Opgave 1 Geef de correcte formule (dus bij ionen ook de lading) van:

(1)

Test havo 4 hoofdstuk 8 versie 2

Opgave 1 Geef de correcte formule (dus bij ionen ook de lading) van:

a salpeterzuur b fosforzuur c zwavelzuur d zoutzuur e carbonaat

f ammonium

g monowaterstoffosfaat h kalkwater

Opgave 2 Laat met behulp van telkens één of meer reactievergelijkingen zien wat er gebeurt als de genoemde stof in water wordt gebracht:

a waterstofjodide b azijnzuur c zwavelzuur d kaliumhydroxide e natriumoxide

f ammoniak

g oxaalzuur (H

2

C

2

O

4

) h magnesiumnitraat

Opgave 3 Geef voor de volgende gevallen telkens de reactievergelijking:

a Er wordt overmaat zoutzuur toegevoegd aan vast chroom(III)hydroxide.

b Er wordt overmaat verdund zwavelzuur toegevoegd aan vast zilveroxide.

c Er wordt overmaat natronloog toegevoegd aan een oplossing van fosforzuur.

d Er wordt overmaat verdund azijnzuur toegevoegd aan vast calciumcarbonaat.

e Er wordt overmaat verdund salpeterzuur toegevoegd aan ammonia.

f Er wordt overmaat natronloog toegevoegd aan een oplossing van koper(II)chloride.

g Men mengt H

2

S gas met een overmaat ammoniakgas.

h Er wordt overmaat barietwater toegevoegd aan een oplossing van ammoniumsulfaat

Opgave 4 Een oplossing wordt onderzocht met behulp van twee zuur-base indicatoren. In de oplossing krijgt broomkresolgroen een blauwe kleur, terwijl broomthymol- blauw in dezelfde oplossing een gele kleur krijgt.

Geef zo nauwkeurig mogelijk aan tussen welke waarden de pH van de onderzochte oplossing in ieder geval zal liggen.

zie ommezijde

Opgave 5 Aan 10,0 ml 0,010 M H

2

SO

4

oplossing wordt een oplossing van NaOH met

onbekende concentratie toegevoegd. Na het toevoegen van precies 5,0 ml van

deze oplossing van NaOH heeft het mengsel een pH van precies 7,0.

(2)

a Geef de reactievergelijking voor de reactie van een oplossing van H

2

SO

4

met een oplossing van NaOH.

b Leg uit of laat door een berekening zien wat de concentratie van de oplossing van NaOH is.

Opgave 6 Twee even geconcentreerde oplossingen van salpeterzuur en azijnzuur zijn niet even zuur.

a Geef voor beide zuren de reactievergelijking voor de ionisatie in water.

b Leg uit welke van beide oplossingen de laagste pH heeft.

Opgave 7 Een oplossing van natriumcarbonaat is basisch ten gevolge van de reactie die verloopt tussen de carbonaationen en watermoleculen.

a Geef de reactievergelijking.

Als aan een oplossing van natriumcarbonaat zoutzuur wordt toegevoegd, ontstaat er een gasontwikkeling.

b Geef ook hiervoor de reactievergelijking.

Volgens tabel 45A is ammoniumcarbonaat een stof die in water ontleedt. De stof staat ook wel bekend als “vlugzout”: door een flesje met daarin de stof en wat water te schudden en onder de neus te houden van iemand die in zwijm is gevallen, komt die weer bij kennis door de prikkelende geur van ammoniak.

c Verklaar het ontstaan van ammoniak met een reactievergelijking.

d Hoe kun je de functie van het water hierbij omschrijven?

E I N D E