• No results found

Gemeenteraad. Stadsontwikkeling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gemeenteraad. Stadsontwikkeling"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

de heren Robert Voorhamme, Philip Heylen, Ludo Van Campenhout, mevrouw Leen Verbist, de heren Marc Van Peel, Luc Bungeneers, Guy Lauwers, mevrouw Monica De Coninck, schepenen;

de heer Staf Neel, mevrouw Hilda Vienne, de heren Johan Van Brusselen, Bob Hulstaert, Filip Dewinter, mevrouw Nahima Lanjri, de heer Jan Penris, mevrouwen Tanja Smit, Ann Coolsaet, de heren Hugo Verhelst, Erwin Pairon, Claude Marinower, Gerolf Annemans, mevrouwen Kathleen Van Brempt, Freya Piryns, Caroline Drieghe, de heren Youssef Slassi, Wim Wienen, mevrouw Suzette Verhoeven, de heren George Ver Eecke, Ergün Top, Staf Wouters, mevrouw Chris Calluy, de heer Hugo Coveliers, mevrouwen Anke Van dermeersch, Fauzaya Talhaoui, Maya Detiège, de heren Karim Bachar, Bart De Wever, mevrouw Güler Turan, de heer Jurgen Verstrepen, mevrouw Annick De Ridder, de heren Bruno Valkeniers, Sener Ugurlu, mevrouwen Fatma Akbas, Greet van Gool, de heer Bart Martens, mevrouw Eva Mangelschots, de heer Frank Hosteaux, mevrouw Suzy Lismont-Cools, de heer Toon Wassenberg, mevrouw Peggy Pooters, de heer Jo Vermeulen, mevrouw Eva Wuyts, de heren Seppe De Blust, Wim Van Osselaer, raadsleden;

de heer Roel Verhaert, stadssecretaris.

Openbare zitting van 29 maart 2010

Iedereen aanwezig behalve mevrouw Tanja Smit, de heren Claude Marinower, Ergün Top, mevrouw Maya Detiège, de heren Bart De Wever, Jurgen Verstrepen, raadsleden.

Stadsontwikkeling A-Punt

35 Duurzame ontwikkeling. Lokaal Kyotoplan Antwerpen. Aanpassing reglement verstrekken goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds. Goedkeuring. Concretisering

beleidsrichtlijn (Jaarnummer 416)

De gemeenteraad keurt goed de aanpassing van het reglement voor het verstrekken van goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds.

Agendapunt, gemeenteraad, open, 22/09/2008, jaarnummer 1532; Agendapunt, gemeenteraad, open, 24/11/2009, jaarnummer 2068; Agendapunt, gemeenteraad, open, 27/04/2009, jaarnummer 824; Agendapunt, college, gewone zitting, 26/02/2010, jaarnummer 2217

Auteur: Filip Lenders

Motivering Voorgeschiedenis

Op 22 september 2008 (jaarnummer 1532) keurde de gemeenteraad het reglement voor het verstrekken van goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds goed.

Op 24 november 2008 (jaarnummer 2068) keurde de gemeenteraad de aanpassing van het reglement voor het verstrekken van goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds goed.

Op 27 april 2009 (jaarnummer 824) keurde de gemeenteraad de aanpassing van het reglement voor het verstrekken van goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds goed.

(2)

Het college besliste op 26 februari 2010 (jaarnummer 2217) de aanpassing van het reglement voor het verstrekken van goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

Feiten en context

Het Energiebesparingsfonds geeft de inwoners van de stad Antwerpen de kans te investeren in energiebesparende maatregelen in particuliere woningen door het verstrekken van goedkope en renteloze leningen. Het project kadert in het federale initiatief van het nv Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE).

Nv FRGE erkent aparte rechtspersonen als “lokale entiteit” om in een afgebakende regio de toekenning en opvolging van de leningen te beheren. De voorwaarden voor erkenning werden vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst tussen nv FRGE en vzw Recyclant. Ook de borgstelling door de stad Antwerpen is een voorwaarde. Vzw Recyclant voldoet aan alle voorwaarden en is erkend als lokale entiteit voor de stad Antwerpen.

Het energiebesparingsfonds is de publieksgerichte benaming van de lokale entiteit van de stad Antwerpen.

Sedert 1 oktober 2008 kunnen inwoners en verenigingen met een sociaal oogmerk een leningaanvraag indienen bij het Energiebesparingsfonds. De aanvragen worden volgens een vastgestelde procedure beoordeeld en voor beslissing voorgelegd aan een kredietcommissie. De ervaring van 15 werkingsmaanden bracht opnieuw een aantal verbeterpunten in het reglement aan het licht. Om die reden moet het eerder goedgekeurde en aangepaste reglement van het

Energiebesparingsfonds worden aangepast.

De eerste wijziging is de omzetting van de renteloze lening naar een lening aan een intrestvoet van 1,5%, die de kredietnemer volledig krijgt terugbetaald via het principe van de intrestbonificatie van de groene lening van de federale overheid. Op deze manier blijft de lening voor de

kredietnemer volledig renteloos. Vzw Recyclant stelt deze werkwijze in, in het kader van het koninklijk besluit van 31 juli 2009 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009, betreffende intrestbonificatie bij de groene lening. Doordat de aanvrager oorspronkelijk wel 1,5% intresten betaalt, wordt de financiële last van vzw Recyclant ten opzichte van het FRGE verminderd met 1,5% intresten per dossier voor een renteloze lening. Terwijl vzw Recyclant tot nu toe de volledige 2% intresten per dossier voor een renteloze lening voor eigen rekening nam, zal zij met deze nieuwe regeling slechts 0,5% (2%-1,5%) intresten voor eigen rekening moeten nemen. Het

Energiebesparingsfonds hanteert deze werkwijze zolang de intrestbonificatie vanwege de federale overheid geldig is. Voorlopig is de intrestbonificatie geldig voor leningen afgesloten voor

31 december 2011. Wanneer de federale overheid deze maatregel niet verlengt, zal het Energiebesparingsfonds de volledige intresten van 2% voor renteloze leningen afgesloten na 31 december 2011 opnieuw voor eigen rekening nemen. Op deze wijze garandeert zij de renteloze leningen voor de inwoners die behoren tot de doelgroep. Voor de goedkope lening aan 2%

verandert de interne werking niet. Het aangepaste reglement vermeldt wel dat zowel de renteloze als de goedkope lening in aanmerking komen voor intrestbonificatie.

(3)

Een tweede wijziging is de uitbreiding van de begeleiding, de zogenaamde ESCO-begeleiding, van kredietnemers die behoren tot de sociale doelgroep bij het realiseren van energiebesparende

maatregelen. Tegenover deze begeleiding staat een hogere werkingssubsidie vanwege het FRGE.

Er wordt onderzocht hoe de uitvoering van deze begeleiding kan gebeuren binnen het huidige aanbod van de stad aan de inwoners.

Een derde wijziging is de beperking van de verplichte energiescan per kredietaanvraag. Terwijl de energiescan tot nu toe verplicht was bij elke kredietaanvraag, zal hij voortaan enkel uitgevoerd worden bij kredietaanvragen voor PV-panelen, een zonneboiler, een warmtepomp, een stookketel op hout en een systeem voor warmtekrachtkoppeling. Uit ervaring blijkt dat de energiescan enkel relevant is voor de goedkeuring van de leningaanvraag voor de vernoemde maatregelen. Voor de goedkeuring van deze aanvraag moet de woning immers aan een aantal voorwaarden voldoen betreffende verwarming, beglazing en dakisolatie. Doordat de goedkeuring meestal niet meer afhankelijk is van het resultaat van de energiescan, zal het Energiebesparingsfonds in de meeste aanvragen sneller kunnen beslissen.

Een vierde wijziging is de gelijkschakeling van de technische voorwaarden van het reglement met de technische voorwaarden geldend voor de wet op de intrestbonificatie. Door deze

gelijkschakeling komen alle leningen van het Energiebesparingsfonds automatisch ook in

aanmerking voor de intrestbonificatie. Voor sommige maatregelen is het Energiebesparingsfonds zelfs iets strenger, naar analogie met de premievoorwaarden. Enkel de maatregel van de installatie van de gasconvector komt niet in aanmerking voor de intrestbonificatie en blijven de voorwaarden dezelfde.

Een vijfde wijziging is de opname van de maatregelen stookketel op hout en systeem voor warmtekrachtkoppeling in de lijst van maatregelen waarvoor de bestaande woning aan een aantal voorwaarden moet voldoen. Voor deze maatregelen is dan ook een energiescan verplicht. De energiescan zal uitwijzen of de woning voldoet aan de voorwaarden van dakisolatie, verwarming en hoogrendementsbeglazing.

Een zesde wijziging is de verstrenging van de dakisolatie-eis voor de plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen, een zonneboiler, een warmtepomp, een stookketel op hout en een systeem voor warmtekrachtkoppeling in analogie met de voorwaarden voor het verkrijgen van de groene- stroomcertificaten van het Vlaams gewest.

Een zevende wijziging is de toevoeging van het invulformulier voor de opname van het

leenbedrag. Naast de ondertekende factuur en de ondertekende offerte, moet de aanvrager nu ook het ondertekende invulformulier bezorgen met verklaring van de technische kenmerken van de geïnstalleerde maatregel. Dit zorgt voor een administratieve vereenvoudiging bij uitbetaling van de facturen en dit geeft meer zekerheid over de technische kenmerken van de maatregel.

Alle andere wijzigingen zijn een verduidelijking van bestaande begrippen, een schrapping van niet-relevante begrippen, een verplaatsing van een tekstdeel naar een meer relevante plaats in de tekst.

(4)

Juridische grond

Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.

Programmawet van 27 december 2005 (Belgisch staatsblad 30 december 2005), artikel 28, betreffende de oprichting van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost;

Koninklijk besluit van 9 maart 2006 (Belgisch staatsblad 9 november 2006), betreffende de vaststelling van de statuten van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost;

Koninklijk besluit van 1 juli 2006 (Belgisch staatsblad 6 juli 2006) betreffende de vaststelling van het beheerscontract van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost;

Koninklijk besluit van 2 juni 2006 betreffende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost. De doelgroep van de meest behoeftigen komt in aanmerking voor een renteloze lening. De definitie beschrijft vier

voorwaarden om tot de doelgroep van de meest behoeftigen te behoren;

Koninklijk besluit van 6 juli 2009 tot vaststelling van het beheerscontract van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost.

Advies

Inspectie financiën heeft kennis genomen op 21 januari 2010 van het ontwerpbesluit en het reglement dat werd aangepast aan haar opmerkingen (ref 07/2010/01/31). Inspectie van financiën adviseerde bij artikel 12 om de opsomming van de noodzakelijke documenten voor opname onder elkaar te vermelden, de verplichte betaling met domiciliëring meer uitdrukkelijk te vermelden en het artikel op te delen in meerdere alinea’s. Deze wijzigingen werden doorgevoerd.

Op 15 januari 2010 werd advies gevraagd aan bestuurszaken/juridische cel van de stad

Antwerpen (ref BZ/JUR/AB60001). Zij hadden geen juridische opmerkingen maar adviseerden in artikel 1.3 te verduidelijken dat de intrestbonificatie geldt voor renteloze en goedkope leningen.

Dit werd aangepast.

Besluit

De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

Artikel 1

De gemeenteraad keurt onderstaand reglement voor het verstrekken van goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds goed.

Reglement voor het verstrekken van goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds.

Artikel 1: Definities

1 Het Energiebesparingsfonds: het Energiebesparingsfonds, als publieksgerichte benaming, vervult de taak van lokale entiteit energie van de stad Antwerpen voor het federale Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). De taken van het Energiebesparingsfonds worden

(5)

uitgevoerd door werknemers van vzw Recyclant. De samenwerking tussen vzw Recyclant en het FRGE is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.

2 Het FRGE: het FRGE of Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost is een NV van publiek recht en een dochtermaatschappij van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij. Het doel van het FRGE is de studie en de verwezenlijking van projecten door tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in particuliere woningen te bevorderen voor de doelgroep voor een renteloze lening en het verstrekken van goedkope leningen voor structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in woningen bezet door privé-personen en dienstig als hoofdverblijfplaats te bevorderen. Het FRGE concretiseert dit doel door het verstrekken van goedkope leningen, bestemd voor structurele energiebesparende maatregelen, aan particulieren. Dit gebeurt via lokale entiteiten die zijn aangeduid door steden en gemeenten in overleg met het OCMW. In de stad Antwerpen is vzw Recyclant aangeduid als lokale entiteit. De sociaal zwaksten vormen voor het FRGE een bijzondere doelgroep van particulieren.

3 Intrestbonificatie voor energieleningen: de federale overheid neemt de intrest ten belope van 1,5% ten laste bij leningen die natuurlijke personen tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011 aangaan voor energiebesparende uitgaven als bedoeld in artikel 145/24 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (lening tussen 1 250,00 EUR en 15 000,00 EUR). Bij het

Energiebesparingsfonds zijn dit renteloze en goedkope leningen De rest van de intresten op die leningen die de personen zelf betalen, genieten een belastingvermindering van 40%. Deze belastingvermindering bedraagt 40% van de betaalde intresten, na aftrek van de bonificatie. Er is geen maximumbedrag bepaald. Meer informatie op http://www.energiesparen.be/node/1432.

4 De renteloze lening: deze lening is voorbehouden voor de doelgroep van de renteloze lening en werkt met het principe van de intrestbonificatie van 1,5% van de federale overheid. Dit betekent dat de kredietnemer in eerste instantie wel 1,5% intrest betaalt. Dankzij de intrestbonificatie krijgt de kredietnemer de betaalde intresten jaarlijks volledig terugbetaald. Hierdoor blijft de lening uiteindelijk renteloos. De maatregel van de intrestbonificatie geldt voor leningcontracten afgesloten voor 31 december 2011. Wanneer de federale overheid beslist deze maatregel niet te verlengen, zal de renteloze lening niet meer werken via het principe van de intrestbonificatie van de federale overheid. Het Energiebesparingsfonds zal dan zelf de renteloze lening garanderen.

5 ESCO-begeleiding: is een dienstverlening voorbehouden voor de doelgroep van de renteloze lening. Indien de aanvrager dit wenst, helpt het Energiebesparingsfonds hem bij het bepalen van de geschikte energiebesparende investering, het zoeken van een aannemer, het aanvragen van offertes, het kiezen van een aannemer, het opvolgen van de werken en het aanvragen van subsidies. Deze dienst is zonder bijkomende kost voor de aanvrager.

6 De doelgroep voor een renteloze lening: dit is de doelgroep van de meest behoeftigen die in aanmerking komt voor een renteloze lening. Alle andere aanvragers komen in aanmerking voor een goedkope lening. De doelgroep voor een renteloze lening omvat, zoals vastgelegd in het KB van 2 juni 2006, personen die voldoen aan minstens één van de volgende voorwaarden:

- personen die in aanmerking komen om een verhoogde tegemoetkoming te genieten in het kader van verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering;

- personen die als jaarlijks bruto gezinsinkomen niet meer hebben dan het bedrag vastgelegd in het KB van 2 juni 2006 betreffende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het FRGE. Op 8 juli 2008 bedraagt dit 14 369,04 EUR verhoogd

(6)

met 2 660,094 EUR per persoon ten laste. Inkomens uit eigen vennootschappen komen niet in aanmerking voor de waardering als doelgroep voor een renteloze lening.

- personen die beroep doen op schuldbemiddeling en die hun verwarmingsfactuur niet kunnen betalen;

- personen die het OCMW sociaal of budgettair begeleidt, wegens

betalingsmoeilijkheden, meer bepaald voor rekeningen voor gas en elektriciteit.

7 Terugverdientijd: de periode waarbinnen de kostprijs van de gedane investering in de

energiebesparende maatregel wordt terugverdiend, rekening houdend met de vermindering van de energiefactuur, de verkregen premies en subsidies en eventuele groenestroomcertificaten.

8 Energiescan: een huisbezoek door een persoon die de woning en de bewoners doorlicht op vlak van energie- en waterverbruik. De Energiesnoeier geeft energie- en waterbesparende tips die weinig financiële investeringen vergen. De bewoner is vrij om deze tips al dan niet te hanteren.

Alle kredietaanvragers voor fotovoltaïsche zonnepanelen, zonneboiler, warmtepomp, een stookketel op hout of een systeem van warmtekrachtkoppeling zijn verplicht een gratis energiescan te laten uitvoeren. Dit laat het Energiebesparingsfonds toe te controleren of er voldoende dakisolatie, dubbele beglazing, een voldoende nieuwe stookketel en slechts een minimum aan elektrische verwarming aanwezig is.

9 Geregistreerde aannemer: een geregistreerde aannemer heeft de juiste getuigschriften en is bekwaam om bepaalde werken uit te voeren. Hij heeft een registratienummer, dat men in het plaatselijke btw-kantoor kan controleren. Een lijst van geregistreerde aannemers is beschikbaar bij het Ministerie van Financiën. Werken met een geregistreerde aannemer geeft bepaalde kwaliteitsgaranties en kan leiden tot bijkomende financiële tegemoetkoming of fiscale aftrek.

10 officiële openingsdatum kredietaanvraag: de datum waarop het volledige kredietaanvraagdossier (het kredietaanvraagformulier mét alle bijlagen) het

Energiebesparingsfonds, p/a Ecohuis Antwerpen, Turnhoutsebaan 139, 2140 Antwerpen bereikt.

Bij het indienen van een onvolledig dossier wordt de aanvrager binnen de week op de hoogte gebracht. De officiële openingsdatum wordt pas ingesteld nadat de aanvrager de ontbrekende stukken heeft ingediend. De openingsdatum is bepalend voor de volgorde van de verwerking van de dossiers. Bovendien komen enkel facturen in aanmerking vanaf twee maanden voor de

officiële openingsdatum.

Artikel 2: Wat is de doelstelling van het toekennen van deze lening?

Het Energiebesparingsfonds verstrekt goedkope en renteloze leningen voor energiebesparende maatregelen in particuliere woningen met een sociaal en ecologisch doel: het verminderen van de energiekost en de milieubelasting van de particuliere woningen.

Artikel 3: Wie komt in aanmerking voor deze goedkope/renteloze lening?

Particulieren die niet tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren en rechtspersonen met een sociale doelstelling kunnen een goedkope lening verkrijgen. Kredietaanvragers die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren kunnen een renteloze lening verkrijgen.

1 De goedkope lening is van toepassing voor:

* een rechtspersoon met sociale doelstelling die een pand verhuurt in stad Antwerpen, waarvan minstens één huurder zijn hoofdverblijfplaats aldaar heeft. Per wooneenheid waar een huurder zijn hoofdverblijfplaats heeft, kan de rechtspersoon met sociale doelstelling een lening aanvragen voor de betreffende wooneenheid mits akkoord van het FRGE;

(7)

* een particulier:

a bewoner-eigenaar van een pand in de stad Antwerpen met hoofdverblijfplaats aldaar;

b bewoner-huurder van een pand in de stad Antwerpen met hoofdverblijfplaats aldaar;

c verhuurder-eigenaar die een pand verhuurt in de stad Antwerpen, waarvan minstens één huurder zijn hoofdverblijfplaats aldaar heeft of zal hebben. Per huurder die zijn hoofdverblijfplaats aldaar heeft, kan de verhuurder een lening aanvragen voor de betreffende wooneenheid mits voorafgaand akkoord van het FRGE en mits het bepaalde in artikel 6.

2 De renteloze lening is van toepassing voor particulieren die aan vernoemde voorwaarden voldoen en bovendien tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren (zie artikel 1.6).

Artikel 4: Wat is de intrestvoet van de goedkope/renteloze lening?

De goedkope lening is een lening met een intrestvoet die wordt vastgelegd bij ondertekening van het contract en die dezelfde blijft gedurende de volledige leentermijn. De intrestvoet voor de goedkope leningen bedraagt 2% voor leningcontracten afgesloten in 2010. Voor goedkope leningen na 2010 kan een andere intrestvoet van toepassing zijn. De goedkope lening komt in aanmerking voor de intrestbonificatie van 1,5% van de federale overheid, waardoor de

kredietnemer jaarlijks 1,5% intrest van de betaalde intrest krijgt terugbetaald. Kredietnemers die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren, komen in aanmerking voor een renteloze lening die werkt via het principe van de intrestbonificatie, zoals beschreven in artikel 1.4. Wanneer de federale maatregel van de intrestbonificatie niet verlengd wordt na 31 december 2011, zal de renteloze lening niet meer werken via het principe van de intrestbonificatie. In dat geval zal het Energiebesparingsfonds zelf de renteloze leningen garanderen. De intrestvoet blijft dezelfde gedurende de volledige looptijd van de lening.

Artikel 5: Welke structurele maatregelen komen in aanmerking voor deze lening?

Het Energiebesparingsfonds verstrekt leningen voor een lijst van specifieke energiebesparende maatregelen:

1 Dakisolatie;

2 Plaatsen van een nieuwe verwarmingsinstallatie;

3 Plaatsen van hoogrendementsbeglazing;

4 Muurisolatie;

5 Vloerisolatie;

6 Zonneboiler;

7 Fotovoltaïsche zonnepanelen;

8 Energieaudit;

9 Thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdinschakeling;

10 Installatie van de gasconvector ter ondersteuning van de maatregel van het gas- en elektriciteitsfonds ter toekenning van steun bij de aankoop van een gasconvector.

Kredietaanvragers die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren, kunnen enkel een lening aanvragen voor ingrepen waarvan de terugverdientijd binnen de looptijd van de lening valt

(maximum 5 jaar) of voor ingrepen die het comfort van de woning sterk verbeteren. Dit betekent dat zij in aanmerking komen voor het plaatsen van muur-, vloer- en dakisolatie het plaatsen van een nieuwe condenserende ketel op aardgas of stookolie, het plaatsen van thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdsinschakeling, het plaatsen van hoogrendementsbeglazing en een

(8)

energieaudit Kredietaanvragers die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren, kunnen geen aanvraag doen voor fotovoltaïsche zonnepanelen, een zonneboiler, een warmtepomp, een stookketel op hout of een systeem van warmtekrachtkoppeling.

Voor bepaalde maatregelen uit de lijst kan geen lening aangevraagd worden zolang de bestaande woning niet voldoet aan een aantal eisen op gebied van isolatie, verwarming en beglazing. Als men een lening voor een warmtepomp, fotovoltaïsche zonnepanelen, een zonneboiler, een stookketel op hout of een systeem van warmtekrachtkoppeling wil aanvragen, dient de bestaande woning minstens aan de volgende eisen te voldoen:

- dak: De totale isolatie van het volledige dak van de woning heeft een Rd-waarde van minimaal 3m2K/W.

- de stookketel is max. 20 jaar oud;

- de U-waarde van de beglazing is maximaal 2,8 W/m2K (=~gewone dubbele beglazing) - minstens 75% van de woningverwarming gebeurt niet op elektriciteit. Het

Energiebesparingsfonds kan dit vaststellen op basis van de meest recente jaarafrekeningen van elektriciteit en gas of gemiddelde verbruiken voor woningverwarming. Via de energiescan kan het Energiebesparingsfonds deze bijkomende documenten opvragen. Vooral bij het ontbreken van centrale verwarming zal zij deze controle toepassen.

Alle andere maatregelen zijn niet aan deze voorwaarden gebonden. Ter controle van deze voorwaarden voert het Energiebesparingsfonds bij elke leningaanvraag voor fotovoltaïsche

zonnepanelen, een zonneboiler, een stookketel op hout of een systeem van warmtekrachtkoppeling een gratis maar verplichte energiescan uit.

De uit te voeren ingrepen uit de lijst dienen zelf ook aan een aantal specifieke technische voorwaarden te voldoen. Vooreerst dienen alle werken uitgevoerd te worden door een

geregistreerd aannemer. De aannemer moet geregistreerd zijn op het ogenblik dat de overeenkomst van de uit te voeren werken wordt afgesloten. Daarom dient de aannemer het registratienummer in de prijsofferte, alsook in het contract en op de facturen te vermelden (voor geregistreerd aannemer:

zie definities artikel 1). Wanneer de bouwpromotor zelf geen geregistreerd aannemer is, dient de bouwpromotor (op de factuur of de bijlage ervan) te attesteren dat de uitvoerder van de werken wel degelijk een geregistreerd aannemer is en moet hij ook de volledige identiteit en het

registratienummer van deze laatste mededelen. Wanneer men materialen of apparaten zelf

aankoopt en ze daarna door een geregistreerde aannemer laat plaatsen, kunnen alleen de uitgaven met betrekking tot de plaatsing voor een lening in aanmerking komen.

1 Dakisolatie: de R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is groter of gelijk aan 3W/m2K. De dakisolatie wordt best voorzien van een winddicht onderdak langs de buitenzijde en een luchtdicht dampscherm langs de binnenzijde.

2 Plaatsen van een nieuwe verwarmingsinstallatie:

Voor een condensatieketel: op de nieuwe installatie is de EC-markering aangebracht. De installatie is in overeenstemming met het KB van 18 maart 1997 betreffende de rendementseisen voor nieuw olie- en gasgestookte centraleverwarmingsketels. De nieuwe schoorsteen is in overeenstemming met het nieuwe systeem van verwarming.

(9)

Voor een stookketel op hout: de nieuwe installatie beantwoordt aan de norm EN12809. Ze wordt automatisch geladen en gebruikt uitsluitend hout of niet-behandeld samengedrukt hout als brandstof. Het rendement van de ketel bij nominaal nuttig vermogen bedraagt ten minste 60% in overeenstemming met de rendementseisen die zijn opgenomen in de norm EN303-5.

Voor een systeem van microwarmtekrachtkoppeling: een installatie voor kwalitatieve warmtekrachtkoppeling. Dit is een gecombineerde productie van warmte en elektriciteit,

gedimensioneerd op de warmtebehoeften, en die een CO2-besparing van minstens 5% oplevert in vergelijking met de klassieke referentie-installaties die afzonderlijk elektriciteit en warmte

produceren.Voor iedere plaatsing van een installatie om zelf elektriciteit op te wekken, moet is men verplicht contact opnemen met de elektriciteitsdistributienetbeheerder (Sibelga, tel. 02 519 41 00, www.sibelga.be) in verband met de technische aansluitings- en meetvoorwaarden. De

installatie (materiaal en uitvoering) moet voldoen aan de toepasselijke technische voorschriften (die beschikbaar zijn bij Sibelga fmbcog@sibelga.be). Warmtekrachtkoppeling volgens

trigeneratie (gecombineerde productie van elektriciteit, warmte en koude) is niet toegestaan.

Voor een warmtepomp: de warmtepomp is voorzien van het EG-kenmerk. De COP, gemeten volgens EN 14511 of EN255 onder de vermelde condities, is hoger of gelijk aan 4,0 voor bodem/water warmtepompen (brontemperatuur 0°C, afgiftetemperatuur 35°C) en 4,5 voor water/water warmtepompen (brontemperatuur 10°C, afgiftetemperatuur 35°C). De warmtepomp staat in voor de hoofdverwarming van het gebouw en het condensorvermogen van de

warmtepomp, gemeten volgens EN 14511 of EN 255, bedraagt minstens 80% van de nominale warmteverliezen van het gebouw, berekend volgens NBN B32-003. De warmtepomp kan niet worden gebruikt voor koeling. De warmtepomp wordt geïnstalleerd volgens de “Code van goede praktijk voor de toepassing van warmtepompsystemen in de woningbouw”.

3 Thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdsinschakeling.

4 Hoogrendementsbeglazing: de globale warmtegeleidingscoëfficiënt U van het venster (raamwerk + beglazing), berekend volgens de vereenvoudigde formules van de geldende norm (NBN B 62), ligt lager dan of is gelijk aan 2,0 W/mK. De U-waarde van de nieuwe beglazing mag niet groter zijn dan 1,3 W/m2K, berekend volgens NBN B62-002. Transparante kunststofplaten

(polycarbonaat of acrylaat) en lichtkoepels komen ook in aanmerking indien de U-waarde niet groter is dan 1,3 W/m2K. Indien het buitenschrijnwerk ook blinde panelen bevat, dient de U- waarde van deze panelen kleiner of gelijk te zijn dan 0,5 W/m2K. Zowel de kosten van het glas als de kosten van het raamwerk komen in aanmerking. Bij het plaatsen van nieuwe

hoogrendementsbeglazing kan men best rekening houden met de voorziening van ventilatieroosters zoals beschreven in de EPB-regelgeving.

5 Muurisolatie

- Buitenmuurisolatie: de R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is groter of gelijk aan 2 m2K/W. De muur staat in contact met de buitenlucht, of met een niet-verwarmde of niet tegen de vorst beschermde ruimte.

- Spouwmuurisolatie: de R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is groter of gelijk aan 0,75 m2K/W. De spouwmuur staat in contact met de buitenlucht, met een niet-verwarmde ruimte of niet tegen de vorst beschermde ruimte.

(10)

6 Vloerisolatie

- Vloer isolatie langs de binnenzijde: de R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is groter of gelijk aan 1 m2K/W. De vloer staat in contact met de grond, een niet-verwarmde of tegen de vorst beschermde ruimte. De isolatie is dus in de vloeropbouw zelf verwerkt.

- Vloerisolatie langs de buitenzijde: dit is vloerisolatie die onder de volledige vloeropbouw zit. De R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is groter of gelijk aan 2 m2K/W. De vloer staat in contact met de grond of met een niet-verwarmde of niet tegen de vorst beschermde ruimte (bvb. plafond van een kruipruimte, kelder, doorsteek…)

7 Zonneboiler: de oriëntatie van de panelen tussen het oosten en het westen ligt via het zuiden. De hellingshoek van de vaste panelen ligt tussen 0° en 70° ten opzichte van de horizon. De collector is getest door een onafhankelijk instituut volgens EN-12975 of DIN4757, heeft een systeemtest (volgens EN12976 of volgens ISO/DIS 9459) ondergaan of bezit een Solar KeyMark. Het systeem is gemarkeerd conform EN 12976-1 en de markering van de collectoren is conform EN 12975. De aangewende techniek maakt het mogelijk om een eventueel probleem van legionellose te vermijden. De lening geldt enkel voor een zonneboiler voor de aanmaak van sanitair warm tapwater, eventueel in combinatie met woningverwarming (geen

zwembadverwarming).

8 Fotovoltaïsche zonnepanelen: de kenmerken van de modules beantwoorden aan de volgende vereisten:

- voor kristallijne modulen wordt norm IEC 61215 vereist, alsook een minimum rendement van 12%;

- voor de dunne-filmmodules wordt de norm IEC 61646 vereist, alsook een minimum rendement van 7%.

Het minimum rendement voor de omvormers ligt hoger dan 88% voor de autonome systemen en 91% voor de netgekoppelde systemen. De oriëntatie van de panelen ligt tussen het oosten en het westen via het zuiden en de hellingshoek van de vaste panelen ligt tussen 0 en 70° ten opzichte van de horizon.

9 Energieaudit: De energieaudit is anders dan de energiescan die het Energiebesparingsfonds bij bepaalde leningaanvragen gratis maar verplicht uitvoert. De energieaudit is minstens gericht op de energetische aspecten van de bouwschil, de verwarmingsinstallatie en de bereiding van sanitair warm water. De audit moet overeenkomstig de toepasselijke gewestelijke wetgeving worden uitgevoerd door een energiedeskundige, erkend door het Vlaams gewest. De uitvoering gebeurt op basis van de auditsoftware, ter beschikking gesteld door de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap. De kredietaanvrager hecht het fiscaal attest uit de auditsoftware als bijlage aan de factuur.

10 Installatie van de gasconvector ter ondersteuning van de maatregel van het Gas- en

Elektriciteitsfonds ter toekenning van steun bij de aankoop van een gasconvector. De toekenning van deze steun werd bepaald in de ministerraad van 17 maart 2007. Enkel personen die binnen het toepassingsgebied van de wet van 4 september 2002 tot oprichting van het Gas- en

Elektriciteitsfonds vallen, kunnen aanspraak maken op de hierin vastgelegde premie voor een gasconvector die een bestaande verwarmingsinstallatie op elektriciteit of steenkool vervangt.

(11)

Aangezien de premie enkel de aankoopprijs van de gasconvector en niet de installatiekosten ervan dekt, kan het Energiebesparingsfonds een lening toekennen voor de installatiekosten van deze gasconvector. De installatiekosten kunnen omvatten:

- plaatsing van de vrijstaande of ingebouwde gasconvector;

- aansluiting op de schoorsteen, aanpassen van de bestaande schoorsteen of voorzien van een muuraansluiting voor de afvoer van verbrandingsgassen;

- indien men een gasconvector inbouwt in de bestaande opening van een open haard en geen enkel model gaskachel hierin past: de materiaalkost en plaatsingskost van decoratieve panelen die de openingen rondom de cassette mooi kunnen dichtmaken;

- plaatsingskost van een thermostaat;

- aanpassen van gastoevoer en aansluiting op gastoevoer.

De lening is geldig voor de ingrepen in bestaande wooneenheden. De lening is ook geldig voor de ingrepen in nieuwbouw mits een E-peil van minimum E60 wordt bereikt. De gebouwen waarbij de berekening van een E-peil vereist is volgens de richtlijnen van de EPB-regelgeving en die jonger zijn dan vijf jaar, definieert men als nieuwbouw.

Artikel 6: Hoeveel bedraagt de lening?

De lening is beperkt tot 10 000,00 EUR per aanvrager en per wooneenheid

Per aanvrager die verschillende wooneenheden bezit kan het maximale leenbedrag worden verhoogd met 10 000,00 EUR per wooneenheid tot maximaal 50 000,00 EUR mits uitdrukkelijke toestemming van het FRGE. Een afwijking van het maximum leenbedrag van 10 000,00 EUR is eveneens mogelijk voor een rechtspersoon met sociale doelstelling mits uitdrukkelijke

toestemming van het FRGE. Per aanvrager die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoort, wordt het maximale leenbedrag beperkt tot 10 000 EUR, onafhankelijk van het aantal

wooneenheden dat hij bezit. Voor de doelgroep voor een renteloze lening is het minimum bedrag waarvoor een lening kan aangevraagd worden 1 250,00 EUR zoals vermeld op de prijsofferte.

Voor de gewone particulieren en rechtspersonen met sociale doelstelling is het minimum bedrag waarvoor een lening kan aangevraagd worden 2 500,00 EUR. De aanvrager mag meerdere kredietaanvragen indienen voor dezelfde wooneenheid zolang de grens van 10 000,00 EUR niet bereikt is. Bij de opdeling van het maximale leenbedrag in verschillende leningen, dient de

aanvrager steeds het minimale leenbedrag te respecteren .De kredietnemer kan afgeloste bedragen niet heropnemen.

Artikel 7 : Wat is de terugbetalingstermijn?

De terugbetalingstermijn is maximum 5 jaar vanaf de dag dat het krediet in omloop is. Dit is de dag waarop het Energiebesparingsfonds de laatste door de kredietnemer bezorgde factuur

uitbetaalt op de rekening van de kredietnemer en ten laatste 6 maanden nadat de kredietnemer een eerste opname heeft gedaan.

Artikel 8: Is de lening verenigbaar met andere subsidies en premies?

De kredietaanvraag kan gecombineerd worden met de aanvraag van andere premies en subsidies die niet zijn opgenomen in dit reglement. De stedelijke woonkantoren kunnen de

kredietaanvragers bovendien helpen bij het aanvragen van de premies en subsidies.

Artikel 9 : Hoe wordt de lening aangevraagd?

(12)

Informatie over goedkope en renteloze leningen is beschikbaar in alle Antwerpse districtshuizen, stadskantoren, stedelijke woonkantoren en het Ecohuis Antwerpen. De kredietaanvrager die een lening wil aanvragen, vult hiervoor een papieren of digitaal startformulier in. Het digitale

startformulier vindt hij op de website van de stad Antwerpen. Het papieren startformulier bezorgt hij aan het Energiebesparingsfonds, p/a Ecohuis Antwerpen, Turnhoutsebaan 139, 2140

Borgerhout. Daarop ontvangt hij per post een uitgebreid kredietaanvraagformulier.

Indien de kredietaanvraag dit vereist (zie artikel 5) zal het Energiebesparingsfonds onmiddellijk een afspraak tot energiescan vastleggen met de kredietaanvrager.

Indien de kredietaanvrager vermoedt tot de doelgroep voor een renteloze lening te behoren, zal ook een medewerker van het OCMW op afspraak bij hem langskomen.

Indien de kredietaanvrager voor de renteloze lening wenst gebruik te maken van de gratis ESCO- dienst, dient hij dit aan te duiden op het startformulier. De ESCO-dienst helpt de aanvrager via verschillende huisbezoeken bij het bepalen van de geschikte energiebesparende investering, het zoeken van een aannemer, het aanvragen van offertes, het kiezen van een aannemer, het opvolgen van de werken en het aanvragen van subsidies. Ook hiertoe zal het Energiebesparingsfonds de aanvrager contacteren.

Intussen vult de kredietaanvrager, met of zonder hulp van het OCMW, het

kredietaanvraagformulier in en verzamelt hij de nodige bijlagen. De kredietaanvrager parafeert alle bijlagen voor juist en volledig. Het kredietaanvraagformulier bezorgt hij samen met de nodige bijlagen aan het Energiebesparingsfonds, p/a Ecohuis Antwerpen, Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout. De datum van ontvangst van het volledige kredietaanvraagdossier (dit is het

kredietaanvraagformulier én de noodzakelijke bijlagen) geldt als officiële openingsdatum van het dossier. Indien de aanvrager een onvolledig dossier indient, wordt de openingsdatum pas

toegekend op het moment dat het Energiebesparingsfonds de ontbrekende documenten heeft ontvangen. De openingsdatum is bepalend voor de volgorde van verwerking van de dossiers.

Bovendien komen enkel facturen in aanmerking vanaf twee maanden voor de officiële openingsdatum.

Artikel 10: Hoe gebeurt de beoordeling en toekenning van de aanvragen?

Elke aanvraag moet de kredietaanvraagprocedure doorlopen. De kredietaanvraagprocedure bestaat uit drie beslissingsmomenten: een controle van ontvankelijkheid, een controle van volledigheid en een inhoudelijke controle. Tijdens de controle van de ontvankelijkheid controleert de

dossierbeheerder of de kredietaanvrager en het betreffende pand in aanmerking komen. Tijdens de controle van de volledigheid controleert de dossierbeheerder of hij over alle documenten beschikt om de inhoudelijke controle uit te voeren. De inhoudelijke controle steunt op verschillende adviesorganen:

* De technische adviseur beoordeelt of de voorgestelde ingreep voldoet aan de technische voorwaarden, of de voorgestelde uitvoeringswijze correct is en of de voorgelegde prijsoffertes realistisch zijn. Indien de aanvrager een lening aanvraagt voor fotovoltaïsche zonnepanelen, een zonneboiler, een warmtepomp, een stookketel op hout of een systeem van warmtekrachtkoppeling controleert hij of de woning voldoet aan de vooropgestelde eisen op basis van het

energiescanresultaat.

(13)

* De financiële adviseur berekent de terugbetalingscapaciteit en toetst deze aan de voorgestelde investering;

* Advies vanwege het OCMW over de financiële haalbaarheid indien de kredietaanvrager tot de doelgroep voor de renteloze lening behoort. Het OCMW houdt hierbij rekening met de lopende schulden en het bestedingspatroon van de kredietaanvrager.

* Indien een verhuurder een lening aanvraagt en diens huurder(s) blijkt tot de doelgroep voor de renteloze lening te behoren, dan beoordeelt het Energiebesparingsfonds de onderhandse

overeenkomst tussen beide partijen. In de volgende gevallen adviseert het Energiebesparingsfonds positief:

- Het Energiebesparingsfonds adviseert positief wanneer de huurder niets moet betalen voor de ingreep aan de eigenaar (ook geen huurtoeslag, zelfs al is die minder dan de winst op de energiefactuur) en wanneer deze fixatie van de maandelijkse huurprijs geldt voor minstens de resterende duurtijd van de huurovereenkomst of wanneer, indien de huurperiode afloopt binnen de vijf jaar na het ondertekenen van de kredietovereenkomst, de verhuurder dezelfde huurprijs en voorwaarden voor de verlenging van de huurperiode hanteert.

- Het Energiebesparingsfonds adviseert ook positief wanneer de huurder voor de ingreep wel een bijdrage moet betalen, op voorwaarde dat de ingreep een win-win situatie voor zowel de huurder als verhuurder blijft. Dit betekent dat de verhuurder slechts een maandelijkse bijdrage van de huurder mag vragen die lager ligt dan de helft van de vermoedelijke winst op de energiefactuur van de huurder en niet langer dan totdat het overeengekomen totaalbedrag door de huurder aan de verhuurder is betaald of totdat de huurovereenkomst wordt beëindigd.

- Het Energiebesparingsfonds adviseert ook positief indien de verhuurder sociaal beheer van de woning toelaat.

Op basis van deze adviezen legt de dossierbeheerder het dossier voor aan de kredietcommissie van het Energiebesparingsfonds. Deze kredietcommissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Energiebesparingsfonds en de stad Antwerpen. Tenslotte bezorgt het Energiebesparingsfonds een dossier dat intern werd goedgekeurd aan het FRGE, dat al dan niet een definitieve goedkeuring geeft. Het Energiebesparingsfonds brengt de kredietaanvrager onmiddellijk op de hoogte van de beslissing. Bij goedkeuring van de aanvraag maakt de dossierbeheerder een afspraak ter

ondertekening van het leningcontract.

De financiële middelen die het Energiebesparingsfonds jaarlijks ter beschikking heeft zijn

begrensd door de Federale Overheid. Wanneer het jaarlijks maximumbedrag voor het verstrekken van leningen bereikt is, sluit het Energiebesparingsfonds geen kredietovereenkomsten meer af en aanvaardt of behandelt het geen kredietaanvraagdossiers meer. De kredietaanvragers komen op een wachtlijst in volgorde van het indienen van hun startformulier en worden door het

Energiebesparingsfonds gecontacteerd zodra het nieuwe financiële middelen ter beschikking heeft.

Artikel 11: Hoe is het tijdsverloop van de procedure van aanvraag tot beslissing?

De tijdsduur vanaf de aanvraag van de lening tot het ondertekenen van het leningcontract is afhankelijk van het type dossier. De procedure duurt minimum 35 werkdagen en maximum 80 werkdagen. De opgegeven duurtijd is indicatief maar geenszins bindend.

Artikel 12 : Hoe gebeurt de uitbetaling en terugbetaling van de lening?

a Uitbetaling van de lening

(14)

De uitbetaling van de lening gebeurt op basis van de volgende documenten:

- facturen die voldoende gegevens bevatten zoals vermeld in 12.b;

- het aannemingscontract of een door kredietnemer en aannemer ondertekende offerte;

- een volledig ingevuld invulformulier per aannemingscontract dat door de aannemer en de aanvrager werd ondertekend.

De uitbetaling op de rekening van de kredietnemer gebeurt zo snel mogelijk nadat het

Energiebesparingsfonds de gevraagde documenten heeft ontvangen. De uitbetaling van de facturen aan kredietnemers die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren, gebeurt rechtstreeks aan de aannemers mits akkoord van de kredietnemer door een schriftelijke goedkeuring van de

werken. De uitbetaling aan de andere particulieren en aan rechtspersonen met sociale doelstelling, gebeurt aan de kredietnemer zelf.

b Facturen en voorschotfacturen

Enkel facturen met een datum later dan twee maanden voor de officiële openingsdatum van de kredietaanvraag(zie artikel 1.10) kunnen in aanmerking komen voor uitbetaling onder

leningcontract. De kredietaanvrager dient dus steeds een aanvraag in op basis van een prijsofferte.

De facturen moeten minstens de gegevens bevatten zoals aangegeven op de voorbeeldfactuur:

1 naam, adres, registratienummer en btw-identificatienummer van de aannemer 2 naam en adres van de aanvrager (als privé-persoon)

3 de datum

4 de gedetailleerde omschrijving van de geleverde werken opdat het Energiebesparingsfonds de werken die in aanmerking komen kan bepalen. Indien de werken worden uitgevoerd exact zoals beschreven in de offerte, volstaat een verwijziging met referentienummer en datum van deze offerte. Indien niet het volledige bedrag van de offerte wordt opgenomen, dient de factuur te vermelden welke werken van de offerte worden gefactureerd.

5 de kostprijs en de btw, per artikel

De kredietaanvrager dient de factuur te handtekenen en met de hand “akkoord voor betaling” te schrijven. Indien de factuur onvoldoende informatie bevat kan het Energiebesparingsfonds vragen om een bijkomende ondertekende detailweergave vanwege de aannemer te bezorgen.

Wanneer de kredietnemer een voorschotfactuur indient, dient deze factuur een beschrijving van de werken waarvoor men een voorschot vraagt te vermelden. De eerstvolgende factuur, wanneer een deel of het geheel van de werken zijn uitgevoerd, moet de prijs van de uitgevoerde werken in detail vermelden. Het Energiebesparingsfonds betaalt vervolgens enkel het bedrag van de uitgevoerde werken mín de prijs van de werken vermeld op de voorschotfactuur uit. Het

Energiebesparingsfonds betaalt enkel een voorschotfactuur met een maximum van 3 000,00 EUR en de helft van het contractuele leningbedrag uit. Voor fotovoltaïsche zonnepanelen,

hoogrendementsbeglazing en een zonneboiler kan het Energiebesparingsfonds afwijken van dit bedrag. De grootste kost van deze investeringen is de aankoopprijs van het materiaal voor plaatsing. Dit betekent een grotere voorfinanciering door de aannemer, wat een hoger voorschotfactuur aan de klant kan verantwoorden.

c Uiterste opnameperiodes

De eerste opname moet plaatsvinden binnen de zes maanden vanaf de datum van de ondertekening van het leningcontract. Bij een opname van de lening in meerdere schijven wordt de maximum opnameperiode van de lening verder beperkt tot zes maanden, geteld vanaf de datum van eerste

(15)

opname van de lening. Wanneer de kredietnemer deze periodes laat verstrijken is de lening of het niet opgenomen saldo verlopen. De kredietnemer kan in dat geval een nieuwe kredietaanvraag doen. De datum van ontvangst van facturen en aannemingscontract of de door kredietnemer en aannemer ondertekende offerte bij het Energiebesparingsfonds geldt als referentiedatum.

d Terugbetaling

Na ontvangst en uitbetaling van de laatste door de kredietnemer bezorgde factuur en ten laatste zes maanden na de eerste opname, herberekent het Energiebesparingsfonds de aflossingstabel op basis van het geheel van de opnames. Exact één maand hierna start de kredietnemer met de

terugbetaling van het kapitaal en intresten op basis van de nieuwe aflossingstabel. De kredietnemer is verplicht om de terugbetalingen tijdig over te schrijven op het rekeningnummer 827-0850653-56 bij het FRGE door een domiciliëringsopdracht bij zijn financiële instelling. Het

Energiebesparingsfonds aanvaardt enkel betaling via domiciliëring.

Artikel 13 : Is een waarborg verplicht?

Afhankelijk van het type kredietnemer vraagt het Energiebesparingsfonds verschillende waarborgen.

De kredietnemer die niet tot de doelgroep voor een renteloze lening behoort dient steeds de waarborg loonsafstand te ondertekenen.

De rechtspersoon met sociale doelstelling dient een borg voor te dragen. Deze borg dient de borgstelling te ondertekenen.

De kredietnemer die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoort aanvaardt, door ondertekening van de kredietovereenkomst, budgetbegeleiding of –beheer bij wanbetaling.

Artikel 14 : Hoe lang blijven het startformulier en de volledige kredietaanvraag geldig?

Indien het Energiebesparingsfonds 6 maanden na het indienen van het startformulier geen volledig kredietaanvraagdossier ontvangt, vervalt het startformulier. Indien de kredietaanvrager 6 maanden nadat hij een volledig kredietaanvraagdossier heeft ingediend, geen leningcontract heeft

ondertekend, vervalt het startformulier en het volledige kredietaanvraagdossier. De officiële openingsdatum van het kredietaanvraagdossier bepaalt de volledigheidsdatum van het kredietaanvraagdossier.

Artikel 15: Vanaf wanneer is dit reglement geldig?

Dit reglement is, na goedkeuring door de gemeenteraad, geldig vanaf 1 april 2010. Tot dan blijft het voorgaande reglement van kracht.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.

Afschrift: 18 exemplaren

Aan: Aantal: Actie:

KB 1 voor kennisneming

KO 1 voor kennisneming

KF 1 voor kennisneming

(16)

S 1 voor kennisneming

vzw RCL/LEE 1 voor gevolg

SW/M 1 voor kennisneming

SL/WO/WOK 1 voor gevolg

Alle districten 9 voor gevolg

SW/M/EHA 1 voor gevolg

OCMW 1 voor gevolg

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

17. Gelet op het voorgaande acht het Informatieveiligheidscomité de doeleinden van de beoogde mededeling van persoonsgegevens als welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en

in diens hoedanigheid als mede-dader van het door de huurder gepleegde misdrijf op het gebied van sociale fraude (art. De huuropbrengsten worden door de

gaf Johnson een excuus om de oorlog uit te breiden Hij vroeg aan het Congress onbeperkte macht over militaire operaties in 1964. Het Congres gaf ahaar macht op dit gebied uit handen.

- het aanbieden van ondersteunende diensten (IT, financieel, logistiek, personeel, …) aan onze personeelsleden. De opdrachten van overige betrokken instellingen

Artikel 1. De vergunningverlener geeft aan de vergunninghouder het gebruik van een stuk grond aan Zonnedauw, 2200 Herentals, kadastraal gekend als Herentals, 2 de afdeling, sectie

bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. 3

Gemeentelijke vrijheid bij het verstrekken van een persoonsgebonden budget Het voornemen om het pgb in de AWBZ met ingang van 1 januari 2012 alleen beschikbaar te stellen voor

● een verklaring dat de lening gebruikt zal worden voor de financiering van bouw- of verbouwingswerken die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de activiteiten die behoren