• No results found

Senioren in de weer voor beter verkeer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Senioren in de weer voor beter verkeer"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Liberale Beweging voor Volksontwikkeling vzw Livornostraat 25 - 1050 Brussel

tel.: 02 538 59 05 - e-mail: lbv@lbvvzw.be - www.lbvvzw.be

Wegwijs in het opzetten van mobiliteitsacties met je afdeling

Senioren in de weer

voor beter verkeer

(2)

2

Inhoud

Inhoud 2

Voorwoord 3

Senioren en mobiliteit 4

- Senioren in het verkeer 4

- Mobiliteit 5

- Waarom werken aan duurzame mobiliteit? 6

- Senioren werken aan mobiliteit 7

Aan de slag 9

- Knelpuntenanalyse 9

- Prioriteiten kiezen 11

- Actieplan opstellen 11

- Actie! 11

- Evaluatie 12

Acht tips voor ouderen die willen werken aan mobiliteit 14

- Opstarten van een actiegroep 14

- De actiegroep 14

- Gespreksleider 15

- Externe partijen 15

- Open vizier 16

- Timing 16

- Omkadering 17

- Opvolging 17

Praktijkvoorbeeld Leuven 17

Conclusie 19

Enkele begrippen 20

Bibliografie 21

Nuttige links 22

Colofon 23

(3)

3

Voorwoord

Beste lezer

Voor u ligt de 4de uitgave in de reeks van Wegwijsboekjes van de Liberale Beweging voor Volksontwikkeling vzw. Met deze reeks willen we bestuurders, vrijwilligers en geïnteresseerde leden die zich binnen de vereniging op een of meerdere terreinen engageren, een instrument aanreiken waarmee men concreet aan de slag kan.

Met het thema mobiliteit snijden we deze maal een erg actueel onderwerp aan. Denk maar aan de aanslepende discussie rond de ontsluiting van de ring rond de stad aan de Schelde, of de onheilspellende berichten die ons bereiken over de economische impact van de dichtgeslibde autowegen. Maar ook in onze directe en persoonlijke levenssfeer worden we dagdagelijks geconfronteerd met situaties waarin we ons verplaatsen. Niet zelden ervaren we daarbij beperkingen of roept het een enkele keer frustraties op.

Als individu staan we hier vaak machteloos tegenover. Anders wordt het wanneer we als groep op constructieve wijze problemen aan de kaak kunnen stellen en voorstellen doen die leiden tot een betere mobiliteit - en verkeersituatie in je buurt of gemeente.

Lokale verenigingen kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Overheden die het mobiliteitsthema serieus nemen, zullen zeker luisteren naar wat zij hierover te vertellen hebben. Bovendien hebben senioren en personen met beperkingen dankzij hun ervaringsdeskundigheid, vaak een unieke kijk op de zaak, die bij de beleidsmakers wel eens ontbreekt.

Verwacht in dit boekje geen pasklare antwoorden of oplossingen. Daarvoor is de mobiliteitstoestand te zeer afhankelijk van de plaatselijke situatie.

Wel wordt in deze brochure een stapsgewijze aanpak voorgesteld om met een door feiten onderbouwd en door iedereen gedragen plan, actie te ondernemen.

Ben je van plan om met je LBV-afdeling een mobiliteitswerkgroep op te richten en actie te ondernemen, laat dan niet na om de educatieve medewerker van je provincie te contacteren of het landelijke secretariaat hiervan op de hoogte te stellen. Samen kunnen we bekijken hoe we dit ‘in goede banen’ kunnen leiden en waar nodig voor begeleiding zorgen.

Veel leesplezier en alle succes met de mobiliteitsacties van je afdeling.

Frederik Fluyt, frederik.fluyt@lbvvzw.be

(4)

4

Senioren en mobiliteit

Senioren in het verkeer

Ouderen zijn geen minderheid in het verkeer. Integendeel, de groep oudere verkeersdeelnemers zal nog groeien.

In 2010 zal een vierde van de Belgen 60 jaar of ouder zijn, in 2050 zal dat al een derde zijn. Hoewel die groep over het algemeen minder mobiel is, zal de volgende generatie hoger geschoold, meer bemiddeld en langer gezond zijn.

De levensverwachting zal dan ook hoger liggen. Hoger geschoolde en rijkere mensen zijn meer mobiel, zo blijkt uit literatuuronderzoek. Senioren blijven ook langer in hun eigen woning wonen in plaats van een vroege verhuis naar een rusthuis of verzorgingsinstelling, met als gevolg dat zij een aantal verplaatsingen zullen blijven maken (de kapper, de bak- ker, de winkel…). Kortom, senioren zullen steeds vaker, talrijker en langer aan het verkeer deelnemen (1).

Koning auto zwaait de plak als het gaat over de verplaatsingswijze van de oudere bevolking. De auto speelt een centrale rol in de vervoersautonomie en heeft daarbij een aantal intrinsieke voordelen. De auto biedt de beste oplossing voor diffuse en complexe verplaatsingsbehoeften, geeft een groot veiligheidsgevoel en biedt het meeste comfort. Daarnaast

zien we dat senioren vaak ook frequente stappers zijn, al dan niet in combinatie met auto gebruik of openbaar vervoer.

Die frequentie wordt vooral getemperd door het ervaren onveiligheidsgevoel, de vrees voor conflicten met andere weg gebruikers en opduikende fysieke beperkingen. Deze hinderende factoren komen helaas niet uit de lucht gevallen.

Oudere stappers of fietsers blijken zeer kwetsbaar in het verkeer. Ze hebben niet meer kans op een ongeval dan jongere verkeersdeelnemers, maar wanneer ze betrokken raken in een ongeval, tellen we 25% meer doden en gewonden dan gemiddeld. Voor fietsers vanaf 75 jaar wordt dat risico overigens nog groter.

In het verkeer hebben senioren een aantal duidelijke noden en behoeften (2).

Eerst en vooral vragen ze respect en hoffelijkheid in het verkeer. Daarnaast willen ze dat er werk gemaakt wordt van een aangepaste publieke ruimte (halte- infrastructuur, rustpunten, voet paden, publieke toiletten…) en aangepast verkeersmanagement (langere groenfa- ses, zebrapaden…). Ten slotte hebben ze de nood aan gerichte informatie over en educatie rond duurzame alternatieven zo- als het gebruik van het openbaar vervoer.

Die problemen zijn niet alleen belangrijk

(1) Lambert, Vleugels e.a., 2007; (2) Christiaens, Daems e.a., 2009

(5)

5 voor senioren. Ook voor mensen met een

handicap zijn de toegankelijkheid van de openbare ruimte, specifieke informatie en hoffelijkheid en respect van mede- reiziger belangrijke voorwaarden als zij zich verplaatsen. Mensen die niet goed te been zijn of niet goed zien of horen, hebben baat bij een goed ingerichte publieke ruimte. Hulpmiddelen zoals tactiele tegels, rustbanken, geleidelijke of lage opstappen, en een geluidssignaal bij oversteekplaatsen voor voetgangers, kunnen de ruimte al heel wat toeganke- lijker maken. Goede informatieverdeling over onder meer het openbaar vervoer in de gemeente is belangrijk voor senioren.

Ook speciale voorzieningen voor mensen met een beperking, zoals een minder- mobielencentrale, zijn in hun voordeel.

Senioren hebben er veel belang bij om hun stem en mening te laten horen zodat het beleid kan afgestemd worden op hun noden en behoeften. Op die manier kan een lokale overheid streven naar een inclusief mobiliteitsbeleid waarbij reguliere voorzieningen en maatregelen geschikt zijn voor iedereen.

Mobiliteit

Mobiliteit maakt het mogelijk deel te nemen aan activiteiten buitenshuis.

Enerzijds gaat het over de redenen en mogelijkheden om zich te verplaat- sen. Soms verplaatsen mensen zich uit noodzaak, bijvoorbeeld naar de winkel, dokter, apotheker. Soms is het meer een keuze of een wens om zich te verplaatsen, zoals een uitstap maken, vrienden bezoeken, etc. Bij ouderen en mensen met een handicap speelt de fysieke, en soms mentale, gezondheid ook een belangrijke rol bij het zich al dan niet verplaatsen. Anderzijds spelen ook collectieve kenmerken een rol, de regels, infrastructuur en vervoermiddelen die verplaatsingen mogelijk maken. Vervoers- autonomie is een belangrijk aspect van mobiliteit. Het betekent dat een individu de vrije keuze heeft over de bestemming, de route, het tijdstip en het vervoermiddel van de verplaatsing.

In de 21ste eeuw speelt duurzaamheid een hele belangrijke rol. Duurzame mobiliteit wil zeggen dat het verplaatsingssysteem werkt, betaalbaar, ecologisch verant- woord, veilig en rechtvaardig is. Het gaat erom het juiste vervoermiddel voor de juiste verplaatsing te gebruiken. Naar de bakker op de hoek van de straat ga je beter te voet of met de fiets. Naar de supermarkt is een auto weer nuttiger, toch als je veel of zware boodschappen.

Het is interessanter om één keer per

(6)

6

week grote boodschappen te doen, dan elke dag een klein beetje. Zo vermijd je nutteloze verplaatsingen met de wagen.

Ga je met een hele groep op uitstap, opteer dan voor openbaar vervoer, de trein is altijd een beetje reizen. Als je dan toch met de wagen wil gaan, zorg dan dat alle wagens vol zitten in plaats van één persoon per auto. Het STOP- principe van de Vlaamse overheid is een goede leidraad bij het kiezen van een verplaatsings methode. Het STOP- principe geeft de volgorde van wenselijke verplaatsingswijzen aan: bij voorkeur Stappen en fietsen (Trappen), in tweede instantie Openbaar vervoer en pas in de laatste plaats Privévervoer.

Bij het werken aan het thema duurzame mobiliteit spelen verschillende elementen een rol:

Bereikbaarheid: Bereikbaarheid houdt in dat het vervoerssysteem de mogelijkheid biedt aan personen om op een andere plaats te geraken.

Toegankelijkheid: Toegankelijkheid in enge zin gaat over de toegang van de verkeersinfrastructuur (opstappen, stations, vervoermiddelen...). Toeganke- lijkheid in brede zin duidt dan op de toegang tot mobiliteit. Streefdoel hierbij

is het garanderen van de mobiliteit voor iedereen, ook voor mensen die geen auto bezitten of besturen, zodat vervoers- armoede niet of nauwelijks meer bestaat en de vervoersongelijkheid tussen de verschillende maatschappelijke groepen tot een aanvaardbaar niveau is terug- gebracht.

Verkeersleefbaarheid: Verkeersleefbaar- heid is een begrip dat enerzijds alle aspecten van verkeer en vervoer omvat die de leefomgeving in een positieve zin beïnvloeden. Anderzijds drukt het een goed gevoel uit dat de gebruikers van een straat, wijk of gemeente hebben van het verkeer (3).

Veiligheid: Bij ouderen zijn naast verkeersveiligheid ook de sociale veilig- heid en het veiligheidsgevoel (subjectieve veiligheid) hele belangrijke aspecten van veiligheid. Verkeersveiligheid wordt gemeten aan de hand van de verkeer- ongevallen en –slachtoffers.

Waarom werken aan duurzame mobiliteit?

Wil je werken aan het thema duurzame mobiliteit, ben je waarschijnlijk wel overtuigd van de voordelen van meer

(3) Asperges en Vleugels, 2001

(7)

7 stappen, fietsen en gebruik van openbaar

vervoer. Er zijn verschillende argumenten waarom stappen, fietsen of met het open- baar vervoer reizen de voorkeur genieten.

Werken aan duurzame mobiliteit staat niet gelijk aan de auto uit het straatbeeld bannen. We pleiten ervoor rationeel om te gaan met autogebruik en niet gedachte- loos naar de autosleutels grijpen wanneer je je wilt verplaatsen. Wie anderen wil overtuigen dat het zinvol is om aan dit thema te werken, kan deze argumenten aanhalen:

• Meer beweging zorgt voor een betere conditie, houdt je langer mobiel en bezorgt je minder stress.

• Stappen en fietsen is beter voor het milieu.

• Stappen, fietsen en het gebruik van openbaar vervoer is goedkoper dan met de auto rijden. Senioren en men- sen met een handicap krijgen korting op openbaar vervoer abonnementen.

• Stappen, fietsen en het gebruik van openbaar vervoer zorgt voor meer sociaal contact en maakt je minder afhankelijk van anderen.

• In functie van je bestemming, de afstand en de bereikbaarheid, en het doel van je verplaatsing kan je de beste keuze maken uit verschillende vervoerwijzen.

• Vanuit jouw eigen ervaring kan je invloed uitoefenen op het beleid.

Deze lijst van argumenten is uiteraard niet eindig. Waarschijnlijk vind je zelf nog tal van andere voordelen.

Senioren werken aan mobiliteit

Iedereen neemt wel eens in meerdere of mindere mate deel aan het verkeer. Maar de lokale mobiliteitssituatie is niet aan ieders noden en behoeften aangepast.

Senioren en mensen met een handicap hebben vaak specifieke vragen zodat ze zo lang mogelijk mobiel kunnen blijven.

Daarom is het goed om stil te staan bij dit thema en ook andere belanghebbenden, zoals vervoermaatschappijen, de lokale overheid, buurtbewoners, te laten weten wat die specifieke noden en behoeften zijn.

Toch voelt niet iedereen zich geroepen om in actie te treden. Drie zaken zijn hierbij onontbeerlijk: verbondenheid, capaciteit en uitdaging. Verbondenheid is de mate waarin een persoon vindt dat die zelf met een gebeuren te maken heeft.

De capaciteit is dan weer de mate waarin iemand vindt dat die aan het gebeuren iets kan doen. De mate waarin die

(8)

8

persoon iets aan het gebeuren wil doen, is de uitdaging. Enkel de combinatie van die drie elementen kan iemand tot actief burgerschap aanzetten (4).

Maar hoe begin je dan aan een mobi- liteitsproject? Een werkwijze om met je afdeling of seniorengroep een mobiliteits- project op te starten is het participatief actieonderzoek (5). Zo brengt de groep zelf de mobiliteitsproblemen in kaart, beslist de groep over doelstellingen en acties die leiden tot een betere verkeers- situatie of een grotere verkeersleefbaar- heid. De groep leert niet alleen bij over het thema, maar brengt ook verandering teweeg. Actieonderzoek bestaat uit een zich herhalend proces van analyse, actie en evaluatie. De deelnemers kijken welke problemen zich voordoen, zetten een

actie op poten en kijken of de actie zijn doel bereikt heeft. De evaluatie is hierbij geen eindpunt, maar kan aanleiding geven tot nieuwe inzichten of ideeën die op hun beurt weer aanleiding kunnen geven tot acties.

Bij het opstarten van een mobiliteits- project, is het een goed idee om ook mensen buiten je vereniging of advies- raad te betrekken. Denk hierbij aan lokale beleidsmakers (schepen voor Mobiliteit, mobiliteitsambtenaar, seniorenconsulent, dienst openbare werken) of een vertegen- woordiger van de openbaarvervoermaat- schappijen. Door deel uit te maken van het project, krijgen zij een duidelijk zicht op de noden en behoeften van senioren en personen met een handicap. Door samen met hen actie te ondernemen, kan

op een constructieve wijze gewerkt worden aan het mobiliteits- beleid. Belangrijk is dat acties samen met deze externe partners geëvalueerd worden.

Dit heeft als doel om het duurzame karakter van de samen werking en de deelname aan het mobiliteitsbeleid te benadrukken.

(4) Stroobants e.a., 2001; (5) Participatief actieonderzoek is onderzoek waarbij de doelgroep die een probleem ervaart zelf haar doelen en de uitkomst van het onderzoek bepaalt. Vertaald uit Wadsworth, 1998

(9)

9

Aan de slag

Hoe ga je te werk als je met je groep of vereniging een project rond mobiliteit wil starten? In dit hoofdstuk worden de verschillende stappen verduidelijkt, in het volgende hoofdstuk vind je enkele tips en in het laatste hoofdstuk een concreet voorbeeld. Hieronder vind je een voorbeeld van een uitgewerkt stappen- plan om zelf een mobiliteitsproject op te starten (6).

1. Knelpuntenanalyse 2. Prioriteiten kiezen 3. Actieplan opstellen 4. Actie

5. Evaluatie

Door het stappenplan vanaf het begin duidelijk te maken aan de betrokkenen, laat je toe dat de deelnemers zich een duidelijk beeld vormen van het engage- ment dat ze nemen door mee te stappen in een project. Het is belangrijk dat iedere fase in consensus afgesloten wordt en dat de groep in consensus bepaalt welke de volgende stappen zullen zijn. Zo weet elk lid op elk moment waar hij of zij aan toe is.

Knelpuntenanalyse

Voor je actie kan ondernemen, is het interessant om te kijken welke problemen de leden van de werkgroep ervaren als zij zich verplaatsen. Op die manier ontdekken ze waar het zwaartepunt van de problemen ligt. Een goede structuur om over de knelpunten te discussiëren is belangrijk. Zo vermijd je dat iedereen in het wilde weg frustraties uit. Structureren kan op verschillende manieren.

Dit zijn twee voorbeelden:

- Het STOP-principe (Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en Privévervoer) is een handige kapstok aangezien je zeer concreet de knelpunten per verplaatsings methode kan oplijsten.

Ofwel kies je één verplaatsingsme- thode uit of je bespreekt ze allemaal.

In dat laatste geval zal je waarschijn- lijk meerdere bijeenkomsten moe- ten organiseren om alles te kunnen bespreken. Heb je een zeer hetero- gene groep van mensen die zich op veel verschillende manieren verplaat- sen, zoek je beter een andere indeling.

- Je kan de knelpuntendiscussie ook structureren aan de hand van deel- thema’s: bereikbaarheid, toegankelijk-

(6) cf. Lambert, Christiaens, Vleugels, 2009

(10)

10

heid, verkeersleefbaarheid, veiligheid en burgerbetrokkenheid. Zoals eerder aangegeven bespreek je op die manier zeer uitgebreid hoe de ouderen mobili- teit in hun omgeving ervaren.

Neem voldoende tijd voor de knelpunten- analyse. De discussie afbreken voor iedere deelnemer zijn ei kwijt kan, is nefast voor het vervolg van het project.

Discussies over knelpunten die niet behandeld worden tijdens de analyse, zullen blijven opduiken tijdens verdere fases en het traject alsnog vertragen.

Meerdere bijeenkomsten om de knel- punten te bespreken, zijn soms nodig.

Tijdens de knelpuntenanalyse komen vaak heel veel verschillende elementen aan bod. De gespreksleider tracht regel-

matig samen te vatten en te bundelen waar het kan of moet zodat alle deel- nemers de knelpunten op dezelfde manier interpreteren. Dat maakt de volgende stappen gemakkelijker.

Voorbeelden van knelpunten:

• gebruiksvriendelijkheid van het openbaar vervoer: toegankelijkheid van openbaar vervoer en faciliteiten (instap- hoogte van bussen en treinen, defecte roltrappen, te smalle doorgangen, onvoldoende steunpunten…), gebrek aan informatie over openbaar vervoer (speciale tarieven, moeilijkheden om juiste informatie te pakken te krijgen, hoe een belbus reserveren…)

• veiligheid: snelheid, te smalle voet- paden, ontbreken van fietspaden,

(11)

11 oversteekbaarheid, gebrek aan

respect voor verkeersregels, gebrek aan verlichting, angst, lawaai, verkeersdrukte...

• respect en hoffelijkheid: weigeren je plaats af te staan, rugzakken in het gangpad of op zitplaatsen, gebrek aan respect voor tragere uitvoering van verkeerstaken…

• gebrek aan participatie binnen het lokale beleid: senioren en mensen met een handicap zijn ondervertegenwoor- digd in de verkeersraad of GECORO

• toegankelijkheid van het openbaar domein: hoge drempels, slecht aan- gelegde voetpaden, onaangepaste oversteektijden, moeilijk begaanbare paden; verwaarlozing van voetpaden, gebrek aan rustpunten…

Prioriteiten kiezen

Uit de lijst van knelpunten moeten dan enkele prioriteiten gekozen worden, aan- gezien je niet alles op hetzelfde moment kan oplossen. Laat de groep beslissen welke de prioriteiten zijn en stuur bij als het beslissingsproces moeilijk verloopt.

Als het lijstje volledig is, baken je verder

af naar dat ene centrale thema waarrond de groep in actie wil komen.

Soms zullen de deelnemers opnieuw willen discussiëren over een bepaald punt, wat tot op zekere hoogte mogelijk is. Het is echter de taak van de

gespreksleider om dat binnen de perken te houden en te zorgen dat prioriteiten gekozen worden. Het kan nodig zijn het knelpuntenlijstje even te laten rusten en pas tijdens een volgende vergadering een beslissing te nemen.

Actieplan opstellen

Op basis van het gekozen knelpunt wordt een actie beslist. Houd volgende vragen in het achterhoofd:

- Wat is het doel?

- Wie is de doelgroep?

- Welke werkwijze gebruiken we?

- Is de actie haalbaar en realistisch?

- Met wie willen we samenwerken?

Het lijkt allemaal zeer logisch, maar het is niet altijd eenvoudig om een eenduidig antwoord te formuleren op bovenstaande vragen. De gesprekleider haalt alle aspecten van de actie (timing, taak verdeling, financiering, materiaal…) aan en zorgt dat er zeer concreet wordt

(12)

12

afgesproken hoe de actie zal verlopen.

Actie!

Zorg voor een duidelijke taakverdeling.

Laat het een actie zijn voor en door senioren. Het is niet de bedoeling dat de lokale overheid of een andere externe partner de actie uitvoert. Deze partijen kunnen een bepaalde taak opnemen, maar de actie mag niet door hen worden overgenomen.

Voorbeelden van acties

• het publiceren van informatieve artikels in het gemeenteblad over het gebruik van openbaar vervoer

• een hoffelijkheidscampagne op het openbaar vervoer m.b.v. affiches, flyers en ontmoetingsmomenten

• een fotomontage met knelpunten die wordt voorgelegd aan de lokale beleids makers tijdens een participatie- vergadering

• een knelpuntenbevraging bij de seniorenpopulatie of personen met een handicap in de gemeente/stad

• de organisatie van een gegidste toer op het lokale openbaar vervoer in het bijzijn van lokale beleidsmakers en vervoersaanbieders

• test de Bus: onder begeleiding van

ervaren senioren maken leeftijdsgeno- ten kennis met het openbaar vervoer

• een simulatie van de ideale buurt:

samen nadenken over hoe het ideale plein er zou uitzien, je kan dit bundelen in een tekening, maquette, foto, dossier...

• de organisatie van een discussie­

middag, panelgesprek, debat

• het inventariseren van en sensibili seren rond het aanbod van trage wegen in de gemeente in de vorm van oude kerkwegels, paden…

• de organisatie van een sensibiliserings- campagne rond een bepaald thema, zoals snelheid

• een gebruikersonderzoek om het derdebetalerssysteem met De Lijn uit te breiden

• senioren zeten zich als begeleider van een voet-of fietspool (POEL- Poolen op Elke Leeftijd)

• werken met de Mobilometer, een instrument tot dialoog over duurzame mobiliteit in de stad of gemeente (7)

Evaluatie

De evaluatie is belangrijk voor de opvolging enerzijds en het blijvend karakter van de actie en de actiegroep anderzijds. De actie en de werkzaam- heden van de werkgroep kan je op

(7) Canters, Van Uytven, Zuallaert, 2007

(13)

13 verschillende manieren evalueren. Via

vragenlijsten kom je meer te weten over het welbevinden van de deelnemers tijdens het proces, de actie en over het functioneren van de actiegroep. Op sommige zaken kan je dieper ingaan tijdens een gezamenlijk evaluatiegesprek.

Ook de vertegenwoordigers van het lokale bestuur kan je vragen naar hun ervaring.

Voorbeelden van evaluatievragen

• Heeft u iets bijgeleerd over het thema senioren / personen met een handicap en mobiliteit?

• Wat vond u van de stapsgewijze aanpak binnen de werkgroep?

• Wat vond u van de deelname van externe partners binnen de werkgroep?

• Wat is u in positieve en in negatieve zin bijgebleven over het opzetten van een actie over mobiliteit voor/door ouderen?

• Heeft u het gevoel iets zinvols gerealiseerd te hebben voor de senioren en hun mobiliteitsproblemen en – behoeften?

• Zou u met dezelfde groep mensen in de toekomst nog acties willen opzetten rond mobiliteit en ouderen?

• Zijn er personen of instanties die u bij de werkgroep zou willen betrekken?

Tijdens het evaluatiegesprek komen vaak nieuwe ideeën voor vervolgacties naar boven. Dit kan de aanzet zijn om opnieuw het bovengenoemde stappenplan te doorlopen.

(14)

14

Acht tips voor ouderen

die willen werken aan het verkeer

Opstarten van een actiegroep

Wanneer je als vereniging voor senioren of personen met een handicap van plan bent om een actiegroep op te richten, heb je in principe niet meer nodig dan enkele geïnteresseerden die samen beslissen rond het thema duurzame mobiliteit te werken.

De groep die aan het project zal deel- nemen, moet eerst en vooral geïnteres- seerd zijn om mee te werken. Uiteraard kan het engagement per deelnemer verschillen, maar voor een goede werking is het belangrijk dat elk groepslid een minimale belangstelling heeft voor de problematiek. Om interesse te wekken, kan je ervoor kiezen om een eerste voorstelling te doen van een mogelijke aanpak aan andere geïnteresseerde senioren. Leg duidelijk uit wat je van plan bent, wat er van de anderen verwacht wordt en wat er eventueel kan aange- boden worden. Een algemene brief per e-mail of per post heeft niet altijd het gewenste resultaat. Een persoonlijke aanpak werkt beter.

Idealiter maakt een vertegenwoordiging van de lokale overheid deel uit van de actiegroep. Gezien de thematiek is het interessant dat de dienst Mobiliteit of een

mobiliteitsambtenaar een belangrijke rol in de groep speelt. Hij of zij heeft een goed zicht op de mobiliteitssituatie van de stad of gemeente en kan het actie- proces in een ruimer kader plaatsen.

Maar ook een samenwerking met de dienst Welzijn of Sociale Zaken, de dienst Openbare Werken of andere, kan interes- sante invalshoeken belichten.

Het is belangrijk dat je als actiegroep aan de lokale overheid en de bevoegde diensten duidelijk aangeeft wat het doel is van het traject dat de groep wil afleggen en dat de coördinatie en leiding bij de initiatiefnemers berust. Goede afspraken maken goede vrienden.

De actiegroep

Een actiegroep bestaat best uit zes tot acht ouderen. Dat houdt de vergade- ringen werkbaar en overzichtelijk. De deelname van een mobiliteits ambtenaar of andere vertegenwoordiger van de lokale overheid verhoogt de kans op succes. Contacten met de adviesraden voor senioren of personen met een handicap in de gemeente zorgen voor een af spiegeling van wat er leeft bij de bevolking. Breng de leden op de hoogte van je initiatief en probeer hen te betrek-

(15)

15 ken. Als actiegroep kan je daarin ook

verder gaan door het organiseren van een bevraging bij de ouderen uit de gemeente, waarvan de resultaten kunnen gebruikt worden voor de knelpunten- analyse. De bevraging op zich kan ook als actie gezien worden.

Gespreksleider

Duidt een gespreksleider aan. Hij of zij zal het proces begeleiden. Concreet wil dit zeggen dat de procesbegeleider de vergaderingen voorzit, de verslagen verdeelt, de timing in het oog houdt, het gesprek in goede banen leidt, nieuwe afspraken plant en de uitnodigingen verstuurt, de taakverdeling in het oog houdt, etc. De begeleider zorgt ervoor dat het proces vlot verloopt, dat wil niet zeggen dat hij of zij alles zelf moet doen.

Delegeren is eveneens een kunst die de gesprekleider moet verstaan. Indien niemand zich geroepen voelt om het gesprek te leiden, kan de groep op zoek gaan naar een externe gespreksleider.

Ervaring leert dat externe begeleiding zeer zinvol kan zijn. De externe bege- leider zorgt dan voor het overzicht, het modereren, de verslagen en de uitnodi- gingen, de taakverdeling… Zo kunnen

alle deelnemers zich op de actie focus- sen. De begeleider heeft bij voorkeur ervaring met het begeleiden van groeps- processen, heeft een basiskennis van duurzame mobiliteit en is een consensus- figuur met voldoende communicatieve en sociale vaardigheden.

Externe partijen

Naargelang de actie, kan het wenselijk zijn externe belanghebbenden uit te nodigen op een of meerdere bijeen- komsten. Denk aan de lokale overheid, De Lijn, de NMBS, een lokale verkeers- generator (een ziekenhuis, belangrijk bedrijf, scholen, de middenstands- organisatie…). Bereid zulke

vergaderingen goed voor met de groep en vermijd dat de vertegenwoordigers van deze externe partijen een spervuur van klachten te verwerken krijgen.

Probeer daarom tot een vijftal prioritaire vragen of problemen te komen. Preciseer ook op voorhand wat de verwachtingen zijn t.a.v. de vertegenwoordigers en wat zij kunnen verwachten van de actiegroep.

Geef daarbij ook duidelijk aan welke rol iedereen kan spelen. Bedoeling is uiteindelijk te komen tot een kennis- making met elkaars standpunten en zienswijzen in een open discussie.

(16)

16

Open vizier

Samen werken aan een thema als mobiliteit kan alleen maar als de leden van de werkgroep elkaar tegemoet treden met open vizier. Maar het is ook belang- rijk dat de groep senioren aanvoelt dat de lokale overheid of andere betrokken partijen het op stapel staande werk serieus neemt. Daarom is het belangrijk dat je als groep van senioren of personen met een handicap vertrekt vanuit een positief standpunt. Voor de gespreks- leider betekent dit dat hij of zij ervoor moet zorgen dat eventuele verborgen agenda’s op tafel komen, dat conflicten of verkeerde verwachtingen vermeden worden door duidelijke krijtlijnen uit te zetten en erover te waken dat beider belangen gezien en erkend worden. De externe partijen moeten ervan bewust zijn dat ze het initiatief en de verantwoordelijk- heid bij de actiegroep laten en zelf een onder steunende rol opnemen.

Timing

Dat senioren teveel tijd hebben, is een misvatting. Naast een druk en actief sociaal leven in verenigingen en familie- verband, nemen zij vaak ook zorgtaken over voor hun partner of klein kinderen.

Een duidelijke timing met heldere afspraken is dan ook essentieel voor het welslagen van een project.

Het groepsproces kan een looptijd van acht maanden tot een jaar heb- ben en omvat meestal ongeveer acht tot tien bijeenkomsten. Zorg er echter wel voor dat er niet te veel tijd tussen twee bijeenkomsten zit. Hoe langer de tussen periode, hoe moeilijker het wordt om verder te gaan waar je de vorige keer geëindigd bent. Een goede richtperiode tussen de vergaderingen is een maand.

Om het project tussen de vergader- momenten in levendig te houden, kan je ervoor kiezen een aantal taken ter voor- bereiding van de volgende bijeenkomst onder de aanwezigen te verdelen.

Als je vergaderingen plant, zorg er dan ook voor dat zoveel mogelijk mensen aanwezig kunnen zijn. Regelmatige afwezigheden zijn niet bevorderlijk voor het proces. De groep moet dan vaak teveel herhalen om de afwezigen te laten bijbenen. Als het proces op een bepaald punt vastloopt, is het wel beter om een stap terug te zetten om nadien weer verder te gaan.

(17)

17 Omkadering

Zorg voor een aangename vergader- omgeving. Uiteraard moet er voldoende aandacht gaan naar de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het gebouw en de zaal waarin vergaderd wordt. Een aangename sfeer creëren, is belang- rijk. De deelnemers zijn vrijwilligers en komen niet alleen uit engagement, maar ook voor de gezelligheid. Zorg daarom voor een drankje, een koekje… Laat ook voldoende ruimte voor gesprekken over koetjes en kalfjes.

Aan elk project zijn kosten verbonden.

Dat gaat van kleine vergaderkosten, zoals de zaal, het versturen van de uit- nodigingen, de koffie en de koekjes, tot het aanmaken van eventueel actie- materiaal. Afhankelijk van de ambities, zijn deze kosten meestal zeer beperkt.

Vraag na of de gemeente of de stad de kosten kunnen dragen.

Opvolging

Uit ervaring blijkt dat opvolging een heikel punt is. Ofwel zorgt de gespreksleider voor zeer duidelijke afspraken in verband met opvolging, ofwel leg je dit voor aan iemand van de lokale overheid, moest

dit mogelijk zijn. Als het project enkele maanden stilligt, is het erg moeilijk om het proces weer op gang te trekken of af te ronden.

(8) Lambert, Christiaens, Vleugels, 2009

(18)

18

Hieronder beschrijven we een actie die door en voor een groep van Leuvense ouderen is opgezet in kader van het onderzoeksproject MESsAGE (8). De actiegroep bestond uit zeven senioren en werd voorgezeten door een externe begeleider. Er was overleg met de Dienst Welzijn, de Seniorenraad en De Lijn.

Knelpuntenanalyse

In Leuven haalden de ouderen binnen de actieonderzoeksgroep vele problemen aan inzake toegankelijkheid: de slechte staat waarin voetpaden zich bevinden, een gebrek aan fietspaden, slecht verlichte smalle paden, slechte infra-

structuur van bushaltes en problemen met de dienstregelingen van het openbaar vervoer.

Betreffende de leefbaarheid werd het gedrag van sommige buschauffeurs als een probleem ervaren. Ook het gebrek aan hoffelijkheid van medegebruikers van het openbaar vervoer werd aangeklaagd.

Het fietsgedrag van studenten was een doorn in het oog van sommige ouderen in de actieonderzoeksgroep.

Gebrek aan hoffelijkheid op het openbaar vervoer was een probleem: hinderende rugzakken, het afstaan van hun plaats De poster ontworpen door de actie onderzoeksgroep in Leuven.

Praktijkvoorbeeld Leuven

(19)

19 aan ouderen en mindervalide personen,

respect voor de infrastructuur (zowel aan de haltes als op de bussen zelf).

Twee andere problemen die ouderen tot slot vermeldden, waren het gevoel van onveiligheid op sommige plaatsen in Leuven en de wens tot een grotere participatie aan het lokale mobiliteits- beleid.

Actie

De ouderen waren het erover eens dat veel van hun problemen gerelateerd waren aan een gebrek aan hoffelijkheid.

Hoewel ze vinden dat het onderwerp in feite grotendeels de verantwoordelijkheid is van ouders en leerkrachten, wilden zij toch zelf ook op zoek gaan naar een manier om jongeren aan te zetten tot meer hoffelijkheid. Daarop besloot de actiegroep om folders en posters met een cartoon uit te delen op de bussen van De Lijn en in scholen. De cartoon lieten ze ontwerpen door een familielid van één van de deelnemers. De Lijn Vlaams-Brabant werd gevraagd de actie te ondersteunen. Verder namen zij de gelegenheid te baat om hun actie- project voor te stellen tijdens de jaarlijkse senioren week in Leuven en daar te praten met hun leeftijdsgenoten over hun behoeften en problemen ten aanzien van het openbaar vervoer in Leuven.

Tijdens de Leuvense seniorenweek werden de folders verspreid, werd de postercampagne Kijk nog eentje met stijl in de bussen van De Lijn gevoerd en werd de actie voorgesteld. Ook in de media (regionale radio en televisie) werd de actie bekendgemaakt.

Evaluatie

Hoewel de meerderheid van de deel- nemers aan het actieonderzoek aanvanke lijk wilde werken rond de slechte staat van de voetpaden, kwam er een heel andere actie uit de bus die toch heel positief werd geëvalueerd. De seniorenweek vonden ze zeer interessant omdat dit hen toeliet met andere ouderen over het thema te praten. De deelnemers hadden voor dit project soms het gevoel dat ze weinig of niets konden veranderen aan de situatie, maar tijdens het project hadden ze zich wel nuttig gevoeld. Ze merkten dat er met hun mening rekening werd gehouden. “Het zijn kleine dingen, zoals deze actie, die het verschil maken”, aldus de ouderen. De deel nemers beklemtonen ook het belang van de steun van het beleid voor het welslagen van de acties, net als het belang van de mogelijkheid om samen te werken met partners zoals De Lijn.

(20)

20

Ouderen vormen een belangrijke, steeds groeiende groep in onze samenleving.

Ook aan het verkeer zullen ouderen in de toekomst steeds vaker, talrijker en langer deelnemen. Daarbij hebben zij vaak specifieke noden, wensen en behoeften op het gebied van inrichting van publieke ruimte, vervoersorganisatie, infrastructuur, diensten en faciliteiten, veiligheid… Om ouderen blijvend de kans te geven om zich duurzaam en zelfstandig te verplaat- sen, is het daarom belangrijk dat we die noden en wensen kennen.

In Vlaanderen zijn al heel wat verenigingen of adviesorganen actief waarin ouderen die specifieke noden en behoeften kunnen doorgeven aan beleids makers en planners. Daarnaast is het ook belangrijk dat senioren en seniorenverenigingen zelf actie onder nemen. Zelf in actie treden kan vernieuwing brengen in het mobiliteits- debat in de stad of gemeente en de bestaande adviesformules een nieuw elan geven.

Het terugkerend proces van analyse, actie en evaluatie, de autonomie van de groep en de focus op actie zorgt ervoor dat men van een louter adviserende rol kan evolueren naar een constructieve en open samenwerking, in wederzijdse

erkenning, die deskundigheidsverhogend werkt en bovendien toelaat om elkaars leefwereld te leren kennen.

Deelnemen aan een actiegroep geeft de ouderen het gevoel dat ze deel uit te maken van iets zinvols. Door de acties hebben ze het gevoel nog steeds mee te tellen in de samenleving en maken ze mee een verschil. Het contact met de overheden zorgt ervoor dat de dagelijkse problemen van ouderen tijdens het verplaatsen bekend geraken. Soms is er een conflict tussen de belangen van ouderen en overheden: ouderen vragen oplossingen op korte termijn, terwijl overheden op lange termijn denken.

Vandaar dat zelf oplossingen voordragen en acties op poten zetten lokaal een verschil kan maken.

Conclusie

(21)

21

Bibliografie

Enkele begrippen

- Asperges, T. & Vleugels, I. (2001). Impact van verkeersonveiligheid en –onleefbaar- heid. Objectieve en subjectieve factoren. Synthese. Deel III Verkeersleefbaarheid.

(Intern Rapport) Leuven: DWTC duurzame mobiliteit.

- Christiaens, J. & Auwerx, P. (2007). Mobiliteitsparticipatie in buurten. Inspirerende praktijkvoorbeelden. Leuven: Mobiel 21.

- Christiaens, J., Daems, A., De Donder, L., Dury, S., Lambert, L., Lannoy, P., Nys G., Verté D. & Vleugels, I. (2009). Final Report MESsAGE: Mobility and the Elderly:

Successful ageing in a sustai nable transport system. Brussel: Federaal Weten- schapsbeleid.

- Lambert, L., Christiaens, J. & Vleugels, I., (2009). Ouderen werken aan duurame mobi- liteit. Succesvol ouder worden in een duurzaam transportsysteem. Leuven: Mobiel 21.

- Federaal Wetenschapsbeleid (2007) MESSAGE – Mobility and Elderly: Successful Ageing in Sustainable Transport Systems. WP1: State of the art on elderly & mobility.

Results of the literature review. Mobiel 21, Vrije Universiteit Brussel Vakgroep AGOG en Université Libre de Bruxelles Centre de Recherche Urbaine.

- Stroobandt, V., Celis, R., Snick, A. & Wildemeersch, D. (2001). Actief burgerschap:

een leerproces. In: Sociale interventie, 4, pp. 13-22.

- Canters, R., Van Uytven, A. & Zuallaert, G. (2007). Mobilometer, Instrument tot dialoog over duurzame mobiliteit in uw stad of gemeente. Leuven: Mobiel 21.

- Mindermobielencentrale: Een mindermobielencentrale is een organisatie die beroep doet op vrijwilligers om mensen met verplaatsingsproblemen en een beperkt inko- men vervoer op maat te bieden.

- GECORO: Gecoro staat voor GEmeentelijke COmmissie voor Ruimtelijke Ordening.

Ze adviseert het College of de gemeenteraad inzake het ruimtelijk beleid van de gemeente.

- Derdebetalerssysteem: Bij een derdebetalersysteem betaalt een derde (verschillend van de reiziger zelf) de prijs, of een deel van de prijs voor het openbaar vervoer.

(22)

22

Nuttige links

www.autodelen.net: website van het Vlaams Steunpunt voor Particulier Autodelen

www.cambio.be: autodeelsysteem met deelauto’s op verschillende plaatsen in België

www.duurzamemobiliteit.be: website van de Vlaamse Overheid met ideeën voor gemeenten en steden

www.eco-driving.be: alle info over het thema en links naar de belangrijkste opleidingsverstrekkers

www.eco-score.be: website met de eco-scores van alle wagens die sinds 1998 in België op de markt zijn gekomen.

www.fietspunten.be: fietspunten promo- ten het gebruik van de fiets in combinatie met het openbaar vervoer. Ze houden toezicht op de fietsenstallingen aan treinstations, verhuren fietsen en doen kleine fietsherstellingen.

www.komimo.be: permanent overlegforum tussen mobiliteits- en milieuverenigingen. Organisator van de Heen-en-weer-week (mei) en de Aardig-op-weg-week (september) in Vlaanderen

www.mobiel21.be: website van de sociaal-culturele beweging voor duurzame mobiliteit

Mobiliteitsportaal: http://www.statbel.fgov.

be/port/mob_nl.asp: mobiliteitsportaal met alle gegevens over verkeer, vervoer en mobiliteit in België

www.mobielvlaanderen.be: portaalsite van de Vlaamse Overheid over mobiliteit

www.slimweg.be: info- en adviespunt voor iedereen die meer wil weten over duurzame mobiliteit

www.wegcode.be: website met alle informatie over het Belgische verkeers- reglement

(23)

23

Colofon

Een uitgave van LBV - Liberale Beweging voor Volksontwikkeling vzw De Liberale Beweging voor Volksontwikkeling is een landelijke vereniging van

50-plussers en mensen met een handicap. Via een netwerk van plaatselijke afdelingen nemen onze leden deel aan allerhande vrijetijds- en vormingsactiviteiten.

Onze leden vinden het fijn om elkaar te ontmoeten, om samen van een snuifje cultuur te genieten of om nieuwe leerervaringen op te doen. Vrijwilligers benutten de kans om ook buiten hun actieve loopbaan, de jarenlange ervaring,kennis en vaardigheden in te zetten binnen of namens het afdelingswerk.

Liberale Beweging voor Volksontwikkeling vzw Livornostraat 25 – 1050 Brussel

tel.: 02/538.59.05

info@lbvvzw.be - www.lbvvzw.be

Redactie

Lies Lambert, Mobiel 21 vzw

Mobiel 21 vzw is een centrum voor kennisontwikkeling, educatie en gedrags- beïnvloeding op het gebied van duurzame en veilige mobiliteit. Mobiel 21 vzw bouwt op de rijke ervaring, expertise en inspiratie van Langzaam Verkeer vzw en ijvert voor duurzame mobiliteit in de 21ste eeuw. Mobiel 21 stelt duurzaamheid centraal.

Duurzaamheid vertaalt zich in drie pijlers: het economische, het ecologische en het sociale belang. Economische afwegingen van kosten en baten, de ecologische effecten van mobiliteit en de sociale gelijkwaardigheid van personen en vervoers- wijzen worden op een evenwichtige wijze samen bekeken. Mobiel 21 vzw kiest voor levenskwaliteit en ecologische waarden en zet zich in voor Lokale Agenda 21, een initiatief van de Verenigde Naties dat duurzame ontwikkeling wereldwijd wil bevorderen op lokaal niveau. Mobiel 21 vzw wordt gesubsidieerd als beweging voor sociaal- cultureel volwassenenwerk.

Eindredactie

Frederik Fluyt, LBV vzw Brussel, oktober 2009

(24)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle

Het gaat om zinvolle en gevarieerde bewegingsactiviteiten, zoals gymnastiekoefeningen of spelvormen, waaraan plezier wordt beleefd.. MBvO maakt gebruik van speciaal

Alternatieven voor de echte wandelaar zijn er genoeg, onder meer naar Bomal (8km h/t). Je kan er natuurlijk ook pootjebaden in

Inentingen, mondmasker, afstand houden en vaccinatiepas tonen, zijn onze wapens tegen het virus.. Indien het overlegcomité en de regering op 15 december beslissen de Corona

Vooral in huurwoningen Na 2010 lichte toename 75-plus met koopwoning

le gast van Linking Generations op tvbrussel, een dagelijks halfuur televisie voor senioren.. Het programma bevat drie

Doorgaans worden diefstallen in kerken immers niet of te laat

‘In Nederland, waar dit al langer mogelijk is, blijft het cijfer ook heel laag. Ze