• No results found

Les 3 Kubus tekenen Balk en rechthoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Les 3 Kubus tekenen Balk en rechthoek"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kubus tekenen Balk en rechthoek

Kubus tekenen

De kubus heeft zes vlakken in de vorm van een vierkant.

Die vlakken heten de grensvlakken van de kubus. De letters A, B, C en D staan in het ondervlak.

De letters E, F, G en H staan in het ondervlak.

Deze kubus heet dan ook ABCD EFGH.

Grensvlak BCGF, bevindt zich rechts.

De randen van de kubus heten de ribben.

AB is een ribbe van grensvlak ABCD en ABEF.

In hoekpunt A komen de ribben AB, AD en AE bij elkaar.

Opdracht 5:

Gebruik de kubus hierboven.

a. Welke grensvlakken zitten vast aan ribbe AE?

b. Welke vier ribben horen bij grensvlak ABFE?

c. Welke drie ribben komen in hoekpunt G bij elkaar?

Opdracht 6:

Gebruik de kubus boven aan deze pagina.

a. Is grensvlak DCGH een vierkant?

b. Is grensvlak BCGF in werkelijkheid een vierkant?

c. In de tekening van de kubus is ribbe BC korter dan ribbe AB. In werkelijkheid zijn die ribben even lang. Welke ribben zijn ook korter getekend dan ze in werkelijkheid zijn?

(2)

Opdracht 7:

a. Teken de kubus hiernaast precies over in je schrift. Een hokje in het voorbeeld is een hokje in je schrift.

b. Zet de letters bij de hoekpunten c. Hoeveel ribben zijn gestippeld?

Waarom is dat gedaan, denk je?

d. Hoeveel ribben heeft een kubus?

e. Hoeveel grensvlakken heeft een kubus?

f. Hoeveel hoekpunten heeft een kubus?

Opdracht 8:

Het begin van kubus ABCD EFGH is hiernaast getekend.

a. Neem dit over in je schrift en maak de kubus af. Een hokje in de tekening hiernaast is een hokje in je schrift.

b. Zet de letters bij de hoekpunten

c. Wat heb je gedaan met de ribben die je in werkelijkheid niet ziet?

Opdracht 9:

Bekijk de video: vlakke en ruimtelijke figuren.

Je krijgt uitgelegd hoe je een kubus tekent.

Opdracht 10:

Kubus tekenen: We tekenen kubus ABCD EFGH

1. Teken de eerste lijn van je grondvlak. In het figuur hierboven is dat AB. Bijv. 4 cm.

2. Teken de zijkant BC. Deze teken je de helft van de werkelijke

lengte. Dus 4:2 is 2cm. Je gaat dus 2 hokjes naar rechts en 1 hokje omhoog. Het is voorlopig altijd 1 hokje omhoog.

3. Teken CD. Deze is ook 4 cm. Stippel deze!

4. Teken AD. Gebruik hiervoor ook weer 2 hokjes naar rechts en 1 hokje omhoog. Stippel deze!

(3)

DH. Let op dat je D stippelt.

6. Verbindt nu EF, FG, GH en HE.

7. Zet de letters bij de hoekpunten.

8. Op deze manier teken je altijd een kubus.

Balk en rechthoek

In een balk zitten rechthoeken. Meestal zijn dit er zes, maar het kunnen er ook vier zijn. Dan zijn de twee andere vlakken vierkanten.

In de rechthoek, STUV, hiernaast is een diagonaal getekend. Een diagonaal gaat dwars door de rechthoek en verbindt twee hoekpunten.

Opdracht 11:

Ga op zoek naar vier plaatjes waarin je een balk ziet. Plak deze in je schrift.

Opdracht 12:

a. Hoeveel ribben heeft een balk? En een kubus?

b. Hoeveel vlakken heeft een balk? En een kubus?

(4)

Opdracht 13:

Een balk en een kubus hebben veel overeenkomsten. Er zijn ook verschillen. Noem een verschil.

Opdracht 14:

a. Is dit een uitslag of een bouwplaat? Waar zie je dat aan?

b. Neem de tekening over op een blaadje. Maak er echter een uitslag van. Pas de afmetingen zoals hieronder aan.

20 = 10 cm 5 5 cm 5 = 3cm

c. Vouw er een balk van.

d. Hoeveel hoekpunten heeft een balk?

e. En hoeveel ribben?

f. En hoeveel grensvlakken?

g. Schrijf op de balk letters bij de hoekpunten.

h. Plak de uitslag in je schrift met de letters in het zicht.

Opdracht 15:

a. Teken een rechthoek met zijden van 2cm en 4 cm. Zet de letters K, L, M en N erbij.

b. Welke zijde is even lang als zijde KL

c. Teken in de rechthoek de twee diagonalen.

d. Zet de letters S daar waar de twee diagonalen elkaar snijden.

Opdracht 16:

a. Hoeveel diagonalen kun je tekenen op grensvlak EFGH?

b. Hoeveel diagonalen kun je tekenen op de hele balk?

c. Zijn alle diagonalen even lang?

(5)

a. Neem de balk ABCD EFGH, uit opdracht 16, over in je schrift.

b. Kleur de ribben die in hoekpunt D bij elkaar komen rood.

c. Kleur het grensblak BCGF groen.

d. Welk grensvlak is net zo groot als het rode?

e. Hoeveel ribben zijn 5 cm lang?

Opdracht 18:

Hiernaast is het begin van een balk PQRS TUVW getekend. Neem het figuur over in je schrift en maak hem af. Een hokje is een hokje in je schrift.

Opdracht 19:

De onderstaande figuren zijn niet allemaal uitslagen van een balk. Neem ze over op een los blaadje en kijk welke wel een uitslag zijn en welke niet. Plak ze daarna in je schrift en zet erbij welke niet goed is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de twaalf ribkubussen zijn er twaalf ribben, en als je eenmaal een ribbe hebt gekozen, kan de ribkubus daar nog op twee manieren geplaatst worden.... De factor drie komt van

Je zou haast niet durven zeggen dat ze dood zijn in zonden en overtredingen; maar als ze Jezus Christus niet kennen, zijn ze toch dood en is het nodig dat ze levend gemaakt

Als je naar de figuur kijkt zie je dat voor het bepalen van de grootte van de rechthoek eigenlijk alleen de langste twee stroken belangrijk zijn.. De langste zijde van de rechthoek

[r]

Het is goed u te realiseren dat voor u de situatie anders kan zijn dan hier beschreven en dat niet alle informatie voor u van toepassing hoeft te zijn.. Wat

1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen 1ste Bachelor Fysica en Sterrenkunde Academiejaar 2017-2018 1ste semester 6 november 20171.

Wanneer patiënten meer dan drie ribben hebben gebroken, is meestal een tijdelijke ziekenhuisopname noodzakelijk om de pijn goed onder controle te krijgen. Ook is de

De leerling leert met hoofdstuk 4 meten, structuur en samenhang te doorzien van het metriek stelsel en leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in