• No results found

HET TOEZICHT OP DE DRUKPERS.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HET TOEZICHT OP DE DRUKPERS. "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HANDLEIDING

TEN DIENSTE VAN DE

INLANDSCHE BESTUURSAMBTENAREN OP JAVA EN MADOERA.

No. 31/J.

HET TOEZICHT OP DE DRUKPERS.

Uitgave van het Departement van Binncnlandsch-Bestuur

BATAVIA

DRUKKERIJ RUYQROK & Co.

1919.

(2)

BIBLIOTHEEK KITLV

. >

I

I

I

I

;

»•

(3)

I No. 31/J.

(4)

HANDLEIDING

TEN DIENSTE VAN DE

INLANDSCHE BESTUURSAMBTENAREN OP JAVA EN MADOERA.

No. 31/J.

HET TOEZICHT OP DE DRUKPERS.

Uitgave van het Departement van Binnenlandsch-Bestuur

BATAVIA

DKUKKERIJ RUYGROK & Co.

1919.

(5)

PEMIMPIM.

BAGI

PRfJAJI BOEAUPOETERA 01 TANAH DJAWA DAN MADOERA.

No. 31/J.

PHWAWASAN ATAS „PERKARA MENTJÉTAK".

D

' *

e /

? î ? ^ l £ f ^ ^ ^

BATAVIA

DRUKKERIJ RUYQROK Co.

1919.

(6)

HET TOEZICHT OP DE DRUKPERS.

1. Het „Reglement op de drukwerken in Nederlandsen- Indië."

2. Artikelen van het Wetboek van Strafrecht, recht- streeks of zijdelings met het toezicht op de drukpers in verband staande.

3. Staatsblad 1900 No. 317. Tegengang van den invoer en de verspreiding binnen Nederlandsch- Indië van gevaarlijke buitenlandsche druk- werken, waarvan de invoer binnen Neder- landsch-Indië is verboden.

4. Staatsblad 1900 No. 318. Strafbepaling voor Inlan- ders en met dezen gelijkgestelden tegen den invoer, vervoer enz. van gedrukte stukken, waarvan de invoer binnen Ne- derlandsch-Indië is verboden.

5. Staatsblad 1905 No. 88. Maatregelen tegen het ver- spreiden door middel van de drukpers van berichten omtrent bewegingen van troepen of schepen, behoorende tot de Land- en Zeemacht in Nederlandsch-lndië.

(7)

MENTJETAK". ')

1. „Reglemen atas barang-tjétakan di Hindia-Belanda."

2. Pasal-pasal daripada Kitab Oendang-oendang Hoe- koeman jang teroes atau tidak teroes berhoeboeng dengan pengawasan atas perkara mentjétak.

3. Staatsblad 1900 No. 317. Tjegahan boewat memasoek- kan dan menjebarkan di Hindia-Belanda barang-tjétakan dari negeri-negeri asing, jang berbahaja dan jang dilarang mema- soekkannja ke Hindia-Belanda.

4. Staatsblad 1900 No. 318. Ketentoean-hoekoeman boe- wat Boemipoetera dan jang disamakan dengan dija karena memasoekkan, mem- bawa dan sebagainja barang-tjétakan jang dilarang memas'oekkannja di Hindia-Be- landa.

5. Staatsblad 1905 No. 88. Daja-oepaja boewat mentje- gah menjebarkan chabar dengan barang- tjétakan tentang pergerakan pasoekan- pasoekan atau kapal-kapal jang masoek golongan Angkatan Darat dan Laoet di Hindia-Belanda.

') De Maleische vertaling is bezorgd door het kantoor van de Commissie voor de Volkslectuur.

(8)

— 6 —

D E B E P A L I N G E N . V o o r w o o r d .

Het „Reglement op de Drukwerken in Nederlandsen- Indië", het z.g. Drukpers-reglement, bevat, na de talrijke daarin aangebrachte wijzigingen '), weinig meer dan eenige voorschriften van, wat men zou kunnen noemen, administratieven aard : het vermelden op het drukwerk van den naam en de woonplaats des drukkers en uitgevers;

de verplichting om binnen 24 uren na de verschijning,' een onderteekend exemplaar van het drukwerk te zenden aan het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur; de verplichting tot opneming van een verweer op een per- soonlijke aanval, gisping of beoordeeling in een tijdschrift;

begrips-uitlegging van eenige termen en ten slotte enkele bepalingen van strafrechtelijken aard.

Maar over de verantwoordelijkheid voor den inhoud van drukwerken spreekt dit reglement niet meer; daar- omtrent voorziet thans het nieuwe Wetboek van Straf- recht voor Nederlandsch-lndië in een aantal artikelen, welke in dit deeltje achter het Drukpers-reglement onder' 2 zijn opgenomen.

Een drietal andere, aan het toezicht op de drukpers verwante verordeningen, voltooien deze afleverin

1. Staatsblad 1856 No. 74, gewijzigd bij Staatsblad 1896 No. 190, 1906 No. 270; (1914: 205 jo 207; 1915: 476 jo 477) 1917 No. 497, 1918 Nos 269 en 544.

REGLEMENT op de Drukwerken in Nederlandsch-lndië.

Artikelen 1 t/m 10.

Vervallen door Staatsblad 1906 No. 270.

Artikel 11.

Vervallen door Staatsblad 1917 No. 497.

'). Van de 35 artikelen zijn er thans nog maar 10 behouden.

(9)

P e n d a h o e l o e a n .

Reglemen atas barang-tjétakan di Hindia-Belanda, Jang dinamai „Reglemen perkara mentjétak", setelah kerap kali dioebah,1) hanjalah berisi beberapa peratoeran lagi jang boleh diseboet akan mengatoer sadja ja'itoe- menerangkan pada barang-tjétakan nama dan tempat tinggal pentjétak dan penerbit; kewadjiban akan mengi- rimkan sehelai dari barang-tjétakan itoe jang ditanda- tangani kepada Kepala pemerintahan senegeri dalam 24 djam sesoedah terbitnja; kewadjiban akan menempatkan sangkalan atas sesoewatoe penjerangan atas diri seseorang, tjelaan atau pertimbangan dalam soerat-chabar: mene- rangkan pengartian beberapa perkataan dan penghabisan beberapa ketentoean tentangan hoekoeman.

Tetapi tanggoengan tentang isinja barang-tjétakan tidak terseboet lagi dalam Reglemen ini; hal itoe diatoer- kan sekarang dalam Kitab Oendang-oendang Hoekoeman oentoek Hindia-Belanda pada beberapa pasal, jang ter- moewat dalam bahagian ini dibelakang Reglemen perkara- mentjétak pada 2.

Tiga boewah oendang-oendang lain jang berhoeboeng dengan pengawasan atas perkara mentjétak mentjoekoep- kan djilid ini.

1. Staatsblad 1856 No. 74, dioebah pada Staatsblad 1896 No. 190, 1906 No. 270 (1914: 205 dan 207- 1915: 476 dan477) 1917 No. 497; 1918No. 269 dan 544.' REGLEMEN atas Barang-tjétakan di Hindia-Belanda.

Pasal 1 sampai pasal 10.

Dibatalkan oléh Staatsblad 1906 No. 270.

Pasal 11.

Dibatalkan oléh Staatsblad 1917 No. 497.

Daripada 35 pasal sekarang hanjalah ada ketinggalan 10.

(10)

— 8 —

Artikel 12.

(1) Elk drukwerk is voorzien van den naam en de woonplaats des drukkers en uitgevers.

(2) De verspreider van een drukwerk, dat aan deze voorwaarde niet voldoet, wordt gestraft met eene boete van ten hoogste honderd gulden.

Artikel 13.

(1) Van elk in Nederlandsch-lndië gedrukt, alsmede van elk buiten Nederlandsch-lndië, elders dan in Neder- land gedrukt, maar in Nederlandsch-lndië uitgegeven druk- werk, is de drukker of uitgever verplicht om, uiterlijk binnen 24 uren na de verschijning, een door hem onder- teekend exemplaar te zenden aan het Hoofd van plaatselijk bestuur binnen wiens ressort het drukwerk verschijnt.

(2) Overtreding van deze bepaling wordt gestraft met boete van ten hoogste honderd gulden.

Artikel 14.

Onder tijdschriften worden verstaan alle dag-en week- bladen en andere periodiek verschijnende drukwerken.

Artikelen 15 t/m 18.

Vervallen door Staatsblad 1906 No. 270.

Artikel 19.

(1) De onderteekende beantwoording van persoonlijke aanvallen, gispingen of beoordeelingen, moet in het eerst- volgend nummer of de eerstvolgende aflevering na het inkomen daarvan kosteloos in het tijdschrift, waarin de persoonlijke aanval, gisping of beoordeeling voorkwam, worden opgenomen. Bedraagt de beantwoording meer

(11)

Pasal, 12.

(1). Pada tijap-tijap barang-tjétakan haroes tertoelis nama dan tempat tinggal pentjétak dan penerbit.

(2). Penjebar dari sesoewatoe barang-tjétakan jang tijada mentjoekoepi sjarat ini, dihoekoem dengan hoe- koeman denda sebanjak-banjaknja seratoes roepijah.

Pasal 13.

(1). Tijap-tijap barang-tjétakan jang ditjétak di Hin- dia-Belanda, demikijan djoega jang ditjétak diloewar Hindia-Belanda, selainnja dari negeri Belanda, tetapi dikeloewarkan di Hindia-Belanda, wadjib dikirimkan si pentjétak atau penerbit sehelai jang ditanda-tanganinja kepada Kepala pemerintahan senegeri, dalam bawahan sijapa barang-tjétakan itoe diterbitkan, ja'itoe dalam 24 djam sesoedah terbitnja.

(2). Pelanggaran atas ketentoean ini dihoekoem de- ngan hoekoeman denda sebanjak-banjaknja seratoes roepijah.

Pasal 14.

Dengan perkataan, „soerat-chabar" termaksoed dalam reglemen ini, soerat-chabar harian dan minggoean dan barang-tjétakan lain-lain, jang diterbitkan pada waktoe jang tetap.

Pasal 15 sampai pasal 18.

Dibatalkan oléh Staatblad 1906 No. 270.

Pasal 19.

(1). Djawab jang ditanda-tangani, daripada penje- rangan, tjelaan atau timbangan atas diri orang lain, haroeslah dimoewatkan dengan pertjoema dalam soerat- chabar jang nomornja atau keloewarnja berikoet dengan soerat-chabar jang berisi penjerangan. tjelaan atau tim- bangan atas diri orang lain itoe. Bilamana djawab itoe

(12)

— 10 —

dan het dubbel van het oorspronkelijk artikel, dan kan voor het meerdere voorafgaande betaling worden ge- vorderd.

(2) Voor den inhoud der beantwoording is de onder- teekenaar alleen verantwoordelijk.

(3) Weigering van plaatsing der beantwoording buiten het geval, waarin voorafgaande betaling kan worden gevorderd, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden. (St. 1917:497).

De bepalingen van de artikelen 12, 13, 14 en 19 hier- boven vermeld zijn alleen toepasselijk op werken in Neder- landsch-lndië gedrukt, behoudens de uitzondering vermeld in artikel 13. (St. 1856:73).

Artikel 20.

Vervallen door Staatsblad 1906 No. 270.

Artikel 21 t/m 27.

Vervallen door Staatsblad 1917 No. 497.

Artikel 28.

Vervallen door Staatsblad 1906 No. 270.

Artikel 29.

(1) Openlijke oproepingen en uitnoodigingen, om bij te dragen tot de betaling van geldboeten, verbeurd wegens misdrijf of overtreding door middel van drukwerken gepleegd, zijn verboden.

(2) Overtreding van dit verbod wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden. (St. 1917:497).

Artikel 30.

Indien tijdens het plegen van een der in deze veror- dening vermelde overtredingen nog geen twee jaren zijn

(13)

pandjangnja lebih dari doewa kali sepandjang karangan asal, maka boewat lebihnja itoe boleh diminta bajaran lebih dahoeloe.

(2). Isi djawab itoe hanja ditanggoeng oléh jang me- nanda-tangani.

(3). Menolak memoewatkan djawab itoe, lain dari- pada dalam hal jang bajaran boleh diminta lebih dahoe- loe, dihoekoem dengan hoekoeman koeroengan selama- lamanja tiga boelan atau denda sebanjak-banjaknja lima ratoes roepijah (St. 1917: 497).

Ketentoean daripada pasal 12, 13, 14 dan 19 jang ter- seboet diatas hanjalah boleh dikenakan kepada pekerdjaan jang tertjétak di Hindia-Belanda, lain daripada ketjoewali jang terseboet dalam pasal 13 (St. 1856: 73).

Pasal 20.

Dibatalkan oléh Staatsblad 1906 No. 270.

Pasal 21 sampai pasal 27.

Dibatalkan oléh Staatsblad 1917 No. 497.

Pasal 28.

Dibatalkan oléh Staatsblad 1906 No. 270.

Pasal 29.

(1). Panggilan dan adjakan terboeka oentoek memberi pertolongan oewang boewat membajar denda jang di- kenakan oléh karena kedjahatan atau pelanggaran dengan memakai pertolongan barang-tjétakan, terlaranglah.

(2). Pelanggaran atas larangan ini dihoekoem dengan hoekoeman koeroengan selama-lamanja satoe tahoen atau denda sebanjak-banjaknja lima ratoes roepijah (St. 1917 - 497).

Pasal 30.

Bilamana waktoe memboewat salah satoe daripada pelanggaran, jang terseboet dalam oendang-oendang ini,

(14)

— 12 -

verloopen, sedert eene vroegere veroordeeling van den schuldige wegens gelijk feit onherroepelijk is geworden, wordt het maximum der straffen met een derde verhoogd en kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij de overtreding heeft begaan.

(St. 1917:497).

Artikel 31.

(1) Elke vervolging terzake van overtreding van dit reglement, of van eenig ander door middel van de druk- pers gepleegd strafbaar feit kan worden aangevangen met de inbeslagneming van het aangeklaagde drukwerk.

(St. 1918:269). ')

(2) De inbeslagneming wordt telkens in de nieuws- bladen afgekondigd.

(3) In zaken van overtredingen, waarvan de raden van Justitie kennis nemen, kan eene voorloopige instructie op de vordering van het Openbaar Ministerie plaats hebben. (St. 1918:269).

Artikel 32.

Vervallen door Staatsblad 1917 No. 497.

Artikel 33.

(1) Onder de drukwerken worden in dit reglement verstaan de door werktuigkundige of scheikundige mid- delen bewerkte verveelvoudiging van geschriften, van voortbrengselen der beeldende kunsten of van met text voorziene muziekwerken.

(2) De bepalingen van dit reglement zijn niet toe- passelijk op van overheidswege uitgegeven drukwerken.

Artikel 34.

Onder verspreiding van drukwerken wordt in dit regle- ment verstaan, elke daad van koophandel met zoodanige

') In werking getreden op 1 October 1918 (St. 1918:544).

(15)

beloem ada doewa tahoen lamànja sesoedah jang ber- salah itoe dihoekoem dahoeloe oléh sebab pelanggaran seperti itoe djoega, serta hoekoeman itoe tidak dioebah, maka ditambahlah hoekoeman jang paling tinggi dengan sepertiganja dan si pelanggar boleh dipetjat daripada hak akan mendjalankan pekerdjaannja, jang didjabatnja pada waktoe ija memboewat pelanggaran itoe. (St. 1917:497).

Pasal 31.

(1). Tijap-tijap penoentoetan tentang pelanggaran atas reglemen ini, atau tentang sesoewatoe kesalahan lain tersebab oléh perkara mentjétak, bolehlah dimoelaï dengan merampas barang-tjétaknja jang terda'wa.(St. 1918:269)').

(2). Maka rampasan itoe dima'loemkan dalam soerat- chabar.

(3) Dalam pelanggaran jang masoek bahagian peker- djaan raad Djoestisi, bolehlah didjalankan pemeriksaan lebih dahoeloe kalau diminta oléh Hakim penoentoet hoekoeman. (St. 1918: 269).

Pasal 32.

Dibatalkan oléh Staatsblad 1917. No. 497.

Pasal 33.

(1). Dengan perkataan „barang-tjétakan" dalam regle- men ini termaksoed soerat-soerat, gambar-gambar atau soerat-soerat moesik jang soedah berisi lagoe, jang di- perbanjakkan dengan pertolongan 'ilmoe perkakas pesawat atau perkakas kimija.

(2). Ketentoean-ketentoean pada reglemen ini tidak dikenakan kepada barang-tjétakan jang diterbitkan oléh Pemerintah.

Pasal 34.

Dengan perkataan „menjebarkan barang-tjétak" dalam reglemen ini termaksoed, tijap-tijap pernijagaan jang di-

'). Moelai' berlakoe pada tanggal 1 October 1918. (St. 1918 : 544).

(16)

— 14 —

werken gedreven en elke, zelfs kosteloos afstand dier werken aan anderen, met het oogmerk om ze verder te verspreiden.

Artikel 35.

Alle verordeningen in Nederlandsch-Indië bestaande, betrekkelijk de onderwerpen bij dit reglement geregeld, worden ingetrokken en buiten werking gesteld.

Tot het plegen in eenig drukwerk van de bij die artikelen vermelde misdrijven wordt het kwaad of boosaardig opzet vereischt. (St. 1858:73).

(17)

Iakoekan dengan memakai barang-barang jang demikijan itoe dan tijap-tijap pemberian barang-barang itoe kepada orang lain, walau tidak dengan bajaran, asal dengan maksoed soepaja teroes disebarkan.

Pasal 35.

Sekalijan oendang-oendang di Hindia-Belanda jang me- ngenai hal-hal jang diperkarakan dalam reglemen ini ditjaboet dan tidak berlakoe lagi.

Kedjahatan seperti jang terseboet dalam pasal-pasal itoe baharoe dipandang dilakoekan dalam sesoewatoe barang- tjétakan, djika terang maksoednja jang djahat atau salah itoe. (St. 1858: 73).

(18)

2. ARTIKELEN VAN HET WETBOEK VAN STRAF- RECHT, rechtstreeks of zijdelings met het toezicht op de drukpers in verband staande. (Staatsblad 1915 No. 732 ge- wijzigd bij Staatsblad 1918 No. 292).

Artikel 61.

(1) Bij misdrijven door middel van de drukpers ge- pleegd wordt de uitgever als zoodanig niet vervolgd, indien het gedrukte stuk zijn naam en woonplaats vermeldt en de dader bekend is of op de eerste aanmaning na den rechtsingang door den uitgever is bekend gemaakt.

Zie artikel 12 Drukpers-reglement.

(2) Deze bepaling is niet toepasselijk, indien de dader op het tijdstip der uitgave strafrechtelijk niet vervolgbaar of buiten Nederlandsch-Indië gevestigd was.

In dit geval wordt dus de uitgever als zoodanig wel ver- volgd.

Artikel 62.

(1) Bij misdrijven door middel van de drukpers ge- pleegd wordt de drukker als zoodanig niet vervolgd, in- dien het gedrukte stuk zijn naam en woonplaats vermeldt en de persoon op wiens last het stuk is gedrukt, bekend is of op de eerste aanmaning na den rechtsingang door den drukker is bekend gemaakt.

Zie artikel 12 Drukpers-reglement.

(2) Deze bepaling is niet toepasselijk, indien de per- soon op wiens last het stuk is gedrukt, op het tijdstip

(19)

DANG HOEKOEMAN, jang teroes atau tidak teroes berhoeboeng dengan pengawasan atas pentjétakan. (Staats- blad 1915 No. 732, dioebah pada Staatsblad 1918 No. 292).

Pasal 61.

(1). Dalam memperboewat kedjahatan dengan pentjé- takan, maka si penerbit {uitgever) tidak ditoentoet, bilamana pada barang-tjétak itoe terseboet nama dan tempat tinggal si penerbit itoe dan jang bersalah ketahoean, atau pada waktoe ditanjakan jang pertama kali sesoedah moelaï penoentoetan hoekoeman, nama si bersalah itoe diberi- tahoekan oléh si penerbit tadi.

Lihatlah pasal 12 Reglemen perkara mentjétak.

(2). Ketentoean ini tidak dikenakan, bilamana jang ber- salah pada waktoe mengeloewarkan itoe tidak boleh ditoen- toet oléh hoekoem atau dijam diloewar Hindia-Belanda.

Dalam hal ini si penerbit jang ditoentoet.

Pasal 62.

(1). Dalam memperboewat kedjahatan dengan pentjé- takan, maka si pentjétak (drukker) tidak ditoentoet, bila- mana pada barang-tjétak itoe terseboet nama dan tempat tinggal pentjétak itoe dan nama orang jang menjoeroeh mentjétak ketahoean atau pada waktoe ditanjakan jang pertama kali sesoedah moelaï penoentoetan hoekoeman, nama jang menjoeroeh mentjétak itoe, diberi-tahoekan oleh si pentjétak tadi.

Lihatlah pasal 12. Reglemen perkara mentjétak.

(2). Ketentoean ini tidak dikenakan, bilamana orang jang menjoeroeh mentjétak itoe, pada waktoe pertjétakan itoe

(20)

— 18 —

van het drukken strafrechtelijk niet vervolgbaar of buiten Nederlandsch-Indië gevestigd was.

In dit geval wordt dus de drukker als zoodanig wel ver- volgd.

Artikel 78.

(1) Het recht tot strafvordering vervalt door verjaring :

Ie. in één jaar voor alle overtredingen en voor de mis- drijven door middel van de drukpers gepleegd;

2e. t/m 4e. enz.

(2) Ten aanzien van een persoon, die vóór het begaan van het feit den leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, wordt elke der boven vermelde verjaringstermijnen tot een derde van den daar bepaalden duur ingekort.

Artikel 84.

(1) Het recht tot uitvoering van de straf vervalt door verjaring.

(2) De termijn dezer verjaring is bij overtredingen twee jaren, bij misdrijven door middel van de drukpers gepleegd vijf jaren, en bij andere misdrijven een derde langer dan de termijn der verjaring van het recht tot strafvordering.

(3) In geen geval is de termijn der verjaring korter dan de duur der opgelegde straf.

(4)

Artikel 137.

(1) Hij die een geschrift of afbeelding, waarin eene beleediging voorkomt voor den Koning, de Koningin, den gemaal der regeerende Koningin, den troonopvolger, een lid van het Koninklijk huis of den Regent, met het oog- merk om aan den beleedigenden inhoud ruchtbaarheid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeerderen, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt

(21)

tidak boléh ditoentoet oléh hoekoem atau dijam diloewar Hindia-Belanda.

Dalam hal ini pentjétaklah jang ditoentoet.

Pasal 78.

(1). Hak boewat menoentoet hoekoeman hilang, djika témpohnja telah laloe (verjaard):

Ie. satoe tahoen boewat sekalijan pelanggaran dan ke- djahatan jang diperboewat dengan barang-tjétakan;

2e. sampai dengan ke 4 dan sebagainja.

(2). Tentang orang jang sebeloem berboewat kesalahan itoe beloem delapanbelas tahoen 'oemoernja, masing- masing témpoh jang terseboet diatas itoe dikoerangi dengan sepertiganja.

Pasal 84.

(1). Hak boe wat mendjalankan hoekoeman hilang djika témpohnja telah laloe.

(2). Témpoh itoe dalam hal pelanggaran doewa tahoen, dalam hal kedjahatan jang diperboewat dengan barang-tjétakan lima tahoen dan dalam hai kedjahatan jang lain-lain ditambah dengan sepertiganja daripada témpoh boewat menoentoet hoekoeman.

(3). Sekali-kali témpoh itoe tidak boléh koerang da- ripada lamanja hoekoeman jang didjatoehkan.

(4)

Pasal 137.

(1). Barangsijapa jangmenjebarkan, mempertoendjoek- kan, atau menempelkan soerat atau gambar jang berisi penghinaan kepada Seri Baginda Maharadja, Permaisoeri Baginda, soewami Seri Baginda Maharadja Ratoe jang bertachta, Poetera Mahkota, anggota Istana-Radja atau Pemangkoe Keradjaan (Regent), dengan maksoed akan meng'oemoemkan atau menambah 'oemoemnja penghinaan

(22)

— 20 —

gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en vier maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

(2) Indien de schuldige het misdrijf in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen twee jaren zijn verloopen, sedert eene vroegere veroordeeling van den schuldige wegens gelijk misdrijf onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Dus bij eene tweede veroordeeling binnen twee jaren na de eerste-

Artikel 138.

(1) Hij die een geschrift of afbeelding, waarin eene beleediging voorkomt voor den Gouverneur-Generaal of den waarnemenden Gouverneur-Generaal, met het oog- merk om aan den beleedigenden inhoud ruchtbaarheid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeerderen, ver- spreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en vier maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

(2) (Gelijkluidend met het tweede lid van artikel 137).

Artikel 144.

(1) Hij die een geschrift of afbeelding, waarin eene beleediging voorkomt voor een regeerend vorst of ander hoofd van een bevrienden staat of voor een vertegen- woordiger van eene buitenlandsche mogendheid bij de Nederlandsche Regeering in zijne hoedanigheid, met het oogmerk om aan den beleedigenden inhoud ruchtbaarheid te geven, of de ruchtbaarheid daarvan te vermeerderen, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen maan- den of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

(2) (Gelijkluidend met het tweede lid van artikel 137).

(23)

itoe dihoekoemlah dengan hoekoeman pendjara selama- lamanja satoe tahoen empat boelan atau denda sebanjak- banjaknja tiga ratoes roepijah.

(2). Bilamana jang bersalah berboewat kedjahatan itoe dalam pekerdjaannja, dan pada waktoe berboewat kesalah- an itoe beloem lagi doewa tahoen lamanja kemoedijan daripada ija dihoekoem dahoeloe oléh sebab kesalahan jang seroepa itoe djoega dan hoekoeman itoe teroes ditetapkan, bolehlah ditjaboet haknja akan mendjalankan pekerdjaan itoe.

Djadi pada hoekoeman kedoewa kali dalam doewa tahoen setelah hoekoeman jang pertama.

Pasal 138.

(1). Barang sijapa jang menjebarkan,mempertoendjoek- kan, atau menempelkan soerat atau gambar jang berisi penghinaan kepada Toewan Besar Goebernoer-Djenderal atau wakil Toewan Besar itoe dengan maksoed akan meng'oemoemkan atau menambah 'oemoemnja penghinaan itoe, dihoekoemlah dengan hoekoeman pendjara selama- lamanja satoe tahoen empat boelan atau denda sebanjak- banjaknja tiga ratoes roepijah.

(2). (Sama dengan ajat kedoewa daripada pasal 137).

Pasal 144.

(1). Barangsijapajangmenjebarkan,mempertoendjoek- kan, atau menempelkan soerat atau gambar, jang berisi penghinaan kepada radja jang bertachta atau kepala negeri lain jang bersahabat dengan keradjaan Belanda atau wakil soewatoe keradjaan lain pada Pemerintah Belanda dalam pangkatnja itoe, dengan maksoed akan meng'oemoemkan atau menambah 'oemoemnja penghinaan itoe, dihoekoemlah dengan hoekoeman pendjara selama-lamanja sembilan boelan atau denda sebanjak-banjaknja tiga ratoes roepijah.

(2). (Sama dengan ajat kedoewa daripada pasal 137).

(24)

— 22 —

Artikel 155.

(1) Hij die een geschrift of afbeelding, waarin gevoe- lens van vijandschap, haat of minachting tegen de Regee- ring van Nederland of van Nederlandsch-Indië tot uiting komen, met het oogmerk om aan den inhoud ruchtbaar- heid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeer- deren, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van ten hoogste drie

honderd gulden. (St. 1918:292).

(2) Indien de schuldige het misdrijf in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen vijf jaren zijn verloopen, sedert eene vroegere veroordee- ling van den schuldige wegens gelijk misdrijf onherroe- pelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Zie aanteekening op artikel 137

Artikel 157.

(1) Hij die een geschrift of afbeelding, waarin gevoe- lens van vijandschap, haat of minachting tusschen of tegen groepen der bevolking van Nederlandsch-lndië tot uiting komen, met het oogmerk om aan den inhoud rucht- baarheid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeer- deren, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren en zes maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. (St. 1918: 292).

(2) (Gelijkluidend met het tweede lid van artikel 155).

Onder groep wordt in dit artikel verstaan: elk deel van de bevolking van Nederlandsch-Indië, dat zich door ras, landaard, godsdienst, herkomst, afstamming, nationaliteit of staatsrechtelijken toestand onderscheidt van een of meer andere deelen van die bevolking. (Art. 156, 2de lid W. v. S.

St. 1918: 292).

(25)

Pasal 155.

(1). Barang sijapa jang menjebarkan, mempertoendjoek- kan, atau menempelkan soerat atau gambar, jang mengan- doeng perseteroean, kebentjian atau penghinaan atas Pemerintah agoeng di negeri Belanda atau Pemerintah Hindia-Belanda, dengan maksoed akan meng'oemoemkan atau menambah 'oemoemnja isi soerat atau gambar itoe, dihoekoemlah dengan hoekoeman pendjara selama- lamanja empat tahoen enam boelan atau denda sebanjak- banjaknja tiga ratoes roepijah (St. 1918:292).

Bilamana jang bersalah berboewat kedjahatan itoe dalam djabatannja dan pada waktoe berboewat kesalahan itoe beloem lagi lima tahoen lamanja kemoedijan daripada ija dihoekoem dahoeloe, oléh sebab kesalahan jang seroepa itoe djoega, dan hoekoeman itoe teroes ditetapkan, boleh- lah ditjaboet haknja akan mendjalankan pekerdjaan itoe.

Lihatlah peringatan pada pasal 137.

Pasal 157.

(1) Barang sijapa jang menjebarkan, memperteendjoek- kan atau menempelkan soerat atau gambar, jang mengan- doeng perseteroean, kebentjian atau penghinaan antara atau kepada golongan-golongan ra'ijat Hindia, dengan maksoed akan meng'oemoemkan atau menambah 'oemoem- nja isi soerat atau gambar itoe, dihoekoemlah dengan hoekoeman pendjara selama-lamanja doewa tahoen dan enam boelan atau denda sebanjak-banjaknja tiga ratoes roepijah (St. 1918: 292).

(2) (Sama dengan ajat kedoewa daripada pasal 155).

Dengan perkataan „golongan" dalam pasal ini dimaksoed : tijap-tijap bahagian dari ra'ijat Hindia-Belanda, jang dibe- dakan dari bahagian ra'ijat jang lain-lain, oléh sebab bang- sanja, agamanja, asalnja, asal-oesoelnja, nationaliteitnjaatau peri hal keadaan hoekoemnja.

(26)

— 24 —

Artikel 161.

(1) Hij die een geschrift waarin tot eenig strafbaar feit of tot eenige andere in het vorige artikel ') om- schreven ongehoorzaamheid wordt opgeruid, met het oogmerk om aan den opruienden inhoud ruchtbaarheid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeerderen, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

(2) (Gelijkluidend met het tweede lid van artikel 155).

Artikel 163.

(1) Hij die een geschrift waarin wordt aangeboden inlichtingen, gelegenheid of middelen te verschaffen om eenig strafbaar feit te plegen, met het oogmerk om aan dat aanbod ruchtbaarheid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeerderen, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden en twee weken of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

(2) (Gelijkluidend met het tweede lid van artikel 155).

Artikel 208.

(1) Hij die een geschrift of afbeelding, waarin eene beleediging voorkomt voor eene in Nederland of in Neder- landsch-Indië gestelde macht of een aldaar gevestigd open- baar lichaam, met het oogmerk om aan den beleedigenden inhoud ruchtbaarheid te geven of de ruchtbaarheid daarvan te vermeerderen, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aan- slaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

(2) (Gelijkluidend met het tweede lid van artikel 137).

') Artikel 160.

Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrifte tot eenig strafbaar feit of tot eenige andere ongehoorzaamheid, hetzij aan een wettelijk voorschrift, hetzij aan een krachtens wettelijk voor- schrift gegeven ambtelijk bevel opruit, wordt gestraft enz.

(27)

Pasal 161.

(1). Barang sijapa jang menjebarkan atau menempelkan soerat, jang berisi asoetan soepaja orang berboewat jang dapat dihoekoem atau soepaja orang melakoekan peker- djaan doerhaka jang terseboet pada pasal jang soedah, ') dengan maksoed akan meng'oemoemkan atau menambah 'oemoemnja asoetan itoe, dihoekoemlah dengan hoekoeman pendjara selama-lamanja empat tahoen atau denda se- banjak-banjaknja tiga ratoes roepijah.

(2). (Sama dengan ajat kedoewa daripada pasal 155.) Pasal 163.

(1 ). Barang sijapa jang menjebarkan, mempertoendjoek- kan atau menempelkan soerat jang berisi djandji akan mem- beri keterangan, kesempatan atau soepaja akan berboewat kesalahan jang dapat dihoekoem, dengan maksoed meng- 'oemoemkan atau menambah 'oemoemnja djandji itoe, dihoekoemlah dengan hoekoeman pendjara selama-lama- nja empat boelan doewa minggoe atau dengan denda sebanjak-banjaknja tiga ratoes roepijah.

(2). (Sama dengan ajat kedoewa daripada pasal 155).

Pasal 208.

(1). Barang sijapa jang menjebarkan, mempertoendjoek- kan atau menempelkan soerat atau gambar jang mengan- doeng penghinaan kepada koewasa jang diadakan atau ke- pada sesoewatoe madjelis 'oemoem di Negeri Belanda atau di Hindia-Belanda dengan maksoed akan meng'oemoem- kan atau menambah 'oemoemnja penghinaan itoe, dihoe- koemlah dengan hoekoeman pendjara selama-lamanja empat boelan atau denda sebanjak-banjaknja tiga ratoes roepijah.

(2). (Sama dengan ajat kedoewa daripada pasal 137).

1). Pasal 160.

Barang sijapa jang mengasoet dihadapan orang banjak dengan lidah atau toelisan, soepaja orang berboewat kesalahan jang dapat dihoekoem atau soepaja orang mendoerhaka, baik kepada peratoeran oendang-oendang maoepoen kepada pemerintah jang beralasan pada peratoeran oendang-oendang, akan dihoekoem dan dsb.

(28)

— 26 —

Artikel 282.

(1) Hij die eenig geschrift waarvan hij den inhoud kent, of eenige hem bekende afbeelding of voorwerp, aanstootelijk voor de eerbaarheid, hetzij verspreidt, hetzij ter verspreiding vervaardigt, invoert, uitvoert of in voor- raad heeft, hetzij openlijk ten toon stelt, aanbiedt, aan- slaat of als verkrijgbaar aankondigt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste eenjaar en vier maanden of geldboete van ten hoogste drie duizend gulden.

(2) (Gelijkluidend met het tweede lid van artikel 137).

(3) Indien de schuldige van het plegen van het misdrijf een beroep of eene gewoonte maakt, kan gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren en acht maanden of geldboete van ten hoogste vijf duizend gulden worden' opgelegd.

Artikel 321.

(1) Hij die een geschrift of afbeelding van beledi- genden of voor een overledene smadelijken inhoud, met het oogmerk om aan den beleedigenden of smadelijken inhoud ruchtbaarheid te geven of de ruchtbaarheid daar- van te vermeerderen, verspreidt, openlijk ten toon stelt O) aanslaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste eene maand en twee weken of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

(2) (Gelijkluidend met het tweede lid van artikel 137).

(3) Dit misdrijf wordt niet vervolgd dan op klachte van de in artikel 319 en het tweede en derde lid van artikel 320 aangewezen personen.

nl. van hem tegen wien het misdrijf is gepleegd behalve in het geval van artikel 316 (ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening zijner bediening), van een der bloedverwanten of aangehuwden der bloedverwanten of aangehuwden van den overledene in de rechte linie of zijlinie tot den tweeden graad, hetzij van zijn echtgenoot, alsmede van hem die krachtens matriarchale instellingen de vaderlijke macht uitoefent.

(29)

Pasal 282.

(1). Barang sijapa jang menjebarkan.memboewat oentoek disebarkan, memasoekkan, menerbitkan atau menjimpan, mempertoendjoekkan, mengoendjoekkan, menempelkan atau memberi-tahoekan dapat diperoleh, soerat jang dike- tahoeinja isinja atau sesoewatoe gambar atau benda jang dikenalnja, jang tijada patoet bagi kesopanan, dihoekoem- lah dengan hoekoeman pendjara selama-lamanja satoe tahoen empat boelan atau denda sebanjak-banjaknja tiga ratoes roepijah.

(2). (Sama dengan ajat kedoewa daripada pasal 137).

(3). Bilamana jang bersalah mendjadikan pekerdjaan itoe pentjarian atau kebijasaan, maka bolehlah dikenakan hoekoeman pendjara selama-lamanja doewa tahoen delapan boelan atau denda sebanjak-banjaknja lima riboe roepijah.

Pasal 321.

(1). Barang sijapa jang menjebarkan, mempertoendjoek- kan, atau menempelkan soerat atau gambar jang meng- hinakan atau mengedjikan nama orang jang soedah mening- gal, dengan maksoed akan meng'oemoemkan atau menambah 'oemoemnja penghinaan atau kekedjian itoe, dihoekpemlah dengan hoekoeman pendjara selama-lamanja satoe boelan doewa minggoe atau denda sebanjak-banjaknja tiga ratoes roepijah.

(2). (Sama dengan ajat kedoewa daripada pasal 137).

(3). Kedjahatan ini tidak ditoentoet bila tidak diadoekan oléh orang jang ditoendjoekkan dalam pasal 319 dan pada ajat kedoewa dan ketiga daripada pasal 320.

ja'itoe: oléh orang jang dikenai' kedjahatan, ketjoewali dalam hal pada pasal 316 (amtenar dalam waktoe atau te- ngah mendjalankan pekerdjaannja jang sah) atau oléh seorang daripada sanak saudaranja atau laki atau bini sanak saudara itoe, atau oléh keloewarga karena perkawinan dari si mati menoeroet ketoeroenan loeroes atau ketoeroenan menjimpang sampai daradjat jang kedoewa, maoepoen oléh bininja, dan djoega oléh orang jang mendjalankan kewadjiban bapa me- noeroet 'adat ketoeroenan iboe).

(30)

— 28 —

Artikel 483.

Hij die eenig geschrift of eenige afbeelding uitgeeft van strafbaren aard, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en vier maanden of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden, indien :

Ie. de dader noch bekend is, noch op de eerste aan- maning na den rechtsingang is bekend gemaakt;

2e. de uitgever wist of moest verwachten, dat de dader op het tijdstip der uitgave strafrechtelijk niet vervolg- baar of buiten Nederlandsch-lndië gevestigd zou zijn.

Artikel 484.

Hij die eenig geschrift of eenige afbeelding drukt van strafbaren aard, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en vier maanden of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden, indien:

Ie. de persoon op wiens last het stuk gedrukt is, noch bekend is, noch op de eerste aanmaning na den rechtsingang is bekend gemaakt;

2e. de drukker wist of moest verwachten, dat de per- soon op wiens last het stuk gedrukt is, op het tijdstip der uitgave strafrechtelijk niet vervolgbaar is of buiten Nederlandsch-lndië gevestigd zou zijn.

Artikel 485.

Indien de aard van het geschrift of de afbeelding een misdrijf oplevert dat alleen op klachte vervolgbaar is, kan de uitgever of drukker in de gevallen der beide voorgaande artikelen alleen vervolgd worden op klachte van hem tegen wien dat misdrijf gepleegd is.

Zie artikel 321 Wetboek van Strafrecht.

(31)

Pasal 483.

Barang sijapa jang menerbitkan sesoewatoe soerat alau gambar jang boleh dihoekoem, dihoekoemlah dengan hoe- koeman pendjara selama-lamanja satoe tahoen atau denda sebanjak-ba.njaknja tiga ratoes roepijah, bilamana:

le. jang berboewat kesalahan tidak ketahoean dan pada tegoeran jang pertama kali, sesoedah moelaï penoen- toetan hoekoeman, tidak diberi-tahoekan;

2e. si penerbit tahoe atau mesti dapat mengira, bahwa jang bersalah pada waktoe menerbitkan tidak boleh ditoen- toet atau akan dijam diloewar daerah Hindia-Belanda.

Pasal 484

Barang sijapa jang mentjétak soerat atau gambar jang dapat dihoekoem, dihoekoemlah dengan hoekoeman pen- djara selama-lamanja satoe tahoen empat boelan atau hoekoeman koeroengan selama-lamanja satoe tahoen atau denda sebanjak-banjaknja tiga ratoes roepijah, bilamana:

le. orang jang menjoeroeh mentjétak tidak ketahoean, dan pada tegoeran jang pertama kali sesoedah moe- laï penoentoetan hoekoeman tidak diberi-tahoekan;

2e. pentjétak tahoe atau mesti dapat mengira, bahwa orang jang menjoeroeh mentjétak itoe, pada waktoe menerbitkan tidak dapat ditoentoet atau dijam diloewar Hindia-Belanda.

Pasal 485.

Bilamana sipat soerat atau gambar itoe termasoek ke- djahatan, jang hanja boleh ditoentoet kalau ada jang men- da'wa, maka si penerbit atau pentjétak dalam hal jang terseboet pada kedoewa pasal diatas itoe hanja boleh ditoentoet, kalau dida'wa oléh orang, jang dikenai' kedja- hatan itoe.

Lihatlah pasal 321 Kitab oendang-oendang Hoekoeman.

(32)

— 30 —

3. Staatsblad 1900 No. 317, gewijzigd bij Staatsblad 1917 No. 497.

DRUKWERKEN. Tegengang vanden invoeren de versprei- ding binnen Nederlandsch-Indië van gevaarlijke buitenlandsche drukwerken.

Artikel 1.

Bevoegdheid (1) De invoer binnen Nederlandsch-lndië van buiten vandenGou-Nederlandsch-lndië, doch elders dan in Nederland, ge- verneur-Qe- drukte stukken kan, tot verzekering van de openbare neraaltothetorde, door den Gouverneur-Generaal worden verboden.

uitvaardigen van een ver- bod van in- voer van ge- vaarlijke bui- tenlandsche drukwerken.

Openbaar- (2) Het besluit, waarbij de Gouverneur-Generaal zulk making ee;. verbod uitvaardigt, wordt in de Javasche Courant daarvan in openbaar gemaakt.

de Javasche

Courant. Artikel 2.

Bedoelde (1) De gedrukte stukken, waarvan de invoer binnen drukwerken Nederlandsch-lndië is verboden, worden in beslag ge- worden in nomen en, voor zoover zij niet bestemd zijn om als beslag geno-stukken van overtuiging in een strafzaak te dienen, ver- men. nietigd.

Wie daartoe (2) Tot inbeslagneming en vernietiging zijn bevoegd bevoegdzijn.de met de uitoefening der politie belaste ambtenaren. De

ambtenaren der in- en uitvoerrechten en accijnzen zijn verplicht om de gedrukte stukken waarvan de invoer bin- nen Nederlandsch-lndië is verboden, aan te houden

(33)

3. Staatsblad 1900 No. 317, dioebah pada Staatsblad 1917 No. 497.

BARANG-TJÉTAKAN. Tjegahan boewat memasoekkan dan menjebarkan di Hindia-Be- landa barang-tjétakan jang ber- bahaja dari negeri-negeri lain.

Pasal 1.

Kekoewa- (1). Memasoekkan ke Hindia-Belanda barang-tjétakan saan Toewan dari Ioewar Hindia-Belanda, lain dari negeri Belanda, Besar Qoe- bolehlah dilarang oléh Toewan Besar Goebernoer-Djen- bernoer- derai akan mendjaga keamanan 'oemoem.

Djenderal boewat me- larang me- masoekkan barang-tjé- takan dari ne- geri-negeri lain, jang berbahaja.

Pemberi-ta- i2)- Firman, jang berisi larangan Toewan Besar Goe- hoean dari- bernoer-Djenderal jang sebagai itoe, dima'loemkan dalam pada itoe Javasche-Courant (soerat-chabar Pemerintah.)

dalam Java-

sche-Cou- Pasal 2.

rant.

Barang-tjé- (1). Barang-tjétakan jang dilarang memasoekkan ke takan jang Hindia-Belanda, dirampas dan, bilamana barang-tjétakan terseboet itoe tidak akan dipergoenakan sebagai barang boekti, dirampas. dibinasakan.

Sijapa jang (2). Jang berkoewasa merampas dan membinasakan dikoewasa- itoe amtenar jang mendjalankan kepolisian. Amtenar- kan boewat amtenar bija barang masoek dan keloewar dan tjoekai 'toe. diwadjibkan menahan barang-tjétakan jang dilarang mema-

soekkan ke Hindia-Belanda dan memberi-tahoekan tijap-

(34)

— 32 —

en geven van elke aanhouding ten spoedigste kennis aan het Hoofd van plaatselijk bestuur, dat met de stuk- ken handelt, zooals in het eerste lid is voorgeschreven.

Artikel 3.

Geen uitrei- (1) De zich onder bewaring van het personeel van king van ver-den post- en telegraafdienst bevindende gedrukte stukken, boden druk-waarvan de invoer binnen Nederlandsch-Indië is verbo- werken door den, worden niet verzonden noch uitgereikt, maar, naar de post,maar gelang zij buiten of binnen Nederlandsch-lndië ter post zijn terugzen- bezorgd, met de aanwijzing „Interdit" naar het kantoor ding aan af-van oorsprong teruggezonden of onder de rebuten opge- zenders. nomen.

(2) Het laatste geschiedt ook, wanneer door onbe- kendheid van het kantoor van oorsprong terugzending daarheen niet mogelijk is.

Artikel 4.

Strafbepa- 0 ) Hij die gedrukte stukken, waarvan de invoer binnen i ;n g Nederlandsch-lndië is verboden, na de openbaarmaking van

het verbod invoert, vervoert, bezit, verspreidt, verzendt, te koop of ter lezing aanbiedt of kosteloos afstaat, wordt indien hij behoort tot de Europeesche of met deze gelijk- gestelde bevolking, gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden. (St. 1917: 497).

(2). Poging tot invoer of verspreiding, in het eerste lid omschreven, is mede strafbaar.

Artikel 6.

Tijdstip van Dit besluit treedt in werking op een nader bij ordon- inwerking- nantie te bepalen datum.

tredine.

Bij Staatsblad 1900 No. 319 vastgesteld op 15 Decem- ber 1900.

(35)

tijap tahanan itoe dengan segera kepada Kepala pemerin- tahan senegeri, jang melakoekan barang itoe, seperti jang teratoer dalam ajat jang pertama.

Pasal 3.

Barang-tjé- (1)- Barang-tjétakan jang tersimpan oléh pegawai takan la- pekerdjaan-pos dan kawat, jang dilarang memasoekkan ke rangan tidak Hindia-Belanda, tijada boleh teroes dikirimkan, melainkan bolehdisam-dikembalikan ke kantor asal; djika kantor pengirim itoe paikan oléhdiloewar Hindia-Belanda dikirimkan kembali kesitoe de- pos, melain-ngan penoendjoekan „Interdit" dan djika kantor pe- kan dikem- ngirim itoe dalam Hindia-Belanda, barang-tjétakan itoe balikan. dimasoekkan kedalam bagian soerat jang „tidak dapat

disampaikan".

(2). Jang terseboet achir itoe terdjadi poela, bilamana barang-tjétakan itoe ta dapat dikembalikan, oléh sebab kantor asalnja tidak dikenal.

Pasal 4.

Ketentoean- (1). Barang sijapa jang memasoekkan, membawa, mem- hoekoeman. poenjaï, menjebarkan, mengirimkan, menawarkan atau me- njoeroeh batja, atau memberi dengan pertjoema barang- tjétakan, jang dilarang memasoekkan ke Hindia-Belanda dan larangan itoe telah dima'loemkan, dihoekoemlah dengan hoekoeman koeroengan selama-lamanja enam boelan atau denda sebanjak-banjaknja lima ratoes roepijah, bilamana ija orang Éropah atau jang dipersamakan dengan dija (St. 1917: 497).

(2). Pertjobaan boewat memasoekkan atau menjebar- kan seperti jang terseboet dalam ajat jang pertama, djoega boleh dihoekoem.

Pasal 5.

Firman ini moelai' berlakoe pada hari boelan jang akan ditentoekan dengan ordonansi.

Pada Staatsblad 1900 No. 319, ditetapkan tanggal 15 December 1900.

Waktoe moelaï ber- lakoe.

(36)

— 34 -

4. Staatsblad 1900 No. 318, gewijzigd bij Staatsblad 1917 No. 497.

DRUKWERKEN. Strafbepaling voor Inlanders en met dezen gelijkgestelden tegen den invoer,

vervoer enz. van gedrukte stukken, waarvan de invoer binnen Neder- landsch-Indië is verboden.

Hij die gedrukte stukken, waarvan de invoer binnen Nederlandsch-Indië is verboden, na de openbaarmaking van het verbod invoert, vervoert, bezit, verspreidt, ver- zendt, verkoopt, te koop of ter lezing aanbiedt, of kos- teloos afstaat, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden. (St. 1917: 497).

Deze ordonnantie treedt in werking op 15 Decem- ber 1900.

5. Staatsblad 1905 No. 88, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 25 Mei 1905 No. 46, gewijzigd bij Staats- blad 1917 No. 497 en 1918 No. 178.

VERDEDIGING. DRUKPERS. RECHTSWEZEN. Maatre- gelen tegen het verspreiden doormiddel van de drukpers van berichten omtrent bewegingen van troepen of schepen, behoorende tot de Land- en Zeemacht in Nederlandsch-Indië.

Artikel 1.

Bevoegdheid De Gouverneur-Generaal is bevoegd om in bijzondere van den Gou-omstandigheden, te zijner beoordeeling, het verbod uit verneur-Ge- te vaardigen om door middel van de drukpers berichten neraal om te verspreiden omtrent de bewegingen in den Neder- het versprei- landsch-Indischen Archipel van vreemde oorlogsschepen en

(37)

4. Staatsblad 1900 No. 318, dioebah pada Staatsblad 1917 No. 497.

BARANG-TJÉTAKAN. Ketentoean hoekoeman boewat Boemipoetera dan jang disama- kan dengan dija tentang mema- soekkan; membawa dsb. daripada barang-tjétakan jang dilarang di- masoekkan ke Hindia-Belanda.

Barang sijapa jang memasoekkan, membawa, mem- poenjai', menjebarkan, mengirimkan, menawarkan, atau menjoeroeh batja, atau memberi dengan pertjoema barang- tjétakan jang dilarang memasoekkan ke Hindia-Belanda dan larangan itoe telah dima'loemkan, dihoekoemlah dengan hoekoeman koeroengan selama-lamanja enam boelan atau denda sebanjak-banjaknja lima ratoes roepijah.

(St. 1917:497).

Ordonansi ini moelaï berlakoe pada tanggal 15 Decem- ber 1900.

5. Staatsblad 1905 No. 88, disahkan dalam Firman Radja 25 Mei 1905 No. 46, dioebah pada Staatsblad 1917 No. 497 dan 1918 No. 178.

PERLINDOENGAN. PERKARA MENTJÉTAK. HAL KE- ADAAN-HOEKOEM. Daja-oepaja boewat mentjegah menjebarkan cha- bar dengan barang-tjétakan tentang pergerakan pasoekan-pasoekan atau kapal-kapal jang masoek golongan Angkatan Darat dan Laoet di Hin- dia-Belanda.

Pasal 1.

Kekoewa- Dalam hal jang ioewar bijasa Toewan Besar Goeber- saanToewan noer-Djenderal berkoewasa memboewat larangan oentoek Besar Goe- menjebarkan chabar dengan barang-tjétakan tentang bernoer- pergerakan kapal-kapal perang Negeri lain di daerah Hindia- Djenderal Belanda dan tentang pasoekan-pasoekan atau kapal-kapal

(38)

— 36 —

den van be-omtrent bewegingen van troepen of schepen, behoorende richten om- tot de Land- of Zeemacht in Nederlandsch-Indië, van sche- trent troe- pen en vaartuigen toebehoorende aan het Gouvernement pen-en sehe-van Nederlandsch-Indië, alsmede van handelsvaartuigen pen bewe- varende onder Nederlandsche vlag. (St. 1918: 178).

gingen te

verbieden. Artikel 2.

Afkondiging (1) Het verbod wordt afgekondigd in de Javasche van dat ver- Courant en op dezelfde wijze weder ingetrokken, zoodra bod in de de Gouverneur-Generaal het niet langer noodig acht.

Javasche Courant.

Inwerking (2) Het treedt in werking dadelijk na die afkondiging.

treding er- van.

Artikel 3.

Strafbepa- Overtreding van het verbod wordt gestraft met hechte- ling. nis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten

hoogste vijfhonderd gulden, met of zonder verbeurdver- klaring der drukwerken, waarmede de overtreding is ge- pleegd. (St. 1917: 497).

Artikel 4.

Inbeslagne- Ter verspreiding bestemde drukwerken, waarin berich- ming en ver- ten als in artikel 1 bedoeld zijn opgenomen, kunnen nietiging der door het Hoofd van plaatselijk bestuur worden in beslag verboden genomen.

drukwerken.

Artikel 5.

Tijdstip van Deze ordonnantie treedt in werking met ingang van inwerking- den dag na dien harer afkondiging. (Zie voor art. 1 treding der St. 1918: 178.)

ordonnantie.

(39)

akan mela- rang menje- barkan cha bar-chabar tentang per gerakan pa- soekan-pa- soekan dan kapal-kapal.

Pemberi- tahoean daripada larangan dalam Java- sche Cou- rant.

Moelaï ber- lakoenja.

jang masoek Angkatan Darat dan Laoet di Hindia-Belanda, serta kapal-kapal dan perahoe-perahoe jang masoek kepoenjaan Goebernemén Hindia-Belanda, dan djoega daripada kapal-kapal dagang jang berlajar memakai ben- dera Belanda. (St. 1918: 178).

Pasal 2.

(1). Larangan itoe diberi-tahoekan dalam Javasche Courant (Soerat-chabar Pemerintah), begitoepoen pen- tjaboetannja, bilamana Toewan Besar Goebernoer-Djen- deral menimbang ta' perloe lebih lama.

(2). Larangan itoe teroes berlakoe setelah diberi-ta- hoekan.

Pasal 3.

Ketentoean- Pelanggaran atas larangan itoe dihoekoem dengan hoe- hoekoeman. koeman koeroengan selama-lamanja tiga boelan atau den- da sebanjak-banjaknja lima ratoes roepijah, dengan diram- pas atau tidak dirampas barang-tjétakan jang dipakai berboewat pelanggaran itoe. (St. 1917:497).

Merampas dan membi nasakan ba- rang-tjétak- an jang ter larang.

Pasal 4.

Barang-tjétakan jang boewat disebarkan jang berisi chabar seperti jang terseboet dalam pasal 1, boleh diram- pas oléh Kepala pemerintahan senegeri.

Pasal 5.

Waktoe Ordonansi ini moelaï berlakoe pada hari jang berikoet ordonansi dengan hari mengoendangkannja. (Lihatlah bagi pasal 1 moelaï ber- St. 1918: 178).

lakoe.

(40)

I N H O U D .

D E B E P A L I N G E N .

biz.

V o o r w o o r d

1. Staatsblad 1856 No. 74. REGLEMENT op de drukwerken in Nederlandsch-Indië.

Artikelen 1 t/m 10 vervallen door St. 1906 No. 270. 6 Artikel 11. . . idem . . St. 1917 No. 497. 6

Artikel 12 8

Artikel 13 8

Artikel 14 8

Artikelen 15. t/m 18 vervallen door St. 1906 No. 270.

Artikel 19 8

Artikel 20. vervallen door St. 1906 No. 270. . . 10 Artikelen 21 t/m 27 vervallen door St. 1917 No. 497. 10 Artikel 28. vervallen door St. 1906 No. 270 . . 10

Artikel 29 1 0

Artikel 30 1 0

Artikel 31

Artikel 32. vervallen door St. 1917 No. 497 . . 12 Artikel 33

Artikel 34 1 2

Artikel 35 1 4

2. Artikelen van het Wetboek van Strafrecht, rechtstreeks of zijdelings met het toezicht

op de drukpers in verband staande.

(Staatsblad 1915 No. 732 gewij- zigd bij Staatsblad 1918

No. 292.) Artikel 61.

Artikel 62

16 16

(41)

. K E T E N T O E A N .

moeka.

P e n d a h o e 1 o e a n 7 1. Saatsblad 1856 No. 74. REGLEMEN atas barang-

tjétakan di Hindia-Belanda.

Pasal 1. sampai pasal 10 dibatalkan oléh St. 1906

No. 270 7 Pasal 11 i d e m . . . St. 1917 No. 497. 7

Pasal 12 9 Pasal 13 9 Pasal 14 9 Pasal 15. sampai pasal 18 dibatalkan oléh St. 1906

No. 270 9

Pasal 19 9 Pasal 20. dibatalkan oléh St. 1906 No. 270.. . . 11

Pasal 21. sampai pasal 27 dibatalkan oléh St. 1917

No. 497 H Pasal 28. dibatalkan oléh St. 1906 No. 270 . . . 11

Pasal 29 11 Pasal 30 11 Pasal 31 13 Pasal 32. dibatalkan oléh St. 1917 No. 497 . . . 13

Pasal 33 13 Pasal 34 , . . . . 13

Pasal 35 15 2. Pasal-pasal daripada Kitab oendang-oendang

Hoekoeman jang teroes atau tidak teroes berhoeboeng dengan pengawasan atas

pentjétakan (Staatsblad 1915 No. 732, dioebah pada Staatsblad

1918 No. 292).

Pasal 61 17 Pasal 62 17

(42)

- 40 -

biz.

Artikel 78 18 Artikel 84. 18 Artikel 137 18 Artikel 138 20 Artikel 144 20 Artikel 155 . 22

Artikel 157 22 Arttkel 161 24 Artikel 163. . . 24

Artikel 208 24 Artikel 282 26 Artikel 321 26 Artikel 483. 28 Artikel 484 28 Artikel 485 28

3. Staatsblad 1900 No. 317. Tegengang van den invoer en de verspreiding binnen Neder-

iandsch-lndië van gevaarlijke buiten- landsche drukwerken.

Artikel 1.

1. Bevoegdheid van den Gouverneur-Generaal tot het uitvaardigen van een verbod van invoer van

gevaarlijke buitenlandsche drukwerken . . . 30 2. Openbaarmaking daarvan in de Javasche

Courant 30 Artikel 2.

1. Bedoelde drukwerken worden in beslag genomen. 30

2. Wie daartoe bevoegd zijn 30 Artikel 3.

Geen uitreiking van verboden drukwerken door de post, maar terugzending aan afzenders. . 32 Artikel 4.

Strafbepaling 32 Artikel 5.

Tijdstip van inwerkingtreding 32

(43)

moe ka.

Pasal 78 19 Pasal 84 19 Pasal 137 19 Pasal 138 21 Pasal 144 21 Pasal 155 23 Pasal 157 23 Pasal 161 25 Pasal 163 25 Pasal 208 25 Pasal 282 27 Pasal 321 27 Pasal 483 29 Pasal 484 29 Pasal 485 29 3. Staatsblad 1900 No. 317. Tjegahan boèwat me-

masoekkan dan menjebarkan di Hindia- Belanda barang-tjétakan jang berba-

haja dari negeri-negeri asing.

Pasal 1.

1. Kekoewasaan Toewan Besar Goebernoer-Djen- deral boewat melarang memasoekkan barang- tjétakan dari negeri-negeri lain jang berbahaja. 31 2. Pemberi-tahoean daripada itoe dalam Javasche

Courant 31 Pasal 2.

1. Barang-tjétakan jang terseboet dirampas. . . 3 1 2. Sijapa jang dikoewasakan boewat itoe. . . . 31 Pasal 3.

Barang-tjétakan larangan tidak boléh disampaikan

olèh pos, melainkan dikembalikan 33 Pasal 4.

Ketentoean-hoekoeman 33 Pasal 5.

Waktoe moelaï berlakoe 33

(44)

— 42 —

biz, 4. Staatsblad 1900 No. 318. STRAFBEPALING

voor Inlanders en met dezen gelijkgestelden tegen den invoer, vervoer enz. van gedrukte stukken, waarvan de invoer binnen Neder-

landsch-Indië is verboden 34

Staatsblad 1905 No. 88. Maatregelen tegen het verspreiden door middel van de drukpers

van berichten omtrent bewegingen van troepen of schepen, behoorende tot

de Land- en Zeemacht in Nederlandsch-Indië.

Artikel 1.

Bevoegdheid van den Gouverneur-Generaal om het verspreiden van berichten omtrent troepen- en

schepen bewegingen te verbieden 34 Artikel 2.

1. Afkondiging van het verbod in de Javasche

Courant 36 2. Inwerkingtreding ervan 36

Artikel 3.

Strafbepaling . 36 Artikel 4.

In beslagneming en vernietiging der verboden

drukwerken 36 Artikel 5.

Tijdstip van inwerkingtreding der ordonnantie 36

(45)

moeka 4. Staatsblad 1900 No. 318. KETENTOEAN-HOE-

KOEMAN boewat Boemipoetera dan jang disa- makan dengan dija tentang memasoekkan, mem- bawa dsb. daripada barang-tjétakan jang di- larang dimasoekkan ke Hindia-Belanda. . . 35

5. Staatsblad 1905 No. 88. Daja-oepaja boewat mentjegah menjebarkan chabar dengan ba-

rang-tjétakan tentang pergerakan pasoek- an-pasoekan atau kapal-kapal jang

masoek golongan Angkatan Darat dan Laoet Hindia-

Belanda.

Pasal 1.

Kekoewasaan Toewan Besar Goebernoer-Djenderal akan melarang menjebarkan chabar-chabar tentang pergerakan pasoekan-pasoekan dan kapal-kapal . 35 Pasal 2.

1. Pemberi-tahoean daripada larangan dalam Java-

sche Courant 37 2. Moelaï berlakoenja 37 Pasal 3.

Ketentoean-hoekoeman . 3 7 Pasal 4.

Merampas dan membinasakan barang-tjétakan jang

terlarang 37 Pasal 5.

Waktoe ordonansi moelaï berlakoe 37

(46)
(47)
(48)

Serie „Pemimpin bagi Prijaji Boemipoetera

di tanah Djawa dan Madoera." __

DARIPADA SERIE INI TELAH T E R B I T T "

Nomor: Harganja l/B. B. Pemilihan kepala-désa ƒ 0.20

2/B. B. Ordonansi Padjak-Kepala dan Rodi di tanah Djawa

dan Madoera » 0.20

3/F. Padjak atas Pentjaharian 0.20 4/B. B. Pengoewasaan-désa » 0.20

S/B. B. Permoelaan-kata tentang Hoekoem-tanah dan Ordo-

nansi Pemboekaan Tanah „ 0.30 6/F. Padjak-potong :

a. Pemotongan ternak-besar (héwan-besar),

b. Pemotongan babi , 0.20 7/B. B. Pak toeroen-temoeroen (Erfpacht):

a. Pertanian-besar, b. Pertanian-ketjil dan

c. Taman-perdijaman dan Roemah-taman . .,»••• • „ 0 . 3 0 ' 8/B. B. Ketentoean tentang mendirikan Paberik-paberik dan

Tempat bernijaga di daerah Hindia-Belanda dan

Reglemén-Keselamatan „ 0.30 9/B. B. Dari hal Padjak-tanah dan empang (tebat ikan) di

tanah Djawa dan Madoera. . , » 0.30 10/J. Izin masoek dan bertempat doedoek kepada orang

Asing.di Hindia-Belanda. „ 0.35 11/L.N.H. Ketentoean tentang Pekerdjaan-Kehoetanan . . . „<. *S 0.40 12,'J. Memasoekkan kerdja dan memindahkan Bosmipoe-

tera k« negeri lain > ° . 4 0 13/O.E. Ordonansi-waba dan reglemen memboewangkan toelar. „ 0.50 15, B. B. Pemberian tanah Negeri :

a, sebagai tanah eigendom;

b. dengan hak-opstal;

e. dengan hak-opstal atau hak-pakai akan mensahkan pemakaian tanah tidak dengan salah soewatoe hak oléh orang jang tidak masoek bangsa Boemipoetera jang ke ring mampoe dan jang tidak mampoe ;

d. dengan hak lain-lain jang kosrang loewas koe-

wasarva daripada hak-eigendom „ 0 35

16/B.B. Ordonansi Penjéwaan-tanah 0.40 18/B.B. Beberapa perkara-désa , 0 5 0

19/L.N.H. Pengoewasan Negeri atas pengobatan h e w a n . . „ 0.35 20/O.E. Oeroesan orang gila di Hindia-Belanda. . . . . „ 0.30 21/L.N.H. Ordonansi penjakit gila-andjing :

Instituut-Pasteur di W e l t e v r e d e n ;

Padjak-andjing • • • • - • » 0.45 22/F. Pemoengoetan Tjoekai Barang Koekoesan (arak)

Hindia » ° 25

25/B.B. Barang-barang pelotoep „ 0 2 0 26/B.O.W.Pengawasan atas laloe-lintas di djalan-djalan :

a. Reglemen Kereta-angin ;

b. Reglemen Motor. . „ 0.50

Barang sijapa hendak membeli atau memesan kitab-kitab jang terseboet itoe, hendaklah soerat pesanan bersama dengan oewang harga kitab itoe di'alamatkan ke kantor COMMISSIE VOOR DE VOLfCSLECTUUR („BALAI P O E S T A K A " ) d i WELTEVREDEN.

Memesan seboewah atau tigà boewah sama sekali, baroeslah ditambahi harga 5 sén lagi, goenanja oentoek memboengkoes dan oentoek ongkos mengirimkannja.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Heeft het college vastgesteld dat een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stelt

Ook wordt voldaan aan de regels over verduurzaming van het energiegebruik, bedoeld in paragraaf 5.4.1, tenzij het gaat om activiteiten, bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de

Een netbeheerder heeft een kwaliteitsmanagementsysteem om het veiligheidsaspect van de kwaliteit en capaciteit van het gastransportnet optimaal te beheren, waarmee voorvallen waardoor

Een leerling als bedoeld in het eerste lid volgt voor ten hoogste de helft van het aantal klokuren die blijkens het onderwijsprogramma, bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de

Onder vervanging van de punt aan het einde van artikel 7, tweede lid, onderdeel f, door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:a. leden van

De bedoeling van het besluit is om de procedure voor vaststelling van gebiedsspecifiek beleid te versnellen, waarmee eerder rekening kan worden gehouden met

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als