• No results found

Beleidsregel inzake toezicht artikel 10a, lid 3 van de Gaswet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beleidsregel inzake toezicht artikel 10a, lid 3 van de Gaswet"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaaknummer: 101903-59

In de Gaswet is bepaald dat Gasunie Trade & Supply tegen redelijke tarie-ven en voorwaarden flexibiliteitsdien-sten aan moet bieden aan de netbe-heerder van het landelijk

gastransportnet voor uitvoering van diens taak, als neergelegd in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet. Ten aanzien van het toezicht op de rede-lijkheid van deze tarieven en voor-waarden komt de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit, gelet op arti-kel 10a, lid 3 en artiarti-kel 35 van de Gaswet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, tot het volgende besluit:

Eerste afdeling – Algemeen Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. de Raad: de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet; b. Gasunie Trade & Supply B.V. (hierna: Gasunie Trade & Supply): de in artikel 53 van de Gaswet genoem-de vennootschap;

c. Gas Transport Services B.V. (hier-na: GTS): de in artikel 2, lid 2 van de Gaswet genoemde vennootschap, aangewezen als netbeheerder van het landelijk gastransportnet;

d. Flexibiliteitsdiensten: diensten als genoemd in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet;

e. Methodebesluit: het methodebesluit flexibiliteitsdiensten GTS, als vastge-steld op 5 december 2005 (met ken-merk 101903/54);

f. Tarieven: de tarieven waarmee Gasunie Trade & Supply het in arti-kel 10a, lid 3 van de Gaswet genoem-de aanbod doet;

g. Voorwaarden: de voorwaarden waaronder Gasunie Trade & Supply het in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet genoemde aanbod doet; h. Volume: de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter uitvoering van zijn wettelijke taken

benodigde hoeveelheden gas in de door hem gevraagde hoeveelheden, zoals omschreven in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet.

Tweede afdeling – Tarieven en voor-waarden

Artikel 2 – Tarieven

1. Een tarief kan als onredelijk wor-den beschouwd als het te hoog of te laag is. De Raad maakt bij de beoor-deling van de tarieven gebruik van een ‘bandbreedte’ waarbinnen de Raad de tarieven als redelijk beschouwt. Bij het vaststellen van deze bandbreedte neemt de Raad in ieder geval de volgende elementen in ogenschouw:

• de prijzen van flexibiliteitsdiensten uit (lopende) investeringen in alterna-tieve flexibiliteitsbronnen binnen de relevante markt(en);

• de prijzen van flexibiliteitsdiensten van alternatieve aanbieders, niet zijn-de Gasunie Trazijn-de & Supply, die aan GTS worden aangeboden; en • de marktprijzen van alternatieve flexibiliteitsdiensten binnen de rele-vante markt(en).

2. De Raad hanteert een (voorzichtig-heids)marge bij toepassing van de bandbreedte.

Artikel 3 – Voorwaarden

1. De Raad zal bij de beoordeling van de redelijkheid van de voorwaar-den de volgende criteria hanteren. De voorwaarden dienen in ieder geval: • transparant te zijn;

• de ontwikkeling van de gasmarkt niet in de weg te staan;

• daadwerkelijke mededinging niet in de weg te staan; en

• een doeltreffende marktwerking niet in de weg te staan.

2. De tijdstippen waarop flexibiliteits-diensten aan GTS worden geleverd, dienen aan te sluiten op de tijdstippen (procedure) die in het methodebesluit aan GTS zijn opgelegd.

Artikel 4 – Volume

1. De Raad hanteert de volgende uit-gangspunten bij de beoordeling van de door Gasunie Trade & Supply

aangeboden hoeveelheid flexibiliteits-diensten:

• Bij het aanbod tot levering van gas voor de duur van een geheel jaar dient Gasunie Trade & Supply in beginsel aan de volledige vraag van GTS te voldoen, voorzover daar bet-alingsverplichtingen van shippers aan GTS tegenover staan;

• Bij het aanbod tot levering van gas voor het eerste kwartaal van ieder jaar dient Gasunie Trade & Supply in beginsel aan de volledige vraag van GTS te voldoen, voorzover daar be-talingsverplichtingen van shippers aan GTS tegenover staan;

• Met betrekking tot het tweede, derde en vierde kwartaal vindt de Raad het redelijk dat Gasunie Trade & Supply minimaal flexibiliteitsdien-sten reserveert ter grootte van de totale door GTS gecontracteerde hoe-veelheid voor het eerste kwartaal. Zodra shippers betalingsverplichtin-gen aangaan bij GTS, vervalt de reserveringsplicht van Gasunie Trade & Supply voor eventueel teveel gere-serveerde capaciteit.

2. Gasunie Trade & Supply kan afwijken van de door GTS gevraagde hoeveelheden als zij als gevolg van redelijkerwijs niet aan haar toe te rekenen omstandigheden niet in staat is om in het gevraagde aanbod te voorzien.

Derde afdeling – Beoordeling door de raad

Artikel 5

1. De Raad zal Gasunie Trade & Supply verzoeken ten behoeve van de beoordeling van de redelijkheid van de tarieven en voorwaarden ieder kwartaal, binnen een maand nadat flexibiliteitsdiensten zijn geleverd aan GTS, een overzicht, inclusief onder-bouwing, aan de Raad te verstrekken waarin ten minste is opgenomen: het aan GTS gedane aanbod (volume), het daadwerkelijk verkochte volume, het tarief (prijs) alsmede de elementen waarop het tarief is gebaseerd en de gehanteerde voorwaarden.

2. Tevens zal de Raad Gasunie Trade & Supply verzoeken gegevens te vers-NMa

(2)

trekken ten aanzien van verkoop aan andere partijen dan GTS, in geval er sprake is van een afwijking van de vraag van GTS als genoemd in arti-kel 4, lid 2 of een andere omstandig-heid die daartoe aanleiding geeft. 3. De Raad kan, indien hij dat nodig acht, verzoeken om een goedkeurende accountantsverklaring ten aanzien van de in dit artikel bedoelde infor-matie.

Artikel 6 – Procedure

De Raad zal aan de hand van de door Gasunie Trade & Supply en andere partijen verstrekte informatie beoordelen of voldaan wordt aan de in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet neergelegde verplichting.

Vierde afdeling – Slotbepalingen Artikel 7

1. Deze beleidsregel wordt aange-haald als: Beleidsregel inzake toezicht artikel 10a, lid 3 van de Gaswet. 2. Deze beleidsregel treedt in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant en geldt voor de perio-de gedurenperio-de welke GTS perio-de taak, bedoeld in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet dient uit te voeren. 3. Deze beleidsregel zal met toelich-ting in de Staatscourant worden geplaatst.

4. De Raad zal deze beleidsregel na afloop van 2006 evalueren.

Den Haag, 12 januari 2006. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingautoriteit: P. Kalbfleisch,

voorzitter van de Raad van Bestuur; R.J.P. Jansen,

lid van de Raad van Bestuur; G.J.L. Zijl,

lid van de Raad van Bestuur. Toelichting

1. Inleiding

Bij besluit van 5 december 2005 (met kenmerk: 101903/54) heeft de Raad de methode van regulering vastgesteld voor de taak als omschreven in arti-kel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet. In dit artikel is vastgelegd dat Gas Transport Services (hierna: GTS), zijnde de netbeheerder van het lande-lijk gastransportnet, flexibiliteitsdien-sten moet aanbieden voor zover de naamloze vennootschap Nederlandse

Gasunie (hierna: Gasunie Trade & Supply)1over een economische

machtspositie beschikt op de markt voor flexibiliteitsdiensten. In het betreffende methodebesluit (bijlage A) is een economische machtspositie van Gasunie Trade & Supply geconsta-teerd2en is de methode van

regule-ring voor het aanbieden van flexibili-teitsdiensten door GTS vastgelegd.

In het methodebesluit is enkel de regulering (procedure en tarief uitvoe-ringskosten) voor het aanbieden van flexibiliteitsdiensten door GTS vastge-legd. De inkoopkosten van GTS voor de te verwerven middelen zijn daarbij als een gegeven beschouwd. GTS kan hierop namelijk geen invloed uitoefe-nen, althans dat vormt geen onder-deel van haar taak.

GTS is voor de benodigde flexibili-teit voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet afhankelijk van de dominante speler Gasunie Trade & Supply. In artikel 10a, lid 3 van de Gaswet is daarom het volgende bepaald:

“De rechtspersoon, bedoeld in artikel 53, is verplicht de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een aanbod met redelijke tarieven en voorwaarden te doen tot levering aan de door de netbeheerder van het landelijk gast-ransportnet ter uitvoering van zijn wet-telijke taken benodigde hoeveelheden gas in de door hem gevraagde hoeveel-heden en op de door hem gewenste tijdstippen.”

In onderhavige beleidsregel is uitge-werkt op welke wijze de Raad toe-zicht zal houden op de verplichting van Gasunie Trade & Supply om tegen redelijke tarieven en voorwaar-den flexibiliteitsdiensten aan GTS te leveren en welke beoordelingscriteria daarbij zullen worden gehanteerd. Bij de totstandkoming van onderhavige beleidsregel zijn tevens de ingebrachte zienswijzen op het ontwerp-methode-besluit flexibiliteitsdiensten GTS (met kenmerk: 101903/27, hierna: ontwerp-methodebesluit) betrokken.

Wettelijk kader

Deze beleidsregel is vastgesteld om duidelijkheid te verschaffen over de uitleg die de Raad geeft aan de ver-plichting neergelegd in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet. De Raad merkt op dat de beleidsregel de huidige visie van de Raad weergeeft, waarbij niet kan worden geleund op ervaring met

de uitvoering van artikel 10a, lid 1, sub d en lid 3 van de Gaswet3. De

Raad maakt gebruik van haar beoor-delingsvrijheid ten aanzien van de invulling van het begrip ‘redelijkheid’. De Raad gaat bij het toezicht op de naleving van dit artikel uit van de aanknopingspunten die de wetgever heeft gegeven. De parlementaire geschiedenis is echter summier ten aanzien van de wijze waarop deze wettelijke bepaling uitgelegd moet worden.

Blijkens de parlementaire geschie-denis is de doelstelling van het aan-bieden van flexibiliteitsdiensten door GTS het functioneren van de gas-markt te bevorderen en daarmee de positie van kleinverbruikers op een geliberaliseerde gasmarkt te verster-ken. De prijsstelling van deze flexibi-liteitsdiensten moet bijdragen aan een krachtige ontwikkeling van de gas-markt4. De prijsstelling van

flexibili-teitsdiensten moet enerzijds zodanig zijn dat zij niet monopolistisch is en anderzijds bijdragen aan marktwer-king5. De Minister van Economische

Zaken heeft evenwel benadrukt dat er sprake is van een transitiefase van een nationaal en planmatig georgani-seerde gasvoorziening naar een vrije Europese gasmarkt. Voorkomen moet worden dat in de tussenliggende periode maatregelen genomen worden die de ontwikkeling naar een volwas-sen markt frustreren. Het laatste wat in de markt moet gebeuren, is het verkleinen van de prikkels voor der-den om te investeren in extra flexibili-teit6.

Visie Raad

Op dit moment is de marktwerking op de markt voor flexibiliteitsdiensten beperkt. Er zijn weinig aanbieders en Gasunie Trade & Supply heeft een dominante machtspositie op deze markt. Ook is nauwelijks sprake van een secundaire markt voor deze dien-sten. Deze factoren leiden ertoe dat geen transparante, competitieve prijs-vorming plaatsvindt waarop markt-partijen hun gedrag adequaat kunnen afstemmen.

(3)

en maakt partijen minder afhankelijk van Gasunie Trade & Supply. Tevens is de verwachting dat hierdoor de secundaire handel in flexibiliteitsdien-sten zal toenemen.

Deze beleidsregel zal van kracht zijn zolang er sprake is van onvoldoende marktwerking en een dominante posi-tie van Gasunie Trade & Supply op de markt voor flexibiliteitsdiensten. In dat geval heeft GTS, conform arti-kel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet, de wettelijke taak flexibiliteitsdiensten te (blijven) aanbieden. In het metho-debesluit is aangenomen dat dit in beginsel in ieder geval geldt tot en met 2008.

2. Toelichting tarieven Gasunie Trade & Supply (artikel 2)

In het ontwerp-methodebesluit heeft de Raad reeds aangegeven dat hij van mening is dat de tarieven van Gasunie Trade & Supply dienen bij te dragen aan de werking van de gas-markt en het investeringsklimaat die-nen te bevorderen. Zoals in het wette-lijk kader al is omschreven volgen deze doelstellingen ook uit de parle-mentaire geschiedenis. Ook uit de reacties op het ontwerp-methodebe-sluit bleek dat deze visie werd onder-steund7.

Bij het opstellen van deze beleidsre-gel heeft de Raad de zienswijzen van respondenten op het ontwerp-metho-debesluit in overweging genomen. Op basis van deze zienswijzen, en andere ervaringen die de Raad heeft met bij-voorbeeld het toetsen van de redelijk-heid van leveringstarieven van klein-verbruikers (artikel 44, lid 3 van de Gaswet), is de Raad tot de volgende aanpak gekomen.

In deze beleidsregel hanteert de Raad een bandbreedte waarbinnen de tarieven van Gasunie Trade & Supply door de Raad als redelijk zullen wor-den beschouwd. In artikel 2, lid 1 is bepaald welke elementen (verschillen-de prijsindicatoren) (verschillen-deze bandbreedte bepalen. Hierbij zal enerzijds worden gekeken naar het vereiste tariefniveau (prijs) van (de goedkoopste) potentië-le investeringen in alternatieve fpotentië-lexibi- flexibi-liteitsbronnen, voorzover redelijker-wijs verwacht mag worden dat deze investeringen in de komende jaren gerealiseerd gaan worden. Door dit vereiste tariefniveau in de beoordeling te betrekken, wordt voorkomen dat

door de prijszetting investeringen in alternatieve flexibiliteitsbronnen wor-den ontmoedigd. Anderzijds zullen onder andere als prijsindicatoren de prijzen van aanbieders, die tegelijker-tijd met Gasunie Trade & Supply inbieden bij GTS, en de marktprijzen van (alternatieve) flexibiliteitsdiensten worden betrokken in de beoordeling. Om Gasunie Trade & Supply enige ruimte te geven om wegens commer-ciële redenen af te wijken van de tarieven van alternatieve flexibiliteits-bronnen, en omdat op dit moment weinig bekend is over de uiteindelijke omvang van de bandbreedte, zal de Raad een (voorzichtigheids)marge hanteren bij de toepassing ervan.

De Raad kiest er nadrukkelijk voor om bij de beoordeling van de rede-lijkheid van de tarieven van Gasunie Trade & Supply de toets voor wat betreft de ondergrens van de band-breedte in belangrijke mate te baseren op de tarieven waartegen alternatieve aanbieders minimaal in staat zijn om concurrerend en efficiënt flexibiliteits-diensten aan te bieden. De Raad acht het in beginsel niet wenselijk de rede-lijkheidstoets van de tarieven van Gasunie Trade & Supply te baseren op een niveau dat uitgaat van kost-prijs plus een redelijk rendement van deze diensten, als aangeboden door Gasunie Trade & Supply. De Raad is namelijk van mening dat, wanneer het vermoeden bestaat dat er op een in ontwikkeling zijnde markt sprake is van potentiële toetreders, een der-gelijk vorm van toezicht contrapro-ductief werkt ten aanzien van de doelstelling van de wetgever om de marktwerking op gang te brengen. Alternatieve aanbieders zijn naar ver-wachting niet in staat om tegen een prijsniveau, vergelijkbaar met kost-prijs plus redelijk rendement van Gasunie

Trade & Supply, aan te bieden. Bovendien valt niet te verwachten dat het uiteindelijke competitieve tarief voor flexibiliteitsdiensten zal worden bepaald door de kostprijs van flexibi-liteitsdiensten van Gasunie Trade & Supply.

Indien het inbiedgedrag van (bepaalde) marktpartijen daartoe aan-leiding geeft, behoudt de Raad zich het recht voor een nader onderzoek in te stellen naar de achtergronden van dit inbiedgedrag. Indien de Raad van mening is dat op enigerlei wijze geprobeerd is de prijs voor

flexibili-teitsdiensten strategisch te beïnvloe-den, kan de Raad besluiten om bepaalde flexibiliteitsproducten en/of tarieven (prijzen) buiten beschouwing te laten bij de beoordeling van de tarieven van Gasunie Trade & Supply.

Mochten de tarieven van Gasunie Trade & Supply buiten de bandbreed-te vallen, dan bebandbreed-tekent dit niet per se dat dit tarief onredelijk is. Er kunnen immers gegronde redenen voor afwij-king bestaan. In een dergelijk geval zal de Raad Gasunie Trade & Supply vragen deze tarieven nader te onder-bouwen. Mocht deze onderbouwing onvoldoende zijn dan kan de Raad handhavingsmaatregelen nemen.

3. Toelichting voorwaarden Gasunie Trade & Supply

De Raad zal toezicht houden op de redelijkheid van de door Gasunie Trade & Supply gehanteerde voor-waarden. De Raad haakt bij de beoordeling van deze voorwaarden aan bij een aantal aspecten die de wetgever van belang acht bij de uit-voering van de Gaswet, zoals beschreven in artikel 5, lid 2 van de Elektriciteitswet.

In de beleidsregel wordt vooral ingegaan op de voorwaarden ten aan-zien van het ter beschikking te stellen volume. De Raad benadrukt echter dat het toezicht op de voorwaarden zich niet zal beperken tot het volume.

In de zienswijzen op het ontwerp-methodebesluit wordt uitvoerig gesproken over de hoeveelheid aan te bieden flexibiliteitsdiensten door Gasunie Trade & Supply. Sommige respondenten zijn van mening dat deze hoeveelheid onbeperkt dient te zijn; anderen zijn van mening dat het onevenwichtig is als Gasunie Trade & Supply onbeperkt capaciteit dient te reserveren, zonder dat daar een be-talingsverplichting tegenover staat. De Raad is, mede naar aanleiding van deze zienswijzen, tot het oordeel gekomen dat de hoeveelheid aan te bieden flexibiliteitsdiensten aan een aantal uitgangspunten dient te vol-doen.

(4)

stel-len haar taak als genoemd in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet naar behoren uit te kunnen voeren. Zo moet Gasunie Trade & Supply bij het aanbod voor een jaar in beginsel aan de gehele vraag van GTS kunnen vol-doen. Een ander uitgangspunt dat de Raad hanteert is echter dat Gasunie Trade & Supply ook redelijkerwijs in staat moet zijn om deze flexibiliteits-diensten te kunnen leveren. Daartoe is in artikel 4, lid 2 bepaald dat Gasunie Trade & Supply kan afwij-ken van de door GTS gevraagde hoe-veelheden als zij als gevolg van rede-lijkerwijs niet aan haar toe te rekenen omstandigheden niet in staat is om in het gevraagde aanbod te voorzien. De Raad zoekt hierbij aansluiting bij het bepaalde bij artikel 6:75 van het Burgerlijk Wetboek, waarin de vereis-ten zijn opgenomen voor een beroep op overmacht.

Enerzijds heeft de Raad er begrip voor dat het onwenselijk is dat grote hoeveelheden flexibiliteitsdiensten door Gasunie Trade & Supply wor-den gereserveerd die onverkocht blij-ven, in geval van het opleggen van een onbeperkte verplichting om te reserveren. Anderzijds is de Raad van mening dat wel degelijk vooraf gere-serveerd dient te worden door Gasunie Trade & Supply zodat zo veel mogelijk aan de vraag naar flexi-biliteitsdiensten kan worden voldaan. In de beleidsregel heeft de Raad gemeend meer duidelijkheid te moe-ten geven over de omvang van de minimaal noodzakelijke reservering. De Raad hanteert het uitgangspunt dat de hoeveelheid flexibiliteit die minimaal gereserveerd dient te wor-den voor het tweede, derde en vierde kwartaal van het daaropvolgende jaar, gebaseerd wordt op een realisti-sche indicatie. Gelet op het feit dat de verkoop (contractering) van het eerste kwartaal 4 maanden voorafgaand aan het daaropvolgende jaar plaatsvindt, kan dit als een goede indicatie dienen voor de reservering voor de overige drie kwartalen. Bovendien sluit deze aanpak aan bij de bestaande ver-kooppraktijk van Gasunie Trade & Supply, waardoor de behoefte aan flexibiliteitsdiensten in de verkoop-portfolio voor het daaropvolgende jaar kan worden opgenomen. De Raad benadrukt dat de reservering gebaseerd moet zijn op de totale vraag naar flexibiliteitsdiensten in het eerste kwartaal, ongeacht of hierin

door Gasunie Trade & Supply dan-wel andere aanbieders wordt voor-zien. Op deze wijze wordt voorkomen dat bij het eventueel wegvallen van een alternatieve aanbieder in het tweede, derde of vierde kwartaal niet langer kan worden voorzien in de totale vraag naar flexibiliteitsdiensten van GTS. Overigens mag Gasunie Trade & Supply natuurlijk meer aan-bieden als de vraag de gedane reser-vering overstijgt. Minder aanbieden is niet toegestaan, tenzij Gasunie Trade & Supply aannemelijk kan maken dat zij, als gevolg van redelijkerwijs niet aan haar toe te rekenen omstandighe-den, niet in staat is geweest te vol-doen aan de minimumeis (artikel 4, lid 2).

De procedure die in het methode-besluit is vastgelegd, biedt (in vergelij-king met die uit het ontwerp-metho-debesluit) naar de mening van de Raad meer zekerheid om niet met onverkochte flexibiliteitsdiensten te blijven zitten. Ten eerste is de periode tussen het doen van een aanbod en het verkopen van de dienst sterk ingekort8. Hierdoor hoeven er geen

hoeveelheden onnodig lang ‘gereser-veerd’ te zijn. Daarnaast is de periode tussen de verkoop en het gebruik van de dienst langer dan de voorgestelde periode in het ontwerp-methodebe-sluit (4 maanden voor een kwartaal-contract en 6 maanden voor een jaar-contract). Dit geeft aanbieders meer mogelijkheden om flexibiliteitsdien-sten, die na de verkoopprocedure van GTS niet verkocht zijn, alsnog via andere kanalen te verkopen. Dit geldt in het bijzonder voor de flexibiliteits-diensten in het tweede, derde en vier-de kwartaal waarvoor Gasunie Travier-de & Supply een reservering dient te maken.

4. Beoordeling door de Raad

De Raad toetst op basis van de door Gasunie Trade & Supply ontvangen informatie of het aanbod aan GTS is gedaan op basis van redelijke tarieven en voorwaarden. De informatie zal op verzoek van de Raad door Gasunie Trade & Supply worden ver-strekt telkens wanneer zij het aanbod aan GTS als bedoeld in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet heeft gedaan. In de praktijk zal Gasunie Trade & Supply ieder kwartaal deel moeten nemen aan de inschrijvingsprocedure van GTS. Bij zijn beoordeling kan de

Raad eveneens gebruik maken van door marktpartijen verstrekte gege-vens.

De Raad heeft bij het opstellen van dit artikel rekening gehouden met de administratieve belasting die een der-gelijk verzoek met zich meebrengt. De Raad is echter van mening dat het in ieder geval gedurende de over-gangsperiode noodzakelijk is de in dit artikel genoemde informatie op te kunnen vragen, teneinde een zorgvul-dige beoordeling te kunnen maken, alsmede om meer inzicht in de flexibi-liteitsmarkt te verkrijgen.

Mochten de gehanteerde tarieven of voorwaarden van Gasunie Trade & Supply als onredelijk worden beoordeeld, dan kan de Raad gebruik maken van haar handhavingsinstru-mentarium.

Evaluatie van deze beleidsregel vindt plaats na afloop van de over-gangsperiode die in het methodebe-sluit wordt genoemd. Derhalve zal deze evaluatie na afloop van 2006 plaatsvinden. De Raad gaat er vanuit dat hij gedurende de overgangsperio-de meer inzicht zal krijgen in overgangsperio-de tarie-ven en voorwaarden van Gasunie Trade & Supply, waardoor evaluatie na afloop van dit jaar nuttig zal zijn. Deze evaluatie heeft tot doel inzichte-lijk te maken of de invulling van de beleidsregel voldoende bijdraagt aan de doelstelling van de Raad en de wetgever: het bevorderen van de marktwerking en het investeringskli-maat. Indien de evaluatie aanleiding geeft tot aanpassingen van de beleids-regel, dan zullen deze aanpassingen zich zo veel mogelijk beperken tot punten waar aanpassing strikt nood-zakelijk is (begrensde evaluatie). Eventuele aanpassingen zullen in ieder geval in lijn zijn met de visie van de Raad als neergelegd in de toe-lichting op de beleidsregel.

1In het voorstel voor de Veegwet EZ 2005,

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 30 027, nr. 2, wordt artikel 53 geschrapt en wordt de ver-wijzing in artikel 10a, lid 1, sub d, van de Gaswet vervangen door ‘de in artikel 54, eerste lid bedoelde vennootschap’. Artikel 54 zal volgens het voorstel aangeven dat ‘Gasunie Trade & Supply B.V.’ de in dat artikel omschreven taken verricht. Vooruitlopend op deze wetswijziging wordt voor de werking van dit besluit ‘Gasunie’, als bedoeld in artikel 53, gelijkgesteld met ‘Gasunie Trade & Sup-ply B.V.’, als bedoeld in het voorgestelde artikel 54, eerste lid van de Gaswet.

2De Raad heeft een economische machtspositie

geconstateerd op de flexibiliteitsmarkt voor uur-, dag- en weekflexibiliteit voor L-gas en in de markt-segmenten dag-, en weekflexibiliteit voor H-gas.

3Mede daarom is bepaald dat de beleidsregel na

(5)

4Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29 372,

nr. 60.

5Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29 372,

nr. 52, pag. 25 lk. Zie ook t.a.p., p. 24 rk.

6Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29 372,

nr. 15, p. 33 en nr. 52, p. 23 rk en p. 24 lk.

7Reacties van o.a. Algemene EnergieRaad,

Elec-trabel, Eneco, Gasunie Trade & Supply, Nuon, VEMW en een vertrouwelijke reactie.

8De praktijk van de eerste verkoopprocedure laat

zien dat dit binnen enkele dagen afgerond kan zijn. Zie hiervoor de website van GTS:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierbij verzoeken wij u om mevrouw Janneke Bouma-Hermes te benoemen tot lid van de raad van toezicht van de stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen (hierna: Openbaar

mevrouw Janneke Bouma-Hermes te benoemen als lid van de Raad van Toezicht van Stiching Openbaar Onderwijs Groep Groningen, met ingang van 1 oktober 2021 tot 1 oktober

De heer Ten Voorde vindt het voorstel van APX sympathiek en denkt dat het een grotere bijdrage aan marktwerking bevat dan het ontwerp methodebesluit. Hij wijst erop dat men in

Het EHRM vindt met 15 tegen 2 stemmen, en in afwij- king van de Kamer, geen schending van het recht op leven in zijn materiële aspect, maar doet dat unaniem wel voor wat betreft

In figuur 19 is weergegeven hoe het percentage zwemverboden zou zijn als we 6 datasets ver- gelijken waarbij telkens 2 verschillende normen worden gehanteerd. biovolume) is de

- het bouwjaar van de RWZI; het bouwjaar moet opgevat worden als het jaar waarin de RWZI is opgeleverd of waarin de laatste grote aanpassingen hebben plaatsgevonden; de

3 De term “gedegradeerd” slaat hierbij niet enkel op een verslechterde toestand t.o.v. voorheen, maar kan ook samenhangen met bv. “een recente ontstane nieuwe locatie die nog in

In dit rapport wordt aan de hand van een reeks criteria en indicatoren beschreven wat verstaan wordt onder een gunstige staat van instandhouding voor elk van de 47 soorten van