• No results found

Veelgestelde vragen bijdrageheffing Aw 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Veelgestelde vragen bijdrageheffing Aw 2019"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIJDRAGEHEFFING Aw 2019: VEEL GESTELDE VRAGEN EN ANTWOORDEN

Waarom moet ik een bijdrageheffing voor de Aw betalen?

Op 1 juli 2015 is de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (Woningwet 2015) in werking getreden. Op grond daarvan is de Autoriteit woningcorporaties (Aw) opgericht. De Aw houdt integraal toezicht op de corporaties. De Woningwet 2015 bepaalt dat de toegelaten instellingen betalen voor de kosten van de Aw. De Aw int daarvoor jaarlijks uiterlijk op 1 oktober bij de corporaties een bijdrageheffing.

Waarop is de hoogte van de bijdrageheffing gebaseerd?

De hoogte is gebaseerd op de kosten die de Aw begrootte voor 2019. Conform de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde Begroting 2019 van de Aw is de bijdrageheffing voor de kosten Aw (gecorrigeerd voor het positieve resultaat van de Aw over 2018), vastgesteld op totaal € 13.986.705,-. Dit komt neer op een tarief van € 2,94 per

woongelegenheid en € 0,019 per € 1.000,- WOZ-waarde van de woongelegenheden in eigendom van de corporatie en haar dochtermaatschappijen.

Binnen welke termijn moet ik betalen?

De verschuldigde bijdrage moet binnen één maand na dagtekening van de beschikking, dus vóór 30 oktober 2019, worden overgemaakt.

Wat is de wettelijke grondslag van de bijdrage in de kosten van de Aw?

De wettelijke grondslag voor deze bijdrageheffing is artikel 61c van de Woningwet 2015. Artikel 121 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV 2015) bevat de wettelijke grondslag voor de berekeningswijze en de procedure.

Hoe wordt de hoogte van de heffing Aw berekend?

De bijdrageheffing van de Aw kent een tarief voor alle woongelegenheden in eigendom van de corporatie en haar dochtermaatschappijen en een tarief per € 1.000,- WOZ-waarde van alle woongelegenheden in eigendom van de corporatie en haar dochtermaatschappijen. Deze tarieven worden als volgt berekend:

- Het tarief per woongelegenheid wordt berekend door de helft van de jaarlijkse begroting van de Aw te delen door het totale aantal woongelegenheden die de corporaties en de

dochtermaatschappijen op 31 december van het voorafgaande jaar in eigendom hadden.

- Het tarief per € 1.000,- WOZ-waarde wordt berekend door de helft van de jaarlijkse begroting van de Aw te delen door de totale WOZ-waarde van de woongelegenheden die de corporaties en dochtermaatschappijen op 31 december van het voorafgaande jaar in eigendom hadden.

Door het aantal woongelegenheden en de WOZ-waarden conform de opgave van de corporatie te vermenigvuldigen met deze tarieven (zie beschikking) ontstaat het totaalbedrag per corporatie.

Klopt het aantal woongelegenheden en de WOZ-waarde van de woongelegenheden waarop ik word aangeslagen?

De bijdrageheffing Aw is gebaseerd op de dVi 2018 en WOZ-opgave 2018 van uw corporatie.

Hoe is het aantal woongelegenheden en de WOZ-waarde van de dochtermaatschappijen berekend?

De bijdrageheffing Aw is gebaseerd op de dVi 2018 en WOZ-opgave 2018 van uw corporatie.

Het aantal woongelegenheden en de WOZ-waarde van de dochtermaatschappijen is berekend op basis van het in de dVi 2018 opgegeven deelnamepercentage in de dochtermaatschappijen De totale bijdrageheffing voor de dochtermaatschappijen bedraagt € 73.245,- op de totale heffing van

€ 13.986.705,-.

Klopt mijn totaalbedrag wel?

In de beschikking zijn de tarieven afgerond weergegeven. Daardoor zijn de bedragen en het totaalbedrag iets lager dan waarop bij vermenigvuldiging van de aantallen en de tarieven wordt uitgekomen.

(2)

Kan ik in aanmerking komen voor kwijtschelding van de bijdrageheffing Aw?

Alle corporaties krijgen de bijdrageheffing van de Aw opgelegd en zijn verplicht deze te betalen.

Hiervoor gelden geen kwijtscheldingsregels zoals die bijvoorbeeld voor de bijdrageheffing voor saneringscorporaties van toepassing was. Ook een saneringscorporatie en corporaties die woongelegenheden van een saneringscorporatie hebben overgenomen dienen hun aandeel in de bijdrageheffing Aw te betalen.

Kan ik bezwaar maken tegen de bijdrageheffing van de Aw?

Ja, u kunt bezwaar maken tegen de bijdrageheffing Aw. Mocht u het niet eens zijn met de

opgelegde heffing, kunt u binnen een termijn van zes weken na ontvangst van dit besluit bezwaar maken bij ILT/Afdeling Juridische Zaken, Postbus 16191, 2500 BD te Den Haag. Het

bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede van de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. De verplichting tot betaling wordt niet geschorst door het indienen van een bezwaarschrift.

Wat is het verloop van de heffingsbijdrage over de jaren heen geweest?

De eerdere bijdrageheffingen 2016 en 2017 vielen lager en de bijdrageheffing 2018 viel hoger uit dan in eerste instantie was geraamd. Hieronder wordt de achtergrond van deze ontwikkeling toegelicht.

Jaar Prognose heffing Werkelijke heffing Verschil

2015 7.158.833 7.158.833 0

2016 14.231.675 12.557.985 -1.673.690

2017 15.789.261 12.557.292 -3.231.969

2018 14.012.922 15.300.886 1.287.964

2019 14.691.104 13.986.705 -704.399

Verschil -4.322.094

In de eerste jaren van de Aw waren gelden gereserveerd voor de opbouw van de nieuwe

toezichthouder, ICT-projecten en de beoordeling van de scheidings-voorstellen DAEB/niet-DAEB.

Bovendien was in 2015 een voorziening getroffen voor de afbouw van CFV. De realisatie 2016 viel lager uit dan geraamd aangezien de opbouw van de Aw minder snel ging dan geraamd. Dit leidde tot een lagere bijdrageheffing in 2016 en in 2017. De heffing kon in 2017 nog verder neerwaarts bijgesteld worden omdat de kosten voor de afbouw van CFV meevielen.

Een deel van de meevallers in eerdere jaren kwam voort uit een ander verplichtingenpatroon dan eerder geraamd. Lagere uitgaven in 2015 en 2016 leidden daarmee tot spiegelbeeldige hogere uitgaven in 2017, vooral omdat in 2017 het zwaartepunt van het scheidingsproces DAEB/niet- DAEB lag. Bovendien waren de (overhead)kosten in 2017 hoger dan verwacht, mede als gevolg van extra kosten om CorpoData in de lucht te houden en vanwege de CAO voor Rijksambtenaren.

Op grond van het BTIV is dit negatieve resultaat over 2017 verrekend in de heffing over 2018.

In 2018 is een positief jaarresultaat van € 0,7 miljoen gerealiseerd. De begroting 2018 was nog exclusief de kosten vanwege de vervanging van CorpoData medio 2018. De kosten van de opbouw van het ketenteam en de noodzakelijke investeringen in het nieuwe portal waren begin 2018 namelijk nog niet te overzien. Deze kosten zijn in 2018 verdeeld over de vier convenantpartijen Aw, WSW, Aedes en BZK. Het aandeel van de Aw is opgenomen in de ILT brede ontwikkelportfolio en heeft derhalve geen invloed op de heffing op de corporaties, omdat de ILT deze voor haar rekening heeft genomen. De kosten voor CorpoData zijn daardoor in 2018 lager dan geraamd in de begroting.

Daarnaast zijn in 2018 de personeelskosten lager dan verwacht doordat o.a. de

ondersteunende functies in het kader van de ILT-brede reorganisatie zijn opgegaan in een centrale ILT afdeling.

De begroting 2019 ging uit van een bijdrageheffing van in totaal € 14,7 miljoen. Door het positieve jaarresultaat 2018 is de bijdrageheffing voor de kosten Aw 2019 is nu vastgesteld op totaal € 14,0 miljoen. De heffing 2019 is daarmee lager dan eerder geraamd.

(3)

Hoeveel geld moet ik voor de bijdrageheffing van de Aw na 2019 inrekenen?

De bijdrageheffing van de Aw is een jaarlijks terugkerende heffing. De begroting voor de Aw voor de jaren 2020 en latere jaren is door de minister nog niet vastgesteld. Vooralsnog verdient het aanbeveling om voor de volgende jaren rekening te houden met de kosten van de Aw van circa 15 miljoen euro op jaarbasis. Dat betekent een tarief van circa € 3,15 per woongelegenheid en circa

€ 0,02 per € 1.000,- WOZ-waarde van de woongelegenheden in eigendom van de corporatie en haar dochtermaatschappijen.

Na vaststelling van de begroting zal de Aw jaarlijks een indicatie van de tarieven bekend maken.

Na ontvangst van de dVi-gegevens worden jaarlijks in september de exacte tarieven bekend gemaakt.

Dient de bijdrageheffing van de Aw onderdeel uit te maken van de beleidswaarde?

De bijdrageheffing Aw is een jaarlijks terugkerende heffing maar deze dient geen onderdeel uit te maken van de beleidswaarde. Zie Memo Onderhoud verbetering en beheer van 03-07-2019, https://www.ilent.nl/documenten/publicaties/2019/07/03/memo-onderhoud-verbetering-en- beheer.

Overige vragen

Staat uw vraag er niet bij? Stel uw vraag dan via ons vragenformulier dat u kunt vinden op:

http://www.ilent.nl/contact/vragenformulier. Kies het onderwerp ‘Woningcorporaties’ en vermeldt bij onderwerp ‘bijdrageheffing Aw 2019’.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 121 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV 2015) bevat de wettelijke grondslag voor de berekeningswijze en de procedure.. In de bijlage treft

[r]

Deze kosten zijn opgenomen in de ILT brede ontwikkelportfolio en hebben derhalve geen invloed op de heffing op de corporaties, omdat de ILT deze voor haar rekening neemt.. De

Ook kan het aanleiding zijn voor verdieping van het governance toezicht, met als doel het intern toezicht op deze aspecten te versterken.. Deze vorm van toezicht houden biedt

- Voor 13 corporaties die alleen uitstel van de indiening dVi 2016 hebben gekregen tot 1 oktober 2017 en niet voor de WOZ-opgave 2016, zijn de aantallen woongelegenheden uit de

Mocht u het niet eens zijn met de opgelegde heffing, kunt u binnen een termijn van zes weken na dagtekening van deze beschikking bezwaar maken bij de ILT/Autoriteit

- Het tarief per € 1.000,- WOZ-waarde wordt berekend door de helft van de jaarlijkse begroting van de Aw te delen door de totale WOZ-waarde van de woongelegenheden die de

46 Op grond van het voorgestelde artikel 24, negende lid (nieuw), Wet WOZ. 47 In de zin dat de aanslag OZB dan bekend gemaakt zou zijn en dus in werking zou zijn getreden en de