• No results found

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Vorrelveen 10 te Beilen. Ontwerp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Vorrelveen 10 te Beilen. Ontwerp"

Copied!
45
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opdrachtgever: Camping Vorrelveen Rapportnummer: RB 10.095

Datum vrijgave: Maart 2014 Opsteller: Dhr. M. Beek Goedkeuring: Dhr. H. de Roo

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Vorrelveen 10 te Beilen

Ontwerp

(2)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 2 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Inhoudsopgave

... 1

1 HOOFDSTUK 1 INLEIDEND HOOFDSTUK ... 4

1.1 Inleiding ... 4

1.2 Aanleiding ... 4

1.3 Planologisch kader ... 8

1.3.1 Bestemmingsplan buitengebied Midden-Drenthe ... 9

1.3.2 Correctieve herziening bestemmingsplan buitengebied Midden-Drenthe .. 9

1.4 Doel ... 11

1.5 Verantwoording ... 11

1.6 Leeswijzer ... 12

2 HOOFDSTUK 2 GEBIEDS- EN LOCATIEBESCHRIJVING ... 13

2.1 Ligging ... 13

2.2 Het perceel in zijn omgeving ... 13

2.3 Het perceel zelf ... 15

3 HOOFDSTUK 3 BELEIDSKADER ... 17

3.1 Rijksbeleid ... 17

3.1.1 Ruimtelijk - Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte ... 17

3.2 Provinciaal beleid ... 19

3.2.1 Omgevingsvisie Drenthe ... 19

3.2.2 Ontwerp-Omgevingsvisie Drenthe ... 22

3.3 Gemeentelijk beleid ... 23

3.3.1 Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe (vastgesteld 26 januari 2012) 23 4 HOOFDSTUK 4 OMGEVINGSASPECTEN ... 26

4.1 Archeologie ... 26

4.1.1 Aanleiding en doel ... 26

4.1.2 Doorwerking naar het plan ... 26

4.2 Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) ... 27

4.2.1 Aanleiding en doel ... 27

4.2.2 Doorwerking naar het plan ... 27

4.3 Bodem ... 28

4.3.1 Aanleiding en doel ... 28

4.3.2 Doorwerking naar het plan ... 29

4.4 Flora en Fauna ... 30

4.4.1 Aanleiding en doel ... 30

4.4.2 Doorwerking naar het plan ... 30

4.5 Geluid ... 32

4.5.1 Aanleiding en doel ... 32

4.5.2 Doorwerking naar het plan ... 33

4.6 Luchtkwaliteit ... 35

4.6.1 Aanleiding en doel ... 35

4.6.2 Doorwerking naar het plan ... 35

4.7 M.E.R.-beoordeling ... 36

4.7.1 Aanleiding en doel ... 36

4.7.2 Doorwerking naar het plan ... 36

4.8 Milieuhinder ... 37

4.8.1 Aanleiding en doel ... 37

(3)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 3 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

4.8.2 Doorwerking naar het plan ... 37

4.9 Watertoets ... 39

4.9.1 Aanleiding en doel ... 39

4.9.2 Doorwerking naar het plan ... 40

5 HOOFDSTUK 5 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID ... 42

6 HOOFDSTUK 6 OVERLEG EN INSPRAAK ... 43

7 HOOFDSTUK 7 JURIDISCHE VORMGEVING ... 44

7.1 Algemeen ... 44

(4)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 4 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

1 Hoofdstuk 1 Inleidend Hoofdstuk 1.1 Inleiding

Voorliggend wijzigingsplan is bedoeld om het juridisch kader te bieden voor het kunnen uitvoeren van een ruimtelijk initiatief. Tevens biedt voorliggend wijzigingsplan de onderbouwing van waarom het gewenste ruimtelijk initiatief inpasbaar is op de door initiatiefnemer gewenste locatie.

1.2 Aanleiding

Op circa 7 kilometer van de nationale parken Drents Friese Wold en Dwingelderveld ligt, op het adres Vorrelveen 10 te Beilen, Camping Vorrelveen. Een autovrije en kleine camping waar liefhebbers van rust, natuur en weidse uitzichten volledig aan hun trekken komen.

Camping Vorrelveen biedt op dit moment 28 royale plaatsen, variërend van 100-150 m2. Allemaal voorzien van stroom. Hoewel er sprake is van een kleine camping biedt deze wel een groot scala aan voorzieningen, waarvan hierna een opsomming.

 Luxe sanitair gebouw met vloerverwarming en o.a een familiedouche en babywasruimte;

 Wasmachine en droger;

 Verwarmde recreatieruimte;

 Winkeltje voor vergeten boodschappen;

 Streekproducten, verse broodjes en verse eieren;

 Overdekte BBQ plaats;

 Verse, zelfgemaakte pizza’s;

 Kruidentuin (ook voor de gasten);

 Overdekte fietsenstalling met oplaadpunt;

 Fietsknooppunt op 700 meter afstand;

 Fietsverhuur;

 Draadloos en gratis internet met bereik op het hele terrein;

 Jeu de boules baan;

 Speeltuin en skelters.

Camping Vorrelveen wordt ook door zijn gasten en bezoekers zeer hoog gewaardeerd.

Dit blijkt uit het feit dat anno november 2013 de camping op de beoordelingssite van www.zoover.nl een gemiddelde waardering van een 9.1 heeft, hetgeen aantoont dat de camping zeer gewaardeerd wordt door haar bezoekers.

Hierna volgt een weergave van de ligging van de camping vanuit de lucht.

(5)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 5 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Hieronder een weergave van de plattegrond van de camping, waarbij zichtbaar is waar in de huidige vorm de camperplaatsen staan (noordwestelijk deel) en waar de reguliere standplaatsen staan voor caravans en tenten.

(6)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 6 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

De camping is medio 2006 begonnen op deze locatie als nevenactiviteit bij de hoofdbestemming, te weten het wonen. Gaandeweg de jaren heeft de camping zich verder ontwikkeld tot een camping met een hoge bezettingsgraad.

Hierna een weergave van het aantal overnachtingen vanaf het eerste volledige jaar tot en met 2012. Zichtbaar is de stijgende lijn.

De wens die nu voor ligt is om de camping uit te breiden met in beginsel 3 chalets om zodoende door te (kunnen) groeien naar een volwaardig recreatief bedrijf. Mogelijk komen er in de toekomst nog eens 2 a 3 chalets bij.

Visie ontwikkeling chalets

Vanaf de start van de camping in 2006 krijgt de initiatiefnemer regelmatig de vraag of er op Camping Vorrelveen een vakantie huis (chalet) te huur is. Om in deze behoefte te voorzien heeft de initiatiefnemer een plan ontwikkeld om op de camping in eerste aanleg drie chalets te plaatsen. Hiermee wordt voorzien in de duidelijke behoefte bij de recreant en wordt aansluiting gezocht bij een landelijke trend in de recreatie-sector naar meer luxe & comfort. De wens is om deze behoefte in te vullen door drie ruime houten chalets op het terrein te plaatsen in het gebied waar nu de camperplaatsen aanwezig zijn en eventueel de extra chalets in de toekomst ook (globaal binnen blauwe kader).

De locatie van de campers wordt verplaatst meer richting de ingang van het kampeerterrein (binnen rode kader). Op basis van de regels behorend bij de bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatie 1 mag de oppervlakte van een dergelijk recreatief nachtverblijf inclusief een vrijstaande of een inpandige berging maximaal 70 m² bedragen. Overigens dient hierbij te worden vermeld dat de nieuwe bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatie 1 mogelijkheden biedt om het gehele terrein te voorzien van chalets. Hoewel dit niet de intentie is van de initiatiefnemer is dit in theorie dus wel mogelijk.

(7)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 7 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Door de ontwikkeling van de chalets zal er een versterkend effect vanaf de chalets op de camping en omgekeerd ontstaan (cross-selling). Doordat nu ook gezinnen of groepen kunnen ontvangen waarvan niet iedereen beschikt over een eigen kampeermiddel (tent, caravan of vouwwagen); denk hierbij aan opa & oma met de (klein) kinderen {kangaroe vakanties}. Zeker voor de ouderen geldt dat dit een toenemende groep kapitaal krachtige toeristen is welke graag ontvangen wordt op de camping.

Hieronder een weergave van het sfeerbeeld van de beoogde chalets.

(8)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 8 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Toekomstvisie Camping Vorrelveen

Wanneer na de ontwikkeling van de chalets zou blijken dat dit zeer succesvol is, kan de behoefte van een beperkte uitbreiding (2 of 3 extra chalets) ontstaan. In dat geval vindt de uitbreiding plaats aangrenzend aan de bestaande chalets en bebouwing, passend in het landschap. Bepalend hierbij is de combinatie van enkele chalets op een kleine luxe camping. Er is geen ambitie om op termijn het campingterrein te transformeren in een chaletpark. Hierbij kan worden opgemerkt dat er in die situatie (chaletpark) geen sprake meer is van enig onderscheidend vermogen en daarmee het concept verloren gaat. Het is dus niet de bedoeling om de maximale mogelijkheden te benutten die de bestemming R-VR1 mogelijk maken.

1.3 Planologisch kader

Het perceel Vorrelveen 10 te Beilen is opgenomen in het bestemmingsplan

Buitengebied Midden-Drenthe zoals deze op 26 januari 2012 is vastgesteld als ook binnen de Correctieve Herziening Buitengebied Midden-Drenthe.

(9)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 9 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

1.3.1 Bestemmingsplan buitengebied Midden-Drenthe

Binnen dit bestemmingsplan is het perceel aangeduid als ‘Wonen – voormalige boerderijen’ en waarbij de regels van artikel 29 van het genoemde bestemmingsplan van toepassing zijn.

Binnen deze bestemming is het niet bij recht toegestaan om een terrein voor kleinschalige recreatie te hebben.

Op 25 maart 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden Drenthe een omgevingsvergunning afgegeven voor het perceel Vorrelveen 10 voor het mogen gebruiken van de gronden en bouwwerken in strijd met het

bestemmingsplan ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein.

Wat is een kleinschalig kampeerterrein? Een kleinschalig kampeerterrein wordt als volgt gedefinieerd binnen de gemeente.

Een nevenactiviteit bij een (bedrijfs)woning in de vorm van een kampeerterrein, met dien verstande dat:

1. toegestaan is een onbeperkt aantal mobiele kampeermiddelen te plaatsen;

2. het kampeerterrein inclusief alle voorzieningen minimaal 0,2 ha en maximaal 1 ha groot is;

3. het kampeerseizoen van 15 maart tot 1 november loopt en daarbuiten het terrein leeg is. In uitzondering hierop mogen de eventueel aanwezige trekkershutten en/of bijgebouwen ten behoeve van het kampeerterrein, zoals een sanitair gebouw, ook buiten het seizoen aanwezig zijn, met dien verstande dat de trekkershutten alleen in het kampeerseizoen gebruikt mogen worden.

De initiatiefnemer wenst echter een verdere doorgroei te maken naar een reguliere camping teneinde ook de chalets te kunnen plaatsen, hetgeen niet is toegestaan binnen de definitie van een kleinschalig kampeerterrein. Daarnaast worden de chalets jaarrond aangeboden. Dit is ook niet mogelijk binnen een kleinschalig kampeerterrein.

1.3.2 Correctieve herziening bestemmingsplan buitengebied Midden-Drenthe

Dit bestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. Dat wil zeggen dat het bestemmingsplan Buitengebied van

kracht blijft maar dat hierop middels de verbeelding en regels van deze correctieve herziening een aanvulling wordt gedaan. De aanvulling bestaat uit een verbeelding en een set regels. De regels zijn volledig uit het bestemmingsplan Buitengebied

overgenomen en daar waar aanpassingen hebben plaatsgevonden, is dat gemarkeerd of met doorhalingen aangegeven. Deze regels zijn van toepassing op het totale gebied van het bestemmingsplan Buitengebied van 26 januari 2012 en daarom valt het hele gebied ook onder deze herziening. Deze regels vervangen dus eigenlijk de regels van het bestemmingsplan Buitengebied en kunnen worden gelezen in samenhang met de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied en de verbeelding van deze correctieve herziening.

Het bestemmingsplan Correctieve Herziening Buitengebied Midden-Drenthe kent op

(10)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 10 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

wijzigingen ten behoeve van de bestemming ‘Recreatie – verblijfsrecreatie 1’, met dien verstande dat:

1. de minimale oppervlakte van het bestemmingsvlak 1 ha is;

2. rekening wordt gehouden met voorzienbare nieuwe infrastructuur (wandel- en fietspaden, knooppunten et cetera);

3. wordt voldaan aan de verplichte duurzame en bedrijfsmatige exploitatie, bijdrage aan de werkgelegenheid en aan de levendigheid van het platteland, ook voor eigen inwoners (toetsbaar met aantal beoogde voorzieningen zoals minimaal een

sportvoorziening en horeca, ondernemersplan en haalbaarheidsstudie);

4. uit een ondernemersplan blijkt dat dit economisch haalbaarheid is en de

recreatiefunctie een toegevoegde waarde heeft (vernieuwend of aanvullend) voor het bestaand toeristisch aanbod;

5. het recreatieterrein inclusief de onder 8 genoemde parkeergelegenheid:

a. ten minste 50 m van de perceelgrens van buiten het bedrijf gelegen agrarische (bedrijfs)woningen is gesitueerd, dan wel;

b. ten minste 50 m van de grens van het bestemmingsvlak waar een (bedrijfs)woning gebouwd kan worden, is gesitueerd;

6. en er geen sprake is mag zijn van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven;

7. er geen significante gevolgen zijn voor de milieusituatie (toetsing aan de Wet geurhinder), natuurlijke (Natura 2000) en landschappelijke waarden (open gebieden, robuuste landbouwgebieden en EHS), de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

8. er maatregelen moeten worden getroffen waardoor er gelet op de instandhoudingsdoelstelling geen significante gevolgen optreden voor de natuurbeschermingsgebieden, ter plaatse van de aanduiding 'speciale beschermingszone';

9. het recreatieterrein is gelegen op of aansluitend aan het bebouwde bouwperceel/blok om versnippering in het landschap te voorkomen;

10. op het eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid (per standplaats, bouwwerk en bed & breakfastkamer een parkeerplaats);

11. uit een landschapsinpassingsplan blijkt dat de parkeervoorzieningen goed zijn ingepast en de aantrekkelijkheid van het platteland wordt gewaarborgd en de uitvoering van landschappelijke inpassingsmaatregelen wordt gegarandeerd;

12. de bestemmingen zich overigens niet verzetten tegen de nieuwe functie, bijvoorbeeld bij de aanduidingen ter bescherming van natuurgebieden en waardevolle essen en de bestemming Agrarisch met waarden – 3.

Aan deze voorwaarden wordt voldaan. In hoofdstuk 3 onder ‘gemeentelijk beleid’ wordt ingegaan op deze aspecten en wordt nader gemotiveerd waarom aan de voorwaarden wordt voldaan.

Ten opzichte van een kleinschalig kampeerterrein biedt een bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatie 1 de volgende mogelijkheden, waarbij zoals gezegd de initiatiefnemer niet voornemens is deze allen te benutten.

a. verblijfsrecreatie in de vorm van een kampeerterrein (geen beperking meer qua periode, dus mag jaarrond);

b. recreatieve nachtverblijven (op basis van de regels onbeperkt qua aantal en maximaal 70 m2 groot);

met daaraan ondergeschikt:

(11)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 11 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

c. voorzieningen voor het beheer die ten dienste staan van de recreatieve functie, zoals het gebruik van gebouwen ten behoeve van het opslaan van materialen en machines;

d. voorzieningen voor de dienstverlening die ten dienste staan van de recreatieve functie, zoals een (overdekt) zwembad, horecagelegenheid, receptie, detailhandel, kantoren, magazijnen, sanitaire ruimten, en/of sportgelegenheid zoals een

bowlingbaan of een sporthal;

e. wonen ten behoeve van de recreatievoorzieningen al dan niet in combinatie met:

1. een aan huis verbonden beroep;

2. een gastouderopvang;

f. het behoud en het versterken van een goede landschappelijke inpassing;

g. tuinen en terreinen;

h. sport- en speelvoorzieningen/-terreinen;

i. parkeervoorzieningen;

j. groenvoorzieningen en singelbeplanting;

k. wegen en paden;

l. water;

met de daarbij behorende:

m. gebouwen, waaronder overkappingen;

n. bedrijfswoningen;

o. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning en bergingen bij recreatieve nachtverblijven;

p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

De bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatie 1 biedt aan de inititiatiefnemer meer ruimte om het bestaande kleinschalig kampeerterrein te laten doorgroeien tot een volwaarde camping met de daarbij behorende extra voorzieningen ten opzichte van hetgeen bij een kleinschalig kampeerterrein mogelijk is. Voor dit kampeerterrein geldt dat een verdere kwalitatieve doorgroei in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Het perceel ligt op voldoende afstand van agrarische bedrijven. Ook kan door de nieuwe bestemming meer gebruik worden gemaakt van reeds bestaande bebouwing voor recreatieve functies/doeleinden die de kwaliteit van de camping als geheel en ook de dienstverlening ten goede kunnen komen.

1.4 Doel

In dit plan van wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe wordt ingegaan op de (ruimtelijke) gevolgen van de voorgenomen ontwikkeling van het betreffende gebied. De realisatie van de plannen met de bouwwerken moet passen binnen deze visie.

1.5 Verantwoording

Bij het opstellen van voorliggend wijzigingsplan is gebruik gemaakt van diverse (beleids)documenten en websites. Sommige (beleid)documenten en beeld

beschrijvende documenten zijn in voorkomende gevallen integraal overgenomen om de inhoud zoveel mogelijk te waarborgen. Daar waar bronnen zijn gebruikt is dat in de tekst weergegeven.

(12)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 12 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

1.6 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een uitgebreidere weergave gegeven van het plan mede in relatie tot het vigerende ruimtelijk beleid op basis van het bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe.

In Hoofdstuk 3 komen de verschillende relevante beleidsstukken voorbij die van toepassing zijn op het plan en uitgewerkt van provinciaal niveau tot gemeentelijk niveau. Hoofdstuk 4 geeft de invloed weer van het plan tot de verschillende

omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 staat de economische uitvoerbaarheid centraal.

Hoofdstuk 6 doet verslag van de inspraak- en overlegreacties, waarna hoofdstuk 7 ingaat op de juridische vertaling van het plan en vervolgens volgen in hoofdstuk 8 de regels.

(13)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 13 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

2 Hoofdstuk 2 Gebieds- en locatiebeschrijving

2.1 Ligging

Het perceel Vorrelveen 10 te Beilen bevindt zich in het buitengebied van de Drentse gemeente Midden-Drenthe. Hieronder een weergave van de ligging van het plangebied in relatie tot het grotere geheel.

Nederland, Provincie Drenthe, gemeente Midden-Drenthe en de ligging van het plangebied in één oogopslag.

2.2 Het perceel in zijn omgeving

Zoals genoemd ligt het perceel Vorrelveen 10 te Beilen in het buitengebied van de gemeente Midden-Drenthe. Hierna volgt een beschrijving van het perceel in relatie tot zijn omgeving. Daartoe eerst een luchtfoto.

(14)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 14 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Vanuit een hoger perspectief is aan te geven dat het perceel Vorrelveen 10 te Beilen op een afstand van circa 4 kilometer ten westen ligt van de kern Beilen en de Rijksweg A28. Naar het noordoosten toe ligt de N381 (Emmen – Drachten) op een afstand van circa 1,2 kilometer. Op een afstand van circa 1,5 kilometer bevindt zich het

natuurgebied Het Leggelderveld (onderdeel van Natuurmonumenten) met daarin de recreatieplas Het Blauwe Meer en ook de zandzuigerij.

In de nabijheid van het perceel Vorrelveen 10 te Beilen bevinden zich naar het zuidwesten toe op een afstand van circa 130 meter en 350 meter een tweetal agrarische bedrijven. Op een afstand van circa 200 meter ten noordoosten van het perceel bevindt zich een woning (voormalig agrarisch bedrijf) en vervolgens op een afstand van 300 meter nog weer een agrarisch bedrijf. Voor het overige kenmerkt het gebied zich door een overwegend agrarisch grondgebruik van gronden.

(15)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 15 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

2.3 Het perceel zelf

Van het perceel zelf is te stellen dat ook hier sprake is van een voormalig agrarisch bedrijf. Op de luchtfoto is dit nog zichtbaar door de aanwezigheid van de grotere loodsen als ook is nog de contour zichtbaar van waar vroeger een mestbassin heeft gestaan.

Het totale erf heeft een oppervlakte van circa 1,2 hectare en is inmiddels ingericht als kleinschalig kampeerterrein. Hierna een sfeerimpressie van het terrein.

(16)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 16 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

(17)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 17 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

3 Hoofdstuk 3 Beleidskader

Wat is beleid. Beleid is het stellen van doelen, middelen en een tijdpad in onderlinge samenhang. Liefst zijn plaats en tijd omschreven. Onder beleid wordt dus verstaan het aangeven van de richting en de middelen waarmee men gestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren.

Binnen het ruimtelijk werkveld is door de verschillende overheidslagen veel beleid opgesteld. Middels dit beleid is getracht richting te geven aan de inrichting en het beheer van de openbare ruimte.

De ruimtelijke ordening in Nederland bevat top-down maar ook steeds meer bottum-up elementen. Door de decennia heen is de visie op de ruimtelijke ordening aan

verandering onderhevig geweest. Op rijksniveau is de omslag naar de

ontwikkelingsplanologie goed zichtbaar wanneer de Nota Ruimte (VROM, 2006) en de Vierde Nota Ruimtelijke ordening worden vergeleken. Niet langer bepaalt de overheid wat wel of niet kan (toelatingsplanologie), steeds meer geven overheid en derden ruimtelijke ontwikkelingen samen vorm. Vanuit deze filosofie wordt in dit hoofdstuk het overheidsbeleid in beeld gebracht.

Getoetst wordt of het plan past binnen het vigerende planologisch kader en binnen het ruimtelijk beleid van de verschillende overheidslagen. In dit hoofdstuk staat een

overzicht van het van toepassing zijnde beleid in relatie tot de gewenste ontwikkelingen van de initiatiefnemer.

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Ruimtelijk - Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 22 november 2011 onder aanvaarding van een aantal moties door de Tweede Kamer aangenomen en 13 maart 2012 vastgesteld. Onderdeel van deze structuurvisie is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).

Met de structuurvisie kiest het rijk voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Hieronder zijn de 13 nationale belangen weergegeven.

De structuurvisie bepaalt de ambities voor Nederland in 2040. Deze hebben betrekking op de concurrentiekracht, bereikbaarheid, en leefbaarheid en veiligheid van/in

Nederland. Voor deze 3 rijksdoelen worden 13 onderwerpen van nationaal belang genoemd. Hiermee geeft het Rijk aan waarvoor zij verantwoordelijk is en waarop het resultaat wil boeken. De benoemde nationale belangen zijn:

1. Een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren;

2. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie;

(18)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 18 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

4. Efficiënt gebruik van de ondergrond;

5. Een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio’s inclusief de achterlandverbindingen;

6. Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen;

7. Het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen;

8. Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s;

9. Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;

10. Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;

11. Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten;

12. Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten;

13. Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

De structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke

consequenties. De SVIR vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving.

Tevens vervangt het de ruimtelijke doelen en uitspraken in de volgende documenten:

PKB Tweede structuurschema Militaire terreinen, de agenda landschap, de agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta.

Delen van de structuurvisie die de nationale ruimtelijke belangen borgen en die juridische doorwerking behoeven, zijn uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur, de AMvB Ruimte (Barro).

Het Rijk gaat er vanuit dat de nationale ruimtelijke belangen die via wet- en regelgeving opgedragen worden aan de andere overheden goed door hen worden behartigd. Het nieuwe Rijkstoezicht in de ruimtelijke ordening richt zich op het toezicht achteraf.

Wanneer rijksdoelen en nationale belangen raken aan regionale opgaven, vraagt dit om heldere taakverdeling en samenwerkingsafspraken tussen de betrokken overheden.

Waar het Barro bepalingen bevat gericht op gemeentelijke bestemmingsplannen gaat het Rijk er vanuit dat deze doorwerking krijgen. Het Rijk zal tijdens het opstellen en vaststellen van bestemmingsplannen dan ook niet toetsen op een correcte doorwerking van nationale belangen. Daarnaast blijft het Rijk opkomen voor zijn directe belangen bij gemeentelijke en provinciale plannen vanuit de rol van weg- en waterbeheerder

(Rijkswaterstaat), eigenaar van defensieterreinen (ministerie van Defensie) en voor projecten in het kader van de rijkscoördinatieregeling rond rijksinpassingsplannen op het terrein van de energie-infrastructuur (het ministerie van EL&I).

Voor dit deel van het buitengebied van Beilen zijn in de SVIR geen onderwerpen opgenomen die aangemerkt worden als nationaal belang waarmee rekening gehouden dient te worden.

(19)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 19 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

3.2 Provinciaal beleid 3.2.1 Omgevingsvisie Drenthe

Op 2 juni 2010 is de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie is hét strategische kader voor de ruimtelijk–economische ontwikkeling van Drenthe. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein.

In de Omgevingsvisie zijn vier wettelijk voorgeschreven provinciale planvormen samengenomen, te weten:

- De provinciale structuurvisie op grond van de Wro;

- Het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer (Wm);

- Het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving;

- Het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan op grond van de Planwet verkeer en vervoer.

De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode erna.

Hieronder volgen de relevante delen uit de Omgevingsvisie die relevant zijn voor de recreatie/toerisme en doorvertaald naar voorliggend ruimtelijk initiatief, waarbij vooral het beleid ten aanzien van Wonen en de provinciale regeling aangaande Ruimte voor Ruimte van belang zijn.

Algemeen

De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode erna.

Missie

De missie uit de Omgevingsvisie luidt: 'Het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe passend bij deze kernkwaliteiten'.

De kernkwaliteiten zijn:

 rust, ruimte, natuur en landschap;

 oorspronkelijkheid;

 naoberschap;

 menselijke maat;

 veiligheid;

 kleinschaligheid (Drentse schaal).

Ruimtelijke ontwikkelingen

De provincie wil ontwikkelingen stimuleren die een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit. Deze kwaliteit zit voor de provincie in het zorgvuldig gebruikmaken van de ruimte, het behouden en waar mogelijk versterken van de kernkwaliteiten en het waarborgen van de kwaliteit van het milieu en de leefomgeving.

Zorgvuldig ruimtegebruik

De provincie wil zorgvuldig omgaan met de beschikbare ruimte in de provincie.

Grootschalige bouwplannen en uitbreidingen in het landelijk gebied, los van bestaande

(20)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 20 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Om zorgvuldig ruimtegebruik in Drenthe te stimuleren, wordt gestreefd naar het bundelen van wonen en werken. Verdichting gaat vóór uitbreiding. Extra ruimte voor wonen en werken is er in (of aansluitend op) het bestaande bebouwde gebied en gebundeld rond de regionale voorzieningen voor infrastructuur en openbaar vervoer.

Uiteraard is het niet de bedoeling dat dit streven ten koste gaat van cultuurhistorisch waardevolle dorpskernen. In zulke situaties wordt met de betrokken partijen naar een maatwerkoplossing gezocht.

Sociaal Economische Raad (SER)-ladder en bundelingsbeleid

Voor het inpassen van ruimte vragende functies stelt de provincie voor de SER-ladder als denkmodel te hanteren. Deze methode, geïntroduceerd door de SER, helpt een goede afweging te maken bij het inpassen van ruimtebehoefte voor wonen,

bedrijvigheid en infrastructuur. Het model stelt onder meer dat extra ruimte voor wonen en werken zoveel mogelijk moet worden gezocht in of aansluitend aan bestaand bebouwd gebied en gebundeld rond de nationale en regionale infrastructuur en de openbaar vervoervoorzieningen. Met bundeling en intensivering van verstedelijking ontstaat voldoende massa voor hoogwaardige voorzieningen. De verzorgingsfunctie van stedelijke centra wordt daardoor versterkt en er ontstaan kansen voor het verbeteren van de bereikbaarheid met openbaar vervoer.

Recreatie en Toerisme

Drenthe wil een topspeler zijn op de (binnenlandse) toeristische markt. Hiervoor vindt de provincie het van belang dat Drenthe in haar diversiteit een totaalproduct aanbiedt dat onderscheidend en van hoogwaardig niveau is. Een totaalproduct met veel variatie, aansluitend op de behoeften van de hedendaagse toerist en leidend tot een bruisend Drenthe.

In dat toeristische totaalproduct Drenthe moet geïnvesteerd worden. Het bestaande aanbod van verblijfs- en dagrecreatie en de huidige toeristisch-recreatieve infrastructuur moet kwalitatief verbeterd en vernieuwd worden. De focus moet komen te liggen op de diversiteit en de kwaliteit van het toeristische product. Niet méér van hetzelfde, maar juist het creëren van toegevoegde waarde ten opzichte van het bestaande toeristische product. De provincie daagt de markt uit om nieuwe, aansprekende concepten te ontwikkelen die passen bij de kernkwaliteiten van Drenthe.

Verblijfsrecreatie

Ten aanzien van de verblijfsrecreatie zet de provincie in op versterking, uitbreiding en vernieuwing van de bestaande bedrijven in samenhang met de omgeving, het vrije tijdslandschap. De provincie geeft aan dat zij de mogelijkheden wil nagaan om het denkmodel van de SER-ladder ook toe te passen bij de ontwikkeling van recreatie.

In voorliggend geval gaat het om een kwaliteitsverbetering van de bestaande camping, er wordt voorzien in aanvullend aanbod in de vorm van een drietal chalets zodat beter in de vraag kan worden voorzien.

Beleidsmatig is het wijzigingsplan in overeenstemming met het recreatiebeleid van de provincie.

(21)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 21 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

3.2.1.1 Kernkwaliteitenanalyse

Tevens is geoordeeld of er sprake is van zogeheten provinciale kernkwaliteiten waarmee rekening gehouden dient te worden. Daartoe is gebruik gemaakt van de kaartenviewer zoals dit onderdeel uitmaakt van de provinciale omgevingsvisie. Dit levert de volgende kernkwaliteiten-analyse op.

Kernkwaliteit aardkundige waarden

Er is sprake van een kernkwaliteit aardkundige waarden, te weten ‘generiek – respecteren’. Hieronder is dit zichtbaar gemaakt.

Wat betekent de aanwezigheid van deze kernkwaliteit?

Algemeen

Drenthe heeft een eigen karakter, een eigen (ruimtelijke) identiteit, die door inwoners en bezoekers hoog gewaardeerd wordt. Het aardkundige landschap van Drenthe is

hiervoor in belangrijke mate bepalend. Het provinciaal aardkundig erfgoed is de enige informatiebron over de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van Drenthe. Net als archeologische waarden zijn aardkundige waarden voor het merendeel onzichtbaar, onvervangbaar en niet te compenseren. Ze zijn per definitie kwetsbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen die met bodemingrepen gepaard gaan. De provincie wil aardkundige waarden die bijdragen aan het specifieke Drentse karakter behouden en waar mogelijk herstellen zonder daarbij het normale landbouwkundig gebruik te belemmeren.

Voor aardkundige waarden onderscheidt de provincie drie beschermingsniveaus die verschillen in de mate van inzet van de provincie. De twee hoogste

beschermingsniveaus (voorwaarden stellen en eisen stellen) zijn van provinciaal belang en zijn aangegeven op kaart 2.D van de Omgevingsvisie. Voor het plangebied is sprake van het niveau ‘generiek – respecteren’. Dit betekent het volgende.

Respecteren: bij ontwikkelingen ligt de provinciale inzet bij het waarborgen van de lokale aardkundige kenmerken voor de toekomst. Het is een gemeentelijke verantwoordelijkheid hieraan via het bestemmingsplan invulling te geven.

Initiatiefnemers hebben de verantwoordelijkheid om de aardkundige kenmerken als inspiratiebron te benutten voor ontwikkelingen. De provincie vraagt gemeenten plannen en initiatieven daar op te beoordelen.

(22)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 22 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

mogen worden geplaats met een geringe bodemkundige ingreep. Er is geen sprake van een aantasting van de kernkwaliteit.

Kernkwaliteit archeologie

Er is sprake van een kernkwaliteit archeologie, te weten ‘archeologische waarden verwacht’. Hieronder is dit zichtbaar gemaakt.

Wat betekent de aanwezigheid van deze kernkwaliteit?

Algemeen

Het archeologisch erfgoed is de enige bron van informatie over de

bewoningsgeschiedenis van de provincie van de steentijd tot de middeleeuwen. Het merendeel van het archeologisch erfgoed is onzichtbaar en is daardoor zeer kwetsbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen die met bodemingrepen gepaard gaan. Archeologische waarden zijn onvervangbaar en niet te compenseren. Daarom geeft de provincie het archeologisch erfgoed een duidelijke plaats in haar ruimtelijk beleid.

Om de bescherming van eventuele archeologische waarden voldoende te borgen heeft de gemeente Midden-Drenthe in haar bestemmingsplan Buitengebied aangegeven wat de archeologische verwachtingswaarde is van gebieden en behoort hier een protocol bij wanneer wel en wanneer niet archeologisch onderzoek hoeft plaats te vinden. Deze waarborg krijgt zijn juridische koppeling in de bestemmingsplanregels, waarbij aan de gronden archeologische dubbelbestemmingen worden toegekend met het bijbehorende pakket aan regels. In hoofdstuk 4 onder paragraaf 4.1 ‘Archeologie’ wordt uitvoerig ingegaan op het onderdeel archeologie en zodoende is de borging van deze kernkwaliteit zeker gesteld.

3.2.2 Ontwerp-Omgevingsvisie Drenthe

De ontwerpvisie, inclusief het voorstel tot wijziging van de POV, ligt van 30 januari tot en met 12 maart 2014 ter inzage.

Gedeputeerde Staten hebben het ontwerp voor de actualisatie van de Omgevingsvisie vastgesteld. Qua inhoud gaat het om een beperkte bijstelling. Aan de omgang met de kernkwaliteiten van Drenthe wordt meer uitwerking gegeven. De gebiedsvisie Wind en de gewijzigde natuurambities zijn in het stuk doorvertaald. Ook krijgt de ‘kernwaarde bedrijvigheid’ een betere plek in het document. Daarnaast stellen GS voor om de Ruimte-voor-ruimte regeling te verruimen.

(23)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 23 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Ten aanzien van voorliggend wijzigingsplan gelden geen nieuwe inzichten ten aanzien van het voornemen om het terrein te bestemmen tot Recreatie-Verblijfsrecreatie 1. De al aanwezige en benoemde kernkwaliteiten zijn in het ontwerp nog steeds van

toepassing en zijn al voorzien van een nadere reactie.

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe (vastgesteld 26 januari 2012)

In het bestemmingsplan buitengebied Midden-Drenthe is het recente (recreatie)beleid vastgelegd dat voorziet in een regeling wanneer en onder welke condities een

kleinschalig kampeerterrein kan worden bestemd tot een regulier kampeerterrein en daarbij behorende bestemming ‘Recreatie – Verblijfsrecreatie 1’.

De voorwaarden voor deze wijziging zijn verwoord in artikel 42, sub d van het

genoemde bestemmingsplan en zijn hieronder opgesomd, waarna de voorwaarden in relatie worden gesteld ten opzichte van Camping Vorrelveen.

Artikel 42, sub d.

De bestemming ter plaatse van kleinschalige recreatie wordt gewijzigd in Recreatie - Verblijfsrecreatie 1, met dien verstande dat:

1. de minimale oppervlakte van het bestemmingsvlak 1 ha is;

Camping Vorrelveen heeft in totaliteit een oppervlakte van circa 1,4 hectare en voldoet daarmee aan het criterium zoals verwoord onder punt 1.

2. rekening wordt gehouden met voorzienbare nieuwe infrastructuur (wandel- en fietspaden, knooppunten et cetera);

Voor Camping Vorrelveen geldt dat er geen sprake is van voorzienbare nieuwe infrastructuur waarmee rekening gehouden moet worden.

3. wordt voldaan aan de verplichte duurzame en bedrijfsmatige exploitatie, bijdrage aan de werkgelegenheid en aan de levendigheid van het platteland, ook voor eigen inwoners (toetsbaar met aantal beoogde voorzieningen zoals minimaal een

sportvoorziening en horeca, ondernemersplan en haalbaarheidsstudie);

Een duurzame en bedrijfsmatige exploitatie is er op dit moment al. De camping genereerde in 2012 een aantal overnachtingen van 2350. Gemiddeld genomen geldt voor een kleinschalig kampeerterrein een aantal van circa 940 overnachtingen. Het is gebleken dat er vraag is naar chalets op deze camping. Initiatiefnemer wil aan deze vraag tegemoet komen door in eerste aanleg 3 chalets en eventueel later nog eens 3 chalets te bouwen. Dit levert een extra toevoeging op aan de al aanwezige duurzame exploitatie. De chalets kunnen jaarrond worden gebruikt. Om de bestaande kwaliteit ook naar de toekomst toe te borgen zal het terrein niet volgebouwd worden met chalets.

4. uit een ondernemersplan blijkt dat dit economisch haalbaarheid is en de

recreatiefunctie een toegevoegde waarde heeft (vernieuwend of aanvullend) voor het bestaand toeristisch aanbod;

Initiatiefnemer heeft een ondernemersplan ingediend op basis waarvan is gebleken dat aan deze voorwaarden voldaan wordt.

(24)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 24 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

5. het recreatieterrein inclusief de parkeergelegenheid ten minste 50 m van de perceelgrens van buiten het bedrijf gelegen (bedrijfs)woningen is gesitueerd en er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven;

Het meest nabijgelegen agrarisch bedrijf met bijbehorende (bedrijfs)woning ligt op een afstand van circa 110 meter (afstand tot bouwvlak agrarisch bedrijf), er wordt voldaan aan de voorwaarde.

6. er geen significante gevolgen zijn voor de milieusituatie (toetsing aan de Wet geurhinder), natuurlijke (Natura 2000) en landschappelijke waarden (open gebieden, robuuste landbouwgebieden en EHS), de verkeersveiligheid en de

gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

In Hoofdstuk 4 van voorliggend wijzigingsplan is in voldoende mate onderbouwd dat er geen hinder uitgaat van de plannen van de camping ten opzichte van aspecten als geurhinder, Natura 2000 gebieden en de EHS. Er is daarnaast geen sprake van een robuust landbouwgebied. De verkeersveiligheid is niet in het geding, daartoe is de extra verkeer aantrekkende werking te gering. De camping wordt niet groter en neemt als zodanig ook geen gronden af van agrariërs in de omgeving.

7. er maatregelen moeten worden getroffen waardoor er gelet op de instandhoudingsdoelstelling geen significante gevolgen optreden voor de natuurbeschermingsgebieden, ter plaatse van de aanduiding 'speciale beschermingszone';

In de nabijheid van Camping Vorrelveen is geen sprake van een dergelijke ‘speciale beschermingszone’, zodat er vanuit deze voorwaarde geen belemmering is.

8. het recreatieterrein is gelegen op of aansluitend aan het bebouwde bouwperceel/blok om versnippering in het landschap te voorkomen;

Voor Camping Vorrelveen geldt dat het recreatieterrein is gelegen aansluitend aan het bebouwde perceel.

9. op het eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid (per standplaats, bouwwerk en bed & breakfastkamer een parkeerplaats);

In de nieuwe situatie zijn er maximaal 26 reguliere parkeerplaatsen beschikbaar waarvan 4 voor campers. In totaal 22 plaatsen voor de camping verminderd met 3 voor de chalets die als eerste worden gebouwd (en mogelijk in de toekomst nog eens 2 a 3).

In de bestaande situatie waren er al voldoende parkeerplaatsen aanwezig en beschikbaar voor de camping. In de beoogde nieuwe situatie krijgen de chalets hun eigen parkeerplaats achter de schuur, ter hoogte van de vroegere mestsilo. Op de hierna opgenomen weergave zijn de diverse parkeerplaatsen te zien, waarbij opgemerkt dat bij de chalets het parkeren zelf plaatsvindt.

(25)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 25 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

10. uit een landschap-inpassingsplan blijkt dat de parkeervoorzieningen goed zijn ingepast en de aantrekkelijkheid van het platteland wordt gewaarborgd en de uitvoering van landschappelijke inpassingsmaatregelen wordt gegarandeerd;

De gemeente heeft aangegeven dat de camping reeds goed landschappelijk is ingepast.

11. de bestemmingen zich overigens niet verzetten tegen de nieuwe functie, bijvoorbeeld bij de aanduidingen ter bescherming van natuurgebieden en waardevolle essen en de bestemming Agrarisch met waarden – 3;

Er is geen sprake van een nadere aanduiding ter bescherming van natuurgebieden en waardevolle essen. Ook is het gebied rondom maar ook van het terrein zelf niet bestemd als Agrarisch met waarden – 3.

Het verzoek voldoet aan de gestelde voorwaarden en is als zodanig in

overeenstemming met de wijzigingsbepaling zoals opgenomen in artikel 42, sub d van het bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe.

Resumerend kan worden gesteld dat het verzoek in overeenstemming is met het geldende beleid, waarbij opgemerkt dient te worden dat het Rijksbeleid geen directe doorwerking heeft op dit lokale niveau.

(26)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 26 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

4 Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Ruimtelijke plannen kunnen van invloed zijn op de omgeving. Anderzijds kan ook de zichtbare en soms niet zichtbare omgeving van invloed zijn op de uitvoerbaarheid van de voorgenomen plannen. In dit hoofdstuk worden de omgevingsfactoren beschreven.

Daarnaast wordt per omgevingsfactor beoordeeld wat de invloed op het plan kan zijn.

4.1 Archeologie

4.1.1 Aanleiding en doel

De toenemende bedreiging van het archeologische erfgoed in heel Europa, niet alleen door natuurlijke processen of ondeskundig gebruik van het bodemarchief, maar ook door ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening, gaf aanleiding voor het in 1992 door de Europese lidstaten ondertekende Verdrag van Valletta. Dit verdrag wordt ook wel het Verdrag van Malta genoemd.

Doel van het archeologisch (voor)onderzoek is het waar nodig beschermen van archeologische waarden en het streven naar behoud van de waarden in de bodem (in situ). De essentie van het archeologisch (voor)onderzoek is het verkrijgen van

gegevens over de archeologische resten in de bodem teneinde in een vroeg stadium een goede afweging te kunnen maken van alle bij een ruimtelijk besluit betrokken belangen.

(bron: www.rijksoverheid.nl) 4.1.2 Doorwerking naar het plan

Op basis van het bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe blijkt dat binnen het plangebied een strook van 15 m breed en 100 m diep (het westelijke deel) de gronden zijn ‘dubbel-bestemd’ ten behoeve van Waarde – Archeologie 2. In deze gebieden is archeologisch onderzoek nodig bij een ruimtelijke ingreep die groter is dan 1.000 m2 én dieper is dan 0,30 meter. Het gebied waar Camping Vorrelveen zich feitelijk bevindt, dus ook waar de chalets zijn geprojecteerd, liggen niet in een dergelijk

archeologiegebied, hier is geen nader archeologisch onderzoek nodig. Mocht in de toekomst toch blijken dat hier chalets worden gebouwd en waarbij de ruimtelijke ingreep uitkomt boven de onderzoeknorm (1000 m2 én dieper dan 0,30 m) zal daartoe een nader archeologisch onderzoek nodig zijn. De waarborg hiervan bevindt zich al in het wijzigingsplan via de regels en de koppeling daarvan met het ‘moeder-

bestemmingsplan’. Hieronder de uitsnede van de bestemmingsplan-verbeelding van het Buitengebied Midden-Drenthe.

(27)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 27 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

4.2 Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) 4.2.1 Aanleiding en doel

Bij het transport, de opslag en bij het be- en verwerken in bedrijven van gevaarlijke stoffen, maar ook nabij luchthavens bestaat de kans op ongevallen waarbij slachtoffers vallen die niet bij de activiteit betrokken zijn. Personen die in bedrijven werken worden door de wetgeving rond arbeidsomstandigheden beschermd. Personen die zich buiten (extern) de bedrijfsgrens bevinden worden beschermd door wet- en regelgeving voor externe veiligheid. De vuurwerkramp in Enschede van mei 2000 heeft geresulteerd in een formalisering en deels aanscherping van wet- en regelgeving om het risico van dergelijke ongevallen te beperken.

Het doel van de toets op externe veiligheidsaspecten rond ruimtelijke plannen is na te gaan welke risico’s de voorgenomen ontwikkelingen met zich brengen. Dit om de mogelijkheid te bieden een externe veiligheidssituatie te creëren die voldoet aan de behoeften. Daartoe kan het ruimtelijk initiatief of specifieke wijze worden ingevuld en kunnen eventuele aanvullende maatregelen worden getroffen.

Het externe veiligheidsonderzoek richt zich eerst op het plaatsgebonden risico. Dit geeft een beeld van de ruimtelijke verdeling van de hoogte van de risico’s rond een bron.

Vervolgens wordt nagegaan wat de hoogte van het groepsrisico is. Dit geeft inzicht in de aantallen personen die bij een ongeval kunnen worden betrokken. Als er sprake is van groepsrisico, als een ongeval tot meer dan 10 dodelijke slachtoffers kan leiden, moeten risicogegevens worden verzameld, moet een advies over het voorgenomen initiatief aan de regionale brandweer worden gevraagd en is de initiatiefnemer verplicht de veranderingen in het groepsrisico door de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling te

verantwoorden.(bron : www.rijksoverheid.nl) 4.2.2 Doorwerking naar het plan

Het Besluit richt zich primair op inrichtingen zoals bedoeld in de Wet milieubeheer. In artikel 2, lid 1 van het Bevi staan de inrichtingen genoemd waarop het besluit van toepassing is. Deze inrichtingen brengen risico’s met zich mee voor de in de omgeving aanwezige risicogevoelige objecten. Een camping is geen risico-veroorzakende inrichting, tenzij er sprake is van de aanwezigheid van een propaantank groter dan 13 m3, dit is hier, voor zover bekend, niet aan de orde. Echter, een camping wordt op basis van het Bevi wel aangemerkt als ‘kwetsbare objecten’, zodat ook beoordeeld dient te worden of zich in de nabijheid van het perceel inrichtingen of transportleidingen bevinden die van invloed zijn of kunnen zijn op het ruimtelijk initiatief. Hiertoe is een check uitgevoerd aan de hand van de risicokaart van Drenthe. Dit levert het volgende beeld op.

(28)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 28 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Er bevinden zich in de nabijheid geen zogeheten Bevi-inrichtingen die van

(belemmerende) invloed zijn. Nader onderzoek naar externe veiligheid is niet nodig.

4.3 Bodem

4.3.1 Aanleiding en doel

De mens gebruikt de bodem op vele manier, voor bijvoorbeeld woningbouw, landbouw, aanleg van wegen en winning van grondstoffen. Om te zorgen dat dit ook in de

toekomst mogelijk blijft, is een duurzaam beheer van de bodem belangrijk. Doordat de mens al vele eeuwen gebruik maakt van de bodem heeft hij overal sporen

achtergelaten. Deze sporen zijn terug te zien in het landschap en te vinden op en in de bodem. Door bodemsanering worden de ernstige chemische verontreiniging van de bodem aangepakt. Bescherming van de bodem betekent bovendien het voorkomen dat schone grond verontreinigd raakt en het rekening houden met de eigenschappen van de bodem.

Het doel van de bodemtoets bij ruimtelijke plannen is de bescherming van de bodem.

Een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de bodem geschikt is voor de geplande functie en of sprake is van een eventuele saneringsnoodzaak.

Artikel 9 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat in het bestemmingsplan rekening gehouden moet worden met de bodemkwaliteit ter plaatse. De reden hiervoor is dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging van groot belang kan zijn voor de keuze van bepaalde bestemmingen en/of voor de uitvoerbaarheid van het

bestemmingsplan. De bodemtoets moet worden uitgevoerd bij het wijzigen of opstellen van een bestemmingsplan.

(29)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 29 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

4.3.2 Doorwerking naar het plan

In het bestemmingsplan dient aangegeven te worden wat de kwaliteit van de bodem ter plaatse van het plangebied is. Tevens dient, op basis van de Mor (Ministeriële regeling omgevingsrecht), bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen een rapportage van een recent uitgevoerd verkennend bodemonderzoek toegevoegd te worden. Voor verkennend bodemonderzoek op een locatie wordt de norm NEN 5740 gehanteerd (onderzoeksstrategie voor verkennend bodemonderzoek).

De bodemonderzoeksplicht geldt alleen voor bouwwerken waarvoor:

 Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist;

 waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend (twee of meer uren per dag) mensen zullen verblijven;

 die de grond raken;

 waarvan het bestaande gebruik wijzigt (interne verbouwing);

 die niet naar aard en omvang gelijk zijn aan een bouwwerk genoemd in het Besluit bouwwerken;

 waarvan geen reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten aanwezig zijn;

 die geen tijdelijk bouwwerk betreffen waarbij uit het vooronderzoek blijkt dat de locatie onverdacht is.

Ter plaatse is sprake van een bestaande camping. Op basis van gegevens van het Bodemloket is gebleken dat in het verleden een bovengrondse dieseltank aanwezig is geweest. Deze is verwijderd. De grond is schoon, er hoeft geen nader verkennend bodemonderzoek plaats te vinden. Hieronder een uitsnede van het bodemloket.

(30)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 30 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

4.4 Flora en Fauna 4.4.1 Aanleiding en doel

Het beschermen, ontwikkelen en beheren van natuurgebieden is niet altijd genoeg om de verscheidenheid aan planten- en diersoorten in stand te houden. Bovendien komen veel soorten ook buiten natuurgebieden voor. De Flora- en Faunawet regelt de

bescherming van planten- en diersoorten.

De Flora- en Faunawet beschermt soorten, niet individuele planten of dieren, om te voorkomen dat het voortbestaan van de soort in gevaar komt. Alle soorten hebben een eigen rol in het ecosysteem en dragen bij aan de biodiversiteit.

Doelstelling van de Flora- en Faunawet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is het Nee, tenzij. Dit betekent dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. Heel vaak gaan activiteiten en de bescherming van soorten prima samen. Soms is het optreden van schade aan beschermde dieren en planten echter onvermijdelijk. In die situaties is het nodig om vooraf te bekijken of hiervoor een vrijstelling geldt, of dat een ontheffing moet worden aangevraagd.

In de Flora- en Faunawet geldt een verbod op activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten. De wet spreekt niet van (ruimtelijke) plannen. Op basis van de onderzoeksplicht (Wro) en de plicht tot het vaststellen van een uitvoerbaar plan dient bij het maken van bestemmingsplannen beoordeeld te worden of er belemmeringen aanwezig zijn voor verlening van een eventuele ontheffing voor de activiteiten in het plan.

In 2005 is met het gewijzigde Besluit vrijstelling beschermde dier- en platensoorten het beschermingsregime versoepeld. Met deze aangepaste regelgeving is niet meer altijd een ontheffing nodig voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte.

Voor regulier voorkomende werkzaamheden en ruimtelijke ontwikkelingen geldt nu een vrijstellingsregeling.

(bron : www.rijksoverheid.nl) 4.4.2 Doorwerking naar het plan

Bij elk ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet.

Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

Met betrekking tot de gebiedsbescherming gaat het om de bescherming van gebieden die zijn aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en/of om gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied.

Hierna is zichtbaar gemaakt of zich dergelijke natuurgebieden bevinden in de nabijheid van het plangebied.

(31)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 31 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Vanuit een eerste toets via www.synbiosys.alterra.nl blijkt dat zich in de nabijheid van het plangebied zowel onderdelen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bevinden (de groene gebieden) als ook Natura 2000 gebied (Drents-Friese Wold, rode gebieden).

De afstand tot aan deze gebieden is circa 1,5 kilometer. Er wordt voorzien in de bouw van in eerste aanleg 3 chalets en mogelijk in de toekomst nog eens 3 chalets die niet als milieuhinderlijk zijn aan te merken op deze waardevolle natuurgebieden, zodat er vanuit de gebiedsbescherming geen hinder aanwezig is en er ook geen nader

onderzoek hoeft plaats te vinden. Ook bij een volledige benutting van de capaciteit om chalets te bouwen is geen sprake van invloed op gebiedsbescherming, omdat er geen sprake is van een milieubelastende activiteit ten opzichte van het hebben van even zovele reguliere kampeermiddelen.

Soortenbescherming

Naast de gebiedsbescherming is er ook nog de zogeheten ‘soortenbescherming’ uit de Flora- en faunawet. De Flora- en faunawet is gemaakt om planten- en diersoorten die vrij in het wild leven te beschermen. Ongeveer 500 van de 36.000 soorten die in Nederland voorkomen vallen onder de bescherming van deze wet. Om deze kwetsbare soorten te beschermen bevat de Flora- en faunawet een aantal verbodsbepalingen.

Onder bepaalde voorwaarden mogen de activiteiten wel doorgaan.

Het is verboden:

1. Beschermde inheemse plantensoorten te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enig andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen;

2. Beschermde inheemse diersoorten te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen opzettelijk te verontrusten;

3. Van beschermde inheemse diersoorten de nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren, de eieren te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.

(32)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 32 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Van belang is om na te gaan of door middel van voorliggend wijzigingsplan één van deze verbodsbepalingen aan de orde is. De te realiseren chalets zijn voorzien op gronden die momenteel al verhard zijn en ook voor het overige geen voor de flora- en fauna waardevolle waarden omvatten omdat het in gebruik is als grasland en enkele regulier voorkomende struiken. Ook als het volledige terrein ingericht zou gaan worden met chalets worden deze geprojecteerd op goed onderhouden grasland, zodat

eventuele beschermde dier- en plantensoorten geen kans krijgen om zich permanent te vestigen.

4.5 Geluid

4.5.1 Aanleiding en doel

Geluid kan hinderlijk en schadelijk voor de gezondheid zijn. Zo kunnen hoge

geluidsniveaus het gehoor beschadigen. Maar ook verstoring van de slaap kan op de

(33)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 33 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

lange duur slecht zijn voor de gezondheid. In Nederland zijn afspraken gemaakt over wat acceptabele geluidsniveaus zijn en wat niet (de geluidsnormen).

Op Europees niveau is het voornaamste doel op het gebied van geluidshinder dat niemand wordt blootgesteld aan geluidsniveaus die zijn of haar gezondheid en de kwaliteit van zijn of haar bestaan in gevaar brengen.

Voor de bestrijding van geluidshinder kunnen verschillende soorten maatregelen worden getroffen: bestrijding van geluid aan de bron, bijvoorbeeld stillere auto's, stillere wegdekken, het verkeersluw maken van straten, het zachter zetten van de stereo, het dempen van de piano. Maatregelen tussen bron en ontvanger; bijvoorbeeld het plaatsen van een geluidsscherm of -wal of een betere muurisolatie tussen woningen.

Maatregelen aan de kant van de ontvanger; meestal gaat het dan om het aanbrengen van (extra) geluidsisolatie aan de woning en het rekening houden met

geluidsnormeringseisen bij het ontwerpen van woningen.

Het doel van het akoestisch onderzoek bij ruimtelijke plannen is het voorkomen van geluidshinder bij geluidsgevoelige objecten (scholen, woningen, etc.) door het aanhouden van voldoende afstand ten opzichte van geluidsproducenten (industrie, railverkeer etc.) of het treffen van andere maatregelen.

De eventuele verplichting tot uitvoering van een akoestisch onderzoek is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh bevat geluidnormen en richtlijnen over de

toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een

bestemmingsplan of het nemen van een projectafwijkingsbesluit indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt.

Het eventuele akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke

voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen.

4.5.2 Doorwerking naar het plan

Voorliggend wijzigingsplan voorziet in het positief bestemmen van een reguliere camping. Er is geoordeeld indien er sprak is of kan zijn vanuit de omgeving naar de camping en vanuit de camping naar de omgeving.

Van buiten (weg Vorrelveen) naar binnen (Camping Vorrelveen)

Van belang hierbij is om te beoordelen welke onderdelen van de camping eventueel als geluidsgevoelig worden aangemerkt vanuit de Wet geluidhinder. Vanuit de Wet

geluidhinder bezien is alleen de (bedrijfs)woning als geluidsgevoelig aan te merken.

Deze bedrijfswoning is aan te merken als een bestaande situatie. In verband met deze bestaande aanwezigheid in de geluidszone van de weg Vorrelveen hoeft hier geen nader akoestisch onderzoek voor plaats te vinden. De camping is niet aan te merken als geluidsgevoelig object.

Ten aanzien van de chalets is gebruik gemaakt van de kennissite van Infomil. Deze geeft over dergelijke voorzieningen het volgende aan.

(34)

Gemeente Midden-Drenthe Blad 34 van 45

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Maart 2014

Vorrelveen 10 te Beilen Versie 01

Recreatiewoningen/vakantiewoningen/motel/hotel

Hotels, recreatiewoningen en kantoren zijn niet geluidsgevoelig in het kader van de Wet geluidhinder. Vakantiewoningen die naar hun aard niet bestemd zijn voor bewoning in de zin van de Wet geluidhinder doch voor recreatief verblijf hoeven niet bij de

besluitvorming te worden betrokken. ABRvS 30 mei 2000, nr. 199901166/1,Geluid, september 2000

Op bassi van deze uitspraak zijn de chalets niet aan te merken als geluidsgevoelige objecten. Vanuit de Wet geluidhinder bezien is geen akoestisch onderzoek nodig.

Op dezelfde site (INFOMIL) staat echter ook:

Bij de afbakening van geluidsgevoelige functies die niet door de Wgh worden beschermd kan in eerste instantie worden aangesloten bij de geluidsgevoelige gebouwen en terreinen van de Wgh. Echter, in specifieke situaties, zullen in het kader van een goede ruimtelijke ordening, ook andere functies beschouwd moeten worden.

Voorbeelden hiervan zijn begraafplaatsen en recreatiewoningen. Als voorbeeld hiervan kan de uitspraak ABRvS d.d. 29 februari 2012, nr. 201002029/1/T1/R2 dienen over recreatiewoningen:

"Niet in geschil is dat de in het plan voorziene 350 recreatiewoningen weliswaar geen bescherming genieten ingevolge de Wet geluidhinder, maar dat dit niet betekent dat de recreatiewoningen in het geheel geen bescherming tegen geluidhinder toekomt. Gezien het feit dat de toegekende bestemming "Recreatie-Verblijfsrecreatie" onder andere nachtverblijf toestaat, is naar het oordeel van de Afdeling sprake van een situatie waarin met een zekere regelmaat en gedurende langere tijd personen zullen verblijven in de recreatiewoningen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening komt daarom aan de recreatiewoningen een zekere mate van bescherming tegen geluidhinder toe."

Uit deze uitspraak blijkt dat in principe "elke situatie waarin met een zekere regelmaat en gedurende langere tijd personen zullen verblijven" als geluidgevoelig beschouwd kan worden. Dit betekent overigens niet dat deze situaties meteen grondig beschouwd dienen te worden of een hoog beschermingsniveau tegen geluid verdienen. Het geeft wel aan dat de motivering "een functie is niet geluidgevoelig" een te magere motivering is.

CONCLUSIE

De weg (Vorrelveen) heeft een dermate lage verkeersintensiteit kent dat er geen sprake is van aantasting van een aangenaam verblijfsklimaat of verstoring van nachtrust.

Van binnen (camping) naar buiten (woningen van derden)

Het is daarnaast van belang te beoordelen in hoeverre er (bedrijfs)woningen van derden geluidshinder kunnen ondervinden van de camping. Daartoe is het van belang te weten welke normafstand er in algemene zin geldt voor campings ten opzichte van woningen op basis van het milieuaspect geluid. Daartoe is gebruik gemaakt van de VNG-Reeks ‘Bedrijven en Milieuzonering’. Volgens deze publicatie ‘Bedrijven en Milieuzonering’ geldt voor een "kampeerterrein, vakantiecentra e.d. (met keuken)" een afstand van ten minste 50 meter voor geluid ten opzichte van woningen van derden.

Van belang is dus om na te gaan of er woningen van derden zijn gelegen binnen een straal van 50 meter afstand vanaf de grens van Camping Vorrelveen. De meest

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daar waar gesproken wordt over de krimpende markt waar het kamperen betreft, wordt de tekst aangepast. Daar waar gesproken wordt over de begripsbepaling mobiel kampeermiddel

Echter, een dergelijke vergunning kan worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan

Voor de agrarische bedrijven geldt dat binnen het bouwvlak bij afwijking en binnen de bestemming Agrarisch ook tot op zekere hoogte bij recht kassen kunnen

• Doel: vooraf beleid formuleren. • Vertalen

Het activiteitenoverzicht 2022 van Actium gaat in op de onderwerpen die belangrijk zijn voor ons en onze klanten en op de actuele thema’s voor de gemeente

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 4.2.1 onder a, wint het advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet

De wet R.O. en het bestemmingsplan buitengebied. Tevens zijn uitgebreide eisen gesteld aan het voor- bereidend onderzoek en aan de procedure van totstandkoming. Voor het