• No results found

Diversiteit in Sociale Huisvesting: Stadsvernieuwing vs. Stadsontwikkeling. Stadsverbreding als een strategie om sociale huisvesting een plaats te geven in Gent (Case Watersportbaan)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Diversiteit in Sociale Huisvesting: Stadsvernieuwing vs. Stadsontwikkeling. Stadsverbreding als een strategie om sociale huisvesting een plaats te geven in Gent (Case Watersportbaan)"

Copied!
101
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DIVERSITEIT IN SOCIALE HUISVESTING:

Stadsvernieuwing vs. Stadsontwikkeling

Stadsverbreding als een strategie om sociale huisvesting een plaats

te geven in Gent (Case Watersportbaan)

(2)

Promotoren: prof ir.-arch. Peter Vanden Abeele en dr. ir.-arch. Luce Beeckmans Masterthesis ingediend tot het behalen van de academische graad van Master of Science in de stedenbouw en de ruimtelijke planning

Academiejaar 2019-2020

Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur

DIVERSITEIT IN SOCIALE HUISVESTING:

Stadsvernieuwing vs. Stadsontwikkeling

Stadsverbreding als een strategie om sociale huisvesting een plaats

te geven in Gent (Case Watersportbaan)

(3)

Met dank

aan Peter Vanden Abeele, voor de kennismaking met dit onderwerp en de verfijning van de ontwerpopgave aan Luce Beeckmans, voor de vele begeleidingen en verhelderende inzichten

aan De Stadsacademie, voor de inspirerende workshops

aan alle geïnterviewden, voor de aangename gesprekken en hun reflecties aan Casper, voor zijn kritische blik en eeuwige geduld

aan mama, voor al haar aanmoedigingen tijdens deze uitzonderlijke omstandigheden aan alle familieleden en vrienden die mij zo fijn omringen

dank jullie wel!

‘De auteur geeft de toelating deze masterthesis voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van de masterthesis te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze masterthesis.’

Nathalie Casteels, augustus 2020

5

(4)

Preambule

Bij het uitwerken van deze masterthesis heb ik hinder ondervonden door de coronamaatregelen. Ik werd beperkt tot het geconsulteerde bronnenmateriaal van voor de coronacrisis en tot digitale bibliotheken. Een deel van het bronnenmateriaal heb ik hierdoor niet kunnen raadplegen waardoor dit voornamelijk een invloed heeft gehad op de uitwerking van mijn literatuuronderzoek in het tweede deel ‘IN BEELD: stadsver-nieuwing vs. stadsontwikkeling’.

Voor het derde deel ‘IN DE DIEPTE: cases-analyse’ en het vierde deel ‘OP PLAN: stadsverbreding’ werd ik beperkt tot het veldwerk, namelijk observaties en interviews, die ik voor de coronacrisis heb uitgevoerd. Door de maatregelen werden onder meer de interviews met de bewoners van de Watersportbaan niet meer opgestart. Ook mijn eigen observaties en terreinbezoeken van de wijk Watersportbaan-Ekkergem werden hierdoor beperkt tot het minimum en voornamelijk opgevangen door digitale bronnen.

7

(5)

Abstract

Nathalie Casteels, Master of Science in de stedenbouw en de ruimtelijke planning, Universiteit Gent Abstract van de masterthesis, ingediend 7 augustus 2020:

Diversiteit in Sociale Huisvesting: Stadsvernieuwing vs. Stadsontwikkeling

Stadsverbreding als een strategie om sociale huisvesting een plaats te geven in Gent (Case Watersportbaan)

Sinds de eeuwwisseling voert het Gentse stadsbestuur een actief beleid van stadsvernieuwing en stads-ontwikkeling. Twee stedenbouwkundige strategieën die verschillen in visie, schaalgrootte, methodiek en doelgroep. Tot op heden is er een leemte in de wetenschappelijke literatuur over het sociaal woonaanbod in stadsvernieuwings- en stadsontwikkelingsprojecten. Nochtans, zijn de wachtlijsten voor een sociale woning langer dan ooit tevoren. Met deze scriptie wordt er op zoek gegaan naar kansen en strategieën voor het verbreden van het sociaal woonaanbod in stadsvernieuwing en stadsontwikkeling in Gent.

De scriptie vertrekt vanuit de oorsprong van sociale huisvesting, stadsvernieuwing en stadsontwikke-ling in Gent door primaire bronnen zoals beleidsdocumenten en secundaire bronnen over het Gentse woonvraagstuk te raadplegen. Via een vergelijkende studie van de aanwezige stadsvernieuwings- en stads-ontwikkelingsprojecten wordt nagegaan hoe het sociaal woonaanbod geëvolueerd is. Hierop volgend wordt het sociaal woonaanbod in het stadsvernieuwingsproject ‘Nieuw Gent Vernieuwt’ en het stadsont-wikkelingsproject ‘Oude Dokken’ nauwgezet bestudeerd met behulp van primair bronnenmateriaal alsook interviews met experten. Deze bevindingen leiden uiteindelijk tot een nieuwe manier van werken voorge-steld onder de noemer stadsverbreding als een hybride van stadsvernieuwing en stadsontwikkeling. Drie scenario’s worden uitgewerkt voor de case ‘de Watersportbaan’, waarbij een verbreding van het sociaal woonaanbod voorop staat.

De taakstelling om meer sociale woningen te realiseren in Gentse stadsvernieuwings- en stadsontwikke-lingsprojecten bleek te ambitieus. De afgelopen jaren is het sociaal woonaanbod in deze stadsprojecten nauwelijks tot niet toegenomen. Bij stadsvernieuwing verschuift de aandacht van het inrichten van sociale huisvesting naar premiestelsels voor private woningen. Bij stadsontwikkeling worden er ‘meer’ sociale woningen gebouwd dan bij stadsvernieuwing, maar op zeer gegeerde, moeilijk ontwikkelbare gronden waardoor deze onbetaalbaar zijn voor de sociale huisvestingsmaatschappijen. Hierdoor is het onduidelijk waar sociale huisvesting vandaag een plaats krijgt in Gent. Stadsverbreding reageert hierop door het instru-mentarium van stadsvernieuwing en stadsontwikkeling te diversifiëren, waardoor het aantal beschikbare sociale huurwoningen toeneemt, maar ook de keuzevrijheid van sociale huurders om indien mogelijk te stijgen op de sociale woonladder in hun nabije omgeving.

Kernwoorden: sociale huisvesting, stadsvernieuwing, stadsontwikkeling, stadsverbreding, het recht op

menswaardig wonen, sociale mobiliteit, diversiteit

9

(6)

Extended abstract

Nathalie Casteels, Master of Science in Urbanism and Spatial Planning, Ghent University Abstract of Master’s Thesis, Submitted7 August 2020:

Diversity in Social Housing: Urban Renewal vs. Urban Redevelopment A new strategy to locate social housing in Ghent (Case Watersportbaan)

Since the turn of the century, the city council of Ghent pursued an active policy of urban renewal and urban redevelopment. Two strategies that differ in vision, scale, methodology and target group. Urban renewal integrates small-scale, social-spatial interventions in the existing environment with the aim of improving the real estate and the living qualities, redesigning the public space and increasing the supply of community facilities. Urban redevelopment on the other hand, has the intention to convert vacant, old industrial sites into vibrant residential areas. Until today, there is a remarkable gap in the scientific literature on the supply of social housing in urban renewal and urban redevelopment projects, even though the waiting lists for social housing are longer than ever before. This thesis explores new opportunities and strategies for broade-ning the supply of social housing in urban renewal and urban redevelopment in Ghent.

The subjects of this research are the origins of social housing, urban renewal and urban redevelopment in Ghent. Data for this research are collected by consulting primary sources such as policy documents and secondary sources on the housing issue in Ghent. A comparative study of the existing urban renewal and urban redevelopment projects examines how the social housing supply has evolved. Subsequently, the supply of social housing in the urban renewal project ‘Nieuw Gent Vernieuwt’ and the urban redeve-lopment project ‘Oude Dokken’ is thoroughly studied using primary sources as well as semi-structured interviews with experts. These findings ultimately lead to a new strategy presented as a hybrid of urban renewal and urban redevelopment. Three scenarios are developed for the case ‘de Watersportbaan’, in which an expansion of the social housing supply is a priority.

The task of realising more social housing in Ghent’s urban renewal and urban redevelopment projects turned out to be too ambitious. In recent years, the social housing supply in these urban projects has hardly increased. The policy vision (planning process) and its effective realisation (implementation process) do not correspond due to: 1) The slowness of spatial processes and procedures, 2) The dependence on funding, 3)

The dependence on other governments or private actorsand 4) The social developments and the context1.

In urban renewal the focus is changing from the provision of social housing to renovations of private houses by premiums. Urban renewal is mainly used to attract young, wealthy families and to make indi-vidual, affordable building more accessible. In urban redevelopment ‘more’ social housing is being built than in urban renewal, but on highly desirable, difficult-to-develop plots which makes it unaffordable for the social housing companies. In the urban renewal project ‘Nieuw Gent Vernieuwt’ is chosen to replace the neighbourhood with modernist high-rise buildings in green surroundings, in a mix of high-rise and low-rise buildings in a green neighbourhood park. Although the urban renewal project focuses strongly on the quality of decent housing and the quality of living, the connection with the vicinity remains limited. Is it

possible to leave the residential enclave in the long term?The urban redevelopment project ‘Oude Dokken’

on the other hand, focuses on an exclusive form of housing for one specific type of inhabitants whereby social housing is fragmented and spread over various (un)attractive locations. As a consequence social housing has a very significant place at ‘Nieuw Gent Vernieuwt’ and a inferior place at ‘Oude Dokken’. It is therefore unclear where social housing is located in Ghent today. A new strategy is presented by diversifying the urban planning instruments of urban renewal and urban redevelopment. The strategy starts from the fundamental right to decent housing for everyone by focusing on the rental market in Ghent. This causes an increase of available (social) rental houses, and the free choice of social tenants to climb up (if possible) on the housing ladder in their vicinity.

Keywords: social housing, urban renewal, urban redevelopment, the right to decent housing, social

mobility, diversity

1 Stad Gent. (2018). Structuurvisie 2030: Ruimte voor Gent. Gent: Stad Gent.

11

(7)

Inhoud

DEEL 1. OPENING: diversiteit in sociale huisvesting

1. Introductie 2. Methodologie

DEEL 2. IN BEELD: stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling

1. Gents woonbeleid en wooncrisis

2. Historische context stadsvernieuwing, stadsontwikkeling en sociale huisvesting 3. Sociale huisvesting vandaag

DEEL 3. IN DE DIEPTE: cases-analyse

1. Catalogus stadsvernieuwings- en stadsontwikkelingsprojecten —Intermezzo 1: Instrumenten voor sociale huisvesting

2. Stadsvernieuwingsproject Nieuw Gent Vernieuwt —Intermezzo 2: Decreet Grond- en Pandenbeleid

3. Stadsontwikkelingsproject Oude Dokken —Intermezzo 3: Project De Zeemanstuin 4. Conclusie

DEEL 4. OP PLAN: stadsverbreding

1. Werkgebied Watersportbaan-Ekkergem 2. De doelstellingen van de scenario’s 3. Het doorschuif-scenario: Case Borluut

4. Het domino-scenario: Case Zone B Project Gent Sint-Pieters 5. Het shift-scenario: Cases Jubileumlaan en Schollaert

6. Catalogus stadsvernieuwings-, stadsontwikkelings- én stadsverbredingsprojecten

DEEL 5. VOORUITBLIK: manifest voor sociale huisvesting en stadsverbreding

1. Aan alle betrokkenen

DEEL 6. BIBLIOGRAFIE 1. Persoonlijke communicatie 2. Workshops De Stadsacademie 3. Beleidsdocumenten en rapporten 4. Literatuur DEEL 7. ANNEX

1. Notities uit het interview met Bart Van Bouchaute op 13 januari 2020 2. Interview met Kristof Gielen op 20 januari 2020

3. Interview met Marc Heughebaert op 22 januari 2020 4. Interview met Frederic Vandeputte op 23 januari 2020 5. Interview met Agnieszka Zajac op 14 februari 2020

6. Interview met Leen Bonte en Liesbeth Bultinck op 10 maart 2020

14 16 21 24 26 32 46 50 52 61 63 73 75 87 89 92 94 97 98 104 110 116 120 122 124 126 126 127 128 130 132 136 148 164 176 186 13 12

(8)

INHOUD 1. Introductie

1.1 Wat betekenen stadsvernieuwing en stadsontwikkeling? 1.2 Sociale huisvesting op een dieptepunt

1.3 Leeswijzer 2. Methodologie 2.1 Literatuurstudie 2.2 Interviews 2.3 Casestudies 2.4 Workshops De Stadsacademie

DEEL 1. OPENING:

diversiteit in sociale huisvesting

16 18 18 20 21 21 22 22 23 15 14

(9)

1. Introductie

Dat de stad Gent groeit en een geweldige stad is om in te wonen, is zeker. En dat er nog heel wat verwezenlijkt moet worden omtrent wonen, is ook duidelijk. De woonmarkt kampt vandaag namelijk met een wooncrisis. Een wooncrisis met niet één uitdaging, maar met verschillende uitdagingen die bijgevolg niet op te lossen zijn met slechts één kant-en-klare oplossing. Niet onbelangrijk in deze uitdagingen is dat de Gentse woonvraag fundamenteel anders is dan de

Vlaamse gemiddelden. Verschillende recent gepubliceerde onderzoeken1 werpen een blik op

deze woonproblematiek. Eén cijfer springt eruit, namelijk dat de helft van de Gentenaars een woning huurt en één op drie sociale huurders zijn. Daarbij verkeert de helft van die huurwo-ningen in slechte staat en vragen deze dringend om renovaties en/of sloop.

Ook de mediaberichten liegen er niet om. De nood aan sociale woningen is veel groter dan we denken. De wachtlijsten deinen uit en liggen hoger dan ooit tevoren. De vraag naar sociale woningen in Gent is groter dan het aanbod. Daarbovenop worstelen de sociale huisvestings-maatschappijen met financiële beperkingen en problematieken. Ook bouwgronden zijn een schaars goed geworden, waardoor hoge grondprijzen een normaliteit zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een toenemende groep het steeds zwaarder heeft om hun woonrecht te volbrengen. Gestimuleerd door deze mediaberichten over de wooncrisis, de lange wachtlijsten, en de slechte woonkwaliteit van huurwoningen in de stedelijke context Gent, ben ik deze masterthesis gestart om onderzoek te voeren naar de diversiteit in het sociaal huisvestingsvraagstuk.

Te midden van dit urgente sociale woonvraagstuk staat in Gent ook stadsvernieuwing en stads-ontwikkeling al enkele tientallen jaren op de (politieke) agenda. Twee stedenbouwkundige strategieën die verschillen in visie, schaalgrootte, methodiek en doelgroep. Stadsvernieuwing gaat voornamelijk over de integratie van kleinschalige, sociaal-ruimtelijke interventies in het bestaande stadsweefsel met als intenties de leefomgeving en het woonpatrimonium te verbe-teren, de publieke ruimte herin te richten en het aanbod van gemeenschapsvoorzieningen te vergroten. Stadsontwikkeling daarentegen lijkt in hoofdzaak de ruimtelijke doelstelling te hebben om leegstaande, oude industriële sites nieuw leven in te blazen en om te bouwen tot levendige woonwijken. Vandaag ontstaan in verschillende wijken nieuwe woonontwikke-lingen waarbij de ene al wat grootschaliger en luxueuzer gepresenteerd wordt, dan de andere. Het onderzoek reageert hiermee op de masterstudio ‘Diversiteit in sociale huisvesting’ waarin er op zoek gegaan wordt naar de kansen en strategieën voor een verbreding van het sociaal huisvestingsvraagstuk. Met deze masterthesis tracht ik nieuwe, alternatieve oplossingen te exploreren. Als ruimtelijk planner en ontwerper zie ik ruimte om het sociaal huisvestings-vraagstuk te verbreden door het instrumentarium van stadsvernieuwing en stadsontwikkeling te diversifiëren. Dit zal zich vertalen in een nieuwe manier van werken, namelijk de intro-ductie van een stadsverbredingsproject in de stedelijke context Gent. Maar laten we niet op de zaken vooruit lopen en eerst starten met inzicht te verwerven in wat stadsvernieuwing en stadsontwikkeling betekenen.

STADSVERNIEUWING

1. Sas- en Bassijnwijk

2. Zuurstof voor de Brugse Poort 3. Bruggen naar Rabot 4. Ledeberg Leeft 5. Nieuw Gent Vernieuwt 6. En Route

7. Muide Meulestede Morgen

STADSONTWIKKELING

1. Oude Dokken 2. Project Gent Sint-Pieters

1

Het woonvraagstuk in Gent maar ook in Vlaanderen wordt onder meer toegelicht in de Inspiratienota Woon-stad Gent van Taskforce Wonen, Stadsessay 01 – Breed wonen van de Stadsbouwmeester Gent en Wonen in Vlaanderen anno 2018 van het Steunpunt Wonen.

17

DEEL

1

. OPENING

(10)

1.1 Wat betekenen stadsvernieuwing en

stadsontwikkeling?

De masterthesis bouwt verder op twee actieve stemmen in het lokale debat, namelijk 1) Sociale

innovatie als basis voor stadsontwikkeling? van

onderzoekers Pascal Debruyne, Stijn Oosterlynck en Thomas Block en 2) Sociale stadsvernieuwing in

een hippe stad. Overzicht van 30 jaar stadsvernieu-wing in Gent 1977-2006 van burgerlijk ingenieur

bouwkunde en planoloog Marc Heughebaert. Beide bronnen maken een analytisch onderscheid tussen twee vormen van stadsprojecten die aanwezig zijn in Gent: de ‘sociale stadsvernieuwingsprojecten’ en de ‘grootschalige stadsontwikkelingsprojecten’.

Sociale stadsvernieuwing heeft een reikwijdte over de hele stad en start vanuit zogezegde ‘achtergestelde’ wijken of verkommerde volksbuurten in de 19de-eeuwse gordel met ontwik-kelingspotentieel. Samen met de bewoners – sociale component van participatie van en productie door alle betrokkenen – wordt er gezocht naar nieuwe (woon)ontwikkelingen voor de wijk. Dit resulteert overwegend in kleinschalige, sociaal-ruimtelijke interventies die zich integreren in de bestaande wijk om de leefomgeving te verbeteren, de publieke ruimte herin te richten met de intrede van nieuwe buurt- en wijkparken, het woonpatrimonium te verbe-teren en het aanbod aan gemeenschapsvoorzieningen te vergroten. De sociale component is met andere woorden sterk aanwezig in stadsvernieuwing. Met een aantal gerichte ingrepen wil men de woonproblematiek aanpakken in 19de-eeuwse arbeidersbuurten rond het stads-centrum. Stadsvernieuwing zou op die manier bijdragen aan de algehele ontwikkeling van de stadsbevolking en bovenal de sociaaleconomisch zwakkere groepen. ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’, ‘Bruggen naar Rabot’, ‘Ledeberg Leeft’ en ‘Oud Sint-Amandsberg’ kunnen worden aangeduid als sociale stadsvernieuwingsprojecten in Gent.

Grootschalige stadsontwikkelingsprojecten opereren op een ander schaalniveau en komen tot stand door publiek-private samenwerkingen op strategische (oud-industriële) restruimtes met winstopportuniteiten. Deze nieuwe wijken of stadsdelen kunnen herkend worden als de belangrijke visitekaartjes van de stad. Deze stadsprojecten zijn sterk ruimtelijk-econo-misch gericht en worden gerealiseerd om stedelijke ontwikkelingsproblemen op te lossen met externe financieringsmiddelen door het aantrekken van bijvoorbeeld gegoede inwoners, toeristen of private investeerders. Achter deze projecten gaat een strategie voor de herpositi-onering van steden door interlokale competitie schuil. In Gent kunnen ‘Flanders Expo/The Loop’, het ‘Project Gent Sint-Pieters’ en de ‘Oude Dokken’ aangeduid worden als grootschalige stadsontwikkelingsprojecten.

1.2 Sociale huisvesting op een dieptepunt

In de voorbije decennia hebben sociale stadsvernieuwing en grootschalige stadsontwikke-ling zich parallel naast elkaar ontwikkeld in Gent. Hoewel stadsvernieuwing met projecten in de 19de-eeuwse gordel eerder zijn oorsprong vond dan stadsontwikkelingsprojecten, focust het stedelijk beleid zich nog steeds op stadsvernieuwing én stadsontwikkeling in Gent. Twee stedenbouwkundige strategieën die zich telkens concentreren op één bepaalde wijk, maar verschillen in visie, schaalgrootte, methodiek, doelgroep en bijgevolg ook in het sociaal woonaanbod.

SOCIALE HUISVESTING IN STADSVERNIEUWING

Stadsvernieuwing beschikt over een nauwgezette, ruimtelijke visie die afkomstig is uit het

Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG) van 2003 waarin stadsvernieuwing structureel wordt

ingezet om de leefbaarheid van 19de-eeuwse gordelwijken te verbeteren. Stadsvernieuwings-projecten dienen in volgorde van prioriteit ‘één voor één’ of ‘wijk per wijk’ geherwaardeerd en aangepakt te worden. In het structuurplan wordt een tweesporenbeleid uitgewerkt dat focust op de lage woon- en leefkwaliteiten in de 19de-eeuwse gordel. Het ruimtelijk basiscon-cept moet de dichtst bebouwde gordelwijken zoals de Brugse Poort en de Rabot-Blaisantvest, verbinden met de binnenstad. Daarnaast wordt de menging van particuliere en sociale woningen geambieerd bij grote particuliere nieuwbouwprojecten. Bij de realisatie van

100 nieuwe wooneenheden dient minimum 20% daarvan sociale woningen te zijn.

Het laatste decennium zette het Ruimtelijk

Structuurplan Gent de bakens uit van het

stadsver-nieuwingsbeleid. Bij de opstart van de Structuurvisie 2030: Ruimte voor Gent in 2013 werden zowel de vooropgestelde taakstellingen als de uitvoering van de stadsvernieuwingsprojecten geëvalueerd. Over een tijdspanne van 10 jaar kan geconcludeerd worden dat in 2013 de gerealiseerde

stadsvernieu-wingsprojecten2 over het algemeen overeenstemmen

met de richting en de ‘één voor één’ visie die in het RSG werd afgebakend (Stad Gent, 2003). De voor-opgestelde timing werd helaas niet ingevuld. Met uitzondering van één stadsvernieuwingsproject, zijn alle stadsvernieuwingsprojecten anno 2020 nog steeds niet afgerond. Bovendien bleken de taakstellingen om de lage woon- en leefkwaliteiten te verbeteren en meer sociale woningen te realiseren te ambitieus. De beleids-visie (het planningsspoor) en de effectieve realisatie ervan (het uitvoeringsspoor) stemmen met andere woorden niet overeen. Er kan vastgesteld worden dat het sociaal woonaanbod in stadsvernieuwingsprojecten nauwelijks tot niet toegenomen is de afgelopen jaren. Hoewel de ‘wijk per wijk’ visie vaak is afgerond, is de taakstelling om meer sociale woningen te realiseren bij stadsvernieuwingsprojecten afgeweken bij de uitvoering op het terrein.

SOCIALE HUISVESTING IN STADSONTWIKKELING

Stadsontwikkeling kadert binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen van 1997 waarin dynamische stadsontwikkeling van verwaarloosde of onderbenutte terreinen zoals stati-onsomgevingen in stedelijke gebieden wordt aangemoedigd. Statistati-onsomgevingen dienen ontwikkeld te worden als ‘gemengde ontwikkelingspolen’ waar wonen, werken en vrijetijdsbe-stedingen hand in hand gaan (Vlaamse overheid, 1997). Volgens het Ruimtelijk Structuurplan

Gent van 2003 dienen beide stationsomgevingen, met name Gent Sint-Pieters en Dampoort

selectief verweven én verdicht te worden. Rond de stations worden nieuwe wijken ontwik-keld in verscheiden en gemengde woon-werkgebieden die beter in verbinding staan met de binnenstad (Stad Gent, 2003). Net zoals bij stadsvernieuwing, wordt ook bij stadsontwikke-ling een menging van particuliere en sociale woningen vooropgesteld. Al blijkt in praktijk dat in hoofdzaak een exclusievere vorm van wonen voor één bepaald type inwoners wordt gepromoot, hoewel stadsgronden bewust zouden ingezet kunnen worden voor diegene dat er het meeste nood aan hebben.

Tot op heden zijn er nog geen stadsontwikkelingsprojecten afgerond. Dezelfde vaststelling geldt ook voor de (geplande) sociale huisvestingsprojecten. Niet enkel kan de rol en de positie van sociale huisvesting in stadsontwikkelingsprojecten in twijfel getrokken worden, maar ook de werkelijke realisatie ervan. Ook bij stadsontwikkeling stemmen de beleidsvisie (het plan-ningsspoor) en de effectieve realisatie ervan (het uitvoeringsspoor) niet overeen anno 2020. De afgelopen jaren is de taakstelling om bijkomend sociaal woonaanbod te realiseren in

stads-ontwikkelingsprojecten dus niet uitgevoerd.

R40

stadsboulevard als dreef met verbindende pleinen tussen de kernstadsbuurten en als concentratiegebied voor kleinhandel en kantoren

steenwegen als verdichtingsassen, gedragen door stamlijnen van openbaar vervoer

dense en gemengde woonbuurten, verlucht door groenassen en een netwerk van groene stapstenen

twee stationsomgevingen als hoogwaardige en complementaire ontwikkelingspolen voor kantoren en wonen

Het Groenevalleipark maakt deel uit van het stadsvernieuwingsproject Zuurstof voor de Brugse Poort. Bron: Stad Gent. (z.j.). Groeneval-leipark. Geraadpleegd via https:// sogent.be/projecten/groenevallei-park

De kernstad Gent met de twee sta-tionsomgevingen, Gent Sint-Pieters en Gent-Dampoort, als ontwikke-lingspolen.

Bron: Stad Gent. (2003). Ruimtelijk Structuurplan Gent. Gent: Stad Gent. Het project Rinkkaai kadert in de globale ontwikkeling van de stationsbuurt Gent Sint-Pieters. Bron: Stad Gent. (z.j.). Rinkkaai. Geraadpleegd via https://sogent.be/ projecten/rinkkaai.

2

Dit gaat over de stadsvernieuwings-projecten Zuurstof voor de Brugse Poort, Bruggen naar Rabot, Ledeberg Leeft en Oud Sint-Amandsberg.

19

18

DEEL

1

. OPENING

: diversiteit in sociale huisvesting

DEEL

1

. OPENING

(11)

ONDERZOEKSVRAGEN

Zowel stadsvernieuwing als stadsontwikkeling kennen elk een andere benadering om (bijkomend) sociaal woonaanbod te realiseren. Beide strategieën hebben namelijk andere doelstellingen voor ogen. Waar het bij stadsontwikkeling voornamelijk gaat over het verbe-teren van de woonkwaliteit, focust stadsvernieuwing ook op het verhogen van de leefkwaliteit. Er kan gezegd worden dat stadsvernieuwing bredere, sociaal-ruimtelijke ambities voor de leefbaarheid heeft dan louter bijkomend (sociaal) woonaanbod creëren. Stadsontwikkeling daarentegen focust zich eerder op de realisatie van nieuw woonaanbod voor meer gegoede inwoners, maar heeft daarbij weinig aandacht voor de sociale zijde. Hierdoor is het onduide-lijk waar sociale huisvesting vandaag een plaats krijgt in zowel strategische stadsprojecten als in de hele stad. Deze opvallende vaststelling zal later in de masterthesis onderbouwd worden met een catalogus van stadsvernieuwings- en stadsontwikkelingsprojecten. Doorheen de masterthesis zullen dus drie centrale onderzoeksvragen uitgewerkt worden.

Deze masterthesis tracht een antwoord te bekomen op de volgende onderzoeksvragen: 1. Waar krijgt sociale huisvesting een plaats in stadsvernieuwings- en

stadsontwikkelingsprojecten?

2. Welke instrumenten en actoren bepalen de locatie en het aanbod van sociale woningen in stadsvernieuwings- en stadsontwikkelingsprojecten?

3. Hoe kunnen deze instrumenten en actoren van stadsvernieuwings- en stadsontwik-kelingsprojecten aan elkaar gekoppeld worden zodat het aanbod en de kwaliteit van sociale huisvesting verbreed wordt?

1.3 Leeswijzer

De masterthesis is opgedeeld in vijf hoofddelen. In het voorgaande deel ‘OPENING: diversi-teit in sociale huisvesting’ wordt gesteld dat het sociaal huisvestingsvraagstuk verbreed kan worden door het instrumentarium van stadsvernieuwing en stadsontwikkeling te diversi-fiëren. Het tweede deel ‘IN BEELD: stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling’ bestaat uit een theoretisch onderzoek waarin de huidige beleidscontext en woonsituatie in Gent geschetst wordt. Daarnaast wordt de oorsprong van sociale huisvesting, stadsvernieuwing en stads-ontwikkeling in Gent historisch onderzocht. Wat betekent sociale huisvesting vandaag? In het derde deel ‘IN DE DIEPTE: cases-analyse’ wordt via een vergelijkende studie van de aanwezige stadsvernieuwings- en stadsontwikkelingsprojecten nagegaan in welke mate het sociaal woonaanbod geëvolueerd is. Vervolgens wordt de plaats van het sociaal woon-aanbod en de bijhorende instrumenten en actoren in het stadsvernieuwingsproject Nieuw Gent Vernieuwt en het stadsontwikkelingsproject Oude Dokken nauwgezet bestudeerd. Waar blijven er kansen liggen voor sociale huisvesting in stadsvernieuwing en stadsontwikkeling? In het vierde deel ‘OP PLAN: stadsverbreding’ volgt op basis van deze kennis een nieuwe manier van werken onder noemer van stadsverbreding met drie scenario’s voor de wijk Watersport-baan-Ekkergem. Stadsverbreding is een hybride van stadsvernieuwing en stadsontwikkeling. Tot slot wordt in het vijfde deel ‘VOORUITBLIK: manifest voor sociale huisvesting en stads-verbreding’ afgestapt van het academische. Het manifest richt zich tot alle betrokkenen in het debat over diversiteit in sociale huisvesting.

Doorheen het derde deel ‘IN DE DIEPTE’ worden drie intermezzi toegevoegd. De inter-mezzi zijn bedoeld om bepaalde aspecten van het onderzoek verder toe te lichten, zonder af te leiden van de essentie. Twee intermezzi zijn theoretisch ingebed en gaan onder meer over het instrumentarium dat vandaag voor handen is om sociale huisvesting te realiseren in stadsprojecten, maar ook over de gevolgen/kansen van het Decreet Grond- en Pandenbeleid. Het derde intermezzo bespreekt een specifieke case De Zeemanstuin waar (uitzonderlijk) een sociaal stadsontwikkelingsproject gerealiseerd wordt door het gemeentebedrijf sogent. Deze drie intermezzi zijn korte deelverhalen die het hele onderzoek ondersteunen en inspireren om te komen tot stadsverbreding.

2. Methodologie

De masterthesis kadert binnen De Stadsacademie, een transdisciplinair leerplatform waar studenten, professoren, beleidsmakers, bedrijven en midden-veldorganisaties samenkomen, nadenken en kennis delen over hardnekkige stedelijke vraagstukken. Het programma van De Stadsacademie wordt vorm-gegeven door postdoctoraal onderzoeker bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO) en verbonden aan de vakgroep Architectuur en Stedenbouw Universiteit Gent Luce Beeckmans, de Gentse stadsbouwmeester en gastdocent Universiteit Gent Peter Vanden Abeele, directeur van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling en docent aan de vakgroep Politieke Weten-schappen Universiteit Gent Thomas Block en hoofddocent aan de vakgroep Architectuur en Stedenbouw Universiteit Gent Michiel Dehaene. Eén van de vraagstukken dit academiejaar waar De Stadsacademie en zeven studenten van uiteenlopende afstudeerrichtingen rond werken is ‘Wonen in diversiteit: kansen en strategieën voor een verbreding van het sociaal woonaanbod’. Deze master-thesis spitst zich toe op de kansen en de strategieën voor een verbreding van het sociaal woonaanbod in stadsvernieuwing en stadsontwikkeling.

De coronacrisis heeft een invloed gehad op de uitwerking van de masterthesis. Voor de literatuurstudie werd ik beperkt tot het geraadpleegde bronnenmate-riaal voor de coronacrisis en tot de digitale bibliotheken. Ook voor de analyse van de wijk Watersportbaan-Ekkergem werden door de maatregelen onder meer de interviews met de bewoners van Watersportbaan niet meer opgestart. Bovendien zijn mijn eigen observaties en bezoeken tot de omgeving Watersportbaan-Ekkergem beperkt gebleven en voornamelijk opgevangen door digitale bronnen.

De masterthesis vormt een bundeling van meerdere onderzoeksmethodieken. Eerst heb ik me volledig ondergedompeld in een literatuurstudie om de huidige woonproblematiek en het woonbeleid in Vlaanderen en Gent beter te begrijpen. Daarnaast heb ik diverse interviews afgenomen met actieve spelers in het werkveld van stadsvernieuwing en stadsontwikkeling in functie van het casestudie onderzoek. Aan de hand van drie casestudies wordt de plaats van sociale huisvesting onderzocht. Tot slot hebben drie workshops en een debat georganiseerd door De Stadsacademie, inzichten gegeven in de problematieken die praktijkwerkers dagelijks ervaren in sociale woningbouwprojecten.

2.1 Literatuurstudie

Voor de literatuurstudie heb ik gebruik gemaakt van primaire en secundaire bronnen. Om de huidige woonproblematiek en het woonbeleid in Vlaanderen en Gent beter te begrijpen, heb ik gebruik gemaakt van diverse beleidsdocumenten en rapporten. Voor Gent zijn dit onder meer het Ruimtelijk Structuurplan Gent, de Structuurvisie 2030: Ruimte voor Gent en de

Inspiratienota Woonstad Gent. Van 2003 tot 2013 vormde het RSG het grondbeginsel van het

ruimtelijk beleid in Gent. Volgend daarop bundelt de structuurvisie sinds 2018 niet alleen een vernieuwende ruimtelijke visie over de toekomst van Gent maar ook een mensgerichte visie. Het reikt een set van afwegingskaders en werkwijzen aan zodat Gent in de toekomst ruimte-lijke en maatschapperuimte-lijke verantwoorde keuzes kan maken. De inspiratienota van de Dienst Wonen uit 2018 biedt dan weer inzicht in de complexiteit van de wooncrisis. Diverse experten geven hun visie over het Gentse woonvraagstuk. Aanvullend hierbij is het artikel Gent, waar

Mattheus zich nog altijd thuis voelt van Marc Heughebaert. Het artikel schetst de

ontstaansge-schiedenis van het woonvraagstuk in Gent en koppelt dit aan de moeizame start van sociale huisvesting in de eerste helft van de 20ste eeuw.

Vervolgens bundelt het boek Onzichtbaar aanwezig. Sociale huisvesting in Vlaanderen,

vandaag van de Vlaams Bouwmeester de onderzoeksresultaten over kwaliteitsvolle sociale

De Stadsacademie

Bron: Kerremans, J. (z.j.). De Stads-academie. Geraadpleegd via http:// destadsacademie.be/. 21 20 DEEL 1 . OPENING

: diversiteit in sociale huisvesting

DEEL

1

. OPENING

(12)

Diversiteit

in

Sociale

Huisvesting

Kansen en strategieën voor een verbreding van het sociaal woonaanbod

met

Pascal De Decker (KU Leuven) & Sien Winters (KU Leuven)

Vrijdag 13 december 2019 om 13u30

Stadsacademie, Gent Green Hub (benedenverdieping UFO) Sint-Pietersnieuwstraat 33, 9000 Gent

Studenten in gesprek met de Gentse huisvestingsmaatschappijen, SVK, HuurinGent Welkom na inschrijving luce.beeckmans@ugent.be LUNCHLEZING

VRIJE TOEGANG

GEVOLGD DOOR DEBAT woningbouw. Het boek bestaat enerzijds uit de historiek van sociale woningbouw in

Vlaan-deren en de bijhorende analyse van zes kwalitatieve casestudies, en anderzijds uit twaalf aanbevelingen voor de opwaardering van sociale huisvesting. Ook het boek Huiszoeking:

een kijkboek sociale woningbouw van onder meer Leo Peeters, Bruno De Meulder en Pascal

De Decker koppelt de geschiedenis van de Belgische stedenbouw en sociale huisvesting aan goede praktijkvoorbeelden in Vlaanderen.

2.2 Interviews

Voor het casestudie onderzoek heb ik enerzijds primair bronnenmateriaal bestudeerd en anderzijds interviews afgenomen met experts. In totaal heb ik zes interviews gedaan waarvan één interview met twee personen was. Zeven publieke en private actoren zijn gekozen op basis van hun expertise ten aanzien van het thema stadsvernieuwing en stadsontwikkeling. De zes interviews gebeurden telkens via de methodiek van een semigestructureerd interview. De data die uit hun bevraging gehaald zijn, zijn kwalitatief van aard. De participanten werden gevraagd om persoonlijke reflecties, bijvoorbeeld hun persoonlijke associaties, ideeën of welbevinden te geven over stadsvernieuwing en stadsontwikkeling, sociale huisvesting en het woonbeleid van de Stad Gent. De participanten konden vrij kiezen op welke van al deze aspecten ze wilden ingaan en op welke niet. De zes interviews worden in de masterthesis opgenomen door citaten uit de interviews weer te geven.

Twee participanten werden bevraagd over hun ervaringen met stadsvernieuwing en stads-ontwikkeling in Gent. Bart Van Bouchaute doceert ‘Politiek en Beleid’ in de opleiding Sociaal Werk van de Arteveldehogeschool Gent. Van Bouchaute deed onderzoek naar gentrificatie als strategie van stadsvernieuwing. Hij stelt vast dat de stadsvernieuwingslogica in de periode van 2000 tot 2010 niet geheel anders is dan de stadsontwikkelingslogica. Extern kapitaal vormt de hefboom naar vernieuwing. Kristof Gielen is regisseur van sociale woonprojecten op de Dienst Wonen van de Stad Gent. Reeds 10 jaar heeft hij ervaring met de sociale bouw- en verhuuractiviteiten in de Gentse stedelijke context. Eén van zijn vaststellingen is dat de laatste jaren renovatie en vervangingsbouw van het sociaal woonaanbod prioritair geworden zijn. Daarnaast werden Leen Bonte en Liesbeth Bultinck bevraagd in één interview over hun erva-ringen met stadsvernieuwing en meer specifiek met het stadsvernieuwingsproject ‘Nieuw Gent Vernieuwt’. Liesbeth Bultinck is namelijk het diensthoofd Stedelijke Vernieuwing en Leen Bonte is de programmaregisseur van Nieuw Gent van de Dienst Stedelijke Vernieuwing van de Stad Gent. Ze zijn beide nauw betrokken bij de ontwikkelingen van het stadsvernieuwingsproject. Voor het stadsontwikkelingsproject Oude Dokken werden drie participanten bevraagd over hun ervaringen. Marc Heughebaert is de voorzitter van WoninGent, de ondervoorzitter van sogent en actief in de politieke partij Groen. Heughebaert is zeer begaan met het Gentse beleid rond stadsvernieuwing en sociale huisvesting. Zo heeft hij met enkele bewoners en Groen een hevige strijd gevoerd voor de aanleg van een groot ‘Koopvaardijpark’ in de oude dokken. Agnieszka Zajac is de projectleider van de Oude Dokken bij het verzelfstandigd autonoom gemeentebedrijf sogent. Frederic Vandeputte is de projectmanager van de Nieuwe Dokken voor Schipperskaai Development. Beide komen dagelijks in contact met de problematieken van het stadsontwikkelingsproject en volgen het op de voet op.

2.3 Casestudies

In deze masterthesis is er gekozen om een diepte analyse te doen aan de hand van casestudies. Deze casestudies zijn onderzocht aan de hand van primair bronnenmateriaal en interviews. Voor het onderzoek naar de plaats van sociale huisvesting in stadsvernieuwing en stadsontwik-keling wordt ingezoomd op twee casestudies, namelijk het stadsvernieuwingsproject Nieuw Gent Vernieuwt en het stadsontwikkelingsproject Oude Dokken. Beide projecten hebben een andere visie, schaalgrootte, methodiek en doelgroep. Het stadsvernieuwingsproject Nieuw Gent Vernieuwt is een buitenbeentje onder de stadsvernieuwingsprojecten. Nieuw Gent is namelijk een sociale hoogbouwwijk waar opnieuw gekozen wordt voor een zeer hoge concen-tratie aan sociale huisvesting. Het stadsontwikkelingsproject Oude Dokken daarentegen is het meest ‘prototypische’ stadsontwikkelingsproject. Oude Dokken richt zich op een exclusievere vorm van wonen voor één bepaald type inwoners, waar bijgevolg sociale huisvesting niet de belangrijkste ambitie is.

De twee casestudies kunnen gezien worden als uitersten, namelijk stigma vs. belangrijk visite-kaartje, die weinig connectie hebben met de omliggende buurt en zich lijken te herhalen aan de sociale hoogbouwwijk de Watersportbaan en de stationsbuurt Gent Sint-Pieters. De Water-sportbaan vormt vandaag nog geen stadsvernieuwings- of stadsontwikkelingsproject, maar het zou er wel één kunnen worden in de nabije toekomst. De voor de hand liggende werkwijze van stadsvernieuwing en stadsontwikkeling kan omgekeerd worden. Ik ben er namelijk van overtuigd dat er meer kansen in stadsvernieuwing en stadsontwikkeling aanwezig zijn voor het verbreden van het sociaal woonaanbod die vandaag niet ten volle benut worden. Een nieuwe manier van werken of stadsverbreding met drie scenario’s worden bedacht voor de omgeving Watersportbaan-Ekkergem.

2.4 Workshops De Stadsacademie

Tot slot vormde de drie workshops georganiseerd binnen De Stadsacademie – door Luce Beeckmans, Peter Vanden Abeele, Thomas Block en Michiel Dehaene – het startpunt van het onderzoek over diversiteit in sociale huisvesting. De eerste workshop vond plaats op 18 oktober 2019 in het Wijkgezondheidscentrum Nieuw Gent en spitste zich toe op het stadsver-nieuwingsproject ‘Nieuw Gent Vernieuwt’. Leen Bonte, programmaregisseur bij de Stad Gent lichtte de uitdagingen van Nieuw Gent, het plan van aanpak en het ontwikkelingsplan Nieuw Gent Vernieuwt toe. Het ontwikkelingsplan bestaat uit de herontwikkeling en de revitalisering van de hoogbouwwijk. Thomas Block, directeur van het Centrum voor Duurzame Ontwikke-ling en docent binnen de vakgroep Politieke Wetenschappen aan UGent, legde vervolgens de resultaten uit van het ‘Innovation Camp Nieuw Gent 2019’. De resultaten waren afkomstig van een drie dagen durende workshop waarin een groep studenten van de Universiteit Gent en de Nederlandse Radboud Universiteit brainstormden over de toekomst van Nieuw Gent. Dit gebeurde in samenwerking met wijkbewoners en experten waaronder Els Oyaert. Els Oyaert, wijkregisseur Wondelgem bij de Stad Gent, eindigde met enkele conclusies gebaseerd op de resultaten van het Innovation Camp. De workshop werd afgerond met een wandeling door de hoogbouwwijk samen met Ellen De Jans, coördinator bij het wijkhuis ‘Bij Pino’ van de KAA Gent Foundation en Cindy Vangampelaere, bewoonster van de hoogbouwtoren Jupiter en vrijwilligster Bij Pino.

Kort daarna volgde de tweede workshop op 15 november 2019 in de ontmoetingsruimte ‘De Zoete Inval’ over de Watersportbaan. Dimitri Vandenberghe, opbouwwerker Samenlevingsop-bouw Gent, focust zich op het welzijn van zwakkere bewoners met voornamelijk psychische problemen in de wijk. Evelyne Deceur, wijkregisseur Watersportbaan-Ekkergem bij de Stad Gent lichtte de woonproblematieken, de uitdagingen en het buurtwerk aan de Watersportbaan toe. De workshop werd beëindigd met een fietstocht, geleid door Stefaan Vervaet, wijkregis-seur Brugse Poort-Rooigem bij de Stad Gent in de sociale tuinwijk Malem.

Tijdens de laatste workshop op 13 december 2019 werd een debat ‘Diversiteit in Sociale Huis-vesting’ georganiseerd in de Green Hub van de Universiteit Gent met diverse publieke actoren. De aanwezige actoren waren Pascal De Decker van KULeuven, Sien Winters van KULeuven, Marc Heughebaert als voorzitter WoninGent, Mieke Dupont als algemeen directeur ABC, Kristof Gielen van Dienst Wonen Stad Gent, Michiel Hagenaars als coördinator Huuringent, Koen Van der Jeugt als coördi-nator SVK Gent, Kobe Debosscher als beleidsmedewerker Wonen OCMW Gent, Sylvia De Keyster van Dienst Stedenbouw Stad Gent en Rudi Van Landeghem als huisbewaarder van De Gentse Haard. De vragen werden gesteld door zes masterstudenten binnen De Stadsacademie. Het debat wordt in de masterthesis opgenomen door citaten uit het debat weer te geven.

Al deze informatie heeft mij geholpen in de zoektocht naar een nieuwe manier van werken; stadsverbreding waar sociale huisvesting opnieuw een plaats krijgt in Gent. Literatuurstudie Interviews Casestudies Workshops De Stadsacademie

Affiche voor het debat van workshop 3 binnen De Stadsacademie. Bron: De Stadsacademie 23 22 DEEL 1 . OPENING

: diversiteit in sociale huisvesting

DEEL

1

. OPENING

(13)

DEEL 2. IN BEELD:

stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling

INHOUD

1. Gents woonbeleid en wooncrisis 1.1 Richting 20% sociaal woonaanbod

1.2 Getrapte werkwijze voor sociale huisvesting 1.3 Een breuk in het beleidsdenken

2. Historische context stadsvernieuwing, stadsontwikkeling en sociale huisvesting 2.1 Anti-stedelijk woonbeleid

2.2 Selectieve stadsvlucht en een eerste golf van stadsvernieuwing: krotopruiming door kaalslag 2.3 Strijd voor sociale stadsvernieuwing om de leegloop van de stad te stoppen

2.4 Zwarte Zondagen, een duwtje in de rug voor sociale huisvesting

2.5 Structuurplanning wordt de nieuwe basis voor stadsvernieuwing en stadsontwikkeling 2.6 Een tweede golf van stadsvernieuwing met een ‘wijk per wijk’ aanpak

2.7 Stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling 3. Sociale huisvesting vandaag

3.1 Onzichtbaar aanwezig

3.2 Stadsontwikkeling als hefboom

3.3 Architectuurwedstrijden als kwaliteitscontrole

26 27 28 29 32 33 35 36 38 39 40 42 46 47 47 48 25 24

(14)

DEEL 2 . IN BEELD : stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling DEEL 2 . IN BEELD : stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling

1. Gents woonbeleid en wooncrisis

De Stad Gent en sogent3 staan de komende jaren voor grote uitdagingen. De vraag naar

betaalbare, kwalitatieve woningen is de afgelopen jaren toegenomen door de bevolkings-groei, de stijgende woonprijzen op zowel de huur- als de koopmarkt en het nijpende tekort aan woningen. Uit de Inspiratienota Woonstad Gent van Taskforce Wonen Stad Gent blijkt dat de helft van de Gentenaars een woning huurt waarvan één op drie sociale huurders zijn. Een opmerkelijk cijfer tegenover andere Vlaamse steden (Taskforce Wonen, 2018, p. 10). Zwakke inkomensgroepen ondervinden moeilijkheden in de zoektocht naar geschikte, betaalbare huurwoningen met een goede woonkwaliteit. Zo roept vandaag de helft van de huurwoningen om renovatie of afbraak (Taskforce Wonen, 2018, p. 14). Ook moet de helft van de huurders overleven met één inkomen waardoor het merendeel van de huurders te veel uitgeeft aan de woonkost in verhouding tot het inkomen (Taskforce Wonen, 2018, p. 16). Bovendien is er op sociale huisvesting na geen volwaardig woonalternatief waardoor een steeds groeiende bevolkingsgroep het steeds zwaarder heeft om hun woonrecht te volbrengen (Hubeau et al., 2015, p. 541). Hoewel ‘het recht op menswaardig wonen’ sinds 1997 opgenomen is in de Vlaamse wooncode. Het Decreet koppelt dit recht aan een aantal criteria: een aangepaste en kwalitatieve woning, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid (Vlaamse overheid, 1997). Een zekere overheidssturing is nodig om het recht op menswaardig wonen te garanderen voor alle inwoners. De Stad Gent onderschreef dan ook in 2018 – als eerste stad in België – ‘The Shift’, het internationaal initiatief van de VN voor het recht op goede huisvesting. De Stad Gent toont hiermee dat het recht op menswaardig wonen vóór iedereen vooropstaat in hun beleidsdiscours (Taskforce Wonen, 2018, p. 3).

Het is alom geweten dat de (sociale) woonproblematiek in de steden te wijten is aan eenzij-dige beleidskeuzes binnen het Vlaamse woonbeleid. Decennialang focust de overheid op het promoten en stimuleren van individuele woningbouw en niet op huur. Onder andere de beruchte subsidiewet, de Wet De Taeye (1948), heeft van het kopen of bouwen van een particuliere woning na de Tweede Wereldoorlog een evidentie gemaakt. Verder kregen private eigenaars tot voor kort belastingvermindering voor de aankoop van een woning (de woonbonus) en ontvangen nog steeds financiële ondersteuning bij energiebesparende maat-regelen. Ook het denkbeeld van de eengezinswoning als superieur ten opzichte van andere woonalternatieven is hier het resultaat van. Hierdoor kreeg zowel de private als de sociale huurmarkt een tweederangsrol toebedeeld (Hubeau et al., 2015, p. 537).

1.1 Richting 20% sociaal woonaanbod

Het aanbod aan sociale huisvesting in Gent bedraagt ca. 13% van het woonpatrimonium. De stad Gent heeft met ca. 13% sociale woningen per 100 huishoudens een hoger aandeel sociale woningen dan het Vlaamse gemiddelde van 6% per 100 huishoudens in de Vlaamse centrumsteden (Stadsmonitor, 2017, p. 162). Toch moet het huidige sociale woonaanbod van ca. 13% verdubbeld worden naar ca. 20% via de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) of de sociale verhuurkantoren (SVK) op de private markt om het grondrecht op wonen voor iedereen te garanderen (Taskforce Wonen, 2018, p. 110). Deze laatste is momenteel nog zeer beperkt in omvang met ongeveer 250 woningen in beheer in Gent. Onderzoekers kaarten al jaren aan dat het beschikken over een degelijke woning inhoudt dat je bepaalde rechten kan realiseren waardoor het woonrecht niet zomaar losstaat van andere sociale grondrechten. Sociale woningen lossen wel degelijk armoede op (Pannecoucke, & Stevens, 2019).

Kristof Gielen, regisseur van sociale woonprojecten Dienst Wonen Stad Gent, ziet de stijging naar 20% wel als ‘een moeilijke ambitie die ook niet echt haalbaar is’ (Gielen, persoonlijke communicatie, 20 januari 2020). De sociale huisvestingsmaatschappijen hebben ondanks hun beperkte budget namelijk een zeer groot takenpakket zoals de bouw van zoveel mogelijk nieuwe woningen, grondverwerving, renovatie en beheer van het bestaand patrimonium en een gezond financieel beleid uitoefenen. Een complexe opdracht gezien de stijgende 3

Sogent is een verzelfstandigd autonoom gemeentebedrijf dat het Gentse beleid voor stadsontwikke-ling en vastgoedbeheer uitvoert.

De sociale huisvestingswijk Nieuw Gent in opbouw.

Bron: Coolens, G. (1970-80). Sociale huisvesting. Geraadpleegd via http:// opac.amsab.be/Record/fo020827.

27

(15)

DEEL 2 . IN BEELD : stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling DEEL 2 . IN BEELD : stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling

grondprijzen en het toenemend aantal minder kapitaalkrachtige huurders (De Meulder et al., 2008, p. 199). Gielen stelt dan ook vast dat renovatie of vervangingsbouw van het bestaand patri-monium bij de Gentse huisvestingsmaatschappijen prioritair is, omdat de kwaliteit van het woningpatrimonium niet zo bijster goed is. Bijgevolg schuiven sociale nieuwbouwprojecten naar de achtergrond (Gielen, persoonlijke communicatie, 20 januari 2020). Parallel hieraan kan worden vastgesteld dat de nieuwe (gerenoveerde) projecten eerst worden aangewend voor de herhuisvestingsoperatie van zittende huurders, waardoor kandidaat-huurders langer op de wachtlijst blijven staan. Op dit moment staan er zo’n 10.400 kandidaten op de wacht-lijsten van Gent (Stad Gent, 2018, p. 209).

Kristof Gielen wijst hiermee op twee fenomenen die gelijktijdig plaatsvinden, namelijk de absolute groei en de relatieve groei van het sociaal woonaanbod. Gielen vertelt dat het een moeilijke ambitie wordt om absoluut in aantal te stijgen, omdat de sociale huisvestings-maatschappijen voor zeer grote uitdagingen staan, mede door het grote renovatieproces. Als het sociaal woonaanbod niet stijgt, blijft het absolute aantal sociale woningen status quo, waardoor relatief het sociaal woonaanbod daalt omdat de stadsbevolking nog steeds stijgt. Bijgevolg ontstaan er twee huisvestingsproblematieken. Ten eerste moeten de sociale huisves-tingsmaatschappijen het huidige sociaal woonaanbod van ca. 13% onderhouden en bewaken. Ten tweede wil de stad het huidige sociaal woonaanbod verdubbelen naar ca. 20%. Gielen vermoedt dat het sociaal woonaanbod in Gent hierdoor op een ‘stand still’ zal komen te staan. Het renovatieproces van de sociale huisvestingsmaatschappijen is een werk van lange adem met als gevolg dat het sociaal woonaanbod in Gent het komend decennium verder achteruitgaat. Het is dan ook belangrijk dat de Stad Gent en de Gentse sociale huisvestings-maatschappijen blijven investeren in nieuwe sociale woningbouw.

1.2 Getrapte werkwijze voor sociale huisvesting

In de Structuurvisie 2030: Ruimte voor Gent formuleert de Stad Gent de globale doelstellingen en ambities voor het ruimtelijk beleid tot 2030 en daarna. De Structuurvisie bundelt niet alleen een vernieuwende ruimtelijke visie over de toekomst van Gent maar ook een mensge-richte visie voor alle Gentenaars. Bij de opstart van Ruimte voor Gent in 2013 werden zowel de vooropgestelde taakstellingen als de stadsvernieuwingsprojecten uit het Ruimtelijk

Structuur-plan Gent van 2003 geëvalueerd, namelijk Zuurstof voor de Brugse Poort, Bruggen naar Rabot,

Ledeberg Leeft en Oud Sint-Amandsberg. Uit die opvolging kan geconcludeerd worden dat de taakstelling om meer sociale woningen te realiseren te ambitieus bleek. In de Structuurvisie worden hiervoor vier oorzaken opgesomd: de traagheid van ruimtelijke processen en proce-dures; de afhankelijkheid van middelen; de afhankelijkheid van andere overheden of private actoren; de maatschappelijke ontwikkelingen en context (Stad Gent, 2018, p. 13).

De Stad Gent wil tegen 2030 inzetten op voldoende sociale huisvesting en andere vormen van betaalbaar wonen. Het huidige sociaal woonaanbod moet minstens op peil gehouden worden. De stad hanteert hiervoor ‘een getrapte werkwijze’ om het aanbod aan sociale huisvesting en

budgetwoningen4 te verruimen:

1. Braakliggende gronden van de sociale huisvestingsmaatschappijen worden maximaal ingezet voor sociale woningbouw. Ook bestaande sociale woningbouwprojecten kunnen verdicht worden met bijkomende woningen.

2. Gronden van de Groep Gent5 worden zoveel mogelijk ingezet voor sociale woningbouw

en vervolgens voor budgetwoningen. Er wordt geëxperimenteerd met alternatieve, collec-tieve woonvormen als versterking van de private huurmarkt.

3. Een maximaal sociaal woonaanbod wordt geïntegreerd in projecten van sogent en de Groep Gent. Minimum 20% sociale woningbouw en 20% budgetwoningen vormen de maatstaf voor elk project.

4. Een mix aan woningtypes met sociale huisvesting en budgetwoningen wordt gesti-muleerd in private projecten. Voor deze extra ontwikkeling kan plaatselijk hoger bouwen toegelaten worden, ruiloperaties gestimuleerd worden of andere (fiscale) compensaties voorzien worden. Hierbij is voldoende publieke (groene) ruimte nog steeds een criterium. De komende decennia is ‘sociale’ stadsvernieuwing via ‘een fijnmazig maatwerk’ in kansarme wijken de beleidsaanpak. Elke groep komt aan bod, maakt deel uit van de wijk, vindt toegang tot een juiste begeleiding voor onderwijs of werk om hun kansen te verhogen en tot slot faci-liteert kansen tot zelforganisatie (Stad Gent, 2018, p. 209-210). Niettegenstaande, is de Stad Gent voor bepaalde beslissingen van sociaal wonen afhankelijk van hogere overheden. De Stad Gent suggereert aan de Vlaamse overheid om convenanten met de grote steden af te sluiten, zodat het aandeel sociale woningen kan toenemen ten koste van de minder kwalita-tieve en te vervangen particuliere woningen (Stad Gent, 2018, p. 274).

1.3 Een breuk in het beleidsdenken

Mede door een groot aantal maatschappelijke evoluties zoals de superdiversiteit6, de

gezins-verdunning, de werkonzekerheid en de financiële crisis vraagt het woonbeleid om een totale omwenteling. Het nieuwe bestuursakkoord 2019-2024 Ambitie en durf voor Gent van fractie-leiders Open VLD, Groen, sp.a en CD&V zet een hoopvolle stap richting deze omwenteling. Als het nieuwe beleid slaagt in zijn ambities vindt er ‘een even grote breuk in het beleid plaats als het circulatieplan voor de binnenstad’ (Heughebaert, persoonlijke communicatie, 22 januari 2020). De stad schakelt om van budgetkoopwoningen (woningen met 20% korting op de marktprijs) naar budgethuurwoningen (Q2) waardoor de focus niet meer op koop – van de voorbije legislaturen – maar op huur ligt. Er wordt gestreefd naar minimaal 200 bijkomende budgethuurwoningen. Daarnaast moet er meer kwalitatief sociaal woonaanbod vrijkomen voor het laagste bevolkingssegment. Bijkomende budgetten worden verleend voor de bestrij-ding van leegstand, onderhoud, renovatie, vervangingsbouw en nieuwbouw.

De omschakeling van budgetkoopwoningen, 20% goedkoper dan de marktprijs, naar budgethuurwoningen komt er niet zomaar. De idee van budgetkoopwoningen dateert uit het eerste decennium van de 21ste eeuw. De eerste stadsontwikkelingsprojecten zoals de Oude Dokken en het Project Gent Sint-Pieters worden gerealiseerd via een ruimtelijk uitvoerings-plan met een verdeelsleutel van minimum 20% sociale woningen, 20% budgetkoopwoningen

en 60% marktconforme woningen. Minimum 20% sociale woningen zouden worden gerealiseerd via het Decreet Grond- en

Pandenbeleid, 20% budgetkoopwoningen zouden worden

gerea-liseerd om de gezinsvlucht7 tegen te gaan en 60% marktconforme

woningen zouden worden gerealiseerd voor stedelijke investe-ringen in het publiek domein. In praktijk draait het anders uit. Het Decreet Grond- en Pandenbeleid wordt geschrapt en 20% sociale woningen moeten gerealiseerd en gehandhaafd worden op grondeigendommen van de Stad Gent (zie p. 73-74). De 20% budgetkoopwoningen worden niet de ingevuld door de beoogde doelgroep van lagere inkomensgroepen maar door vermogende tweeverdieners. De 60% marktconforme woningen zijn effectief duur en praktisch onbetaalbaar voor de gemiddelde Gentenaar. De 5

De Groep Gent bestaat uit de Stad Gent en extern verzelfstandigde agentschappen maar ook het OCMW Gent, Ivago en het Havenbedrijf.

6

Met de verschillende migratiegolven de voorbije halve eeuw evolueerden we in Europa van samenlevingen met een relatief grote homogeniteit in etnisch-culturele afkomst naar erg diverse samenlevingen met mensen met heel verschillende etnische-cul-turele achtergronden. Het basisken-merk van superdiversiteit is dus de diversificatie van de diversiteit. De stelling is afkomstig uit het boek Superdiversiteit van Dirk Geldof. 7

Vandaag vormt de stadsvlucht niet zo een belangrijk beleidsthema meer. De stad focust zich nu op de gezinsvlucht: een bepaalde doelgroep die de stad verlaat, want de stad is extreem intrek bij 20 tot 30 jarigen.

De 19 sociale assistentieapparte-menten aan de Botermarkt zijn een uitzondering bij het stadsvernieu-wingsproject Ledeberg Leeft. Bron: Umans, J. (z.j.). Botermarkt. Geraadpleegd via https://www. voltarchitecten.be/project/294-bo-termarkt/.

Afbraak van de tweede Rabottoren dat deel uitmaakt van het stadsver-niewingsproject Bruggen naar Rabot waarin drie sociale houwtorens gesloopt en vervangen worden door 8 lagere appartementsgebouwen. Bron: Lozie, P. (2017). Startschot sloop tweede Rabottoren. Geraadpleegd via https://www.polo-architects.be/nl/ nieuws/startschot-sloop-tweede-ra-bottoren/.

4

Budgetwoningen zijn woningen die ca. 20% onder de marktprijs verkocht worden aan een zeer specifieke doelgroep die moet voldoen aan een reeks voorwaarden.

29

(16)

DEEL 2 . IN BEELD : stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling DEEL 2 . IN BEELD : stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling

initieel goedbedoelde verdeelsleutel van 20-20-60 blijft door een aantal maatschappelijke ontwikke-lingen uit op het terrein.

In de beleidsperiode 2019-2024 wil de stad afstappen van de verdeelsleutel 20-20-60. Hierdoor vindt een breuk plaats in het beleidsdenken. Kristof Gielen vertelt dat ‘sociale huisvesting heel duidelijk op de eerste plaats komt dus dat zou kunnen leiden naar een andere verdeling – meer dan 20% sociale woningen in stadsprojecten – maar er blijft wel een deel marktconforme, heel dure en zeer exclusieve woningen’ (Gielen, persoonlijke communicatie, 20 januari 2020). Gentse sociale huisvestingsmaat-schappijen zullen worden ondersteund met een investeringssubsidie voor nieuwe sociale huurwo-ningen maar de stad vraagt met aandrang aan de Vlaamse Overheid het financieringsmodel en de gewestelijke sociale correcties voor sociale woningbouw te herzien (Bestuursakkoord 2019-2024, 2019, p. 12). Binnen het huidige finan-cieringsmodel is bijkomend woonaanbod creëren een onoplosbaar probleem (zie p. 27-28). GRONDPOSITIE VERSTERKEN

De Groep Gent wil daarom de komende jaren investeren in zijn grondpositie. De Groep Gent bestaat uit verschillende actoren, maar wat betreft de grondeigendom zijn de drie belang-rijkste spelers: de Stad Gent, sogent en OCMW Gent. De gronden van deze laatste actor worden beheerd door sogent. Aangezien het OCMW Gent nog gronden in zijn bezit heeft buiten de stad, hoopt de Groep Gent zo’n 30 miljoen euro op te halen uit de verkoop van deze gronden. Dit geld zou opnieuw geïnvesteerd worden om gronden in de stad aan te kopen. De Stad Gent maakt daarbovenop 12 miljoen euro vrij. In totaal zou er dus 42 miljoen euro aan investe-ringsmiddelen vrijkomen, waarvan Kristof Gielen verwacht dat 35 miljoen euro ook effectief zal belegd worden in grondposities. Of er ook effectief veel gronden mee kunnen aangekocht worden, valt te betwijfelen want ‘Je zit rap rond. Zeker op die schaal.’ De Groep Gent zou deze gronden via een ‘symbolische erfpacht’ verlenen aan de sociale huisvestingsmaatschappijen. Daardoor krijgen de maatschappijen – die nu vaak in moeilijke papieren zitten – meer finan-ciële ademruimte omdat zij de hoge kost van de grondverwerving niet moeten dragen. Indien de Stad Gent dit beleid zou volhouden op lange termijn dan zitten hier kansmogelijkheden want ‘de stad blijft baas over eigen grond’ waardoor na afzienbare tijd een andere vorm van sociaal wonen kan geïntroduceerd worden (Gielen, persoonlijke communicatie, 20 januari 2020).

Website van de budgetkoopwonin-gen in Gent.

Bron: Sogent. (z.j.). Projecten. Geraad-pleegd via https://www.budgetwo-ningen.gent/woonprojecten.

Budgetkoopwoningen in De Nieuwe Dokken dat deel uitmaakt van het stadsontwikkelingsproject Oude Dokken.

Bron: Sogent. (z.j.). De Nieuwe Dokken/Pergola. Geraadpleegd via https://www.budgetwoningen.gent/ woonprojecten/de-nieuwe-dokken-.

31

(17)

DEEL

2

. IN

BEELD

: stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling

2. Historische context stadsvernieuwing,

stadsontwikkeling en sociale huisvesting

Alvorens over te gaan naar de analyse van de casestudies is het belangrijk om de ruimere context en genese van stadsvernieuwing vanaf de jaren 1970 eerst te duiden. In deze historische schets wordt de evolutie van sociale huisvesting gekoppeld aan de ontstaansgeschiedenis van Gent. Historisch kunnen we spreken van een ‘anti-stedelijk beleid’ waarbij het ‘niet-stedelijke’ individuele wonen wordt aangemoedigd en bijgevolg stedelijk ‘sociaal’ wonen in verhouding zeer schaars aan bod komt. In Vlaanderen is het vernieuwd stedenbeleid van stadsvernieu-wing in tegenstelling tot onze nabije buurlanden fundamenteel anders: de verbrokkelde eigendomsstructuur in steden, de historische beleidscontext die pas sinds een twintigtal jaar aandacht kreeg voor steden en tot slot het verticaal, sectoraal uitgebouwd bestuur. Dit heeft zich vertaald in weinig grootschalige en prestigieuze stadprojecten of massaal sociaal-ruimte-lijke herontwikkelingsoperaties (Loeckx, & Vervloesem, 2012, p. 9).

2.1 Anti-stedelijk woonbeleid

Hoewel de Gentse woonproblematiek reeds zijn oorsprong vond in de 19de-eeuw, zien we dat tot op heden deze 19de-eeuwse erfenis van beluiken en eentonige arbeiderswijken met kleine woningen nog steeds aanwezig is in bepaalde stadsdelen zoals de 19de-eeuwse gordel, Ledeberg en Gentbrugge. Door de 19de-eeuwse industrialisering werden arbeiderswijken in een ongeziene concentratie opgetrokken in een gordel rond de binnenstad door specu-latief privé-initiatief. Grote verkavelingen van goedkope en ondermaatse arbeiderswoningen werden gerealiseerd nabij fabrieksgebouwen. Tot op vandaag is de morfologie van 19de-eeuwse gordel met een tiental arbeiderswijken – de ene wijk is al meer planmatiger dan de andere – nog steeds herkenbaar op de kaart. De gordel loopt van west naar noord over Brugse Poort, Rabot, Sluizeken richting Muide Meulestede en vindt aanknoping met het ooste-lijke stadsdeel van Macharius, Heirnis, Dampoort, Sas- en Bassijnwijk, Oud-Gentbrugge en Ledeberg (Heughebaert, 2006, p. 24). De 19de-eeuwse gordelwijken getuigen dat ze enerzijds aan sanering toe zijn en anderzijds de zones zijn waar sociale huisvesting de prioriteit is. De beluiken en eentonige arbeidswijken kunnen dan ook gezien worden als ‘de bakermat’ van de sociale woningbouw (Vlaams Bouwmeester et al., 2008, p. 10).

EEN MOEIZAME SOCIALE START

Wat betreft sociale huisvesting, wordt het wachten tot aan de eerste helft van de 20ste eeuw voor de eerste realisaties. Onder impuls van de socialisten werd vanaf 1904 de eerste sociale huisvestingsmaatschappij, Gentse Maatschappij der Werkerswoningen vandaag gekend als WoninGent, opgericht. Gent vormde daarbij een koploper en nam een geringe start met de bouw van 301 sociale woningen tot aan de Eerste Wereldoorlog. Gedurende het inter-bellum zorgde de komst van de Nationale Maatschappij voor Goedkoope Woningen en

Woonvertrekken (NMGWW) voor de stichting van bijkomende lokale sociale huisvestingsmaatschappijen in Gent en randge-meenten waaronder De Gentse Haard, Meirelbeeksche Goedkope Woningen, Gentbrugse Haard en Ledebergse Maatschappij tot het bouwen van Goedkope Woningen en Woonvertrekken. (Heughe-baert, 2006, p. 25).

Ook in het interbellum bleef de bouw van sociale woningen – mede door de oorlogsverwoestingen – bescheiden tot 1.346 bijkomende sociale woningen in Gent. Opvallend hierbij was dat de realisaties van, zowel sociale huur- als koopwoningen, plaatsvonden in Gentse buitenwijken en randgemeenten met uitzondering van twee stadsprojecten in de Brugse Poort door de Gentse Maatschappij der Werkerswoningen. Door de economi-sche crisis bouwde de Stad Gent naast 1.346 sociale woningen van de huisvestingsmaatschappijen nog een bijkomend aantal van 702 19DE-EEUWSE GORDELWIJKEN:

1. Brugse Poort - Rooigem 2. Rabot - Blaisantvest 3. Sluizeken - Tolhuis - Ham 4. Muide - Meulestede - Afrikalaan 5. Macharius - Heirnis

6. Dampoort 7. Oud Gentbrugge 8. Ledeberg

Gentse arbeiderswoningen rond de eeuwwisseling.

Bron: De Meulder, B., De Decker, P., Van Herck, K., Ryckewaert, M., & Vansteelant, H. (1999). Over de plaats van de volkswoningbouw in de Vlaamse Ruimte. In: Peeters, L. (1999). Huiszoeking: een kijkboek so-ciale woningbouw. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

(18)

DEEL 2 . IN BEELD : stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling DEEL 2 . IN BEELD : stadsvernieuwing vs. stadsontwikkeling

stadswoningen. Gent strandde hierdoor op een totaal van 2.349 nieuwe sociale woningen voor de Tweede Wereldoorlog maar hierbij diende een kanttekening gemaakt te worden. Circa 17.000 Gentenaars waren op dat moment nog steeds gehuisvest in 6.000 beluikwoningen als gevolg van een continue tweestrijd tussen de socialisten en de katholieken. Zo verkozen de socialisten de bouw van sociale huurwoningen, de katholieken daarentegen opteerden voor een anti-stedelijk woonmodel van eigendomsverwerving. Decennialang heeft de katholieke aanpak op meer steun kunnen rekenen en bijgevolg individuele gezinswoningen gefinancierd en gefaciliteerd waardoor het Belgische bouwlandschap voorgoed bepaald is (Heughebaert, 2006, p. 25).

2.2 Selectieve stadsvlucht en een eerste golf van

stadsvernieuwing: krotopruiming door kaalslag

In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog ging alle over-heidsaandacht naar de heropbouw en woningbouw als gevolg van de verwoestingen door de oorlog. De bouwpremies van de Wet De Taeye (1948) stimuleerde eigendomsverwerving van eengezinswoningen, en de subsidies van de Wet Brunfaut (1949) voor infrastructuurwerken bij sociale woningbouw moedigde groepswoningbouw aan (Knops, 1992, p. 14). Aan de rand van steden en gemeenten verrezen nieuwgebouwde buitenwijken, wat – mede door de gestage welvaartstijging vanaf midden de jaren 1950 – resulteerde vanaf midden jaren 1960 in een selectieve stadsvlucht waarbij de gegoede bewoners wegtrokken uit de binnenstad en uit de ‘betere’ 19de-eeuwse gordelwijken zoals het Sluizeke in Gent naar de suburbane gebieden (Heughebaert, 2006, p. 26).

KROTOPRUIMINGSACTIES IN DE BINNENSTAD

In Gent ontstond een eerste golf van stadsvernieuwing waarbij de in onbruik geraakte fabrieken en de aanliggende arbeiderswijken in de binnenstad gesaneerd werden. Deze kroto-pruimingsacties door kaalslag hadden als doel om de historische binnenstad terug leefbaar en attractief te maken, maar monofunctionele appartementsgebouwen, kantoorcomplexen en winkelcentra kwamen ervoor in de plaats. Ook de sociale huisvestingsmaatschappijen en de projectontwikkelaars grepen hun kans om het ongezonde woningbestand in de binnen-stad aan te pakken door bijna uitsluitend ‘sloop-nieuwbouw’-operaties (Knops, 1992, p. 14). Een tijdperk waarin sociale hoogbouwflats zoals de Watersportbaan, Nieuw Gent, Rabot en de Amelinckxblokken in de Groene Vallei, verrezen als resultaat van een autoritaire top-down planningsvisie op stadsniveau (Oosterlynck, & Debruyne, 2010, p. 26).

Gedurende lange tijd na de Tweede Wereldoorlog leverde de doorbraak van het ‘Congrès Inter-national d’ Architecture Moderne’ (CIAM) in België tot enkele merkwaardige hoogbouwwijken in de grotere steden. De industrialisatie, standaardisatie en functiescheiding van de stad werd als dominant stedenbouwkundig model op grote schaal voor sociale woningbouw gebruikt. Sociale woningbouw kon gezien worden als ‘proeftuin’ van het modernistisch gedachtengoed in de jaren ’50, ’60 en ‘70 en bijgevolg het voorwerp van hevige kritiek (De Meulder et al. , 1999, p. 36-39). In het merendeel van de projecten werden de oorspronkelijke voorziene comple-mentaire collectieve voorzieningen niet ontwikkeld waardoor ‘het dan ook een legitieme vraag is of een aantal problemen in de hoogbouwwijken niet meer te maken hebben met dit ontbreken dan met de essentie van het modernistische denkkader. Hoe gerechtvaardigd allerlei kritieken achteraf op het modernisme ook zijn, de hoogbouwwijken van die jaren getuigen nog steeds van een haast vitalistische drang de stad (op)nieuw te maken en iedereen bij deze stad te betrekken’. Eenmaal verlost van de scherpe focus op arbeiders, richtte de sociale huisvestingssector zich op een steeds bredere en meer diverse doelgroep. Pas in 1961 werd een inkomensgrens opgelegd waarbij nog steeds 60% van de bevolking in aanmerking kwam voor een sociale woning. ‘Als instrument in de opbouw van de welvaarsstaat, mikte de sociale woningbouw op de zogenaamde middengroep van de bevolking’ (Vlaams Bouwmeester et al., 2008, p. 11-13).

1904 1921 1922 1923 1928 1930 1941 1953 1956 1958 1988 1994 2001 2004 2011 2020

WO I WO II

Gentse Maatschappij

der Werkerswoningen Gentse Maatschappij voor Goedkoope Woningen Gentse Maatschappij voor de Huisvesting WoninGent Sociale woningen van het stadsbestuur

Gentbrugse Haard Huisvesting Scheldevallei

De Goede Werkmanswoning

Gezonde Huisvesting Ledeberg

Ledebergse Maatschappij tot het bouwen van Goedkope Woningen en Woonvertrekken

Oost-Vlaamse Huurderscoöperatie De Gentse Haard Volkshaard De Gezonde Werkmans-woning

Huisvestingsmaatschappij van Vlaanderen ABC Antwerpen Merelbeekse Sociale Woningen

Meirelbeeksche Goedkoope Woningen Habitare+

FUSIE

FUSIE

FUSIE

FUSIE

FUSIE

Tijdlijn met de Gentse sociale huisvestingsmaatschappijen waarvan er vandaag nog 5 actief zijn in Gent: WoninGent, De Gentse Haard, Volks-haard, ABC Antwerpen en Habitare+.

Krotopruimingsacties leverden doorgaans veel verkrotting en onze-kerheid op dan goede woningen. Bron: Knops, G. (1992). Stadsvernieu-wing in beweging. Brussel: Koning Boudewijnstichting.

Sociale hoogbouwtorens aan de Watersportbaan.

Bron: De Baenst, A. (1962). Sociale huisvesting. Geraadpleegd via http:// opac.amsab.be/Record/fo020786.

35

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook Frank Vandenbroucke, voormalig minister van Onderwijs en Vorming, die met zijn invloedrijke beleidsbrief ‘De lat hoog voor talen in iedere school’ (2006) het taalbeleid mee

hoofdrubrieken Omhulsel en Binnenstructuur of drie gebreken in categorie IV en 60 strafpunten (punten kunnen enkel toegekend worden indien het technisch verslag niet ouder is dan

De overeenkomst kadert in een samenwerking tussen de stad en Woonhaven, De Ideale Woning, ABC, CAW Antwerpen, SaRA en het Agentschap Opgroeien rond de organisatie van de versnelde

De meningen hierover zijn verdeeld, maar toch leeft bij verschillende lokale besturen en sociale huisvestingsmaatschappijen de wens om de bevolkingssamenstelling binnen de

Deze sociale hulpbron is wel van belang voor het welzijn, maar de verschillen tussen lhb-jongeren en heteroseksuele jongeren in de ervaren steun van vrienden zijn dermate klein, dat

Er is een effect van de mate van etnische concentratie in de buurt: naarmate er meer niet-westerse migranten in de buurt wonen, zijn migranten niet alleen negatiever over

In Noordoost-Friesland worden vrij veel mensen uitgeplaatst.” Voor de zorgkant stelt de regio gebiedsteams samen in plaats sociale wijkteams, te beginnen in 2015 met drie à

Het verhaal is een weergave van de drijfveren en de bedoeling van de school en een richtsnoer voor de gewenste ontwikkeling.. Daarmee is het niet alleen waardevol