s
WaatAe,
2uhdatifi.-freaidez.De bediening en verzorging van de Zundapp-Com- binette is zeer eenvoudig.
Uw
Zundapp-handelaar heeft Ubij deaankoopvanditkrachtige voertuigook reeds de nodigeinstructiesgegeven. Nochtanshebbenwij indit boekje nog eens al hetvoor de bediening, het onderhoud en het verhelpen van storingen be- langrijkesamengevat, opdatUhetthuisop
Uw
gemakkunt nalezen.
Vanzelfsprekend staat U
Uw
Zundapp-handelaar net ais wijsteedsmet raadendaadterbeschikking ,indien Ude eenofandere vraagofwensheeft.Zoals U weet, leveren wij verschillende Combinefte- modellen, om met ieders wens rekening te kunnen houden. In deze gebruiksaanwijzing hebben wij een- voudigheidshalve tegefijk alie modellen samengevat.
Voorzover dezewat de bediening betreftvan elkaar verschillen, hebbenwij ditindetekstenbijdeafbeel- dingen natuurlijkaangegeven, zodatUdirecthetvoor
Uw
voertuigjuisteeruitkunt halen.Wijwensen U een steedsweeraangename rit.
ZUNDAPP-WERPE
GMBH
NURNBERG
-MUNCHEN
Fabriek teMunchen
INHOUD
Bladz, De technische bijzondcrhedenDetechnische bijzonderheden 3
Hetrijden 5
Het onderhoud 14
1. Luchtfitter reinigen 16
2. Spelingvan de koppeling 21
3. Voorwielrem 21
4. Achterwielrem 23
5. Controlestationnair lopen 24
6. V-snaar spannen 24
7. Kettingspannen 25
8. Rijwielketting spannen bij 1-versn.motoren . . 27
9. Rijwielketting spannen bij2-versn. motoren . . 27 10. Smeerdopjesop hetkoppelingshuis 27 11. Olie in versnellingsbak controleren 27
12. Carburateur reinigen 30
13. Bougie 31
14. Ontsteking afstellen 31
15. Uitlaat 36
16. Bowdenkabels smeren 36
Motorstoringen 37
DeAfstellingvan het zadel 40
Inhoud van de mo- torinccm
....
Boring slag in
mm
Compressieverhou- ding
Arbeidswijze. . ,
Spoeling . . . .
Smering
....
Carburateur . . .
Brandstof . . .
Oliesoort . . .
Inhoud van de benzinetank . .
Gemiddeld ben- zineverbruikop 100 km
...
.Electrische installatie .
50 39/41,8
1-versn.motor 1 :6,5 2-versn.motor1 :6,5 tweetact
omkeerspoeling met viakkezuiger mengsmering
1-versnellingsmotor:
Bing 1 12.33 Sproeier:54 Naaldsproeier: 2,12
Naaldafstelling van bovenaf:3 2-versneliingsmotor:
Bing 1/12/34 Sproeier: 54 Naaldsproeier: 2,12
Naaldafstelling van bovenaf:3 Benzine metolievermengd in de verhoudingvan 25:
1
Een bekend merk olie zoals Mo-
bilMix TT
achter: 3,5 liter met reserve voor: 5,3 liter met reserve
1-versn.motor: 1,25 liter 2-versn.motor: 1,50 liter
Noris vliegwielmagneetontsteking met twee6Volt lichtspoelen (voor koplamp 2,7 Watt, voor achter- licht2Watt)
Ontstekingstijdstip Afstand van dege- heel geopende on- derbrekerpunten Bougie
Afstancfvan de bougie-electroden Koplamplampje .
Achterlichtlampje Koppeling . . .
l.-versn.- Combinette . .
2-versnellingsbak
Schakeling bij 2-versnellingsbak
2,6
mm
voor bovenste dode punt0,3—0,4
mm
Bosch
W
175 T 1,14mm
Beru175/14en2
0,7
mm
6V, 2,7
W
6 V, 2
W
Droge koppeling met drie platen
1 :4,8indemotor Totaleoverbrenging1 :17,30 Planetaireaandrijving met 2ver- snellingen en vrijloop (1 :5,38 en
1 :3,72)
Totale overbrenging 1 :23,8 en
1:16,55
Olie-inhoud:ca. 200ccm Oliesoort: versn. bakolie zoals MobiloilC80
Stuurschakeling met versnelling- aanwijzing
Aandrijvingvan motor naar het achterwiel . .
de
bij 1-versn. motor ketting of V- snaar, bij 2-versn, motor alleen ketting
Ketting . . . 1/2" X 316"
V-snaar. . . 10X13 mm,binnenlengte 1775
mm
Wielen . . . 23"
Banden. . . 23" x 2.00"
Velgen . . . Geschikt voor draadbanden
Remmen
...
voor: trommelremachter: bij 1-versn. motor terug- traprem
bij 2-versn. motor trom- melrem
Hetrijden
Vergelijkt bij deze afdeling de daarin genoemde be- dieningsregels met de afbeeldingen 1
—
6!Het rijden is zeer eenvoudig, slechts en paar kleine voorschriften moeten inacht genomenworden.
a) Detankdop door naarlinks draaien losschroeven.
Eerstmet benzinevullenen dan pas een gerenom- meerd merkolie zoalsMobilMixTT toevoegen. Bij zich niet zelfmet de benzinevermengendeoliesoor- ten moeten de benzine en de olie vooraf in een mengkan gemengd worden. Mengverhouding ben- zine :olie
=
25:1.b) De versnellingsbak van de 2- Versn. motor moet metversnellingsbak-oliegevuld zijn {vulboutop de rechterzijdevon de motor). Totalehoeveelheid olie 200 ccm. Mobiloil C 80. Let op het merkteken op de oliepeilstok.
c) De benzinekraan openen. De brandstof loopt nu naardecarburateur.
d) Bij koude motor de startstift op de carburateur geheel indrukken, waarbij het gashandle geheel gesloten moet zijn. Hierdoor vermindert de start- schuif de luchttoevoer in de carburateur en krijgt de motorhetvoor het starten noodzakelijkrijkere brandstofmengsel.
Bij warme motor mag de startstift niet ingedrukt worden. Het beste is om voor het starten het gas- handle eerst geheel open te draaien en daarna weerte sluiten.Men heeftdan dezekerheid,datde startstift ook geheel openstaat(hoe meer gas men geeft, des te verder komt n. I. de startstift auto- matisch weer naar buiten).
Afb. 2
Tankvoor
1
=
tankdop2
=
benzinekraan(naar buitendicht,naarboven open,naar binnen reserve)Tank achter
1
=
tankdop2
=
benzinekraan (naar buiten dicht, naar bovenopen, naar binnen reserve)r
I
Op
gang brengen van de 1-versnellingsmotor: Het koppelingshandle intrekken,opstappen en debrom- fietsmiddelsde pedalenin beweging brengen, Het gashandle bij koud weer en koude motoriets, bijwarmemotorongeveer
%
tot%
openen. Hetkoppe- lingshandlelangzaamlos laten.Na
enkeleomwente- lingen siaatde motoraan.Isbijkoudemotordestart-stift ingedrukt,dan moet na het aanslaan van de motor en na eenniettekorteafstandeen ogenblik vol gasgegeven worden,opdatde startschuifweer geheel naar boven gaat. Deze maatregel moet
beslist genomen worden, aangezien de motor an- ders een te vetmengsel krijgt.
Afb. 3
Afb.4
Decarburateuropde1-versn. motor
1
=
startstift2
=
contramoer voorstelbout 3=
stelboutvoor gaskabelDecarburateuropde2-versn.motor
1
=
stelboutvoor gaskabel 2=
contramoer3
-
startstiftAfb.5
Bedieningshandles bijde1-versnellingsmotor
1
=
Voorremhandle2
=
gashandle3
=
decompresseurhandle 4-
bel5
=
koppelingshandie6
=
grendelvoor koppelingshandie 7=
licht- enkortsiuitschakelaarBij de Combinette met V-snaaraandrijving kan ook om eenslippenvan de V-snaar inelkgeval tever- mijden, in met ontkoppelde toestand gestart wor- den. In dit geval moet dan echter gedurende het aantrappen het decompresseurshandle ingetrokken worden. Zodra het rijwiel in beweging isgebracht, wordt dit los gelaten, waarna de motor aanslaat.
De snelheidwordt slechts met het gashandle gere- geld.Dekoppeling nooitgedurende langeretijd la- tenslippen!
Bijkort oponthoud(kruising,verkeersobstakels ont- koppelen en de motorstationnairdoorlaten draaien.
Bij hetwegrijdenweer gas geven enlangzaam het koppelingshandie laten schieten.
Inontkoppelde toestand enmet afgezette motor kan alsmet eengewoonrijwielgereden worden.Dezich
aanhetkoppelingshandiebevindende grendelmaakt hetvast zeftenvan hetkoppelingshandieinontkop- pelde toestand mogelijk.
Op
gangbrengenvan de2-versnellingsmotor:Bromfietsvan de standaard zetten.
Pedaalstart:
Ontkoppelen,tweedeversnelling inschakelen en de motor aantrappen; hierbijkanbij hetbeginvanhet aantrappen het decompresseurhandle ook nog en- kele ogenblikken ingetrokken worden. De motor loopt nu,terwiji debromfietsstilstaat. Bijhet weg- rijden schakeltmen,steeds nog inontkoppeldetoe- stand, de eerste versnelling in (op versnellingsaan- wijzerletten!)en laatmenhetkoppelingshandieon- dergelijktijdiggas gevenlangzaamlos,(Koppelings- handie geheetintrekken endan langzaamterug la- tenschieten).Hetinschakelenindeeerste versnelling
'
is hoorbaar.
Na
het bereiken van een voldoendes
snelheid ontkoppelt men onderwijl het gas terug draaiend, schakelt men naar de 2e versnelling en laat men het koppelingshandie weer schieten. Het
[
10
terugschakelen van de tweede naar de eerste ver- snelling geschiedtopdezelfdewijze.
Men kan ook nog op de volgende manier starten:
detweedeversnelling inschakelen,koppelingshandie los laten,decompresseurhandle intrekken, debrom- fiets met de pedalen in beweging brengen en dan het decompresseurhandle los laten. Het gashandle wordt bij het starten van dewarme motor net als bijde 1-versn, motorcirca % tot
%
opengedraaid,bij koude motor echter slechts een weinig (tot het merkbaar worden van een lichtetegenstand) open
Afb. 6
12
Bedieningshandlesbijde2-versn.motor koppelingshandie
versnellingsaanwijzing licht-enkortsiuitschakelaar voorremhandle
gashandle
decompresseurhandle bel
nastelboutvoor versnellingskabel draaibaar schakelhandle
gedraaid.Bijkoudeweersgesteldheidniet tevlug vol gas geven,daar hierdoor destartinrichtingautoma- tischingeschakeld wordt.
Voorhet afzetten van de motordient de kortsiuit- schakelaaropde koplamp.Ookdoor het intrekken vanhetdecompresseurhandle kan demotortotstaan gebrachtworden.
Voorhetstoppen de motornooitsmoren,maaront- koppelen, remmenen danpasde motorafzetten.
Metde Combinette kanbijafgezette motoralsmet eenrijwielgeredenworden(hiertoebijde1-versnel- lingsmotor ontkoppelen en het koppelingshandie vastzetten,bij de2-versnellingsmotordevrijtoop in- schakelen).Bijterugschakeleninbeginsel steeds ont- koppelen.
Laat,wanneerUde gewenstesnelheid bereikt hebt, het gashandle niet op dezelfde stand staan, maar draaitUditzoverterug,totde motor nognetdeze snelheid houdt. Ubespaart daarrnede brandstof!
Bijhetafdalen vanhellingenmetgeslotengashandle (motor werkt danals rem)komterdoor de toevoe- gingvanolieaande benzineteweinigoliebijdete smeren plaatsen. Daarom moetbij langereafdalin- genafentoeenige ogenblikken gasgegevenworden.
Na het afzettenvan de Combinette steedsde ben- zinekraansluiten.
Wat
het tnrijden betreft, daarover behoeft U zich in het geheel geen zorgen te maken, maar kunt U directtoteen snelheidvan 30 km/uurrijden.Slechts verzoekenwijU,gedurendedeeerste300kmuitge- sproken hardrijden over lange afstanden ensterke hellingentevermijden.Naongeveer 300km kuntU dan het voilevermogenvan de motorverlangen.U moetnatuurlijk steedsbinnende perken van dever- keersvoorschriftenblijven.Stand van delichtschakelaaropde koplamp:
midden: verlichting uitgeschakeld;
links: verlichting ingeschakeld;
rechts: ontsteking kortgesloten.
13
Hetachterlichtwordttegelijk met delichtschakelaar bediend.
Het onderhoud
Als U zlch aan het hiervoor over het rijden vertelde houdt,hebtUdemotorreeds veelgoeds gedaan,want eenvakkundige behandeling verhoogt debedrijfszeker- hetd en levensduur. Buitendien moet U nog aan een, zijhetookgering,doch regelmatigonderhoudvan
Uw
Zundapp-Combinettedenken.Ditonderhoudis samengevatinhetvolgende schema:
1.Inspectiebij300km
1. Bouten en moeren natrekken
2. Stuurklembout natrekken
3. Voorwielremcontroleren, event, nastellen 4. Achterwielremcontroleren, event, nastellen 5. Kettingspanning controleren, event, nastellen 6. Speling van de koppeling controleren, event, af-
stellen
7. Carburateur en luchtfiltercontroleren. event, reini- gen
8. Bougie reinigen, event, afstand van de electroden afstellen
9. Bevestiging van de schakeiing controleren, event, nastellen
10. Versnellingsbakolie controleren, event, bijvullen (MobiloilC80}
11. Motorbevestigingsbouten natrekken
12. Cylinderkopmoeren natrekken (slechts bij koude motor)
13. Voor- en achterwielconen controleren, event, af- stellen
14. Bowdenkabels smeren.
2. Inspectiebij1200km
1. Bouten en moeren natrekken
2.Stuurklembout natrekken
3. Voorwielremcontroleren, event, nastellen 4. Achterwielrem controleren, event, nastellen 5. Kettingspanning controleren, event, nastellen 6. Speling van de koppeling controleren, event, af-
stellen
7. Carburateur en luchtfiltercontroleren. event,reini- gen
8. Bougie reinigen, event, afstand van de electroden afstellen
9. Bevestiging van de schakeiing controleren, event.
nastellen
10.Olieinversnellingsbak controleren, event,bijvullen {MobiloilC80)
11. Motorbevestigingsbouten natrekken
12. Cylinderkopmoeren natrekken (slechts bij koude motor)
13. Voor- en achterwielconen controleren, event, af- stellen
14. Voorvork smeren
15. Stuurlager, voor- en achterwiellagering smeren (weinig)
16. Bowdenkabels smeren.
3. Inspectiebij2500km
1. Bouten en moeren natrekken
2. Voorwielremcontroleren, event, nastellen 3. Achterwielremcontroleren, event, nastellen 4. Kettingspanningcontroleren, event, nastellen 5. Speling van de koppeling controleren, event, af-
stellen
6. Carburateur en luchtfiltercontroleren. event, reini- gen
7. Bougiereinigen, event, afstand van deelectroden afstellen
8. Bevestiging van de schakeiing controleren, event, nastellen
9. Olieinversnellingsbak controleren, event,bijvullen (MobiloilC80)
14 15
voor- en achterwiellagering smeren 10. Motorbevestigingsbouten natrekken
11. Cylinderkopmoeren natrekken (slechts bij koude motor)
12. Voor- en achterwielconen controleren, event, af- stellen
13. Voorvorksmeren 14. Stuurlager,
(weinig)
15. Bowdenkabelssmeren.
16. Uitlaatdemperdemonteren en reinigen
17. Cylinderkop demonteren en uitlaatopening ontko- len (volgensvoorschrift).
Ook nadat de bovengenoemde inspecties zijn uitge- voerdmoetennatuurlijkopgeregeldetijdende boven- bedoeldeonderhoudswerkzaamhedenverrichtworden.
U behoudt daarmede het prestatievermogen van de motor. Voorzover U gewend is handenarbeidte ver- richten, kuntU de meesteonderhoudswerkzaamheden zelf uitvoeren.Inhettegenovergesteldegeval eninde door ons speciaal aangegeven gevallen is de uitvoe- ringdaarvan door een reparateurnoodzakelijk.
1. Luchtfilterreinigen
Een schone luchtfilterwerkt nietalleen gunstig op het vermogen en benzineverbruik van de motor, maarverhoogtookde levensduur daarvan.
Arbeidsproces(zie afb. 7,8 en9):
Bij de 1-versn. motorzitde carburateurrechts, bij
de2-versn.motorlinks.Menmoetdushet reenter
—
resp. hetlinkerkettingscherm demonteren. Dan de klemveer los halen en het verloopstuk terugschui- ven.
De luchtfilter kan dan uit het carburateurhuis ge- haald worden. Dan de luchtfilter met wasbenzine uitspoelen, latendrogen,indunnemotoroliedopen, metaalwoilenvulling vol laten zuigen, krachtig uit-
schudden en weer monteren. Er op letten, dat de beide klemveren ophetverloopstukin de inkepin-
16
gen in het carburateurhuis vailen en de rubberen mof weer goedvastzit,daar andershetvermogen- van de motornietzohoogis.Het schermweer mon- teren.
Afb.7 Carburateurzijdebijde1-versn.motor
1
=
verloopstuk 2=
startstift3 =boutje voor dekplaat 4
=
borgmoer5
=
stelbout boven 6=
boutjevoor dekplaat 7=
klembout8
=
klemveer (ookaan tegenover hggendezijde) 9=
stelboutonder10
=
vlotterhuis 11 =ontstekingsdekse!17
Afb. 8 Koppelingszijde bij de 2-versn. motor
1
=
stelbout voor koppelingskabel 2=
contramoer3
=
boringvoor bevestigingsbout voor koppe- lingshuisen kettingscherm4
=
bevestigingsbout voor koppelingshuis 5 ='aansluiting van debenzineleiding aan decarburateur 6
=
vlotterkamer7
=
klemveer (ook aan tegenover liggende zijde)8
=
verloopstuk9
=
bevestigingsbout voor koppelingshuis 10=
bevestigingsbout voor koppelingshuis 11=
bovenstestelboutvoor gaskabel 12=
borgmoer13
=
onderste stelbout van carburateur18
0?f
*f11 IC 9
\
:::-:-.
Afb. 9
De gedemonteerdecarburateur
1
=
dekplaat 2=
startschuif 3=
gasschuifveer 4=
gasschuif5
=
sproeiernaald met klemveer 6=
luchtfilter met rubberring 7—
stift voor vorkstuk 8=
vorkstuk9
=
bevestigingsbout voor leidingaansluitstuk 10=
zeef11
=
pakkingring 12=
pakkingringleidingaansluitstuk carburateurhuis vlotternaald sproeier vlotter 18
=
vlotterkamerkap19
Afb. 10
Koppelingsiijdebijde1-versn.motor stelbout
: borgmoer
: oliedopjeophetkoppelingshuis oliedopjeophetkoppelingshuis
bevestigingsbouten voorhetkoppelingshuis vetnippels van de V-snaarspanrol (vervalt bij ketting)
snaarschijf op de koppeling resp. bij ket- tingaandrijving kettingtandwiel
20
2. Speling van de koppelingcontroleren en nastellen De koppeling moet volledig koppelen en ontkop- pelen, mag dus niet slippen. Bij goede afstelling
moet hetkoppelingshandleop het stuur ingekop- pelde toestandwatspelinghebben(circa 1 cmaar het einde van het handle). Elke 1000km moeteen controle plaatsvinden en despelingeventueelver- beterd worden.
Arbeidsproces(zie afb.8en10):
Hetlinkerkettingscherm demonteren, deborgmoer van destelboutlosdraaien en destelboutverderin- of uitdraaien. Indraaien vergroot-, uitdraaien ver- mindertdespeling. De borgmoer weervast zetten.
Alsdedraad van destelboutvoor verderuitdraaien nietmeervoldoendeis,moetde kabelovereenkom-
stig ingekortworden, om het eventueeldicht knij- pen van de bowdenbuitenkabel tegentegaan.
De koppeling moet natuurlijk ook tussen koppe- lingstong er>drukbout een zekere speling hebben (K mm). Deze speling v/ordt na demonta^e van hetkoppelingshuis door dezichtussende drukbout en dedrukschijfbevindendevulringen gecorrigeerd.
Met toenemendeslijtagevan detoeringopde kop- pelmgsplaten wordt despeling kleinerenmoet dan doorhet eruitnemenvan eenoftweederboven- genoemderingenweer opde normalestandgebracht worden. De controle van de speling geschiedt bij hetzichop het koppelingshuis bevindende koppe- lingshevel,datzichbij degoede spelingongeveer 5
mm
gemakkelijk naarboven moetlaten drukken, voor zijn drukpunt bereikt is. Werk voor een re- parateur!Voorwielrem controlerenen nastellen
Denoodzakelijkheid van eennastellenvan de rem
isuitwendingaan desteeds groterwordenderuimte op het handremhandle te herkennen. Deze moet normaal ongeveer 1 cm aan het uiteindevan het
21
handlebedragen.Denastellingmoetdussteeds20 geschieden, dat de remschoenen na het bereiken van deze ruimte merkbaar vast pakken. Elke 1000kmmoeteencontroleen eventueel eennastel- linguitgevoerd worden.
Arbeidsproces (zieafb. 11):
De borgmoer van de bowdenkabelstelbout los draaien en laatstgenoemde zover terug draaien tot de bovengenoemde speling bereikt is. Dan de stelbout vast houden en de borgmoer weer vast draaien.
Afb. 11
Afstelting van de voorwielrem
1
=
bowdenkabelstelbout 2=
borgmoerAchterwielrem controlerenen nastellen
Dezenastellingkomtslechtsvoor de2-versn.Com- binette in aanmerking,die achtereen trommelrem
heeft.Controle opteveel spelingen eventuelena- stelling dientelke1000kmtegeschieden.
Arbeidsproces(zieafb.12):
De borgmoer van de remstelbout los draaien en dan met laatstgenoemde despeling corrigeren.Dan
Afb. 12 Afstelling van deketting en de achterwielrem bij de 2-versn.motor
1
=
linkerkettingspanner 2=
rechter kettingspanner 3=
remstelbout22 23
destelboutvasthoudenendeborgmoer weervast
5. Afstelling stationnair draaien van de motor
^
n/
US!'9LStationnalr draaien, waarbii de motor zondertehoogtoerental, echter00kzondeTtTstot teren ,uist nog ronddraait, verhoogt de aanae naamheidvan het rijdenen helpt benzine te be"
sparen. W.|z.gt zich het stationnairhng,danmoetdit directopnieuwafgestedraaienIdwordenplotsl"
t
V
u°e°e r
,
veS* ^
10 °°km«*V"
en evt-'Arbeidsproces(zie afb.7en8):
D* nn'rf 6"1
/ 19
!"?u* bi' warme motor geschieden De onderste stelboutca. 8-10halve omwentelin genutdraaien. De borgmoervan de bovenstesel-
boutlosdraaien en destelboutongeveer2omwen- ten
n p 9 n
n
h.Ter
t
nr
rSi uitdraaien Demotorrtar-c?
V
gashandle geheel sluiten. De bovenste totdeU
mnf
ChtS
*"" ^
°?k nietV6rderind™ien H,Jc
+ a°Jn
?^
noe9 of l«isfblijft stil staan. InDe stl
Zt l
SteLb°UtTL
de*>°r9moervastzetten.va^ttrv^nder't:
051^^
° pdat^ ^
Deonderstestelboutgeheelindraaienen de motor weerstarten.Gashandlegeheelsluiten.Nu derfel-
Wrl
Z+OV
.
erU't .
draaie
,
n
'totde motor met
^n
gering toerental, echter 00kzonder testotteren, net nog bh,ft open. In het algemeen behoeft destelbout
t
Ca!dt°eToX.
3ha,Ve<~
te'in^
n Ui^-
Bij V-snaarmodellen spanning vandeV-snaar con- troleren, snaarschijfen snaarvelgreinigen,de nip- Sfb.7o
n
enl3l"
SnC,C,rSPC,nr01 Van
^
V^
riien (Z'GDeV-snaarmagnoch testrak (ontbrekender ela- stidteit, te zwaar lopen, gevaar van rekken) noch
24
te los zitten(doorslippenendaardoordoordraaien van de motor, gebrekkige snelheid, overmatige slijtage). Despanningmoetzozijn,datde ingekop- pelde motorbij hetdoorduwen vanhet wiel zon- der slippen van de V-snaar net nog meegenomen
wordt.Aan de hiervoorgenoemde kenmerkenbe- merktU een verkeerde V-snaarspanning direct,U moogt dan met een correctiedaarvan niet longer talmen.Onafhankelijkdaarvan moetU de V-snaar- spanningechter in principe elke1000 kmcontrole- renen eventueelmet de snaarspannersverbeteren.
De V-snaar,de snaarvelgop het achterwiel en de snaarschijfop de koppeling moeten steeds,zover doenlijk, schoon zijn. Reinigt daarom de V-snaar en de snaarvelg na iedere groterevervuiling, de snaarschijf op de koppeling elke1000km.
Om
dit laatstetedoenmoethetvolgende gebeuren Arbeidsproces:Hetlinkerkettingscherm demonteren, dedrie bou- tenvanhetkoppelingshuis losdraaienen hetkop- pelingshuisdemonteren.
Dit werk kan menzonder eigenvakbekwaamheid hetbesteaan een reparateuroverlaten.
In de vetnippel van de V-snaarspanrol moet elke 1000km met eenvetspuithoge drukvetgespoten worden,tot hetvet bij het stofdekseler uit komt (kan bij iedertankstation geschieden).
Bij eventueelverwisselen van de V-snaar moet er opgeletworden,datde V-snaarbijhetuithetkop- pelingshuiskomentussendesnaarschijfvan demo- torende V-snaarspanrolzit!
Bij1-versnellingsmotoren kettingspanningcontrole- ren,kettingreinigen ensmeren (zieAfb.13).
Deslijtagevan dekettingwordtdoor de inwerking van stof en vuil begunstigd. Door goed, elke 1000 km plaats vindend onderhoud wordt de slij-
tagevan de ketting belangrijktegengegaan.
25
r
r
Afb. 13
V-snaar- resp, ketting-en rijwielkettingspanner bij de 1-versnellings Combinette
1
=
linker snaar- resp. ketfingspanner 2=
rechter snaar-, resp. ketfingspanner 3=
rijwielkettingspanner4
=
bevestigingsboutvoorrijwielkettingspanner 5=
bevestigingsboutvoorrijwielkettingspanner Arbeidsproces:a) Het linker kettingscherm demonteren.
b) De kettingverbindingsschakel los nemen en de ketting demonteren.
c) Deketting ongeveer een uurineen benzine-of petroleumbadleggen, afborstelen,nogmaalsurt-
spoelen en afwrijven. Dan in verwarmde, dik vloeibare motorolie of in een speciaal ketting- vet dopen en daarin been en weer trekken, opdat deolieof het vetin hetbinnenstevan de
26
ketting tussendestiffenen derollendringenkan.
Na afdruipen en licht afwrijven de montagein
omgekeerde volgorde uitvoeren. Het gesloten deelvan het veertje van deverbindingsschakel moetnaar dedraairichtingvan deketting wijzen.
d) De ketting met de kettingspanners strekken vrijeslaginhetmidden10—12
mm
intotaalvanboven naar onder).
Zondereigenvakbekwaamheidlaatmendevo- rengenoemde werkzaamheden het beste aan een reparateurover.
8. Bij1-versn. motor derijwielketting strekken (zieafb.13)
Voor het strekken van de normale rijwielketting dient deverstelbare rijwielkettingspanner, die na hetlosdraaien van de bevestigingsbouten naarbo- venofnaar onder verschoven wordt,totdegoede kettingspanningbereiktis.
9 Bij2-versn.motoren deketting strekken
'
(zieafb.12)
Dekettingwordtzoalsbijeenrijwiel doorhet ver- stellenvanhet achterwiel gestrekt.Daartoeworden de achterasmoeren losgedraaid,waarnahet ach- terwiel door overeenkomstige afstelling van de beidekettingspanners vooruit of achteruitversteld kan worden.
11. Bij2-versn.motorhet oliepeilindeversnellingsbak zien(zieafb. 10en15)
Inde2oliedoppen wordenelke1000kmeen paar druppels motorolie gedaan.
11. Bij2-versn.motorhet oliopeilindeversnellingsbak controleren
Hetoliepeil moetelke2000kmgecontroleerd wor- den. Indien noodzakelijk versnellingsbakoiie bi|- vullen.Devulboutzitrechts achteropde motor De ohiepeilstokaande vulbout geeft hettoelaatbare minimum-enmaximumoliepeilaan(zieatb. 14).
27
Afb. 14
De motor van boven
1
=
bougie2
=
bout voor carburateurdekplaat 3=
bout voorcarburateurdekplaat 4=
startstift van de carburateur 5=
aansluitingvoorversnellingskabel 6=
versnellingsbakolievulbout metoliepeilstokAfb. 15
De beide smeerpunten op het koppelingshuis van de 2-versnellingsmotor
28 29
^
- Carburateur reinigen
Hetisbeslistnoodzakelijk,de carburateur naarbe- hoefte, echter minstens elke2000kmtereinigen.
Arbeidsproces(zieafb.7,8en9):
De benzinetoevoer naar de carburateur afsluiten en het linker- resp. reenter kettingscherm demon- teren.
Deklemverenloshaken,hetverloopstukteruq druk- ken en de luchtfilter eruithalen. De beide bouten van de dekplaat los draaien en de dekplaat als-
mede startschuif, gasschuifveer, gasschuif en sproeiernaald met klemveerineen geheel losnemen enaan de gaskabellaten hangen.Afb.9,nrs 1—5
geeftdedelen ingedemonteerdetoestand aan De klembout los draaien en de carburateur van de aanzuigbuis van de motor los nemen. De vlotter-
kamerkap los schroeven. De vlotter ligt los in de vlotterkamerkap.
Door eruittrekken van destiftkomt hetvorkstuk
vrij en kan de vlotternaald losgenomen worden De bevestigingsbout met het benzineleidingaan- sluitstuk losschroeven en daar de zeefuithalen Let opde beide pakkingringen! Desproeier losschroe- ven.Denaaldsproeier,waarin desproeierzit,kanin het carburateurhuis blijven zitten (demontage is slechtsmet eenspeciaal-sleutel mogelijk!). Alle de- len in benzine reinigen. De sproeier en dezitting van devlotternaald nooitmet een hardvoorwerp
b. v. met een naald of een ijzerdraadje reinigen' maarslechtsuitwassenenkrachtigdoorblazen.
Alle delenweermonteren.Bij de montagevanhet vorkstuk erop letten, dat hetgemakkelijk kan be- wegen. De half kogelvormige verhogingen vlak voor devorkuiteinden moeten naar buiten wijzen Bi|net inschroevenvan debevestigingsbout,waarin vooraf de zeef gezet wordt,eropletten,dat ereen pakkingrmg onder een pakkingring boven hetlei-
dingaansluitstuk ligt. Let op de pakkingen tussen dekplaat en carburateurhuis,alsookop dietussen carburateurhuis en vlotterkamerkap.
Startschuif, gasschuifveer, gasschuif en sproeier- naald met klemveerbehoeven slechts dan van de dekplaat losgenomen worden(door het loshaken van de gaskabeluitdegasschuif),alseenvandeze delen of de gaskabel vernieuwd moeten worden.
Bij de montage er op letten, dat het klemveertje
in de voorgeschreven inkeping van de sproeier- naald komt.
Bijde montagevan de carburateureroplettendat deze loodrechtkomttezitten!
13. Elecrrodenaf stand van de bougie controleren Arbeidsproces:
Bougiekabelvan de bougielosnemen, bougielos- schroeven, met benzine uitwassen en de electro- denafstandmet eeninde handelteverkrijgen voel- maatje nameten. Deze moet0,7
mm
bedragen. Te grote afstand wordt doorzachtjes met een kleine hamer op dezijwaartseelectrodete tikken,beter nog met een electrodebuiger, gecorrigeerd.14. Afstandvan de onderbrekerpunten enafsfellingvan ontsteking controleren.
Deafstandvan de onderbrekerpunten enhetjuiste ontstekingstijdstip zijn beslissend voor het motor- vermogen, het verbruik, het rustige lopen en het goedestarten.Voordeeerstemaal eencontrolena 1000 kmen dan elke3000km een geregelde con- troleisdaaromvanhetgrootstebelong. AlsU geen uitgesprokenvakmanbent, dan moet U deze con- trole- enafstellingswerkzaamhedenbeslistaan een Zundapp-reparateur overlaten, die ook over spe- ciaalafstelgereedschapbeschikt.
30
31
Afb. 16
Afb.17
Deontsteking
= poolschoen van de lichtspoel
= bevestigingsbout voorlichtspoel
=
onderbrekerpunten=
contactplaat=
bevestigingsbout voor grondplaat=
bevestigingsbout voor ontstekingsspoel-
stelboutvan de contactpunten=
vliegwielmoerDe ontstekingmet gedemonteerd vliegwiel
1
=
grondplaat2
=
bevestigingsbout voor grondplaat 3=
bevestigingsboutvoorcontactplaat 4=
contacthamer5
=
onderbrekerpunten6
=
bevestigingsboutvoorgrondplaat 7=
bevestigingsbout voor ontstekingsspoel 8=
afstelboutvan contactpunten32 33
Arbeidsproces(zieafb. 16,17en18):
o Het deksel van de ontsteking lbs nemen (Heeft klemveersluiting).
b)Het yliegwiel zover in de richting van de pijl draaien, tot de onderbrekerpunten volledig ge- opendzijn. (T.b.v.de instructiesisdeontsteking opafbeelding17metgedemonteerdvliegwielte zien. Het vliegwiel moet echter bij alle afstel-
werkzaamhedenblijvenzitten.Het kan overigens slechts met een speciale trekker gedemonteerd worden.)
De onderbrekerpunten moeten zuiver en glad (met verbrand)zijn.Men penseeltzemet schone wasbenzine afen maaktze eventueel met een contactvijltjeglad, om dan nogmaalsafte pen- selen.
De afstand van de onderbrekerpunten moet
0,3
—
0,4 m bedragen. Men meet deze met een overeenkomstig voelmaatje, dat gemakkelijk glijdend tussende contactpunten door getrokken moet kunnen worden.Isde afstandtegrootofte klein,dandraaitmen de bevestigingsbouten van de contactplaat los ensteltmen doorhetverdraaien van destelbout der contactpunten degoede afstand af. Debe- vestigingsbout weer vast draaien.
c)Voor de afstelling van de ontsteking het vlieg- wielzoinderichtingvan depijldraaien, dat het zichhierop bevindende merkteken voorhet ont- stekingstijdstipongeveer
2—3
cmvoorhet over- eenkomstige merktekenophetmotorcarterstaat.Indeze stand kan mennetnogbij de onderbre- kerpunten komen. Men licht de onderbrekerha- mer open klemttussende onderbreker punten een zeer dun metalen maatje (0,03—0,05
mm
dikte).Papier is mindergeschikt, daar dit rafelen kan.
Afb.1£
34
De merktekens voor de ontstekingsafstelling
1
=
merktekenvoorontstekingstijdstip 2=
merkteken voor het bovenste dode puntvan de zuiger 3
—
vliegwiel4
=
corresponderend merktekenop hetmotor- carter35
p
Het vliegwiel in de richting van de pijl verder draaien,tothetmerkteken voorhet ontstekings- tijdstip tegenover hetmerkteken op hetmotor- carterstaat. In deze standmoetende onderbre- kerpunten beginnente lichten,d.w.z.hetdaar- tussen geklemde metalen maatje moet vrij ko- men. Isditechterreeds eerder of pas laterhet geval,dan moethet ontstekingstijdstip opnieuw afgesteldworden:
Hetvliegwielweerinde hiervoorgenoemdege- merkte stand zettenen de2 bevestigingsbouten van de grondplaat los draaien. Dan de grond- plaatzodraaien, datde onderbrekerpuntenjuist
beginnen te lichten, het er tussengeklemde me- talenmaatje dusvrijkomt.
De bevestigingsboutenvan de grondplaat vast zettenenhetdekselvan deontstekingweer mon- teren.
15. Uitlaatspleeten uitlaatpijpmet demper reinigen Vermogenen verbruikvan een tweetactmotor han- geninhoge matevan de blaaskracht indeuitlaat- installatie af. Daarom moet de voorgeschreven reinigingbeslistelke3000km geschieden.
Het werk zelf (demontage,schoonmaakbeurt van de uitlaat, reinigen van de uitlaatspleet in decy- linder) isuitgesprokeneen karwei voor de repara- teur.
16. Bowdenkabels smeren
Gas-, koppelings-, rem- enversnellingskabel moe- ten steeds gemakkelijk beweegbaarzijn, waarom deze elke5000km gesmeerd moeten worden.
Arbeidsproces:
Dekabelsbijdehandhandles losmaken en met een oliekan dunne motorolie tussen binnen- en buiten- kabel spuiten, tot de olie aan het andere kabel- uiteindeeruitkomt.
De betreffende afstelling van stationnair lopen resp. van de koppeling- en remspelingwerdreeds op andere plaatsen besproken. De bowdenkabel voor de schakelingkan met de opafb.6,nummer
8afgebeeldestelboutnagesteldworden:
De borgmoerlosdraaien,destelboutovereenkom-
stigafstellenendeborgmoer weervast zetten.
Deze werkzaamheden kunnen alle het beste aan de reparateur overgelatenworden!
Motorstoringen:
, Motorslaatnietaan.
Oorzaken
: Geen brandstofin de tank.Benzinekraan nietgeopend.
Verstopte brandstof-zeef.
Vlotternaaldblijfthangen.
Verstoptesproeier.
Bijte koude motorstartstift nietbediend.
Vervuilde bougie. Te grote electrodenafstand.Losse ofdefecte bougiekabel.Kortsluiting indekortsluit- schakelaar.
Onderbrekerpunten vervuild ofverbrand.
. Motorslaataan,blijftechternakortetijdstilstaan.
Oorzaak
: Carburateur leeg, daar de benzine- kraandichtstaat.LMotor slaataan,blijftechterbij hetgasgeven stil
staan.
O
or za ak: Motor nogtekoud.. Motor slaataan, petst echter bij het gas geven in
de carburateur.
Oorzaak:
Motortekoud.Verstoptesproeier.
Vervuilde brandstofleiding.
Lekkendeaanzuigleiding.
Onstekingstijdstipte laat.
Condensatorofontstekingsspoeldefect.
36 37
'
5. Motorlooptonregelmatig.
O
orz aken: Luchtfilter vervuild.Uitgelubberdenaaldsproeier,
Stand van de sproeiernaald in de gasschuif ver- keerd.
Bougievervuild.
Verstelde ontsteking.
Bougiekabellos.
Kabelklem opde bougie los.
Carburateurverstopt.
6.Motor pingelt.
Oorzaken:
Teveel vooronsteking.Zelfontbranding door koolaanslag opdezuiger.
Bougie met verkeerde warmtegraad.
Slechte benzine (alcoholtoevoegingen zijn schade-
hjk).
7. Motorwordtte heet.
O
orza k en: Verkeerd ontstekingstijdstip.Niet geschikteolie, teweinigolieindebenzine.
Uitlaatspleet, uitlaatpijp, uitlaatdemper doorkool- aanslag dichtgegroeid.
Slechte koeling doorsterk vervuilde koelribben.
8. Motor gaat bij tussenpozen plotseling op hoger toerental over.
O
orzaak: Koppelingsliptdoor verkeerdespe- hng vanhetkoppelingshandleofdoortegroteslij-tage van dekoppelingsplaten.
9. Gebrekkig motorvermogen.
Oorzaken:
Te weinigvoorontsteking.Carburateurstoring. Vervuilde luchtfilter.
Uitlaatspleet, uitlaatpijp, uitlaatdemper door kool- aanslagdicht egroeid.
Slechte compressie doorvast zittende zuigerveren tengevolge van niet geschikte smeerolie.
Defecte cylinderkoppakking, losse cylinderkop- resp. uitlaatflens-en inlaatflensmoeren.
Klepjevan de decompresseurlekt.
Rubberring lektofis vande carburateur esp.van de framesteunlosgetrokken.
10.Motorviertact.
Oorzaken
: Verkeerd mengsel(teveelolie).Te grotesproeiergemonteerd.
Sproeiernaald klemt.
Vlotter ofzittingvan devlotternaaldlekt.
Luchtfilter vervuild.
Verkeerdontstekingstijdstip.
11. Tehoogbenzineverbruik.
Oorzaken
: Lekkende plaatsen in de benzine- toevoer.Tegrote sproeiergemonteerd.
Verkeerd ontstekingstijdstip.
Dichtgegroeideuitlaatinstallatie.
Deafstellingvanhetzadel
Het zweefzadel kan zowel naar grootte als naarge- wichtvandeberijder afgesteldworden.
Arbeidsproces(zieafb. 19):
Afstellingvan de veerwerking naarhetgewicht van de berijder:
door hetnaarrechts draaien van de betreffendestel- bout onder de neus van het zadel wordt de venng
straffer,doorhetnaarlinksdraaienslapper.
Afstelling van de afstand van het zadel tot het stuur naardegroottevan deberijder:de bevestigingsbouten vanhetzadellosdraaien en hetzadel voorof achter- uitschuiven.
Wanneereenextra grote afstandgewenst wordt, dan kan de zadelpen 180° naar achteren gedraaidworden.
Het rubberzadeldekheeftbijzonder onderhoud nodig.
Olien, vetten,motorbrandstoffen en sterkeoplossmgs- middelenzijndevijandvanhet rubber, lossen het lang-
zaam open maken het oppervlak ontoonbaar.
Onaangenaamvuilwordenvan deklerenishet gevolg.
38 39
•
* 3
/
Het was reg tev
«b.19
Afstellingvanhet zadel
1
=
Bout voor deafstellingvan de veerwer 2=
bout(rechtsenlinks)voorhetvoor-ofteruitverstellenvanhetzadel 3
=
zadelpenisdaarom aantebevelen,hetzadeldek met za middelen, zoals een schraal lauw zeepsopje slmatige tussenpozen vanongeveer4
—
6weke /assenengoednatespoelen.king ach-
chte na
n af
1
Constructive veranderingen, die niet met deze ge- brutksaanwijzing overeenstemmen, blijven voorbe- houden)
40