nalatenschap . . . 153
IV. Overgangsrecht . . . 154
Hoofdstuk 7. Een notariaat voor de 21ste eeuw Johan Verstraete . . . 157
Inleiding . . . 157
§ 1. Kennisvereiste . . . 158
§ 2. Deontologie, moraliteit en collegialiteit . . . 161
§ 3. Bedrijfsleiderscapaciteiten . . . 162
§ 4. De notaris, een sociaal wezen . . . 163
Reeds verschenen in de reeks Leuvense Notariële Geschrift en . . . .165