• No results found

de heer Brian COWEN Minister van Buitenlandse Zaken van Ierland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "de heer Brian COWEN Minister van Buitenlandse Zaken van Ierland"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Internet: http://ue.eu.int/

E-mail: press.office@consilium.eu.int

5519/04 (Presse 26)

2559e zitting van de Raad

- Externe Betrekkingen -

Brussel, 26 januari 2004

Voorzitter: de heer Brian COWEN

Minister van Buitenlandse Zaken van Ierland

* De 2558e zitting betreffende algemene zaken wordt in een afzonderlijke mededeling aan de pers behandeld (doc. 5518/04 Presse 25).

(2)

INHOUD 1

DEELNEMERS... 3

BESPROKEN PUNTEN DOELTREFFENDHEID VAN HET EXTERNE OPTREDEN - Conclusies van de Raad ... 5

CHINA - Vervolg op de conclusies van de Europese Raad ... 7

IRAN... 7

VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN - Conclusies van de Raad ... 8

GEORGIË - Conclusies van de Raad ... 8

WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad ... 9

AFGHANISTAN - Conclusies van de Raad... 10

DIVERSEN... 11

– Liberia... 11

– Colombia - Conclusies van de Raad... 11

1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.

▪ De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://ue.eu.int.

▪ Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn gemarkeerd met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.

(3)

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:

de heer Louis MICHEL vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Denemarken:

de heer Friis Arne PETERSEN secretaris-generaal

Duitsland:

de heer Joschka FISCHER minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervanger van de bondskanselier

Griekenland:

de heer Giorgos PAPANDREOU minister van Buitenlandse Zaken Spanje:

mevrouw Ana PALACIO minister van Buitenlandse Zaken

Frankrijk:

de heer Dominique de VILLEPIN minister van Buitenlandse Zaken

Ierland:

de heer Brian COWEN minister van Buitenlandse Zaken

de heer Dick ROCHE onderminister, toegevoegd aan het ministerie van Algemene Zaken en het ministerie van Buitenlandse Zaken, belast met Europese Zaken

Italië:

de heer Roberto ANTONIONE staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Luxemburg:

de heer Nicolas SCHMIT permanent vertegenwoordiger

Nederland:

de heer Bernard BOT minister van Buitenlandse Zaken

Oostenrijk:

de heer Gregor WOSCHNAGG permanent vertegenwoordiger

Portugal:

mevrouw Teresa GOUVEIA minister van Buitenlandse Zaken en van de Portugese Gemeenschappen

Finland:

de heer Eikka KOSONEN permanent vertegenwoordiger

Zweden:

mevrouw Laila FREIVALDS minister van Buitenlandse Zaken

Verenigd Koninkrijk:

de heer Jack STRAW minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken

* * *

Commissie:

de heer Christopher PATTEN lid

* * *

Secretariaat-generaal van de Raad:

de heer Javier SOLANA secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB

(4)

De regeringen van de toetredende staten waren als volgt vertegenwoordigd:

Tsjechië

de heer Cyril SVOBODA vice-minister-president en minister van Buitenlandse Zaken Estland:

mevrouw Kriistina OJULAND minister van Buitenlandse Zaken

Cyprus:

de heer George IACOVOU minister van Buitenlandse Zaken

Letland:

mevrouw Sandra KALNIETE minister van Buitenlandse Zaken

Litouwen:

de heer Rytis MARTIKONIS vice-staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken, belast met EU-aangelegenheden

Hongarije:

de heer László KOVÁCS minister van Buitenlandse Zaken

Malta:

de heer Joe BORG minister van Buitenlandse Zaken

Polen:

de heer Włodzimierz CIMOSZEWICZ minister van Buitenlandse Zaken Slowakije:

de heer Eduard KUKAN minister van Buitenlandse Zaken

Slovenië:

de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken

(5)

BESPROKEN PUNTEN

N.B.: De toetredende landen Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië sluiten zich aan bij de conclusies betreffende het Midden-Oosten, Georgië, de Westelijke Balkan, Afghanistan en Colombia.

DOELTREFFENDHEID VAN HET EXTERNE OPTREDEN - Conclusies van de Raad

De Raad hield zijn vierde jaarlijkse oriënterend debat over de doeltreffendheid van het externe optreden van de EU. De Raad besloot de besprekingen over de resultaten van de hervorming van de externe bijstand op groepsniveau voort te zetten. De Raad nam hieromtrent de volgende conclusies aan:

"De Raad heeft zijn vierde jaarlijkse debat gehouden over de verbetering van de doeltreffendheid en de samenhang van het externe optreden van de EU, op basis van een oriënterende nota van het voorzitterschap en een voortgangsverslag van de Commissie over de hervorming van het beheer van de externe bijstand.

Een kernthema was dat, indien men tot samenhang wil komen, de uitvoering van de bijstand onder- deel moet zijn van een reeks elkaar onderling versterkende beleidsmaatregelen ter ondersteuning van de externe doelstellingen van de Unie. De aanpak van de Unie moet gebaseerd zijn op samen- hang en evenwicht binnen het volledige gamma van externe beleidsmaatregelen.

De Raad heeft de volgende drie specifieke kwesties besproken: i) een leidende rol voor de EU op het gebied van de versterking van de multilaterale aanpak van ontwikkelingsvraagstukken, ii) de optimalisering van de doeltreffendheid van de externe bijstand van de EU en, iii) de verwezen- lijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen.

Doeltreffend multilateralisme: een leidende rol voor de EU

De EU zal de komende maanden een aantal maatregelen treffen om concreet gestalte te geven aan haar engagement op het gebied van doeltreffend multilateralisme. Zij is voornemens haar leidersrol te versterken, met goed doordachte initiatieven, een nauwe interne coördinatie gericht op het bepalen van gemeenschappelijke standpunten, een betere communicatiestrategie, en een echte dialoog met partners uit de zich ontwikkelende en de ontwikkelde wereld. De uitbreiding zal werken als een katalysator voor een meer uitgesproken aanwezigheid en dito profiel van de EU.

Met betrekking tot ontwikkeling is de Raad het erover eens dat:

> de EU en haar lidstaten moeten bepleiten dat de hervorming van de VN ook behelst dat de Economische en Sociale Raad van de VN zijn rol doeltreffender vervult, met name wanneer de gecoördineerde follow-up van de uitvoering van de resultaten van grote mondiale conferenties plaatsvindt;

> de EU werk zal maken van een sterk leiderschap in het kader van de komende grote conferenties, waaronder dit jaar UNCTAD XI en Barbados plus 10 (kleine insulaire ontwikkelingslanden);

(6)

> de EU binnen de internationale structuren zal trachten te zorgen voor meer samenhang in het handels- en ontwikkelingsbeleid tussen de VN, de WTO en de instellingen van Bretton Woods. De EU en haar lidstaten zullen ook pogen er voor te zorgen dat de beheersstructuren van de instellingen van Bretton Woods ten volle in staat zijn in te spelen op de behoeften van de ontwikkelingslanden;

> de EU na het resultaat van Cancún haar inspanningen zal voortzetten om het proces van Doha weer op gang te brengen en de WTO-partners ertoe aan te zetten blijk te geven van leider- schap, engagement en flexibiliteit bij het streven naar een evenwichtig resultaat. De verwezenlijking van werkelijke voordelen voor de armste landen, en in het bijzonder voor de minst ontwikkelde landen, door snelle vooruitgang op gebieden die voor hen van belang zijn, moet daarbij prioriteit krijgen. De EU moet landen die nog niet tot de WTO zijn toegetreden, blijven aansporen dit alsnog te doen.

Optimalisering van de doeltreffendheid van de externe bijstand van de EU

Om doeltreffend te zijn, moet de uitvoering van de bijstand deel uitmaken van een samenhangende beleidsmix, en moet de bijstand worden beheerd volgens de strengste normen inzake efficiëntie en verantwoordingsplicht. De Raad

> verheugt zich over de vooruitgang die is geboekt bij de hervorming van het beheer van de externe bijstand van de EU, en benadrukt dat verdere vooruitgang nodig is;

> verzoekt de Commissie om, in het licht van de ervaring en de beste internationale praktijken, voorstellen in te dienen om het gebruik van objectieve en transparante standaardcriteria voor de toewijzing van de middelen op basis van behoeften en prestaties uit te breiden tot alle vormen van externe bijstand van de EU. Daarbij moet rekening worden gehouden met de bijzondere moeilijkheden waarmee landen in crisis of in een conflictsituatie te kampen hebben;

> neemt er nota van dat de Commissie voorstellen heeft ingediend om het Europees Ontwikke- lingsfonds (EOF) op te nemen in de algemene begroting van de EU, en zal deze kwestie bespreken tijdens de zitting van de RAZEB in februari;

> is het erover eens dat het oriënterend debat voortaan zal plaatsvinden in oktober, te beginnen in oktober 2004 onder het Nederlandse voorzitterschap, in het kader van de overgang naar een nieuwe jaarlijkse cyclus die een betere integratie mogelijk moet maken van de planning, programmering en uitvoering van de begroting en de rapportage met betrekking tot de externe bijstand van de EU.

De verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling

De verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling maakt deel uit van de kern- doelen van de Europese Unie en, meer in het algemeen, van de internationale gemeenschap. De verbintenissen die de EU-lidstaten zijn aangegaan op de conferentie van Monterrey vormen een afspiegeling van de leidende rol van de Unie in het kader van de internationale inspanningen ter verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen. In april zal de RAZEB de ter zake geboekte vooruitgang evalueren. De Raad

(7)

> is het erover eens dat in 2004 een grote inspanning zal moeten worden geleverd om ervoor te zorgen dat de lidstaten zich houden aan de tijdens de conferentie van Monterrey gedane toe- zegging dat zij de ODA zullen verhogen;

> herinnert aan de toezeggingen die hij in de aanloop naar de conferentie van Monterrey tijdens zijn zitting in Barcelona heeft gedaan in verband met beleidscoördinatie en de harmonisatie van de procedures, en zal deze kwesties bespreken tijdens de RAZEB-zitting in april;

> zal ervoor zorgen dat de EU in een goede positie verkeert om een leidende rol te vervullen wanneer in 2005 internationaal de balans wordt opgemaakt van de millenniumdoelstellingen, en zal tijdens de RAZEB-zitting in april nagaan of de Commissie kan worden verzocht in dit verband een soortgelijke rol op zich te nemen als bij de follow-up van Monterrey;

> is ervan overtuigd dat het engagement van de EU voor de verwezenlijking van de millennium- doelstellingen tot uiting moet komen in het volledige gamma aan beleidsmaatregelen van de EU en in haar besluiten betreffende de toewijzing van financiële middelen."

CHINA - Vervolg op de conclusies van de Europese Raad

De Raad nam nota van de opdracht van de Europese Raad van 12 december 2003 aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen, het embargo op de wapenverkoop aan China opnieuw te bekijken. De Raad had een eerste bespreking hierover en verzocht het Comité van permanente vertegenwoordigers en het Politiek en Veiligheidscomité zich over deze aangelegenheid te buigen.

De Raad zal nog op dit punt terugkomen.

IRAN

De Raad luisterde naar een korte uiteenzetting van hoge vertegenwoordiger Solana over zijn bezoek aan Iran op 12 en 13 januari 2004 en had naar aanleiding daarvan een gedachtewisseling over de recente ontwikkelingen in dat land. De heer Solana heeft Iran bezocht op verzoek van de Raad, teneinde met de Iraanse autoriteiten van gedachte te wisselen over de wijze waarop de dialoog tussen de EU en Iran op alle gebieden kan worden voortgezet. De ministers benadrukten dat de EU veel gelegen is aan goede betrekkingen met Iran. Zij betuigden hun leedwezen met de slachtoffers van de aardbeving in Bam en spraken hun verbondenheid uit.

Wat betreft vertrouwenwekkende maatregelen op nucleair gebied toonden de ministers zich ingenomen met de door Iran genomen stappen, en met name met de ondertekening en de uitvoering van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake veiligheidscontrole (IAEA). De ministers onderstreepten dat Iran zich ten volle aan de resolutie dient te houden die de Raad van Beheer van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) in november heeft aangenomen.

Opgemerkt werd dat de EU de politieke toestand in Iran nauwlettend volgt, en de hoop werd geuit dat er hier spoedig een oplossing zal worden gevonden, waardoor de weg vrijgemaakt zou worden voor vrije en eerlijke verkiezingen. Tot slot merkte de Raad op dat hij de bovengenoemde aangelegenheden nauwlettend zal blijven volgen, en met name het volgende verslag inzake Irans nucleaire programma van de hand van de directeur-generaal van de IAEA, dat midden februari wordt verwacht, afwacht.

(8)

VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN - Conclusies van de Raad

De ministers hadden een uitvoerige discussie over de situatie in het Midden-Oosten, met name op basis van een verslag van het voorzitterschap over de besprekingen die het onlangs in Israël en Egypte heeft gevoerd. Met name werd gesproken over de wijze waarop de huidige patstelling in het vredesproces zou kunnen worden doorbroken.

De Raad nam voorts de volgende conclusies aan over de gevangenenruil tussen Israël en Hezbollah:

"De Raad toonde zich ingenomen met het aangekondigde akkoord over een gevangenenruil tussen Israël en Hezbollah. De Raad sprak zijn waardering uit voor de goede diensten van de Duitse regering bij de totstandbrenging van deze ruil. De Raad sprak de hoop uit dat deze ruil de weg vrij zal maken voor een oplossing van alle resterende problemen tussen Israël en Libanon inzake gevangenen en de stoffelijke resten van gevangenen aan beide zijden".

GEORGIË - Conclusies van de Raad De Raad nam de volgende conclusies aan:

"In vervolg op de inhuldiging, gisteren in Tbilisi, van president Mikheil Saakashvili, bij welke gelegenheid de Europese Unie werd vertegenwoordigd door de heer Brian Cowen TD, voorzitter van de Raad, en door de heer Heikki Talvitie, speciale vertegenwoordiger van de EU (EUSR) voor de zuidelijke Kaukasus, is de Raad overeengekomen dat de internationale gemeenschap spoedig actie dient te ondernemen ter ondersteuning van Georgië. De EU verklaart in dit verband bereid te zijn actief bij te dragen tot deze spoedige actie, en bevestigt andermaal dat zij bereid is tot samen- werking met de nieuwe regering in Georgië.

De EU blijft ernaar streven het hervormingsproces in Georgië te ondersteunen met de instrumenten en beleidsmiddelen die de EU ten dienste staan, zulks in nauwe samenwerking met de relevante internationale organisaties. De Raad zal bezien hoe dit het beste kan gebeuren en verzoekt de Commissie om, in overleg met andere donoren, te bezien hoe donorcoördinatie kan worden bevorderd. Tastbare vooruitgang bij de corruptiebestrijding en handhaving van de rechtsstaat zal het gemakkelijker maken de internationale steun en de betrokkenheid bij de ontwikkeling van Georgië te vergroten. De EU zal het verloop van de IMF- en IBRD-missies naar Tbilisi op de voet volgen.

De EU steunt de territoriale integriteit en nationale eenheid van Georgië. De EU roept alle partijen op vaart te zetten achter hun inspanningen om via onderhandelingen oplossingen te vinden voor de interne conflicten in Georgië.

De EU roept de autoriteiten van Georgië op zich te blijven inspannen voor de voorbereiding van de parlementsverkiezingen die gepland zijn voor 28 maart, en zich daarbij te richten naar de aan- bevelingen van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie (IEOM) die de presidents- verkiezingen van 4 januari 2004 heeft gevolgd. Daartoe dient ten volle gebruik gemaakt te worden van de EU- en andere internationale bijstand voor de verkiezingen. De lidstaten en de Commissie zullen, door het afvaardigen van verkiezingswaarnemers, bijdragen tot de missie van de IEOM naar de parlementsverkiezingen van maart.

(9)

De Raad is ingenomen met het zeer vruchtbare bezoek dat de hoge vertegenwoordiger, de heer Javier Solana, aan Tbilisi heeft gebracht, en met de niet-aflatende inspanningen van de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de regio, de heer Heikki Talvitie. De Raad is overeengekomen de situatie in Georgië nauwlettend in het oog te houden.

De Raad verzoekt de Commissie om, in overleg met de hoge vertegenwoordiger en met inachtneming van de voorstellen van de speciale vertegenwoordiger van de EU, te komen met een aanbeveling inzake de verhouding van Armenië, Azerbeidzjan en Georgië tot het Europees beleid ten aanzien van de buurlanden. De Raad hoopt zich nog vóór het einde van het Ierse voorzitter- schap over deze aanbeveling te kunnen buigen."

WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad

De Raad besprak de situatie op de Westelijke Balkan, met name de toestand in Servië na de parlementsverkiezingen van 28 december 2003, en nam de volgende conclusies aan:

"SERVIË EN MONTENEGRO/SERVIË

De Raad nam nota van de uitslagen van de Servische parlementsverkiezingen van 28 december 2003, die een vreedzaam, vrij en eerlijk verloop kenden. Hij spoorde alle democratische partijen aan tot samenwerking, teneinde spoedig een regering te vormen die zich zal inzetten voor de hervormingsagenda en voor verdere vorderingen die Servië dichter bij de EU brengen. De Raad benadrukte dat de EU de inspanningen van een nieuwe democratische regering op deze basis ten volle zal steunen.

VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË

De Raad besloot een gemeenschappelijk standpunt vast te stellen tot beperking van de inreis in of doorreis door de EU van personen die gewelddadige extremistische activiteiten in de hand werken of daaraan deelnemen welke afbreuk doen aan de aan het kaderakkoord van Ohrid ten grondslag liggende basisbeginselen van stabiliteit, territoriale integriteit en de eenheid en het multi-etnische karakter van de staat. De beperking zou tevens gelden voor personen die doelbewust, herhaaldelijk en onrechtmatig de concrete uitvoering van het kaderakkoord ondermijnen of belemmeren door acties die zich aan het democratische proces onttrekken.

De Raad wees nogmaals op het belang dat hij hecht aan volledige uitvoering van het kaderakkoord van Ohrid als essentiële voorwaarde voor verdere vooruitgang in de richting van opneming in de Europese structuren. In dat verband verheugde hem het voorstel van de regering voor de aanneming van belangrijke wetsontwerpen met betrekking tot het decentralisatieproces.

De Raad zwaaide de aftredende speciale vertegenwoordiger van de EU, ambassadeur Alexis Brouhns, lof toe voor zijn wezenlijke bijdrage aan de consolidatie van vrede en stabiliteit in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Hij sprak zijn volle steun uit voor zijn opvolger, de heer Søren Jessen-Petersen, die op 1 februari 2004 als EUSV in functie zal treden.

(10)

POLITIEMISSIE VAN DE EUROPESE UNIE (EUPOL PROXIMA)

De Raad was ingenomen met de geslaagde start op 15 december 2003 van de politiemissie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (EUPOL PROXIMA). Dit is de tweede civiele politiemissie en de vierde operatie uit hoofde van het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) van de Europese Unie. Door middel van toezicht, mentorschap en advies zal EUPOL PROXIMA de verdere ontwikkeling van een efficiënte en professionele politiedienst ondersteunen en Europese politienormen bevorderen.

De Raad was verheugd over de krachtige verbintenis van de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) om nauw met EUPOL PROXIMA samen te werken teneinde de missie te doen slagen. In dit verband verwelkomde hij tevens de nauwe samen- werking tussen EUPOL PROXIMA en de in de FYROM aanwezige internationale organisaties, met name de OVSE.

*

* *

POLITIEMISSIE VAN DE EUROPESE UNIE IN BOSNIË EN HERZEGOVINA

De Raad werd door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger op de hoogte gebracht van het plotselinge overlijden in Sarajevo, op de dag van de onderhavige zitting, van commissaris Sven FREDERIKSEN, hoofd van de politiemissie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (EUPM). Commissaris FREDERIKSEN voerde het bevel over de allereerste EVDB-operatie. Zijn leidinggevende rol was van doorslaggevend belang voor het welslagen van de politiemissie in het eerste jaar. De Raad betuigde zijn medeleven met de familie van commissaris Frederiksen en met diens collega's van de politiemissie op dit moeilijke moment."

AFGHANISTAN - Conclusies van de Raad

De Raad besprak de politieke ontwikkelingen en de voorstellen inzake een internationale conferentie over Afghanistan en nam kennis van een korte uiteenzetting van hoge vertegen- woordiger Javier Solana over diens bezoek aan Kabul op 14 januari 2004. De Raad nam de volgende conclusies aan:

"De Raad is verheugd over de goedkeuring van een nieuwe grondwet voor Afghanistan door de Loya Jirga. Het gaat hier om een essentiële stap in het vredesproces dat is ingeleid door het Akkoord van Bonn, die de grondslag legt voor een toekomst van vrede en welvaart voor het Afghaanse volk. De Raad bevestigt dat de Europese Unie zich ten volle engageert ten gunste van het proces van Bonn en, op langere termijn, de doelstellingen inzake wederopbouw en ontwikkeling in het kader van het proces van nationale opbouw.

De Raad verklaart dat de Europese Unie stellig verwacht dat het nieuwe elan van het proces van Bonn benut wordt om vooruitgang te boeken bij het herstel van de veiligheid in het land en bij het proces van demobilisatie, ontwapening en reïntegratie van voormalige strijders. Een betere veilig- heidssituatie zal ook het verloop van de verkiezingen in 2004, alsmede de inspanningen op het gebied van wederopbouw en drugsbestrijding ten goede komen.

(11)

De Raad staat achter het idee van een nieuwe internationale conferentie betreffende Afghanistan, zoals door het voorzitterschap in zijn antwoord op de brief van president Karzai is aanvaard en zoals door secretaris-generaal van de VN Annan in zijn meest recent verslag over Afghanistan aan de Veiligheidsraad is voorgesteld, en hij is verheugd over de bereidheid van Duitsland om voor een dergelijke conferentie als gastheer op te treden.

De Raad spreekt zijn waardering uit voor het werk van de heer Vendrell, de speciale vertegen- woordiger van de EU in Afghanistan, die zich niet-aflatende inspanningen heeft getroost, en komt overeen de situatie in Afghanistan opnieuw te bespreken in het licht van de aanstaande missie van de ministeriële trojka van de EU naar Kabul, medio februari."

DIVERSEN Liberia

Op verzoek van Zweden besprak de Raad kort de aanstaande donorconferentie voor de naoorlogse wederopbouw van Liberia, die op 5 en 6 februari 2004 te New York zal worden georganiseerd door de VN en de Wereldbank. De Raad nam kennis van het appel van Zweden om zich tijdens de conferentie vrijgevig te betonen en aanhoudende steun te bieden voor het vredesproces.

Colombia - Conclusies van de Raad

De Raad beluisterde een korte uiteenzetting van Commissielid Patten over diens recente bezoek aan Colombia, dat hij heeft afgelegd naar aanleiding van het aanstaande bezoek van president Uribe aan Europa (8 tot en met 13 februari 2004).

De Raad nam de volgende conclusies betreffende Colombia aan:

"Herinnerend aan de verklaring die in juli 2003 te Londen is overeengekomen door de Colombiaanse regering en de vertegenwoordigers van andere regeringen en internationale organisaties die aanwezig waren op de bijeenkomst in Londen over internationale steun voor Colombia, zegt de Raad zijn volle steun toe aan de voortdurende inspanningen van de Colombiaanse regering om 's lands instellingen te hervormen en over het hele grondgebied een volledig functionerend democratisch bestel tot stand te brengen dat in overeenstemming is met de rechtsstaat, de eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht en dat gericht is op de welvaart en de veiligheid van de Colombiaanse burgers. De Raad merkt op dat aanzienlijke inspanningen zijn geleverd om de aanwezigheid van de overheid op het nationale grondgebied te vergroten, en hoopt dat alle democratische staatsinstellingen binnenkort overal volledig zullen kunnen functioneren.

De Raad neemt nota van de vorderingen die tot nu toe zijn gemaakt met de economische en politieke hervormingen die de in het land bestaande ongelijkheden moeten wegwerken en de duurzame ontwikkeling moeten bevorderen, en verklaart de voortzetting en versnelling van dit proces te steunen. De Raad zegt de Colombiaanse regering tevens zijn volledige steun toe in de strijd tegen het terrorisme en de illegale productie van en de handel in drugs, en wijst op de noodzaak daarbij de rechtsstaat, het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechteninstrumenten die Colombia heeft onderschreven, te eerbiedigen.

(12)

De Raad verheugt zich over de algemene daling van het aantal moorden en ontvoeringen in Colombia, zoals die in recent bekendgemaakte statistieken tot uiting komt, en hoopt dat deze neerwaartse trend zal aanhouden.

De Raad zegt nogmaals zijn volledige steun toe aan president Uribe, die vastbesloten is het interne gewapende conflict via onderhandelingen op te lossen, onder meer via directe afspraken met illegale gewapende groeperingen die eventueel bereid zijn om over een vredes- akkoord te praten. De Raad dringt erop aan dat de illegale gewapende groeperingen alle vijandelijkheden staken en een constructieve en betekenisvolle dialoog aangaan. Het is de Raad weliswaar bekend dat recentelijk een aantal gijzelaars is vrijgelaten, maar hij onder- streept toch vooral het belang van een spoedige vrijlating van alle resterende gijzelaars en slachtoffers van ontvoeringen. Een dergelijke humanitaire daad van de illegale gewapende groeperingen zou passen in het kader van een humanitair akkoord en zou een positief signaal vormen dat zij voornemens zijn de weg van de vrede in te slaan.

De Raad bevestigt dat de EU bereid is om mee te ijveren voor een vreedzame oplossing van het conflict, in het kader van een alomvattende vredesstrategie. De Raad wijst tevens op de belangrijke rol die de speciale adviseur van de VN-secretaris-generaal voor Colombia in dit verband speelt.

De Raad benadrukt het belang van een vroegtijdig en doeltreffend optreden tegen straffeloos- heid en collusie, met name met de paramilitaire groeperingen. De Raad onderstreept de nood- zaak van demobilisatie en reïntegratie in de maatschappij van leden van illegale gewapende groeperingen, zulks in overeenstemming met het toepasselijke internationale recht en de desbetreffende rechtspraak en op een manier die het recht van de slachtoffers van het conflict op waarheid, gerechtigheid en genoegdoening eerbiedigt. In dit verband is het volgens de Raad van bijzonder belang dat de voorgestelde amnestiewet verder wordt gewijzigd teneinde deze volledig in overeenstemming te brengen met de verplichtingen die op grond van inter- nationale mensenrechteninstrumenten en het internationaal humanitair recht op Colombia rusten.

De Raad is diep bezorgd over de nog steeds ernstige situatie ten aanzien van de mensen- rechten en het internationale humanitaire recht in Colombia, en dringt bij de autoriteiten aan op een snelle aanpak van dit probleem, met name door onverwijld uitvoering te geven aan de specifieke aanbevelingen van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten (UNHCHR), zoals de bekendmaking van een actieplan voor mensenrechten met een tijdschema voor de uitvoering ervan. De Raad herinnert in het bijzonder aan de aan- beveling van de UNHCHR over de toekenning van rechterlijke bevoegdheid aan de veilig- heidstroepen, en hoopt dat het Congres de wet die deze toekenning regelt, verder kan bespreken.

De Raad neemt met diepe bezorgdheid kennis van de benarde toestand waarin binnenlandse ontheemden en inwoners van geïsoleerde gemeenschappen zich bevinden en bevestigt dat de EU bereid is om zich samen met de Colombiaanse autoriteiten en de VN in te zetten om deze crisis op doeltreffende en gecoördineerde manier het hoofd te bieden.

(13)

De Raad wijst op de hachelijke veiligheidsomstandigheden waarin lokale en internationale NGO's en organisaties uit de civiele samenleving, met inbegrip van vakbonden en mensen- rechtenorganisaties, in Colombia momenteel genoodzaakt zijn te werken; hij dringt bij de autoriteiten aan op nauwe samenwerking met al deze groeperingen om hun bescherming te waarborgen. De Raad onderstreept het belang van een regelmatige constructieve dialoog tussen de autoriteiten en de civiele samenleving bij het zoeken naar een vreedzame oplossing voor de problemen van het land, en verheugt zich over recente contacten van die aard die hebben plaatsgevonden in het kader van de follow-up van de bijeenkomst in Londen van juli 2003 over internationale steun voor Colombia.

Tot slot benadrukt de Raad het belang van een onverkorte uitvoering van de verklaring van Londen. Hij is ingenomen met het werk van de groep van 24 landen (de groep van Londen), die met dat doel een constructieve dialoog voert met de Colombiaanse autoriteiten, de civiele samenleving en andere belanghebbende partijen. In overeenstemming met de in Londen gedane beloften heeft de Raad de lidstaten en de Commissie aangespoord hun samen- werkingsprogramma's verder uit te werken, en daarbij bijzondere nadruk te leggen op de democratische versterking van de overheidsinstellingen, de verlichting van de humanitaire crisis, de bescherming van de mensenrechten, de bevordering van milieumaatregelen en de ontwikkeling van levensvatbare alternatieven voor de productie van illegale drugs. In dat verband spreekt de Raad zijn tevredenheid uit over de recente uitbreiding van het EU-stelsel van algemene preferenties en met name de drugsregeling, alsook over de oprichting van een tweede EU-vredeslaboratorium, twee initiatieven die naar verwachting een zinvolle bijdrage zullen leveren tot de verwezenlijking van deze doelstelling."

__________________

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij deze druk gaven de buizen het water gelijkmatig af door een groot aantal kleine poriën.. De ingegraven poreuze buizen zijn voortdurend gevuld gehouden met

Omdat het doel van deze filetmonsters primair de vergelijking met de gehalten in de gehele sub- adulte vis was zijn alleen filet monsters geproduceerd voor soorten en

Aangezien aan de ambtenaren van deze carrière afwisse. lend taken van politieke, commerciële of culturele aard worden toevertrouwd, wordt geen speciale opleiding voor cultureel

While the Sebokeng and Evaton Public Private Partnership is clearly one of the most successful small scale PPP’s to be completed in South Africa, the real benefits of the project

De Stadspartij is van deze brief geschrokken en vraagt zich af hoe de in deze brief geschetste ontwikkelingen zijn te rijmen met de aanbesteding van een (regio) tram.. Alhoewel

13 februari 2012, heeft de RUG laten weten dat deze brief bedoeld was voor het college van B&W en niet voor de gemeenteraad... Alvorens de vragen te beantwoorden, het volgende:

Toelichting van begrippen • Arbeidsopbrengst ondernemer = de vergoeding voor de arbeid die de ondernemer levert inclusief leidinggeven en het door hem gedragen ondernemersrisico in

The working commission on Usability of Workplaces (CIB W111) by the International Council for Research and Innovation in Building and Construction (CIB) conducted research on