Gezondheidsenquête 2008
De gezondheid van volwassenen in deelgemeente Hoek van Holland
Wijkrapportage (CBS-buurt)
Voorwoord
In dit rapport vindt u de resultaten van de gezondheidsenquête 2008. Dit onderzoek wordt één keer per vier jaar door de GGD Rotterdam-Rijnmond uitgevoerd. Inwoners van 16 jaar en ouder zijn benaderd voor deelname aan het onderzoek. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in alle tien de gemeenten die deel uitmaken van het werkgebied van de GGD Rotterdam-Rijnmond: Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen. In de vragenlijst stonden vragen die met de gezondheid te maken hebben. Zo zijn er vragen opgenomen over lichamelijke gezondheid, bewegen, roken, alcoholgebruik, mantelzorg, sociale contacten en de woonomgeving.
In het kader van IWAP (Integrale Wijkactieplannen) zijn per deelgemeente overzichten van de gezondheid op wijkniveau gemaakt. Dit wijkrapport geeft een beeld van de gezondheidssituatie van de inwoners van deelgemeente Hoek van Holland.
In november 2009 verschijnt daarnaast het gemeenterapport met Rotterdamse cijfers. Gelijktijdig komt er een rapport uit waarbij de gezondheid van inwoners uit de vier grote steden worden vergeleken.
Naast deze rapporten is ook een naslagwerk gemaakt. In dit naslagwerk, ‘Onderzoeksmethode
gezondheidsenquête 2008 en gezondheid in relatie tot achtergrondkenmerken’, wordt dieper ingegaan op de gebruikte onderzoeksmethodiek. Tevens wordt in bovengenoemde rapportage de relatie van de
uitkomstmaten met diverse achtergrondvariabelen, zoals leeftijd, geslacht, etnische herkomst en opleiding weergegeven. De belangrijkste uitkomsten van deze analyses worden vermeld in het gemeenterapport.
Ik hoop dat het rapport voldoet aan uw verwachtingen en dat de resultaten een handreiking kunnen bieden voor het ontwikkelen en het uitvoeren van het gezondheidsbeleid van uw deelgemeente.
Mw. Prof. Dr. M.C.H. Donker Algemeen directeur
Inhoudsopgave
Voorwoord ... 3
Inhoudsopgave... 5
Leeswijzer ... 5
1 Bevolkingssamenstelling... 7
2 Lichamelijke gezondheid en psychisch welbevinden... 9
3 Leefstijl ... 11
4 Zorggebruik en mantelzorg ... 15
5 Woonomgeving ... 16
6 Huiselijk geweld ... 17
7 Samenvatting en belangrijkste uitkomsten ... 18
Bijlage 1 Toelichting bij indicatoren... 19
Leeswijzer
In dit rapport worden percentages gepresenteerd over algemene en psychische gezondheid, leefstijl, eenzaamheidsgevoel, zorggebruik en de leefomgeving van de inwoners van deelgemeente Hoek van Holland.
Omdat we uitspraken doen over de hele bevolking van de deelgemeente en de inwoners van de wijken binnen de deelgemeente, maken we op basis van de steekproef een schatting van het werkelijke percentage. In een aantal tabellen is een 95% betrouwbaarheidsinterval weergegeven. De kans dat het werkelijke percentage binnen de grenzen van het interval ligt, is 95%. Hoe dichter de grenzen bij elkaar liggen, hoe nauwkeuriger het werkelijke percentage benaderd wordt.
Deze percentages worden per wijk (CBS-buurt) weergegeven en worden vergeleken met de percentages die horen bij de gehele deelgemeente waartoe ze behoren: deelgemeente Hoek van Holland.
Wanneer er wordt gesproken over verschillen (hoger of lager, meer of minder) tussen de wijken is er sprake van een statistisch significant verschil (niet verklaard door toeval). Alle significante verschillen worden in de tabellen vetgedrukt. Daarnaast wordt er bij ieder significant verschil ook gekeken of er na een correctie voor leeftijd en geslacht nog sprake is van een significant verschil. Als dat het geval is, wordt dit in de tabel aangegeven met een sterretje (*). Een aantal percentages zijn minder betrouwbaar omdat het aantal respondenten minder is dan vijf. Voor de duidelijkheid worden deze percentages aangeduid met een hekje (#).
Een uitleg bij de gepresenteerde uitkomstmaten vindt u in bijlage 1.
De deelgemeente Hoek van Holland is vergeleken met het gemiddelde van de rest van Rotterdam en het gemiddelde van de negen regiogemeenten (Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Schiedam en Vlaardingen). Als op
deelgemeenteniveau de gegevens van 2008 worden vergeleken met gegevens van 2005 dan gaat het om de groep inwoners van 19 tot en met 84 jaar. Het percentage voor 2008 wijkt dan af van het percentage in de tabel, omdat het hier gaat om inwoners van 16 jaar en ouder. Alleen als er sprake is van een toe- of afname ten opzichte van 2005 wordt dit in de tekst genoemd.
1 Bevolkingssamenstelling
In Hoek van Holland wonen ruim negenduizend inwoners waarvan het merendeel (88%) in de wijk Dorp. De leeftijdsopbouw verschilt van Rotterdam en de regiogemeenten. In Hoek van Holland is het aandeel ouderen (55 jaar en ouder) hoger. In de wijk Dorp wonen relatief meer ouderen van 75 jaar en ouder en minder inwoner van 55 tot 75 jaar in vergelijking met de wijk Strand en Duin. De
bevolking is voor het grootste deel van Nederlandse herkomst (91%). Dit is veel hoger in vergelijking met Rotterdam en de regiogemeenten.
Tabel 1 Aantal inwoners per leeftijdsgroep en per wijk in deelgemeente Hoek van Holland op 1 januari 2008 Inwoners 0 tot 16
jaar
16 tot 19 jaar
19 tot 35 jaar
35 tot 55 jaar
55 tot 75 jaar
75 jaar en ouder
Respondenten
n % % % % % n
Rotterdam totaal 582.949 17,8 3,6 25,0 28,4 17,9 7,3 5.935
Hoek van Holland 9.401 13,8 3,3 18,0 29,9 23,6 11,4 403
Wijken
Strand en Duin 1.145 14,0 2,5 15,0 31,7 27,9 8,9 53
Dorp/Rijnpoort 8.256 13,8 3,5 18,8 29,5 22,5 12,0 350
Bron: GBA Rotterdam peildatum 1 januari 2008.
0 5 10 15 20 25 30 35 40
16-35 jaar 35-55 jaar 55-75 jaar 75+
Hoek van Holland Rotterdam Regiogemeenten
Figuur 1.1 Bevolkingsopbouw naar leeftijd voor Hoek van Holland, Rotterdam en de regiogemeenten (bron: GBA 1 januari 2008)
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Strand en Duin Dorp/Rijnpoort Hoek van Holland Rotterdam Regiogemeenten
Figuur 1.2 Percentage inwoners van Nederlandse herkomst (bron: GBA 1 januari 2008)
De inwoners van Hoek van Holland zijn over het algemeen iets lager opgeleid, er zijn meer mensen met een MAVO / LBO niveau en minder hoger opgeleiden dan op basis van de bevolkingssamenstelling verwacht zou worden. Ook is het aandeel inwoners met een betaalde werkkring lager in de deelgemeente in vergelijking met de regiogemeenten (52% versus 61,5%). Van de inwoners geeft 3,9% aan schulden te moeten maken en 14,4% moet de spaarmiddelen aanspreken. Het aandeel inwoners dat schulden moet maken is lager dan in Rotterdam (9,8%).
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Rotterdam Regiogemeenten Hoek van Holland Strand en Duin Dorp/Rijnpoort
Lager onderwijs LBO, MAVO MBO, HAVO, VWO HBO, WO
Figuur 1.3 Opleidingsniveau van de inwoners van 16 jaar en ouder (bron:gezondheidsenquête 2008)
2 Lichamelijke gezondheid en psychisch welbevinden
Ervaren gezondheid
Ervaren gezondheid is het oordeel van de respondent over zijn of haar eigen gezondheid. In Hoek van Holland ervaren minder mensen de eigen gezondheid als matig of slecht in vergelijking met Rotterdam en de regiogemeenten. Met name de 16 tot en met 18 jarigen en de 55-plussers ervaren hun gezondheid beter in vergelijking met inwoners van deze leeftijd in de regiogemeenten. Tussen 2005 en 2008 (19 tot en met 84 jaar) is er een afname van het aandeel inwoners met een matig of slechte ervaren gezondheid (18,1%
versus 13,4%) in de deelgemeente.
Tabel 2.1 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder met een matig of slecht ervaren gezondheid
%1 95% BI2
Rotterdam 18,7* 17,6 - 19,9
Totaal regiogemeenten 14,2 13,4 - 15,1
Deelgemeente Hoek van Holland 10,3 7,4 - 14,0
Wijken
Strand en Duin 2,2# 0,5 - 8,5
Dorp 11,5 8,3 - 15,8
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
# De aantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te doen over significantie (n < 5).
0 5 10 15 20 25
16-18 jaar 19-54 jaar 55+
Hoek van Holland Regiogemeenten
Figuur 2.1 Percentage inwoners met een matig / slecht ervaren gezondheid in Hoek van Holland naar leeftijd
Chronische ziekten en aandoeningen
In de vragenlijst hebben respondenten aangegeven welke van 23 ziekten en aandoeningen ze in de afgelopen 12 maanden hebben gehad en of deze zijn vastgesteld door een arts. In tabel 2.2 is het voorkomen van een selectie van de nagevraagde ziekten en aandoeningen per wijk te zien. In Hoek van Holland heeft 51,8% van de inwoners minstens één van de gevraagde ziekten of aandoeningen. Hiervan geeft 57% aan beperkt te zijn bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden. Dit is lager in vergelijking met Rotterdam. In vergelijking met Rotterdam komen depressie, diabetes en nek en schouderklachten in Hoek
Tabel 2.2 Percentage1 inwoners van 16 jaar en ouder met een ziekte of aandoening Rotterdam Regiogemeenten Hoek van
Holland
Strand en Duin
Dorp
Diabetes 5,9* 5,1 2,6 1,5# 2,8
Migraine 15,2 13,2 15,2 12,9 15,5
Hoge bloeddruk 16,4 15,9 15,7 11,4 10,9
Luchtwegklachten (astma /COPD e.d.) 9,1 7,8 9,8 2,6# 8,8
Aandoening aan rug 11,6 10,2 8,6 7,3 16,3
Artrose 15,0 14,7 12,1 6,3# 13,0
Aandoening aan nek / schouder 10,7* 9,9 6,6 1,1# 7,5
Aandoening aan elleboog / pols / hand 7,7 6,0 6,2 - # 7,2*
Depressie 11,0* 7,5 6,7 2,3# 7,4
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
# De aantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te doen over significantie (n < 5).
Psychisch welbevinden
Met 10 vragen is bepaald hoeveel risico iemand heeft op een depressie. Van de inwoners van deelgemeente Hoek van Holland heeft 34% een matig risico en 4% een hoog risico. Alleen het aandeel mensen met een hoog risico op een depressie is lager in vergelijking met Rotterdam. Ook als inwoners met een matig en hoog risico op een depressie samen worden genomen is er sprake van een lager percentage in vergelijking met Rotterdam.
Tabel 2.3 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder met een matig of hoog risico op depressie
%1 95% BI2
Rotterdam 48,0* 46,4 - 49,5
Totaal regiogemeenten 40,1 38,8 - 41,4
Deelgemeente Hoek van Holland 38,3 32,5 - 44,4
Wijken
Strand en Duin 36,2 19,5 - 57,2
Dorp 38,6 32,5 - 44,4
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
Eenzaamheid
Ruim een derde van de inwoners in de deelgemeente is matig tot (zeer) ernstig eenzaam. Inwoners van Hoek van Holland geven aan minder eenzaam te zijn in vergelijking met de rest van Rotterdam. Ten opzichte van 2005 is de eenzaamheid in de deelgemeente afgenomen onder 19 tot en met 84 jarigen van 49% in 2005 tot 34,9% in 2008. Als we de trend naar leeftijdsgroep bekijken zien we onder 19 tot en met 54 jarigen ook een afname. In Dorp (48,6% versus 36,2%) en Strand en Duin (50,6% versus 25,6%) is er sprake van een daling van eenzaamheid onder 19 tot en met 84 jarigen
Tabel 2.4 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder met matige tot zeer ernstige eenzaamheid
%1 95% BI2
Rotterdam 42,2 40,6 - 43,7
Totaal regiogemeenten 34,6 33,3 - 35,8
Deelgemeente Hoek van Holland 33,6* 28,1 - 39,7
Wijken
Strand en Duin 35,4 18,5 - 56,8
Dorp 33,4 27,7 - 39,5
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
3 Leefstijl
Manier van leven
In de deelgemeente vindt 28% van de inwoners zijn manier van leven ‘niet gezond / niet ongezond’,
‘ongezond’ of ‘zeer ongezond’. Er is geen verschil in ervaren manier van leven tussen Rotterdam, de regiogemeenten en de wijken in Hoek van Holland.
Tabel 3.1 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder dat de manier van leven niet gezond / niet ongezond of (zeer) ongezond vindt
%1 95% BI2
Rotterdam 32,7 31,2 - 34,1
Totaal regiogemeenten 28,7 27,5 - 29,9
Deelgemeente Hoek van Holland 27,9 23,0 - 33,5
Wijken
Strand en Duin 16,2 8,4 - 29,0
Dorp 29,8 24,4 - 35,9
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
Overgewicht
In de deelgemeente heeft 27,8% van de inwoners matig overgewicht en 9,5% heeft obesitas. Zowel matig overgewicht als obesitas komt minder vaak voor in Hoek van Holland in vergelijking met Rotterdam en de regio. Ten opzichte van 2005 is het aandeel inwoners met matig overgewicht in de deelgemeente
afgenomen van 49% in 2005 tot 36,3% in 2008. In de leeftijdsgroep 55 tot en met 84 jaar neemt matig overgewicht tussen 2005 en 2008 ook af. Ook zien we een afname van matig overgewicht in Dorp (19 tot en met 84 jaar 52,8% versus 36,2%). Het aandeel inwoners met obesitas is tussen de periode 2005 en 2008 stabiel gebleven.
Tabel 3.2 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder met matig overgewicht of obesitas
Matig overgewicht BMI 25-30 Obesitas BMI≥30
%1 95% BI2 %1 95% BI2
Rotterdam 33,6 32,1 - 35,0 14,4* 13,3 - 15,5
Totaal regiogemeenten 36,9* 35,6 - 38,1 13,3 12,4 - 14,2
Deelgemeente Hoek van Holland 27,8 23,2 - 33,0 9,5 6,8 - 13,2
Wijken
Strand en Duin 24,8 13,8 - 40,3 5,7# 1,8 - 16,9
Dorp 28,8 23,3 - 33,9 10,1 7,1 - 14,2
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
# De aantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te doen over significantie (n < 5).
20 30 40 50 60 70
Lichaamsbeweging
Aan de hand van meerdere vragen over het beweeggedrag kan worden bepaald hoeveel procent van de inwoners voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). Volwassenen voldoen aan de NNGB als ze op minimaal vijf dagen van de week een half uur matig intensief actief zijn. Bijna veertig procent van de inwoners uit Hoek van Holland voldoet niet aan de NNGB en dit is vergelijkbaar met de overige gemeenten uit het werkgebied.
Tabel 3.3 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder dat niet voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen
%1 95% BI2
Rotterdam 42,7 41,2 - 44,2
Totaal regiogemeenten 36,9 35,6 - 38,2
Deelgemeente Hoek van Holland 38,8 33,3 - 44,5
Wijken
Strand en Duin 42,4 18,5 - 56,9
Dorp 38,2 32,6 - 44,1
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
Roken
Gemiddeld rookt 29% van de drie inwoners uit Hoek van Holland, 29,8% van de mannen en 28,3% van de vrouwen. Ten opzichte van de regiogemeenten is het aandeel inwoners dat rookt hoger en met name het aandeel rokers onder vrouwen (28% versus 19%). Het aandeel rokers verschilt echter niet van Rotterdam.
Ook onder jongeren van 16 tot en met 18 jaar wordt veel gerookt. Zowel van de jongens als meisjes rookt 35%. Het aandeel rokers onder meisjes is veel hoger in vergelijking met de regiogemeenten.
Tabel 3.4 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder dat rookt
%1 95% BI2
Rotterdam 27,9 26,5 - 29,3
Totaal regiogemeenten 22,8 21,7 - 23,9
Deelgemeente Hoek van Holland 29,0 23,6 - 35,0
Wijken
Strand en Duin 18,4 9,5 - 32,5
Dorp 30,6 24,8 - 37,2
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
0 5 10 15 20 25 30 35 40
Totaal Jongens Meisjes
Alcoholgebruik
Indien mannen meer dan 21 glazen alcoholische drank per week drinken en vrouwen meer dan 14 glazen worden zij beschouwd als overmatige drinkers. In de deelgemeente drinkt 11,9% van de inwoners
overmatig. Het aandeel overmatige drinkers is vergelijkbaar met Rotterdam en de regiogemeenten, maar het aandeel zware drinkers (mannen minimaal één keer per week 6 of meer glazen en vrouwen minimaal één keer per week 4 of meer glazen) is hoger onder inwoners van Hoek van Holland. Ruim 16% van de inwoners in Hoek van Holland is een zware drinker. Onder jongeren van 16 tot en met 18 is één op de vijf een zware drinker.
Tabel 3.5 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder dat overmatig drinkt
%1 95% BI2
Rotterdam 9,9 9,0 - 10,9
Totaal regiogemeenten 9,2 8,5 - 10,0
Deelgemeente Hoek van Holland 11,9 8,8 - 16,0
Wijken
Strand en Duin 3,4# 0,8 - 14,0
Dorp 13,4 9,8 - 17,9
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
# De aantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te doen over significantie (n < 5).
0 5 10 15 20 25
Totaal Jongens Meisjes
Hoek van Holland Regiogemeenten
Figuur 3.3 Percentage zware drinkers onder 16 tot en met 18 jarigen in Hoek van Holland naar geslacht
Harddrugsgebruik
In Hoek van Holland heeft 8,9% van de inwoners van 16 tot 55 jaar wel eens harddrugs gebruikt. Dit wijkt niet af van het aandeel in Rotterdam en de regiogemeenten.
Tabel 3.6 Percentage inwoners van 16 tot 55 jaar dat ooit harddrugs gebruikt heeft
%1 95% BI2
Rotterdam 9,9 8,7 - 11,2
Totaal regiogemeenten 6,0 5,2 - 7,0
Deelgemeente Hoek van Holland 8,9 5,0 - 15,4
Wijken
Strand en Duin 1,5# 0,2 - 10,2
Seksueel risicogedrag
Bijna één op de tien inwoners van 16 tot 55 jaar uit Hoek van Holland heeft in de afgelopen 12 maanden seks gehad met losse partner(s). Een losse partner is een partner waarmee de respondent geen vaste relatie heeft of waarbij de relatie binnen 3 maanden weer over was. Ongeveer de helft van deze mensen vertoont risicogedrag, omdat men aangeeft niet altijd een condoom te gebruiken bij seks met een losse partner.
Tabel 3.7 Percentage inwoners van 16 tot 55 jaar dat in de afgelopen 12 maanden seks heeft gehad met losse partner(s)
%1 95% BI2
Rotterdam 10,7 9,6 - 12,1
Totaal regiogemeenten 6,9 6,1 - 7,9
Deelgemeente Hoek van Holland 9,7 6,7 - 13,8
Wijken
Strand en Duin 6,3# 2,2 - 16,5
Dorp 10,2 6,9 - 14,8
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
# De aantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te doen over significantie (n < 5).
4 Zorggebruik en mantelzorg
Zorggebruik
Bijna driekwart van de inwoners van Hoek van Holland is in het afgelopen jaar bij de huisarts geweest, 78,3% is bij de tandarts geweest en 5,9% heeft contact gehad met de GGZ of AMW. Het tandartsbezoek is hoger in Hoek van Holland dan in Rotterdam. Het gebruik van thuiszorg is lager in Hoek van Holland ten opzichte van Rotterdam (2,4% versus 4,6%). Er is geen verschil in zorggebruik aantoonbaar tussen 2005 en 2008.
Tabel 4.1 Percentage inwoners van 16 en ouder in het afgelopen jaar contact heeft gehad met de huisarts, tandarts en GGZ of AMW
Huisarts Tandarts GGZ / AMW
%1 95% BI2 %1 95% BI2 %1 95% BI2
Rotterdam 73,7 72,3 - 75,0 67,2* 65,8 - 68,6 8,8* 7,9 - 9,7 Totaal regiogemeenten 74,1 72,9 - 75,3 76,5 75,5 - 77,6 6,4 5,8 - 7,1 Deelgemeente Hoek
van Holland
73,6 67,5 - 78,9 78,3 73,6 - 82,3 5,9 3,9 - 8,8
Wijken
Strand en Duin 60,1 40,0 - 77,3 85,0 72,3 - 92,5 2,2# 0,3 - 14,4
Dorp 75,8 69,7 - 81,0 77,2 72,1 - 81,6 6,5 4,3 - 9,8
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
# De aantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te doen over significantie (n < 5).
Mantelzorg geven
Van de inwoners gaf 8,6% op het moment van het onderzoek mantelzorg. Ten opzichte van Rotterdam, de regiogemeenten en in vergelijking met 2005 zijn er geen verschillen.
Tabel 4.2 Percentage inwoners van 16 en ouder dat momenteel mantelzorg geeft
%1 95% BI2
Rotterdam 10,2 9,3 - 11,3
Totaal regiogemeenten 11,0 10,2 - 11,9
Deelgemeente Hoek van Holland 8,6 6,0 - 12,2
Wijken
Strand en Duin 5,0# 1,5 - 14,9
Dorp 9,2 6,3 - 13,3
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
# De aantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te doen over significantie (n < 5).
5 Woonomgeving
Tevredenheid woning en woonomgeving
In Hoek van Holland geeft 95,6% een voldoende aan de woning en 96,2% geeft een voldoende aan de woonomgeving. Beide percentages zijn hoger dan in Rotterdam, maar vergelijkbaar met de regiogemeenten samen. Ook het aandeel inwoners dat een voldoende geeft aan het groen in de buurt is hoger.
Tabel 5.1 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder dat een voldoende geeft aan de woning en woonomgeving
Woning Woonomgeving
%1 95% BI2 %1 95% BI2
Rotterdam 87,9* 86,8 - 88,9 85,4* 84,3 - 86,5
Totaal regiogemeenten 94,5 93,9 - 95,1 92,7 92,0 - 93,3
Deelgemeente Hoek van Holland 95,6 91,1 - 97,9 96,2 91,6 - 98,3
Wijken
Strand en Duin 98,9 92,5 - 99,9 98,9 92,5 - 99,9
Dorp 95,1 89,9 - 97,7 95,8 90,4 - 98,2
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
Milieuproblemen in de buurt
De respondenten is gevraagd om aan te geven wat de drie grootste (milieu)problemen zijn die ze in hun wijk ervaren. In tabel 5.2 staan de vijf meest genoemde problemen per wijk weergegeven. In Hoek van Holland ervaart men vaker luchtvervuiling, geuroverlast, risico door industriële bedrijven en lichtoverlast dan in Rotterdam en de regiogemeenten. Geluidsoverlast, rommel op straat, slecht onderhoud van wegen en groen, watervervuiling en milieubelasting door verkeer worden door minder inwoners als probleem ervaren.
Tabel 5.2 Percentage inwoners van 16 jaar en ouder dat last heeft van hondenpoep, luchtvervuiling, geuroverlast, risico door industriële bedrijven en lichtoverlast
Rotterdam Regio gemeenten
Hoek van Holland
Strand en Duin
Dorp
%1 %1 %1 %1 %1
Hondenpoep 39,9 35,6 33,5 20,7 35,5
Luchtvervuiling 18,3* 15,0* 32,6 23,0 34,2
Geuroverlast 9,1* 7,9* 28,6 37,9 27,2
Risico door industriële bedrijven 5,1* 7,1* 23,2 19,5 23,8
Lichtoverlast 3,5* 4,2* 11,4 19,4 10,1
1 1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
Sociale cohesie
De helft van de inwoners van Hoek van Holland ervaart de sociale cohesie in de wijk als laag. Dit is lager dan in Rotterdam waar tweederde de sociale cohesie in de wijk als laag ervaart.
Tabel 5.3 Percentage inwoners van 16 en ouder dat de sociale cohesie in de wijk laag vindt
%1 95% BI2
Rotterdam 67,0* 65,6 - 68,4
Totaal regiogemeenten 54,1* 52,8 - 55,4
Deelgemeente Hoek van Holland 49,2 43,3 - 55,1
Wijken
Strand en Duin 33,5 16,9 - 55,5
Dorp 51,6 45,4 - 57,7
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
* Verschilt significant van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente na correctie voor leeftijd en geslacht.
6 Huiselijk geweld
In Hoek van Holland geeft 6,8% van de inwoners aan ooit slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld.
Dit wijkt niet af van de rest van Rotterdam of de regiogemeenten.
Tabel 6.1 Percentage inwoners van 16 en ouder dat ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld
%1 95% BI2
Rotterdam 8,2 7,4 - 9,1
Totaal regiogemeenten 6,1 5,5 - 6,8
Deelgemeente Hoek van Holland 6,8 4,6 - 9,8
Wijken
Strand en Duin 4,2# 1,0 - 15,3
Dorp 7,2 4,8 - 10,5
1 Gewogen percentage, vetgedrukte percentages wijken significant af van Hoek van Holland of van de andere wijk in de deelgemeente.
2 95% betrouwbaarheidsinterval.
# De aantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te doen over significantie (n < 5).
7 Samenvatting en belangrijkste uitkomsten
Voor de meeste gezondheidsmaten geldt dat inwoners van Hoek van Holland een positievere uitkomst hebben in vergelijking met de rest van Rotterdam. De gezondheid van de inwoners is op de meeste punten vergelijkbaar met de gezondheid van de inwoners van de regiogemeenten.
Het merendeel van de inwoners ervaart hun gezondheid als goed. Eén op de tien inwoners ervaart de eigen gezondheid als matig of slecht. Een groter deel geeft aan de manier van leven minder gezond te vinden.
Aandacht voor gezonde leefstijl, met name onder jongeren is een belangrijk punt in het gezondheidsbeleid.
Het zwaar alcoholgebruik en roken is hoog, met name onder jongeren.
Ten opzichte van 2005 zien we een positieve trend in ervaren gezondheid, overgewicht en eenzaamheid.
Wat overgewicht betreft, is nog steeds 38% van de bevolking te zwaar en ruim een derde van de inwoners is matig tot ernstig eenzaam.
Inwoners van Hoek van Holland beoordelen hun leefomgeving heel positief. Het merendeel is zeer tevreden met de woning en de woonomgeving en ruim tachtig procent beoordeeld het groen in de wijk met een voldoende. De helft van de inwoners ervaart een gemiddelde of hoge sociale verbondenheid in de wijk.
Daarentegen ervaren veel mensen overlast door milieuproblemen, met name geuroverlast, luchtvervuiling en risico door industriële bedrijven.
In de rapportage is gekeken naar verschillen tussen de twee wijken in Hoek van Holland. Op basis van deze gegevens moeten we concluderen dat er geen verschillen in gezondheid tussen de inwoners van de wijken zijn. Over het algemeen lijkt het erop dat inwoners in Strand en Duin een gunstiger leefstijl hebben dan in Dorp, maar er is geen sprake van significante verschillen. Het aantonen van een verschil tussen de wijken is lastig vanwege het kleine aantal respondenten uit Strand en Duin en de brede range
(betrouwbaarheidsinterval) waartussen percentages in werkelijk kunnen liggen.
Bijlage 1 Toelichting bij indicatoren
Opleiding
Er is gevraagd naar de hoogst voltooide afgeronde opleiding.
Werksituatie
Er is gevraagd welke situatie het meest van toepassing is op de respondent. Men kon kiezen uit; ‘betaald werken’ (32, 20-32, 12-20, <12 uur per week), ‘met pensioen’, ‘werkloos / werkzoekend’, ‘arbeidsongeschikt’,
‘bijstandsuitkering’, ‘fulltime huisman/huisvrouw’ of ‘ik volg onderwijs / studeer’.
Ervaren gezondheid
De ervaren gezondheid van de respondenten is nagevraagd met de volgende vraag: ‘Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen?’. Deze vraag kon beantwoord worden met ‘uitstekend’, ‘zeer goed’,
‘goed’, ‘matig’ en ‘slecht’.
Chronische aandoeningen
In de vragenlijst hebben respondenten aangegeven welke van de ziekten en aandoeningen (23 stuks) ze in de afgelopen 12 maanden hebben gehad en of deze zijn vastgesteld door een arts.
Risico op depressie
Om een beeld te krijgen van de psychische gezondheid is een vragenset van 10 vragen (K10) in de vragenlijst opgenomen. De K10 is een maat voor psychische gezondheid en meet in het bijzonder
depressieve klachten in de maand voorafgaand aan het onderzoek. Aan de hand van de uitkomsten van de K10 kan bepaald worden hoeveel risico (hoog, matig, weinig of geen) iemand heeft op een depressie.
Eenzaamheid
De cijfers over eenzaamheid zijn gebaseerd op de eenzaamheidsschaal van de Jong et al (1985). Deze schaal bestaat uit 11 vragen die zowel op de sociale als emotionele eenzaamheid betrekking hebben. Bij sociale eenzaamheid wordt een ondersteunend netwerk gemist met als gevolg gevoelens van verveling en doelloosheid en bij emotionele eenzaamheid wordt het missen van intieme relaties bedoeld wat leidt tot gevoelens van verlatenheid en intens verdriet. De score op de eenzaamheidsschaal wordt in 4 klassen ingedeeld: niet eenzaam (0-2), matig eenzaam (3-8), ernstig eenzaam (9-10) en zeer ernstig eenzaam (11).
De laatste drie klassen worden samengevoegd tot de groep 'eenzamen' (3-11).
Manier van leven
Met de volgende vraag in de vragenlijst is gekeken hoe gezond de respondenten hun eigen manier van leven vinden: ‘Hoe gezond vindt u alles bij elkaar genomen uw manier van leven?’. De
antwoordmogelijkheden op deze vraag zijn: ‘zeer gezond’, ‘gezond’, ‘niet gezond, niet ongezond’, ‘ongezond’
of ‘zeer ongezond’.
Overgewicht
Een maat voor overgewicht is de Body Mass Index (BMI). Op basis van het lichaamsgewicht en de lengte van een persoon kan de BMI berekend worden (gewicht / lengte²). Bij een BMI groter dan of gelijk aan 25 is er sprake van overgewicht. Is de BMI groter dan of gelijk aan 30, dan is er sprake van obesitas (ernstig overgewicht).
Nederlandse Norm Gezond Bewegen
Aan de hand van meerdere vragen naar verschillende vormen van lichaamsbeweging en de duur
hiervan, kan berekend worden hoeveel procent van de inwoners voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). Volwassenen (18 jaar en ouder) voldoen aan deze norm als ze op minimaal vijf dagen (nog beter zou zijn op alle dagen) van de week een half uur matig intensief actief zijn. Voorbeelden van matig intensieve activiteiten zijn sport, fietsen van en naar het werk of school, stevig wandelen en tuinieren.
Ook kan men lichamelijk actief zijn op het werk of door het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden.
Harddrugs
In de vragenlijst is gevraagds of mensen de volgende middelen (harddrugs) wel eens (ooit) gebruikt hebben:
heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD en XTC bedoeld. Harddrugs zijn schadelijker voor het lichaam dan cannabis.
Seksueel risicogedrag
Er werd gevraagd naar het hebben van seksueel contact met vaste en / of losse partners en het
condoomgebruik bij seksuele contacten met losse partners. Onder seksueel contact werd in dit onderzoek het volgende verstaan: anale seks, vaginale seks en / of orale seks. Een losse partner is in de vragenlijst omschreven als ‘een partner waarmee de respondent geen vaste relatie heeft of waarbij de relatie binnen 3 maanden weer over was’.
Zorggebruik
Er is gevraagd of men in de afgelopen 12 maanden zelf contact had gehad met de huisarts, tandarts, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) of het algemeen maatschappelijk werk (AMW). Het zorggebruik GGZ en AMW zijn samengevoegd tot één indicator.
Mantelzorg
Mantelzorg is in de enquête omschreven als de zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving, zoals een partner, ouder, kind, buurman of –vrouw, vriend(in), als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen,
aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg wordt niet betaald.
Tevredenheid woning en woonomgeving
In de vragenlijst is de vraag gesteld hoe tevreden de respondent is met zijn of haar woonomgeving en woning. De tevredenheid met de woonomgeving en woning moest worden uitgedrukt in een rapportcijfer (1=zeer ontevreden en 10=zeer tevreden).
Milieuproblemen in de wijk
De respondenten is gevraagd om van een lijst met 12 onderwerpen aan te geven wat de drie grootste (milieu)problemen zijn die ze in hun wijk ervaren.
Sociale cohesie
Op basis van vijf vragen over de wijk waar in de respondent woont, kan inzicht worden gekregen in de mate van sociale cohesie in de wijk. Aan de hand van de antwoorden op de vijf vragen wordt een gemiddelde score voor sociale cohesie in de wijk berekend. Hoe lager de score, hoe ongunstiger men de sociale cohesie in de wijk beoordeeld. Wijken zijn op basis van de score ingedeeld in wijken met een lage, gemiddelde of hoge sociale cohesie.
Huiselijk geweld
Huiselijk geweld is in de vragenlijst omschreven als geweld dat door iemand uit de huiselijke kring wordt gepleegd (gezinsleden, familieleden, (ex)partners, huisvrienden). Slachtoffers en daders van geweld kunnen zowel vrouwen, kinderen als mannen zijn. Het kan gaan om psychisch of emotioneel geweld (getreiterd, gekleineerd of uitgescholden worden), lichamelijk geweld (mishandeld, geschopt en geslagen), ongewenste seksuele toenadering (seksueel getinte opmerkingen en ongewenst aangeraakt) en / of seksueel geweld (aangerand of verkracht).