• No results found

Preek bij Lucas 1 : en 2 Samuel 7 : 1 13 (16) Gemeente van Christus,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Preek bij Lucas 1 : en 2 Samuel 7 : 1 13 (16) Gemeente van Christus,"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Preek bij Lucas 1 : 26 – 38 en 2 Samuel 7 : 1 – 13 (16) Gemeente van Christus,

U kent vast wel dit oude mopje. Een jongen zit op een christelijke school en vraagt in de klas aan de meester:

“Meester, is God overal?”

“Jazeker, jongen.”

“Ook bij ons in de tuin?”

“Ja hoor, ook daar.”

“Maar we hebben geen tuin!”

Ik weet niet of de meester hier nog een antwoord op had, maar de vraag is van alle tijden: waar is God?

Diepzinniger dan dit mopje is een chassidisch verhaal waarin een leerling aan de rebbe, zijn leermeester vraagt: “Waar woont God?” De rebbe antwoordt: “God woont daar waar de mens hem binnenlaat.”

De vraag waar God kan wonen, houdt ook koning David bezig in het boek Samuel. Hijzelf heeft een prachtig paleis van cederhout, maar Gods ark staat nog altijd in een tent, net als bij de uittocht uit Egypte.

Maar als David erover denkt ook voor God een huis van cederhout te bouwen, dan steekt die daar een stokje voor. Bij monde van de profeet Natan zegt God tegen David:

“Ik heb altijd rondgetrokken in tent en tabernakel. Ik heb nooit om een huis gevraagd. Wil je voor mij een huis bouwen om in te wonen? Ik denk het niet. Ik zal voor jou een huis bouwen.”

En daarmee bedoelt God niet alleen, dat Davids zoon Salomo een tempel gaat bouwen. Nee, met dat huis bedoelt God ook een koningshuis dat eeuwig zal voortbestaan. Met vrede en liefde op de troon. Een troon die nooit zal wankelen.

Die tempel van Salomo in Jeruzalem, die is er gekomen. Een plek voor de God van Israël om in te wonen. Maar die God is het kamperen nog niet verleerd. Die God laat zich niet vastpinnen op een gebouw van hout en steen.

Zoals de theoloog Ter Schegget zei: “God gaat niet naar de kerk als wij naar de kerk gaan.” En dat is maar goed ook, want jullie kúnnen niet eens naar de kerk.

(2)

Gelukkig kan God overal zijn, ook in eigen huis en tuin. Dus ook vandaag bij jou thuis. Want God woont daar waar de mens hem binnenlaat.

Dat blijkt ook in het Lucasevangelie. Aan het begin van dit evangelie verschijnt de engel Gabriel aan de priester Zacharias in het heilige der heiligen in de tempel in Jeruzalem. Daar waar je God zou verwachten.

Maar in het verhaal van vandaag verschijnt God ver buiten die tempel, ver buiten Jeruzalem, in een simpel rijtjeshuis in een onooglijk stadje. Nazareth.

Daar verschijnt de engel Gabriel. Die naam Gabriel betekent letterlijk: de gabber van God, Gods vriend, zijn best man.

En God stuurt zijn best man naar een meisje met de naam Maria. Om met haar geschiedenis te gaan schrijven. Om in haar een verhaal te beginnen dat de wereld voorgoed zou veranderen.

Maar waarom dit meisje Maria? Waarom kiest God nu uitgerekend háár uit? In de Rooms-katholieke traditie weten ze het wel. Daar is Maria tot grote hoogte gestegen, letterlijk en figuurlijk. Met alle gevolgen van dien.

De katholieke theoloog prof. Berger schrijft over Maria: “zij werd behangen als een kerstboom. En wel één die onsamenhangend versierd is: moeder, maagd, bruid, vrouw, kindvrouwtje, koningin. Dat zijn wel héél veel rollen om te spelen. Daar moet iemand onder bezwijken, zou je zeggen. Welnu, dat is ook wat gebeurd is.” Einde citaat.

En, voeg ik daaraan toe: niet alleen Maria zélf is onder die rollen bezweken. Dat gold ook voor hele generaties vrouwen, die geacht werden naar het voorbeeld van Maria te leven. Dat wil zeggen als moeder en maagd tegelijk, wat voor de meeste vrouwen toch een lastige combinatie is.

Van de weeromstuit is Maria in de protestantse traditie juist van haar troon gestoten, gedownsized, om het maar eens in goed Nederlands te zeggen.

Afgeschaald tot een kleine, ondergeschikte rol. Zij is dan de toevallige verloofde van Jozef, die wél belangrijk is.

Want Jozef is een verre nakomeling van de grote koning David. En de Messias die geboren wordt, komt uit het huis van David. Want God had David beloofd dat zijn koningschap voor eeuwig zou zijn. Via zijn vader Jozef is Jezus dus linked-in met David, en wordt hij geboren als Zoon van David.

(3)

En ja, dat is waar, en dat mag allemaal zo wezen, maar daarmee doen we Maria óók geen recht. Want zou dát de enige reden zijn dat God haar kiest? Dat ze toevallig de juiste verloofde heeft?

Nee, Maria heeft méér in haar mars. Ze is zorgvuldig vanuit de hemel gescout door God en zijn gabber. Want zij is uit het juiste hout gesneden. En ik denk om wel drie redenen. En die loop ik graag even kort met jullie langs. Nou ja, kort?

Ga d’r maar eens goed voor zitten.

Ten eerste, het begint met haar náám: Maria. What’s in a name, vroeg Shakespeare zich af. Nou, bijbels gezien heel veel. In de bijbel zegt iemands naam iets over z’n karakter, z’n betekenis.

Maria is de Griekse vorm van het Hebreeuwse Mirjam. En dat is niet per ongeluk. Mirjam was de zus van Mozes en stond aan de wieg van de bevrijding van het volk Israël uit Egypte.

In bange tijden hield Mirjam stand. Zíj hield de wacht bij haar weerloze kleine broertje Mozes, in zijn biezen mandje op de rivier. En na de doortocht door de Rode Zee bezong zíj met alle vrouwen uitbundig die wonderlijke redding.

Zo staat Maria, als de tweede Mirjam, óók aan de wieg van Gods bevrijdingsverhaal. De redding, de Messias begint bij haar. Daarom moet ze haar zoon Jezus noemen. Dat betekent ‘God redt’. What’s in a name?

Dat is één. Het tweede bijzondere aan Maria is dat zij máágd is. Dat woord roept natuurlijk onmiddellijk allerlei vragen op van biologische aard. Want, zwanger worden zonder seks, dat kan natuurlijk niet. Nee, dat klopt, maar daar kom ik straks op.

Het woord ‘maagd’ betekende in die tijd hetzelfde als jonge vrouw of verloofde.

Anders dan vandaag de dag vielen die begrippen toen namelijk meestal samen…

Het kan dus beide betekenen. Daarom staat in de nieuwe bijbelvertaling het woord ‘meisje.’ Maar hoe je het ook vertaalt, meisje, maagd of jongedame, in dit woord klinkt méér mee. Profetieën uit vervlogen tijden.

Denk maar aan de beroemde profetie van Jesaja 7. Midden in een oorlogscrisis roept de profeet het volk en de koning op om op Gód te vertrouwen. Díe heeft immers aan David beloofd dat zijn koningschap voor eeuwig zou zijn.

(4)

Het ongevraagde teken daarvoor, zegt Jesaja, is dit: “een jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen.”

Immanuel betekent: God is met ons. What’s in a name? God is met ons. En wát zegt de engel tegen Maria als hij haar begróet? Juist: “De Heer is met je.”

Zo laat Lucas subtiel zien dat Maria die jonge vrouw is. Dat de geboorte van Jezus hét teken is dat God met ons is. Dat hij een nieuw begin maakt in dat koningschap van David, zoals hij heeft beloofd.

En maagd of jonge vrouw is trouwens ook een aanduiding voor het vólk Israël.

De dochter van Sion, die ook steevast maagd is. En volgens de profeet Micha wordt uit die maagd, de dochter van Sion, uiteindelijk de Messias geboren.

Dat klinkt dus állemaal mee in het woord ‘maagd’, woorden uit de Tenach, Israëls bijbel: de oude verwachting, de grote belofte, het beste nieuws.

En ja, dan rest natuurlijk nog de biológische connotatie. Maria zegt het zelf ook:

hoe kan ik zwanger worden, ik heb nog nooit gemeenschap gehad met een man?

#hoedan?

Ja, dat vroegen wij ons ook al af. En Lucas en velen na hem ongetwijfeld ook.

De engel geeft hier wel een antwoord op, maar dat antwoord is eigenlijk één groot vraagteken. It’s a mystery. Zoals geloven uiteindelijk om een mysterie draait.

De heilige Géést, zegt Gabriel, die zal over Maria komen en de kracht van de Allerhoogste zal haar als een schaduw bedekken.

Dat woord overschaduwen, dat zien we óók terug in het Oude Testament. Waar de wolk van Gods aanwezigheid de tabernakel, de tent der samenkomst overschaduwt. De tent waar God in rondtrok met zijn volk. Om overal te kunnen zijn en daar te wonen, waar de mens hem binnenlaat.

Zo wordt Maria in levenden lijve die tabernakel, Gods tempel. In haar kan hij wonen, omdat zij hem binnenlaat.

Het maagd-zijn van Maria wijst dus niet zozeer op een biologische kwaliteit van haar, of van welke vrouw dan ook. Nee, deze hoedanigheid wijst erop dat Gód

(5)

hier aan zet is. Dat de verlossing niet van onszélf komt, niet van Jozef of Maria, maar van bóven. Want, zegt Gods gabber, voor God is niets onmogelijk.

En dat brengt ons bij de derde en laatste reden waarom God nu juist dit meisje María heeft uitgekozen.

Want hoe zou jíj reageren als een engel tegen je zegt dat a) je zwanger wordt van de heilige Geest, dat b) je bejaarde tante over 3 maanden ook van een kind gaat bevallen, en dat c) voor God niets onmogelijk is.

Wat zou jouw antwoord zijn? Dat van Maria luidt: “De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.”

Het antwoord van Maria is dus in één woord: vertrouwen. Zij gelooft dat voor God niets onmogelijk is.

Ook al begrijpt ze er zelf geen snars van. Ook al heeft ze meer vragen dan bruikbare antwoorden. Ook al voelt ze aan haar vruchtwater dat dit geen gemakkelijke weg wordt, als zwangere ongetrouwde vrouw, en dat haar leven nooit meer hetzelfde zal zijn.

Maria heeft vertrouwen dat het goed komt als God met haar is. En daarmee kan het Kerstverhaal, het verhaal van bevrijding definitief beginnen. De Zoon van de Allerhoogste zal onder de mensen komen wonen. In het menselijk gezin.

Voor de engel is het mission accomplished. Hij kan rustig terug naar de hemel.

Het blijkt een stuk makkelijker om de moeder Gods te vinden dan een lijsttrekker voor het CDA…

Maar Maria was goed gescout. En daarom wijst zij ook óns de weg. Vooral met haar derde eigenschap. Want je hoeft geen Maria te heten of maagd te zijn om haar te volgen. Als je maar iets koestert van haar geloofsvertrouwen. Haar ontvankelijkheid. Haar durf.

Als je maar met Maria durft te geloven, dat voor God alles mogelijk is én dat God met je is, als je hem binnenlaat.

Want met vertrouwen is ook voor óns alles mogelijk. Dat zegt Jezus zelf later tegen zijn leerlingen. Hij zegt: met geloof zo klein als een mosterdzaadje kunnen jullie bergen verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.”

(6)

Ook in deze moeilijke coronatijd, in deze lockdown. Premier Rutte zei tegen ons dat er nóg meer veerkracht van ons wordt gevraagd. Kunnen we dat aan?

Jazeker. Hebben we dat in huis? Zeker weten.

Want God is met ons. Hij woont daar, waar je hem binnenlaat. Ook bij jou thuis.

Ook in de tuin. Ook al heb je geen tuin. Want voor God is niets onmogelijk.

Amen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft

Woord van de Heer. Wij danken God.. - 5 - GELOOFSBELIJDENIS: gesproken Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, zijn enige

Die vraag laat ons zien dat Jezus alles wat Hij is, heeft gegeven om bij ons te zijn, om ons te kunnen aanvaarden in de essentie van Gods wezen?. Hij heeft alles gegeven, zelfs

Maar Johannes zou Johannes niet zijn als in die nacht niet nog meer betekenis verscholen ligt.. Want dit verhaal speelt tijdens het Pesachfeest, waarvoor Jezus naar

U moest dan bidden, wat de psalmist bidt: ‘Toets mij en ken mijn gedachten; zie of bij mij een heilloze weg is en leidt mij op de eeuwige weg.’ Tijdens Operatie Agapè kunnen

Hij bouwde op elke plaats waar hij een nieuw werk begon een kapel of een kerk (wanneer hij meer middelen had).. Een van de mooiste kerkgebouwen die hij bouwde was de basiliek

Dat is niet te harmoniseren voor ons, maar de schrijvers van het Nieuwe Testament - we zagen Johannes, Paulus en de onbekende schrijver van de Hebreeënbrief, gebruiken al die

Laat mij lijden aan zijn wonden, laat mij delen in zijn pijn.. Laat mij huilen aan uw zijde, laat het kruis ook mij doen lijden tot ik zelf eens doodgaan