• No results found

De langste polonaise... van de Wetstraat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De langste polonaise... van de Wetstraat"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

U mag het geloven of niet, beste lezer(es), maar we beleven alweer een “cruciale week” in de Wetstraat. Want de Rode Ridder zet vastberaden de strijd verder voor de harten en de zielen van de onderhandelaars! Vijf maanden na de verkiezingen blijft Vande Lanotte proberen om “alle neuzen in dezelfde richting te krijgen”. In het Sport- paleis in Antwerpen kon men het voorbije weekeinde al uit de bol gaan bij het dansen van de langste polonaise. In de Wetstraat rijgen de dagen zich ook in recordtempo aan elkaar, maar daar lukt de paringsdans veel moeilijker. Volgens rode Johan is er nochtans hard gewerkt “om het vertrouwen te herstellen”. Het cliché klinkt hoe langer hoe hol- ler, want de dansers volgen nog steeds hun eigen ritme en het onverzoenlijke blijft even onverzoenbaar als voorheen. Het gaat er nog altijd om wie de uitputtingsslag het lang- ste volhoudt en de ander als zondebok van de dansvloer kan stoten. De rest is daar- aan ondergeschikt, en alleen wie nog in sprookjes gelooft, ziet een gunstige ontknoping voor dit dit verhaal.

We weten dat Vande Lanotte bemiddelaar is geworden bij de gratie van de PS en van La Cour/Het Hof. We weten dat er op zijn opdracht

geen timing is gekleefd, in tegenstelling met de tien dagen waarop De Wever (de koninklijke éclair, aldus de N-VA-top zelf) zijn verduidelijkingsklus moest kla- ren. We weten dat de gemeenschappelijke socialisti- sche actie gezworen heeft de N-VA te zullen kraken, al dan niet in nauwe samenwerking met het ACW. Uit een interview met Elio Di Rupo op RTL-TVI onthou- den we dat de PS-leider ‘verwacht’ dat Vande Lanotte rond 22 november een compromisvoorstel op tafel zal leggen, terwijl hij zelf geen enkele opening maakt.

Het zal dus de N-VA zijn die de bonen moet vreten en Vande Lanotte doet hard zijn best om in de media te laten doorschemeren dat hij al een paar ‘akkoord- jes’ op zak heeft. Eerst pakte De Morgen uit met het bericht dat de regeling voor de kinderbijslag rond was, en enkele dagen later meldde De Standaard ‘dat de vorming van een nieuwe regering stilaan iets meer momentum krijgt’. De Tijd bleef er het nuchterste bij, en oordeelde correct dat de nota’s die de bemiddelaar aan de betrokken partijen heeft overhandigd, slechts werkdocumenten zijn die tot stand kwamen na afzon- derlijke contacten met de partijvoorzitters.

De huiscommentator van de VRT, Carl Devos, merkt op dat Vande Lanotte heel langzaam probeert te masseren ‘tot er hopelijk voldoende verworvenhe- den zijn die men niet graag laat schieten’. Toch komt volgens hem het moment van de waarheid dichterbij, het moment namelijk dat de verschillende partijen de

becijfering van elkaars voorstellen in handen zullen krijgen - op basis van berekeningen door de Nationale Bank, het Planbureau en de Bende van Zes Professoren. Devos zelf blijft wat omzichtig in zijn analyse, maar heeft toch ook al begrepen dat de Franstaligen voor iedere toename van de fiscale autonomie van de deelstaten (of deelgebieden) een financiële compensatie zullen eisen. Misschien veranderen de regels van het spel, maar ze zullen er de rekening voor presenteren, en als er al van responsabilisering sprake zal zijn, dan kan die nog altijd twintig jaar worden uitgesmeerd in de tijd.

Intussen blijft de grote vraag: quid N-VA? Gaat die partij zich uiteindelijk toch laten lijmen met een morsig compromis, genre wat schuiven met miljarden die men dan op Vlaams niveau mag uitgeven terwijl bijvoorbeeld de kernbevoegdheden van het arbeids- marktbeleid en de gezondheidszorg federaal blijven en de kinderbijslag in Brussel toch in handen zou komen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie? De N-VA mag zich stilaan de nodige zorgen beginnen maken op haar “zuidflank” als er niet spoedig de gewenste duidelijkheid komt. Wij hebben weliswaar genoteerd uit de mond van Bart de Wever dat zijn nota van 17 oktober zijn minimumbod was, ook al werd die door de Franstaligen onmiddellijk aan flarden geschoten. We hebben hem op 3 november op de radio horen verklaren dat er zwaar moest worden ingezet op financiële verantwoordelijkheid, en - wij cite- ren de opname op de webstek van de openbare omroep:

‘Als je door die discussie niet doorgeraakt, denk ik dat het een feitelijke vaststelling is dat je aan het einde van het verhaal bent gekomen. Je kan niet eeuwig bemiddelaars blijven uitsturen die over hetzelfde gaan, je kan niet blij- ven crashen en weer opstaan, en dan komt het moment dat je moet zeggen: dan gaat het niet.’

De druk op de N-VA moet worden aangehouden, hoe- wel wij heel goed beseffen dat de keuze verscheurend kan zijn: Vande Lanotte en c° belijden met de mond dat de N-VA mee in de regering moet zitten, terwijl ze in wezen de N-VA er zonder pardon af willen rijden.

Door neen te zeggen, zou de N-VA La Cour/Het Hof en de PS een grote dienst bewijzen en dat is uiter- aard geen aantrekkelijke optie. Maar is het uitgangspunt niet altijd geweest: liever geen akkoord dan een slecht akkoord?

Denk eraan: om de tango te dansen, moet je met twee zijn! Maar ziet u het al voor u: De Wever en Di Rupo op de dansvloer, bezig krampachtig te proberen de tango te dansen.

Een schoonheidsprijs zal dat nooit krijgen!

De langste polonaise... van de Wetstraat

Deze week :

• Om iets kapot te koken: het recept van Vandela 2

• Kris Peeters: koud gepakt 3

• Harry van Oers vertelt 5

• Diepdonkere Harry Potter 10

• Doping: de plaag die zichzelf overleeft 15

• MBM in kleur (primeur!) 16

Plankzeil als de bliksem naar www.pallieterke.info

65

ste

jaargang • nummer 46 • woensdag 17 november 2010 1,85 euro

(2)

De dingen dezer dagen 2

17 november 2010

Rondetafel van de zelfverloochening

Een ploeg “experten” kwam dus na een vol jaar intense studie aan “Rondetafels van de Interculturaliteit” tot een reeks aanbe- velingen waarvan allicht alleen al de lec- tuur het leeuwenaandeel van de bevolking misselijk heeft gemaakt. De besluitvorming van de rond de tafel van de zelfverlooche- ning samengetroepte “experten” komt er op neer dat de “authentieke Belgen” er goed aan doen om afstand te doen van de eigen cultuur. Wie een andere verklaring vindt voor de aanbeveling om de officiële feestdagen van Paasmaandag, Pinksteren, O.H. Hemelvaart, O.L.V. Hemelvaart en Allerheiligen af te voeren en te vervangen door “twee religieuze feestdagen naar vrije keuze”, een Internationale Vrouwendag, een Dag tegen het Racisme én een Werelddag van de Culturele Diversiteit, mag dat altijd laten weten.

Nog even verder “intercultureel” en zelf- verloochenend rondetafelend op het religi- euze platform dachten de “experten” ook te mogen stellen dat de hoofddoek moet kunnen in openbare diensten en op school vanaf de hogere cyclus middelbaar onder- wijs. In de lagere cyclus, zo menen ze, kan er dwang bestaan voor het dragen van de hoofddoek.

De dag van het bekendmaken van de

“aanbevelingen” in de regimekranten en de dagen daarna heb ik tevergeefs gezocht naar een kritisch opiniestuk over die nieuwe sla- gen voor het “eigen volk”. Alleen Jan Segers stelde in Het Laatste Nieuws “dat we niet te snel moeten steigeren als pakweg de feest- dag van Pinksteren of Hemelvaart over boord gaat, maar dat het rapport verder leest als een eenzijdig “mea culpa” van “ons”

tegenover “hen”, en als één groot eisenpak- ket”. In het voordeel van wie hoefde hij voor niemand te verduidelijken.

Pittig detail

De “experten” bogen zich aan de rondeta- fel van de zelfverloochening over nog andere

vormen van problematiek dan religieuze. Ze verpakten in andere aanbevelingen het plaat- sen van camera’s in politiecombi’s en cellen

“om politiegeweld uit te sluiten”.

En in nog andere het anoniem sollicite- ren voor een job én quota voor aanwerving van allochtone werkkrachten. Om boven- dien te bewijzen dat ze van alle markten zonder onderscheid thuis zijn, werd in het pakket aanbevelingen ook het “verwijde- ren van namen die mensen uit de voorma- lige kolonies kwetsen” opgenomen. Het lef om een kat een kat te noemen en dus ronduit Leopold II te zeggen konden/wil- den de “experten” duidelijk niet opbren- gen. Ze hadden dat lef wel om de liquidatie van Pasen tot Allerheiligen te benoemen zodat ik me niet van de indruk kan ont- doen dat dit de belangrijkste aanbevelin- gen waren in het verdere aanprijzen van het linkse “weg met ons”-handboek.

Als de lectuur van de aanbevelingen al misselijk makend was, zal dat gevoel er bij “de mensen” niet op achteruit gaan als ze vernemen dat de gangmaakster achter de “Rondetafel voor de Interculturaliteit”

cdH-minister Joëlle Milquet heet. Vroe- ger, toen de Franstalige christendemocra- ten nog voor de C van durfden uitkomen, heette die partij Parti social chrétien, maar Madame Non zei ook “non tegen de C en dus werd het cdH. Ze zou haar par- tij misschien beter CDHI heten, Centre démocrate, humaniste et islamique. Laar dat is eigenlijk een contradictio in termi- nis, want de islam is democratisch noch humanistisch.

Pittig detail nog was de aanwezigheid van prins Filip van de nochtans als diep christelijk bekend staande Coburgers op de voorstelling van de resultaten van de

“interculturele Rondetafel”. Wat zou tante Fabiola daarvan denken?

Noemenswaardige reacties van poli- tieke partijen op de jongste duiding rich- ting “nieuwe orde” kwamen er niet. ,Met uitzondering van Vlaams Belang dat gehakt maakte van de aanbevelingen.

Voorzitter Bruno Valkeniers sprak onder andere onomwonden over “de neu- traliteit van de overheid die moet wijken voor de vrijheid van hoofddoekdracht, terwijl onze normen inzake dierenwelzijn geofferd worden op het altaar van de reli- gieuze voorschriften van de islam.” En hij vroeg zich schamper af waarom er in het rapport niet meteen ook een aanbeve- ling was opgenomen voor het opstarten van een nieuwe tijdrekening? Of het inlas- sen van een Intergalactische Dag van de Migrant?

D. Mol Stel dat een ploeg “experten” na een jaar intense studie tot de aanbeveling voor de overheden komt om de in de aanloop naar het Offerfeest de gebruike- lijke slachtpartijen op weerloze schapen af te schaffen. De kans zit er met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in dat de regimemedia dan zendtijd en bladzijden te kort zouden komen om een aanslag op de vrijheid van godsdienst en op een harmonieus verder samenleven van “culturen” aan te klagen.

Natuurlijke waterbehandeling voor huishoudelijk en professioneel gebruik.

Gezond, smakelijk licht mineraal water voor minder dan 0,03 euro/liter.

AQUA-VITAE

AQUA-VITAE bvba

Kouterdreef 45 s 2800 Mechelen 015-20 66 96 s aquavitae@telenet.be

Koken voor mensen met veel tijd

We kennen weinig van basketbal. Even weinig zelfs als Vande Lanotte, als we Koen Meulenaere in Knack mogen geloven. Die fileerde de Oostendse wonderboy vakkun- dig in zijn rubriek, maar is met die kritische houding wel zowat een unicum in de Vlaamse pers. We moeten dringend eens naar een match van BC Telenet Oostende, waar Vande Lanotte ‘vicepresident’ is, gaan kijken. Niet om onze kennis van die sport op te drijven, daarvoor gaan we beter naar Charleroi of Bergen waar wel geregeld gewonnen wordt.

(Tiens, hebben socialisten iets met basket?) Neen, maar het zou ons niet verbazen dat de business seats bij BC Telenet Oostende helemaal gevuld zijn door journalisten. Er moet toch een verklaring zijn voor het feit dat Vande Lanotte zo met lof wordt over- stelpt in onze pers.

Vriend en vijand zijn het er over eens dat hij goed werk levert; de eerste deelakkoor- den zijn afgesloten; hét momentum van de onderhandelingen is terug dankzij Johan, de rode ridder. Als we onze schrijvelaars mogen geloven, zit er dus weer vaart achter.

Tja, de eerste deelakkoorden? Wisten we niet van Paul Magnette dat de nota-De Wever voor 90% op de goedkeuring van de PS kon rekenen? Knap werk van Vande

Lanotte om dan nu al (?) deelakkoorden uit te werken.

Rekenwerk

Mooi stukje op de voorpagina van De Mor- gen van voorbije weekeinde. Daarin lezen we dat de bemiddelaar ook justitie wil regiona- liseren. Ook geen verrassing, want de voor- stellen van De Wever borduurden voort op oude ideeën van Renaat Landuyt, als we ons niet vergissen een SP.a’er. Maar de slotzin- nen zijn de moeite: “Over de nota is nog geen akkoord. De tekst gelijkt zeer op die van ver- duidelijker Bart de Wever (N-VA). De explo- siefste punten, financieringswet en B-H-V, zijn er wel uitgelicht.”

Er is dus eigenlijk nog geen akkoord over een nota waarin met geen woord wordt

gerept over de essentiële 10% uit De Wevers werkstuk waaraan de PS aanstoot nam.

Als we het allemaal goed begrepen heb- ben, mochten alle partijen een voorstel voor de financieringswet indienen. De gevolgen daarvan werden dan berekend door de Nati- onale Bank en het Planbureau. Een commissie van zes bollebozen terzake zou dat huiswerk dan nog eens gaan narekenen. Dan krijgen de partijen een rapport, waarop wordt voort gewerkt. Moeilijk kan dat allemaal niet zijn, denkt een mens dan. De Wever stelt een model op in één week tijd. De PS had enkele uren tijd om in detail de gevolgen van de voorstellen van De Wever te berekenen en af te schieten. Herinner u Di Rupo’s verde- diging van de snelheid waarmee zijn partij te werk ging. Het kwam hier op neer: wij zijn geen amateurs, hé, we verzamelden met twintig specialisten op ons partijhoofdkwar- tier en vlogen als gek op de nota toen die bin- nen kwam. Een uur of twee later wist de PS dat het op niks trok. Frank Vandenbroucke werkt liever alleen, dat is geweten. Die had dan ook een kleine twee dagen nodig om de details uit te dokteren.

Schraal menuutje

Maar als de door iedereen gerespecteerde en zowat beëdigde specialisten aan het werk gaan, dan zijn er weken nodig om op te tel- len en af te trekken volgens de regels van de kunst. Vreemd?

Natuurlijk niet. Het gaat ook helemaal niet over rekenwerk. Om De Morgen nog eens te citeren: “Insiders geven aan dat elk model dat een zekere responsabilisering inhoudt, onvermijdelijk betekent dat Wallonië aan- vankelijk slechter af is dan Vlaanderen. (...) Of de financieringswet zorgt voor een ver- regaande responsabilisering van de deelsta- ten, of ze houdt elke deelstaat minstens even rijk.” Ofwel geeft N-VA toe, ofwel de PS. Zo eenvoudig is dat. Met correct of fout reken- werk heeft dat weinig te maken.

Kookboeken zijn erg in, zoals de boeken- beurs nog eens aantoonde. Stevaert schreef er ooit een. Vande Lanotte komt binnenkort ook op de proppen met ‘SOS België - koken voor mensen met veel tijd’. Eén recept wil- len we hier al verklappen.

Je neemt de balletjessoep die iemand anders al heeft klaargemaakt. Daar voeg je een serieuze scheut water aan toe, dan laat je het brouwsel - nu een soort waterzooi - langdurig koken, tot de balletjes uit elkaar vallen. Essentieel voor een geslaagde maal- tijd: honger intussen de genodigden uit en serveer slechts matig borrelhapjes. Serveer de soep - intussen rotzooi geworden - zeer lauw, zodat niemand de indruk krijgt de lip- pen te verbranden. Het betreft een echte light-maaltijd, zoals zijn ander succesnum- mer: de Zilverfondskaas met gaten. Het ziet er uit als voedsel, maar wie echt met een knorrende maag zit, blijft op z’n honger. En man als Bart de Wever kan er toch niet aan denken mee te tafelen als zo’n schraal menu- tje geserveerd wordt? J. K.

We hebben nog geen regering, maar erg dringend lijkt het allemaal niet. Toen Johan Vande Lanotte werd aangesteld door Laken, viel de datum van 12 novem- ber waarop hij rapport moest uitbrengen. Nu blijkt dat er een foutje sloop in de communicatie. Ze bedoelden niet 12 maar 22 november. Wellicht blijkt binnen- kort dat eigenlijk december werd bedoeld.

Och kom, beter wat tijd- we zijn nu vijf maanden na de verkiezingen - voor een goed akkoord dan hollen naar een slecht. Dus nemen we die extra weken erg graag bij, zeker?

BIJ ONS GEEN GEBAKKEN LUCHT!

In Brussel “regeert” nog altijd een regering van lopende en aflo- pende affaires, maar komt er nu een echt en techtige regering, een nood- regering als wanhoopsdaad, of een Waalse regering met geen meer- derheid aan Vlaamse kant, zoals wel al eens tot onze scha en schande gehad hebben? Of de grote vraag:

komen er nieuwe verkiezingen.?

Als u ‘t Pallieterke leest, komt u het als eerste te weten. Want wij verkopen u geen gebakken lucht.

Nog geen vaste lezer? Profiteer dan nu van ons aanbod om elke week in 2011 ons blad te kunnen lezen:

abonnement 6 maanden (januari tot juni): 49,40 euro

abonnement 12 maanden (januari tot december): 98,80 euro

Als u zich nu abonneert, ontvangt u gratis nog de resterende nummers van 2010. Dus, hoe sneller u reageert, hoe meer gratis nummers. Boven- dien maken alle abonnees in 2011 kans op een gratis ballonvlucht boven Vlaanderen.

Om gebruik te maken van dit aanbod, kunt u ons telefoneren tijdens kan- tooruren 03 / 232.14.17 en onze lieftallige secretaressen staan u te woord, of stuur een e-post naar: secretariaat@pallieterke.info

IdentIteIt

Volgens een zekere YDS van DM kun- nen de wetstraatvolgers niet meer vol- gen. (DM10/11) Een terechte vaststelling natuurlijk als je ziet dat het Belgische model zijn beste tijd heeft gehad. De heren zijn jaren gewend geweest om hun ongezou- ten mening te geven en verdedigde ondanks alles dat Belgische overlegmodel. Vandaag blijkt dat model niet meer te werken en zijn we met z’n allen veel tijd aan het verlie- zen, want terwijl alle omliggende landen de broeksriem stevig aanhalen is onze regering van lopende zaken niet echt bezig om het snoeimes te hanteren.

De meeste van die “watchers” kunnen echter het woord boedelscheiding niet posi- tief duiden. Ze zitten dus met een pro- bleem.

De samenleving evolueert weg van de

opvattingen van YDS en andere tijdloze pro- gressievelingen. Ze zijn dan toch al zo ver dat ze inzien dat het niet meer te volgen is, dat het redelijke ver te zoeken is. Tijd voor een andere piste zou je dan denken. De marsrichting wordt echter niet bijgesteld.

Dat ze de opinie vertegenwoordigen van een afkalvend deel van de goegemeente, willen of kunnen ze niet zien.

Ondertussen is er een identiteitsevolutie bezig die een sterke onderstroom op gang aan het brengen is. In Nederland is het al enkele jaren zichtbaar, bij ons wordt het in de grote pers genegeerd.

De tijd speelt in het nadeel van de wet- straatvolgers van de grote gazetten want een evolutie negeren als journalist, brengt u in een doodlopend pad. Hopelijk daagt het niet te vlug voor YDS want anders heb ik een inspiratiebron minder.

(3)

3

De dingen dezer dagen

17 november 2010

Aan Kris Peeters Koud gepakt

Olland awoe!

Brief aan ...

Gij Getergde,

De Groot-Dietse gedachte is het heim- wee naar een verleden van harmonie en verstandhouding dat nooit heeft bestaan.

Als die zegswijze nog niet in voege was, dat hebt gij ze vorige week uitgevonden.

Op bezoek bij uw concullega Mark Rutte bleek eens te meer waarom er in Neder- land zoveel windmolens staan: de wieken worden er namelijk constant verhangen.

En Batavus Droogstoppel organiseert nog altijd de koffieveilingen van de Nederland- sche Handel-Maatschappij, enkel gedreven door eigenbelang en blind voor de noden van anderen. Is het ooit anders geweest?

In december 2005 ondertekende gij in Middelburg met de toenmalige Neder- landse autoriteiten van Verkeer en Water- staat vier verdragen over de uitdieping en de bevaarbaarheid van de Westerschelde.

Eind 2007 al had de vaargeul een flink stuk dieper moeten zijn, maar eind 2010 zijn we nog altijd aan het baggeren. Want ondanks alle dure eden over goed nabuur- schap kwam eerst de regering Balkenende en c° haar verplichtingen niet na om de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen tot natuur- en overstromingsgebied te maken.

Dat zorgde voor heel wat vertraging en een fikse deuk in het imago van de haven van Antwerpen, tot groot jolijt uiteraard van die van Rotterdam. Enfin, begin dit jaar werden de plooien na lang palaveren weer even gladgestreken, maar de kers- verse heerser Rutte kent zichzelf nu het recht toe om het verhaal nog eens over te doen. Alhoewel er zwart op wit in het verdrag staat dat er ontpolderd moet wor- den om voor voldoende nieuwe natuur te zorgen, veegt de nieuwe Nederlandse regering daar dus feestelijk haar voeten aan en maakt van het verdrag een vodje papier. En gij hebt daartegen geprotesteerd in Den Haag, zij het niet te luid, want gij hebt eerder vroeg dan laat nog de instem- ming van Nederland nodig om de sluizen op het kanaal Gent-Terneuzen uit te brei- den en om ooit eens over honderd jaar een doorbraak te bereiken in het dossier van de IJzeren Rijn. Maar ‘de Ollanders’ geven de milieujongens en Europa intussen alle reden om nieuwe projecten af te schieten, want ze komen hun engagementen dood-

gewoon niet na!

En het blijft niet bij het dossier van de Westerschelde, want ook de gezamen- lijke Vlaams-Nederlandse kilometerhef- fing kunt ge intussen op uw buik schrijven.

Uw voorganger, Leterme d’Ypres, ging ooit in Den Haag op zijn eentje het geplande Vlaamse wegenvignet afschaffen, alhoe- wel het een onderdeel was van zijn eigen regeerakkoord. Zo konden de Ollanders met hun caravan vrijelijk naar het zuiden blijven trekken en zouden enkel vrachtwa- gens aan een kilometerheffing onderwor- pen worden. Nu serveert de heer Rutte de kilometerheffing plots af, en gaat in de plaats daarvan de accijnzen op brandstof verhogen. Daar heeft de Vlaamse regering niets over te zeggen en dus staat gij ook in deze zaak met uw mond vol tanden. Met het verre van denkbeeldige risico dat de Ollanders nog eens gaan steigeren ook als ge toch in eigen contreien met die kilome- terheffing doorgaat.

Het probleem is dat ge de Ollanders niet meer terug kunt pakken door bijvoorbeeld het traject van de HST aan de Scheldever- dieping te koppelen. Die truc kwam van pas in de jaren ‘90 van de vorige eeuw, maar was enkel goed voor eenmalig gebruik. Ge zult naar andere middelen moeten grijpen.

Misschien kunt ge de Ollanders paaien met de belofte om Maurice Lippens uit te leve- ren, de man die hun geliefde ABN Amro mee in stukken heeft gekapt. Misschien moet ge een vloot Vlaamse onderzeeërs bouwen om de Deltawerken te ontwrich- ten, of de mosselbekkens van Yerseke te saboteren. Misschien moet ge onverhoeds Zeeuws-Vlaanderen annexeren. Wij zou- den in elk geval opteren voor een absolute boycot van Ollandse sleurhutten die nog via Vlaamse wegen onze eigen automobilis- ten komen terroriseren. En wij zouden de Ollanders die op onze snelwegen de paar- denkrachten van hun bolides komen tes- ten, een driedubbele boete aan hun broek smeren. En als de heer Rutte eens bij u op bezoek komt, laat het dan tijdig weten. Dan laten wij onze goedgetrainde anti-Ollan- derdoggen op hem los. Ze herkennen het Ollands accent van mijlenver, of het nu om politici of polderboeren gaat!

De nieuwe kalender

De Interculturele Dialoog die de afgelopen jaren in duistere cenakels gevoerd werd, is geen alternatief gedoe van mannen op sanda- len en met paardenstaart, beschavingsmoeë alternatievers die exotisch gezelschap gaan opvrijen. Nee, het is een project gepatro- neerd door de regering, in de gedaante van minister Joëlle Milquet, en het koningshuis, vertegenwoordigd door prins Filip. Onder hun auspiciën stelden een trits werkgroepen zopas een rapport voor met daarin de geza- menlijk bedachte voorstellen voor de inter- culturele samenleving.

Eén daarvan betreft de negationisme- wet, waarvoor het interculturele perspec- tief enkele verrassende amendementen blijkt op te leveren. Ten eerste zou het voort- aan uitdrukkelijk toegelaten zijn om aan de officiële versie van historische genocides te twijfelen, mits men daarmee maar geen haat tegen een betrokken bevolkingsgroep wil zaaien. (Je zou voortaan dus mogen zeggen:

“De Joden zijn tof, laat ons blij zijn dat Hitler geen massamoord op hen gepleegd heeft.”) Dat is blijkbaar een input van de islamitische deelnemers, maar dan in progressieve ter- men vertaald door hun vrijzinnige en bevrij- dingstheologische vrienden.

Ten tweede zou binnen die wet de geno- cide die “hier” plaatsvond, althans binnen een rijk waar België in 1940-44 deel van uit- maakte, aangevuld worden met de genoci- des in de thuislanden van onze immigran- ten, zoals Turkije en Rwanda. De Tutsi-lobby lanceert hier het idee om de verwijzing naar nazi-Duitsland te schrappen zodat ook de ontkenning van de Rwandese massamoord in 1994 binnen het bereik van de negatio- nismewet zou komen. Dat is onmiskenbaar een toepassing van de interculturele gelijk- heid: mijn genocide is niet erger of geden- kenswaardiger dan de jouwe.

In de berichtgeving over het rapport is de meeste aandacht echter uitgegaan naar het luik “feestdagen”. Een aantal katholieke feesten worden als wettelijke feestdag afge- schaft: Hemelvaart, OLV-Tenhemelopneming en Allerheiligen. Het Feest van de Arbeid op 1 mei blijft behouden. Twee feestdagen kun- nen door de werknemers zelf gekozen wor- den in functie van hun levensbeschouwelijke overtuiging. Voor moslims worden dat allicht het Offerfeest en het Suikerfeest, voor ande- ren de verlichtingsdag van de Boeddha (volle maan in mei), de kerstdag van de orthodoxen (begin januari) enz. Let wel, die worden dus niet als voor iedereen geldige officiële feest- dagen erkend, de burger kan ze zelf kiezen en er een regeling voor overeenkomen met zijn werkmilieu. In sommige sectoren zal dat zelfs welkom zijn, dan kunnen werknemers van de ene religie de zaak draaiende houden wan- neer die van een andere hun feest vieren.

Toch worden er ook nieuwe officiële feest- dagen ingevoerd die voor iedereen zullen gel- den en waar iedereen geestdriftig zal moe- ten aan meedoen. De nieuw toegevoegde

feesten zijn echter niet die van de islam, wel die van de nieuwe staatsgodsdienst, het cul- tureel marxisme. Het gaat ten eerste om de Internationale Vrouwendag, die ook in de Sovjet-Unie officieel gevierd werd, op 8 maart. Verder de mij onbekende Werelddag van de Diversiteit op 21 mei, en de Interna- tionale Dag tegen het Racisme op 21 maart.

Deze laatste datum is gestolen van het even- nachtsfeest uit diverse heidense tradities, bij onze Koerdische medelanders bekend als Newroz.

Merk op dat de nieuw gedecreteerde feest- dagen, in tegenstelling met Allerheiligen of het Offerfeest, door niemand gevierd worden.

Hun invoering komt neer op een Culturele Revolutie. Aangezien dat de bedoeling blijkt te zijn, heeft VB-voorzitter Bruno Valkeniers wel een punt waar hij sarcastisch voorstelt om dan meteen een nieuwe kalender in te voeren. Als kruisbeelden en kerstbomen dan toch de intiemste gevoelens van onze mos- lims kwetsen, dan zeker de dagelijkse ervaring van een datum te moeten invullen gerekend

“na Christus”. De nieuwe staatsgodsdienst behoeft een nieuwe tijdrekening.

Aangezien de huidige samenleving nog aan institutioneel racisme lijdt, kunnen we voor het jaar nul best wachten tot de interculturele voorstellen wet worden en de zegeningen van de nieuwe wereldorde over ons nederdalen.

Mocht dat volgend jaar lukken, dan leven we nu in het jaar -1, het laatste jaar van het tijd- perk der duisternis. Maar daarmee zullen de moslims niet gelukkig zijn, want voor hen is dat tijdperk geëindigd met de openbaring aan Mohammed.

En nu je het zegt, de aanvang van de islam- kalender in 622 is minstens even geschikt als beginmoment van de interculturele tijdre- kening. Moslims rekenen immers vanaf een gebeurtenis in Mohammeds loopbaan die het hart van onze diversiteitsbureaucratie sneller doet kloppen, namelijk de Hidjra, dat wil zeg- gen: de Migratie. Die liet hem toe om zichzelf te transformeren van een bespotte sektelei- der in Mekka tot een gevreesde alleenheerser in Medina, waar zijn sekte bekend stond als de Moehadjiroen, de “Migranten”. Die vorm- den het cultureel diverse Medina om tot een strak homogene islamitische staat. Ziedaar wat weleens het objectieve doel zou kun- nen zijn van de aan gang zijnde Interculturele Revolutie. Koenraad elst Het multikulti ideaal is dood en begraven, zegt onze ontslagnemende regerings- leider Yves Leterme zijn Duitse ambtgenote Angela Merkel na. Bedoelt hij dus dat wie hier wil blijven, zich zonder complimenten moet integreren (“aanpassen of opkrassen”) in plaats van een aparte identiteit te cultiveren? Met zijn gespleten tong zou hij wel willen dat je dat gelooft, maar eigenlijk bedoelt hij het tegendeel.

Voor zijn regering is de multiculturele formule slechts hierin fout dat ze niet ver genoeg gaat en moet het voortaan “intercultureel” zijn. Die term beklemtoont sterker de gelijkheid tussen de verschillende culturen, waarvan geen enkele, en zeker niet de inheemse, het statuut van “leidcultuur” mag opeisen.

Echo’s uit de Koepelzaal

Nederlands-Vlaamse cultu-

rele samenwerking

Onze Vlaamse excellenties leren zo stil- aan hun nieuwe Nederlandse collega’s van het kabinet Rutte kennen. Onze culturele CD&V-ministerin Schauvliege, die omwille van haar besparingen nogal onder vuur ligt van de subsidietrekkers in haar sector, ontmoette zo in Breda haar collega uit ‘de reeds bevrijde gebieden’, Halbe Zijlstra. Daar wordt trouwens pas echt gesnoeid: maar liefst tot 30 procent! Maar die besparingen zullen niet direct een weerslag hebben op de Nederlands-Vlaamse samenwerking, gelukkig maar! Nederland zegde bijv. ineens toe om de beheersovereenkomst voor het Vlaams- Nederlandse huis ‘de Buren’ in Brussel met een jaar te verlengen en beide bewindvoer- ders willen in 2011 tot een vernieuwde cultu- rele relatie komen. Stilletjes duimen maar...

Peeters gepikeerd

Minister-president Peeters was - volko- men terecht! - ‘not amused’ over de kri- tiek van de Brusselse rooie potentaat Picqué (PS). Die had naar aanleiding van een rapport van het UNO-Hoog Commissariaat van de Mensenrechten, dat opmerkingen maakte over de taalvereisten in de Vlaamse Rand, op de Franstalige zender RTL-TVI, Vlaande- ren ervan beschuldigd migranten uit Brus- sel te willen weren en op zichzelf terug te plooien. Daarbij ging het meer bepaald over

de taalcriteria in sommige gemeenten, bijv.

bij de verkoop van gronden of de toeken- ning van sociale woningen. Peeters zei het (in de bevoegde commissie van het Vlaamse Parlement, op vragen van onder meer Eric van Rompuy en Joris van Hauthem) heel hel- der en klaar: ‘Vlaanderen heeft van Brus- sel geen lessen te trekken over het onthaal van nieuwkomers’! Hij meende trouwens dat dit rapport, waarin

ondanks tussenkom- sten van de Vlaamse én federale regering fou- tieve passages waren blij- ven staan, duidelijk mis- bruikt werd ‘voor intern Belgisch gebruik’!

‘Vla’ in de koelkast (1)

Nee, het gaat niet om die oerhollandse lekkernij! In het eerste kwartaal van dit jaar rondde Deloitte in opdracht van minister-president Peeters een haalbaarheidsstudie af inzake het nut van een eigen internetextensie: .vla. Die studie was alvast een slag in het water: slechts 40 volledig ingevulde vragenlijsten kwamen binnen, wat er zou kunnen op wijzen dat de zaak weinig tot helemaal niet leeft bij ‘het Vlaamse middenveld’. De studie wijst tevens op de hoge kostprijs en het feit dat de naam

‘Vlaanderen’ internationaal niet veel teweeg brengt. Bovendien is er het in Het Edel Land onvermijdelijk communautair aspect: een .vla die aangestuurd wordt door de overheid zou men vandaag kunnen denken dat Vlaanderen zich alvast digitaal ‘onafhankelijk’ verklaart.

Men kan het Franstalig gekwek over een

‘zoveelste provocatie’ al haast horen...

‘Vla’ in de koelkast (2)

Het oorpronkelijke enthousiasme van de Vlaamse overheid is dan ook als sneeuw voor de zon verdwenen, terwijl de klok tikt: vanaf 30 mei 2011 gaat het biedingvenster voor nieuwe internetextensies open en hebben kandidaten maar enkele weken de tijd om hun voorstel in te dienen. Gelukkig kunnen ook andere (non profit) organisaties even- eens een dossier indienen. Maar er lijken kapers op de kust te zijn: ook de Comuni- tat Valenciana zou interesse tonen in een .val voor de Spaanse provincie Valencia (waar Catalunya al sinds 2005 over .cat beschikt).

En het zou wel eens kunnen dat als Valencia eerst zou zijn met het indienen van een dos- sier, .vla zelfs geen kans meer maakt. Indien de voorstellen als ‘confusingly similar’ wor- den afgedaan, zal de partij die als laatste een dossier indiende, allicht het onderspit moe- ten delven. Aangezien de Vlaamse Regering al jaren investeert in de vorming van een Vlaamse identiteit is het aanvragen van een suffix .vla voor Vlaanderen niet meer dan een logisch voortzetten van dat streven. De Vlaamse regering moet trouwens onafhan- kelijk kunnen beslissen over de domeinen waarover ze bevoegd is, zo simpel is dat!

Maar als het “middenveld” het laat afwe- ten, kan nog altijd de “basis” Kris Peeters en zijn acolieten bestoken met dwingende e-postjes. Toch!?

(4)

De dingen dezer dagen 4

17 november 2010

Roddels uit de Wetstraat

Paul Fredericq was ooit een naam als een klok in Vlaanderen. “Sic transit enz.” zou Ward de Bever zeggen, want zelfs na een geschiedenisstudie zei de naam me niet veel.

Ik leerde hem kennen toen ik van procureur- generaal Schins het dossier Freddy Horion kreeg. Roland Feneulle, Horions mededa- der, woonde in de Paul Fredericqstraat in Gent en werd daar gearresteerd. Ik wist zelfs niet dat hij (Fredericq, niet Feneulle) leraar geweest was aan het Mechels Stadscollege, later omgezet in koninklijk Atheneum waar ik zelf zes jaar studeerde. Maar toch is de verdwijning van Fredericq uit het bewustzijn te begrijpen. Hij publiceerde vrij weinig. Hij was geboren in 1850 en zeer Vlaamsgezind volgens de normen van 1870 tot 1900, maar dan begon de stilstand. Hij verzette zich samen met zijn oud-leerling en medeprof Pirenne tegen de vernederlandsing van de Gentse univ door de Duitsers en werd met zijn collega in 1916 naar Duitsland gevoerd.

Gebroken keerde hij na de oorlog weer en werd rector van de toen nog Franstalige univ.

Al na een paar maanden gaf hij zijn ontslag en maakte de weg vrij voor de grote historicus, maar hatelijke Belgicist Pirenne.

Jo Tollebeek heeft de hand gelegd op de

“Aantekeningen over mijn leven” die Frede- ricq jaren lang schreef; dagboeken feitelijk waarin hij tot in de details over zijn dagelijks reilen en zeilen rapporteert. Het is het ver- haal van een verdwenen maatschappij waar mensen de tijd hadden om te studeren, te lezen, na te denken: waar stilte nog bestond en iedereen zijn plaats kende en daar blijk- baar nogal tevreden mee was. Congressen, ontmoetingen met grote buitenlandse col- lega’s zijn de hoogtepunten van een rustig leven dat vooral verlucht wordt door de hul- digingen en de vele banketten; een verschijn- sel dat we ook uit de Vlaamse beweging ken- nen en dat ook al zo goed als verdwenen is.

Maar het was ook de tijd van veel aandacht voor de eigen geschiedenis. In 1850 waren er tien hoogleraren geschiedenis in het hele land. Een halve eeuw later waren dat er 25 en de universiteiten werden voortaan plaatsen waar wetenschappelijk onderzoek belang- rijker dan goed onderwijs werd; een evolu- tie die tot vandaag verdergaat en niet altijd in het voordeel van de studenten is.

Zelfs in het Nederlands…

Paul Fredericq was één van de eersten die een nieuwe en toen opwindende methode introduceerde: niet ex cathedra voorle- zen maar samen met de studenten bronnen bestuderen en bespreken. Hij deed dat zelfs in het Nederlands, ook een revolutie in die tijd. En hij was niet de enige univprof die met zijn studenten thuis werkte, in een warme en gezellige omgeving waar hij als celibatair met zijn zusters woonde. Tollebeek vertelt dat niemand prof werd door zuiver acade- mische verdiensten. De politiek speelde een hoofdrol in de aanstelling aan een rijksuni- versiteit en Fredericq koos de juiste kaart en had het geluk dat een liberale regering aan de macht was. Naast de politiek bestond en bestaat nog altijd de mogelijkheid om in de slipstream van een hoogleraar mee te zeilen. Het blijft een lachwekkend iets: de prof die op televisie pontificaal waarschuwt dat Vlaanderen de een of andere trein mist, terwijl tezelfdertijd volstrekt middeleeuwse toestanden heersen aan onze universiteiten.

Assistenten zijn nog altijd een soort leen- mannen of vrouwen van een docent en als die op de ladder klimt, gaan ze mee. Maar als de leenheer sneuvelt in een academisch gevecht, gaan de hulpjes ook ten onder. Veel universitaire toppers zijn autoritaire krengen en de assistent mag ook niet de roem van de baas of bazin in de schaduw zetten.

Fredericq zelf was niet erg gelukkig met

het enorme succes van Henri Pirenne. Maar toch kreeg ik bij zijn verhaal een gevoel van herkenning. Toen ikzelf naar de univ trok, waarschuwde een Gentse prof voortdurend in de krant dat een geschiedenisstudie naar de hongerdood leidde. De gevolgen waren ernaar. De sectie geschiedenis van de VUB had genoeg aan een gewoon burgershuis aan de Buyllaan in Elsene en we kregen er les in wat vroeger het dienstmeidenkamertje of het salon geweest was. Met meer dan tien waren we nooit. De hoogleraren kenden na één maand onze naam en gezicht, lieten het werk niet over aan een assistent maar doceerden zelf en bespraken alles met ons.

Enig nadeel voor sommige studenten: als er iemand broste, was er een lelijk gat rond de tafel en professor Scholliers was niet te beroerd om de ouders te verwittigen als sommigen te veel van de vrijheid genoten.

Geschiedenisstrijd

Tezelfdertijd met dat boek van Tollebeek leende ik nog een nieuw boek uit van mijn promotor Els Witte. “Voor vrede, demo- cratie, wereldburgerschap en Europa (uit- geverij Pelckmans 2009)”. Nou, niet echt een titel waar je vrolijk bij wordt en uitge- ver Karl Drabbe had op zijn strepen moe- ten staan en een mooie titel moeten verzin- nen bij de ondertitel “Belgische historici en de naoorlogse politiek-ideologische projec- ten (1944 – 1956)”. Witte schrijft nu eenmaal niet zo vlot als Tollebeek en dat is wat jam- mer want de inhoud is veel boeiender dan je uit die saaie titels zou afleiden.

De kapstok van het verhaal is de naoor- logse ideologische strijd tussen jonge en oudere conservatieve historici aan de uni- versiteit en in het onderwijs om het kader van de politieke en vaderlandse geschiede- nis te verruimen naar de onderwerpen uit de titel. De meesten van de toen nog jonge acteurs werden dertig jaar later de cory- feeën die ikzelf als hoogleraar ontmoette.

Aanvankelijk werd die ideologische ruzie nog grotendeels in het Frans uitgevochten, want de Vlamingen spraken en schreven nog per- fect Frans en waren de waterdragers in aller- lei commissies en raden van een hautaine francofone kaste.

Vlaams-nationale historici waren in 1944 verdwenen en vrouwen bestonden nog niet.

Pikant was wel de beroepssolidariteit. Rob van Roosbroeck, een van de stichters van

de Algemeene SS Vlaanderen, kon bij het begin van de oorlog nog op een artikel van de belangrijke socialistische historicus Jan d’Hondt rekenen. En toen de ter dood ver- oordeelde Van Roosbroeck in Oosterhout woonde, zorgde D’Hondt op zijn beurt voor vertaalwerk. Theo Luyckx, een eer- der zachte collaborateur, kreeg al in 1947 zijn baan als assistent weer.

In de strijd om het geschiedenisonder- wijs te verruimen ging het soms meer om het geld dan om de ideologie. Het is een van de onderwerpen waar je maar weinig over leest: de fortuinen die verdiend worden met de productie van schoolboeken. Els Witte zegt dat sommige auteurs gemakkelijk hun jaarlijks salaris verdubbelden of verdriedub- belden, want schoolboeken worden soms op een paar jaar tijd in tienduizenden exem- plaren gedrukt. Je kunt je niet aan de indruk onttrekken dat een jongere generatie histo- rici naast een ideologische agenda ook het fortuin aan de einder zag wenken. Op het einde van het boek is de strijd gestreden en wordt de “historie de bataille” en de kennis van data en koningen geleidelijk naar de zij- kant geschoven. Tezelfdertijd verdwijnt ook meer en meer het belgicistisch perspectief als jonge Vlaamse, maar ook Waalse histo- rici vaster in het zadel zitten en de oudere generatie verdwijnt. Feitelijk schreeuwt het boek om een vervolg.

Toen de beschermende dam rond de vaderlandse en politieke geschiedenis brak, volgde in de jaren 70 de volgende stap.

Chronologie was niet meer belangrijk; de niet-Europese beschavingen werden (in het onderwijs toch) altijd maar opgepompt en de Europeanen waren schuldig aan alles wat fout loopt in de wereld zoals de goede “vriend Herman” van onze G. van Gisbergen niet moe wordt te beklemtonen.

Maar die schoolboeken (en historische atlassen) blijven me intrigeren. Vechten de uitgevers Van In, De Boeck, Pelckmans, Novum, De Sikkel elkaar nog altijd de tent uit? Worden sommige auteurs daar nog altijd

rijk van? Jan neckers

N.B. Verscheidene lezers reageer- den op mijn stukje over de geschie- denissprookjes van Bruno Valkeniers.

Hun brieven staan niet in de brieven- rubriek omdat ik er toekomende week met naam en toenaam uit citeer.

Records

De commissies in de Kamer komen bij- een om de tijd wat te doden in afwachting dat er misschien ooit wel eens een nieuwe Belze regering het levenslicht ziet. Aan een regering van lopende zaken kan enkel om informatie gevraagd worden. Vragen over beleid zijn uit den boze. De antwoorden van de ministers zijn dan ook vaak erg zakelijk en technisch. En de commissies duren ook niet al te lang.

In sommige commissies worden dan ook tijdsrecords gebroken. Neem nu de commis- sie Volksgezondheid van vorige week. Begon-

nen om 14 u. 04, eindigde ze na vier vragen en antwoorden al om 14 u. 37. De commissie Binnenlandse Zaken, onder leiding van Ben Weyts, deed nog beter. Van 11 u. 42 tot 12 u. 04. Gelukkig waren de overige commis- sies beter gevuld met vragen.

Op bezoek

Het is een gewoonte dat de praatbarak geregeld bezocht wordt door scholen en andere groepen. Met open mond schrijden zij dan door de gangen onder de leiding van een ambtenaar van de Kamer die uitleg geeft bij beelden en schilderijen, vergaderzalen en gebruiken. Dezer dagen waren zij door een quasi lege praatbarak. Geen regering bete- kent geen of weinig parlementair werk. En dus ook nauwelijks fluweelzitters in de wan- delgangen. Een erg actieve indruk maakt het niet op het bezoekend volkje dat niet zelden enigszins teleurgesteld huiswaarts trekt...

Aanwezig blijven

In bijzondere commissies zou men toch mogen verwachten dat de leden met een zekere specifieke missie namens hun frac- ties deelnemen aan de besprekingen. Dat is een parlementaire geplogenheid die er mag zijn. Zo is er de Bijzondere Commis- sie Spoorwegveiligheid die werd opgericht naar aanleiding van een aantal ongevallen.

Bedoeling moet dan zijn dat men tot beslui- ten kan komen die nuttig zijn en in de prak- tijk tot forse verbeteringen kunnen leiden. Er zijn echter nog flink wat nieuwe parlements- leden die nog veel moeten leren ter zake. In de commissievergadering vorige week waren zo om 18 u. al drie van de vier Niveanen richting knusse huiskamer vertrokken. Zelfs de PS kent het klappen van de parlemen- taire zweep. Die gasten bleven tot de laatste minuut. Ja, men moet leren dat in het parle- ment geen tijdslimieten op commissies staan en dat de job niet aan tijd en uur gebonden is. Men wordt dik betaald. Dus moet men er ook maar zijn wanneer dat nodig is. Wat u, beste lezer en lezeres, die eigenlijk de werk- gevers zijt van dat volkje.

Bijzonder

Deze week werd de “Bijzondere com- missie betreffende de behandeling van sek- sueel misbruik en feiten van pedofilie bin- nen een gezagsrelatie, inzonderheid binnen de Kerk” opgericht. Zonder meer zal de opdracht van die commissie van betekenis zijn, al is het geen onderzoekscommissie. In dat geval heeft het de commissie het statuut van onderzoeksrechter. Dat is nu niet het geval. Dat er een rist hoorzittingen zullen plaatsvinden, staat in de sterren geschreven.

Alvast alle bisschoppen zullen zich mogen opmaken voor een bezoek aan het parle- ment. Dat ze zich maar goed voorbereiden, want Logebroeder Bracke tekent alvast pre- sent. En ook de gehaaide Renaat Landuyt is van de partij. De Boze vertegenwoordiger wordt Bert Schoofs en die van de CD&V ene Raf Terwingen. Deze twee heren zijn erg goede en eloquente juristen/advocaten die hun sporen reeds verdienden in de commis-

sies Justitie en Familierecht tijdens de vorige legislatuur. De Blauwen vaardigen Carine van Cauter af, die als tienjarig kind werd ont- voerd en mishandeld. Ontvoering die nooit opgehelderd werd.

Eindelijk

Ondertussen zijn alle kantoren in de Kamer ingenomen na een mandenlange ver- delingsstrijd. In sommige gevallen werd een kleine oorlog gevoerd om zijn goesting te krijgen. De N-VA’ers of te Niveanen bezet- ten zowat de hele eerste verdieping, met enkel een Boze enclave erin. De Ampersan- ders van de CD&V hebben die hele verdie- ping verlaten en hebben elders onderdak gevonden. De groenen zijn verkast naar de oude lokalen van de Bozen. Naar verluidt hebben zij de boel compleet laten desinfec- teren, opschilderen en ontsmetten.

En zo vond ieder zijn stek. Voor zolang het zal duren.

naam Layouter PAL 00 Vakman blz. 00

De vakman, op wie Vlamingen

kunnen bouwen

Traiteur Service Sigrid koken bij u thuis of op locatie

s s s s Tel.: 03/383.05.28 GSM: 0485/73.08.18 traiteursigrid@hotmail.com

AANLEG-ONDERHOUD van tuinen RENOVATIE/SNOEIwerken BOOMVERZORGING CREATIEVE TUINONTWERPEN Tel. 03-383 05 28

GSM: 0486-10 15 43 hans.couttenye@skynet.be

van tuinen

Van Mol en Zonen bvba

Algemene bouwwerken Nieuwbouw en renovatie

Tel : 03/653.02.91 info@vanmolenzonen.be

Onder Professoren

Dank zij Carl Devos en Christine van Broeckhoven weten we dat Willem Fre- derik Hermans gelijk had in zijn “Onder professoren”. De twee lichten stelden in interviews herhaaldelijk dat het academisch milieu een slangenkuil is, een wereldje van haat, nijd en afgunst; volgens Van Broeckhoven zowat het diepte- punt van menselijke relaties. Ik moest eraan denken toen ik in de Mechelse stads- bibliotheek het recente “Fredericq & Zonen” uitleende; een leuk boek van de Vlaamse historicus Jo Tollebeek die een hele tijd in Nederland doceerde en dus correct en boeiend Nederlands schrijft.

Zure regen

is bijna weg

(5)

Op de praatstoel

17 november 2010

5

De Dag van de grote ontsnapping

‘t Pallieterke.: Hoe bent u betrokken geraakt bij die gijzeling? U werkte toch niet in de gevangenis van Sint-Gillis?

Harry van Oers: Het was een mooie maan- dag in mei en ik zat op mijn bureau in Brus- sel, in de schaduw van het justitiepaleis. Rond 10u30 krijg ik telefoon van de directeur van de gevangenis van Sint-Gillis. Hij spreekt me aan bij mijn titel: inspecteur-generaal en dan weet ik dat er iets niet pluis is. Ik zeg: ‘Jef wat is er’. En hij vertelt dat er acht bewaarders gegijzeld en gebonden zijn in het sas (dub- bele poort tussen de gevangenis en de straat) door drie gewapende mannen. Ik vraag of ik hen ken. ‘Ja’, zegt hij, ‘Bajrami’. De anderen noemde hij niet. ‘Kan ik iets komen doen’, vroeg ik. ‘Ik denk het wel’, zegt hij en zo ben ik daar geraakt.

‘t P.: Hoe komt het dat een inspec- teur-generaal een gevangene persoon- lijk kent?

HvO: Een inspecteur-generaal is de ver- bindingsfiguur tussen de gevangenissen en het hoofdbestuur. In het reglement (waarschijn- lijk teruggaand op Napoleon) stond dat elke gevangene het recht had om zonder censuur met bepaalde instanties en personen te schrij- ven, en de inspecteur-generaal was een daar- van. Zo komt het dat ik in mijn carrière met veel gevangenen contact heb gehad.

‘t P.: Dan kom je aan bij de gevangenis en er is een gijzeling aan de gang.

HvO: Ik wist dat Bajrami erbij was, die kende ik. Ik had met die man al verschillende gesprekken gevoerd en er was wederzijds respect. Hij was natuurlijk nooit gewapend geweest. Maar hij had verschillende keren een gesprek gevraagd en het telkens gekre- gen. Twee, drie maand voor de feiten wou hij nog samen met zijn advocate de administra- tie aanklagen wegens ‘onmenselijk regime’.

We bekeken toen samen de conclusies van zijn advocate. En nadat we alles overlopen hadden, zei ik hem: je hebt geen schijn van kans. En toen scheurde hij de conclusies van zijn advocate voor mijn neus kapot. Maar goed, aan de poort heb ik een discussie met de Rijkswacht gehad. Ik zei tegen de kapitein en de directeur van de gevangenis dat ik de gevangenen wou overtuigen om niet te vluch- ten en de gijzeling te staken. De Rijkswacht- kapitein was, akkoord, maar op mijn eigen verantwoordelijkheid. En toen ben ik binnen gegaan, het poortje stond open, ze wisten dat ik kwam. En daar stond Bajrami.

‘t P.: Dacht u echt dat u hen kon over- tuigen?

HvO: Ja. Maar na een paar minuten merkte ik dat het nooit zou lukken. En dan veran- der je van tactiek en probeer je tijd te win- nen. Je probeert het personeel waarvoor je verantwoordelijk bent af te schermen. Toen de wagen werd binnengereden en ze er een riotgun uit tevoorschijn haalden, wist ik het wel. Ik heb gezegd neem mij mee, mij alleen.

Uiteindelijk hebben ze vier man meegeno- men. Die auto zat vol als bescherming. Ze waren bang dat er geschoten zou worden, ik ook trouwens.

‘t P.: Wat doet dat als je met die auto vol gijzelaars uit dat sas rijdt? U weet wat u te wachten staat...

HvO: Voor mij was het gedaan, ik dacht dat het mijn laatste minuut was. Kort voordien was er een bewaarder van de Lantingevange- nis doodgeschoten door de Rijkswacht. En dat speelt door je hoofd. Ik zat in de auto ook nog met een riotgun tegen mijn kaak en een granaat naast mijn oor. Ik was vrij gerust dat ze die granaat niet zouden gebruiken, want dan waren ze er zelf ook aan. Maar ik had bij het binnenkomen, gezien wat daar stond van scherpschutters. Je bent heel rustig dan. Je hebt het opgegeven. De film van je leven rolt erg snel af. En mijn conclusie was: Sint Pieter zal me binnen laten. Ik vond de ballans van mijn leven goed

‘t P.:Wanneer dacht u dan het komt toch goed.

HvO: Je rijdt die straat in, je ziet de Rijks- wacht en de toeschouwers. Het was er muis- stil, in die straat en in de auto. Bajrami heeft er later in een interview over gezegd dat ook

hij daar een trauma heeft aan overgehouden.

In die straat gebeurt niets, ze schieten zelfs niet op de banden. Ik denk dat ze compleet de kluts kwijt waren. Ze wisten niet wat doen.

Grandioze stilte. Dan zetten ze de man die vooraan op de auto lag af en dan begon een helse rit door Brussel.

‘t P.: Uiteindelijk laten ze ook u ergens achter.

HvO: Ik heb die dag geleerd hoe je een car- jacking en een homejacking moet doen. Dat gaat heel vlot. Ze wilden me ook nog een bank laten overvallen, maar dat heb ik geweigerd.

‘t P.: Toen ze u achterlieten, namen ze 4000 frank van u en die hebben ze later terugbetaald.

HvO: In het boek heb ik er een foto van.

Op 25 juni kreeg ik een brief van ‘een vrien- din’ van Philippe Lacroix met een cheque van 4.000 frank.

‘t P.: Verwijt u die drie iets?

HvO: Verwijten? Neen. In het begin ging het goed met mij. Pas in september ging het moeilijk. In november kroop ik in mijn bed en kwam er niet meer uit. Ik woonde aan een bosrand en alles was somber. Een heel raar gevoel, somberte, grijs, ...

‘t P.: Bent u niet begeleid?

HvO: Neen

‘t P.: En de andere cipiers?

HvO: Die heb ik begeleid, samen met een psychiater.

‘t P: U had ook een psychiater?

HvO: Neen, ik ben ‘s anderendaags gaan werken. Er is ook nooit aangifte gedaan, het was dus geen werkongeval, ik heb alle kosten zelf betaald. Ook de kosten door mijn depres- sie. Daardoor ben ik kwaad geworden op die mannen. De carrièrebreuk die ik heb gehad.

Daarvoor was ik kwaad. De gedachte dat als zij het nooit hadden gedaan had ik al die mise- rie niet gehad. Maar dat slijt.

Kijk van de andere kant, mijn leven is hele- maal gedraaid. Ik ben ook gescheiden. En in die moeilijke periode waren er mensen die me een hand boven het hoofd hielden, er werd me weinig kwalijk genomen. En dat is geen evidentie. Welke plaats je ook hebt in de rangorde van een organisatie die regel- matig, ongunstig dan nog, in de schijnwer- pers komt, dat kweekt jaloersheid. Ik werd beschuldigd van persgeilheid. En mijn over- sten of soms ook kabinetsleden verboden me om naar bepaalde gelegenheden te gaan.

Zo werd ik ooit gevraagd voor het voorzit- terschap van een congres over slachtoffer- begeleiding. Ofwel werd er iemand anders aan geduid, of de vraagsteller moest iemand anders voor dragen.

‘t P.: Maar waarom, men kan toch niet jaloers zijn op wat u overkomen is?

HvO: Door wat gebeurd is, is de pers naar me beginnen luisteren. Daarvoor vertelde ik hetzelfde verhaal, maar in plaats van de cri- minologen luisterde nu de pers.

‘t P: Want u had kritiek op justitie?

HvO: Ja en dat is gebleven. Ik heb de zaken voorgesteld zoals ze waren daar waar de poli- tici dat niet deden. De ministers vertellen de kijkers en luisteraars de waarheid niet over justitie.

‘t P.: Wat is de waarheid over justitie?

HvO: Als er een nieuwe gevangenis werd gebouwd, was dat met veel bombarie. Maar er veranderde niets, de oude gevangenissen bleven. Nu nog moeten ze in drie gevangenis- sen gewoon in hun cel op de pot. Er zijn geen toiletten. Achter een scherm kunnen ze op de pot. Terwijl de twee andere medegevange- nen erbij staan, ze kijken misschien de andere kant op, maar ze ruiken het wel.

‘t P.: Is de overbevolking het pro- bleem?

HvO: Ik probeer het breder te zien dan dat. Ik spreek graag over de templum pena- lis. In 1994 vergeleek ik het op een lezing met een gebouw in dominostenen. Bovenaan heb je de wet. Daaronder heb je de strafvervol- gers: de parketten en de onderzoekers, poli- tie, gerechtelijke politie. Daaronder de straf- toemeters: de rechters, met de advocaten.

Maar niemand spreekt over de onderste ver- dieping: de strafuitvoerders. Maar de muren

van die onderste verdieping barsten. Overbe- volking, wat doet dat? Je ziet het met de domi- notenen voor je, als de fundamenten barsten en bewegen, dan stort alles in, ook de wet die van boven staat, dondert naar beneden;

voor die analyse heeft men geprobeerd me buiten te werken.

‘t P.: Maar de situatie is nog altijd dezelfde?

HvO: Je kunt naar die overbevolking kij- ken als naar een glas, het is halfvol of half- leeg. Je kunt zeggen: er zijn cellen tekort of er zijn teveel gevangenen. Zeg je, er zijn cellen tekort, dan bekijk je het strafrecht als een iets dat zeer repressief moet zijn. Maar de straf- uitvoering heeft een ruimere betekenis dan straf en boete. Het is ook een beveiliging en het heeft de bedoeling om recidive tegen te gaan door re-integratie. Je kunt zeggen: er zijn cellen tekort, dus moeten we uitbreiden. Een Amerikaanse criminoloog zei al in de jaren 70 dat hoeveel cellen je ook bouwt, ze raken ooit allemaal vol, er speelt een soort aanzuigeffect.

Je kunt het ook ander s zien. Er is de straf- toemeting, strafvervolging en strafbaarstelling door de wetgever. Wat is een misdaad en wat is en straf? Zijn er teveel misdaden? Straffen de rechters meer dan vroeger? Soms wel, ja.

Zijn er teveel straffen? Kun je anders straf- fen? Men kan kiezen in een vork met mini- mum en maximum straffen, er zijn alterna- tieve straffen. De wet kan ook veroordelen als straf, er kunnen ook boetes gegeven wor- den als straf. Sommige witte boordmisdrijven kan men meer straffen door pure beboeting.

Er moeten minder en meer gedifferentieerde straffen gegeven worden. De stijging zit in de straftoemeting, maar ook in de vervolging.

De vervolgers doen het ook beter. De oplos- singsgraad stijgt. Hoe meer blauw op straat, hoe meer aangiften en dan moet het parket gaan seponeren. Ik pleit niet voor een ver- minderde ophelderingsgraad. Maar ik pleit voor een supermagistraat die deel uit maakt van het korps en zo goed geplaatst is om te zeggen wat goed moet opgevolgd worden in alle arrondissementen die onder hem res- sorteren. Die supermagistraat kan stellen:

dit laten we vallen en dat volgen we strikt op.

Hij moet zeggen hoeveel er in de gevangenis- sen terecht komen

‘t P.: Maar waaraan ligt de stilstand van justitie?

HvO: Dat heeft te maken met het systeem, de democratie. Het is altijd veel te kort. Men ontwikkelt geen visie. Hier en daar heeft men een aantal professoren die schrijven een rap- port en dat ziet er mooi uit en dan gaat het naar het parlement en als de regering valt of er komt een ander parlement,.dan vervalt

alles, en moet je helemaal opnieuw begin- nen. Ik pleit in mijn boek voor een superma- gistraat. Ik ga daar heel ver in. Ik wil dat het een magistraat is omdat die onafhankelijk kan staan, dat is belangrijk, tegen de politiek en de publieke opinie. Ik stel zelfs voor om hem de macht te geven om bepaalde wetten tijde- lijk op te schorten.

‘t P.: Dat zullen de politici niet leuk vinden?

HvO: Ik schrijf in mijn boek ook: ‘wie durft?’

‘t P: Dan moet het strafrecht helemaal herbekeken worden?

HvO: Toen ik in 1972 als jonge jurist aan de slag ging bij het gevangeniswezen, zaten daar gedelegeerde magistraten en die waren begonnen met het ontwerp ter herziening van het strafwetboek. Want men zag: we heb- ben overal bosjes wetten, soms met elkaar in contradictie, soms verouderd, ... En een beetje later werd er zelfs een commissie in het leven geroepen voor de herziening van het strafwetboek. Met heel wat jonge begin- nende juristen en magistraten. De huidige voorzitster van het Hof van Assisen van Brus- sel, Karin Gerard, was toen een van hen. Dat heeft een mooie tekst opgeleverd. Er zou een uitzuivering en aanpassing komen aan de moderne tijd. En nu ben ik gepensioneerd en er is niks van gekomen.

‘t P.: Het probleem is nog altijd even groot?

HvO: Het probleem zit in onze democra- tie ingebakken. Er zijn ministers van Justitie geweest die hun best hebben gedaan, maar die mochten niet blijven. En er dikwijls is er een volgende die wil laten zien dat hij het anders wil doen en we gaan terug naar af. Ik zeg altijd dat wij ambtenaren bij de verantwoor- delijkheid blijven hangen, en de politici dat zijn eigenlijk tijdelijke contractuelen. Nu kan ik het zeggen, toen zei ik het ook, maar ik werd ervoor gepest. Ik wacht op de reacties.

‘t P.: Hebt u al reacties gekregen?

HvO: Ja, van minister Stefaan se Clerck.

Die vond het een heel goed boek. We kunnen er uit leren zei hij. Een verhaal van een beer, hij heet ook Van Oers. Zo zei hij.

‘t P.: Hoopt u om iets te veranderen door het boek?

HvO: ja.

‘t P.: Verwacht u dat?

HvO. Ja, ik ben optimist, ja, ik denk het. Ik heb mijn boek ook geschreven voor de jeugd.

Voor de schoolgaande jeugd. Ik ga ook nog spreken voor scholen. Ze hangen aan mijn lip- pen als ik spreek over de gevangenissen. Daar ken ik iets van en daar spreek ik graag over.

Wat na de straf? Hoe ga je daarmee om?

‘t P.: Nog andere plannen?

HvO: Ja, ik zou graag het boek laten ver- talen in het Frans door Philippe Lacroix (één van de drie ontsnappers). Die heeft in de gevangenis een diploma gehaald, die is nu ger- manist en geeft les. Hij wil het, de uitgever wil het en ik wil het, maar de strafuitvoerings- rechtbank van Bergen moet haar fiat geven.

Ik wil dat Lacroix juridisch ingedekt is. Hij mag me niet contacteren, dat is een voorwaarde voor zijn invrijheidsstelling, maar dat hoeft ook niet. Tot nu toe gaat alles met tussenper- sonen. En over tien jaar wil ik met die drie wel eens een pint drinken. Over 3 mei 1993 wil ik het niet meer hebben, maar ik heb wel nog één vraag. Hoe zijn die wapens de gevangenis binnengeraakt? Dat zou ik graag weten.

PFS 3 mei 1993, die dag neemt hij mee ‘tot in het gat in de grond’ zegt Harry van

Oers. Voormalig inspecteur-generaal van het Belgische gevangeniswezen. Op die dag werd hij door drie ontsnapte gevangenen meegenomen op hun vlucht. Elf uur duurde zijn tocht. Nu 17 jaar later heeft hij dat alles beschreven in een boek.

Na drie eerdere pogingen en enkele depressies was hij er klaar voor. Maar het boek is niet zomaar een relaas van een bewogen dag. Harry van Oers heeft een mening over ‘het gevangeniswezen’ en ook die wou hij in het boek kwijt. ‘t Pallie- terke ging op bezoek bij de sympathieke ere-inspecteur-generaal.

De dag van de grote ontsnapping is het relaas van Harry van Oers, maar ook zijn memoires.

Het relaas van 3 mei 1993 is de rode draad in het boek, maar verder heeft Van Oers het over zijn jeugd, familie en zijn werk. Het geeft een goed binnenbeeld van de hoge ambtenarij op justitie.

Maar het geeft ook een goed beeld van de tijd, de tweede helft van de vorige eeuw. Van Oers gaat de controverse niet uit de weg. Hij vertelt ook geen makkelijk verhaal. Hij bekijkt justi- tie van onderuit, vanuit de gevangenis. Wat is de bedoeling van gevangenissen? Wat is goede justitie? Van Oers kiest niet de gemakkelijke antwoorden, hij blijft genuanceerd. Een zeer lezenswaardig, vlot geschreven boek. Alsof het zomaar geschreven is, in een Stream of consci- ousness zou mijn leraar Nederlands gezegd heb- ben. Het lijkt of Van Oers zomaar zijn gedach- ten neerschrijft, maar er zit wel degelijk structuur in. Aan te raden lectuur.

Niet alleen voor het onwaarschijnlijke relaas van de gijzeling, ook voor de meningen van Van Oers.

Harry Van Oers, De dag van de grote ontsnapping is uitgegeven door Witsand Uitgevers, 319 blz, 18,95 euro, ISBN 978 94 9038 237 7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik ben blij dat zoveel priesters, diocesane priesters zowel als religieuzen, naar de ka- thedraal zijn gekomen om samen met mij hun beloften te vernieuwen.. We vernieuwen

Mede op basis van de opbrengsten van de werkgroepen is er een investeringsvoorstel opgesteld voor Lariks waarin wordt aangegeven wat nodig is om samen met Lariks de

Alle informatie en prijzen vermeld in deze brochure zijn onder voorbehoud van fouten en wijzigingen?. Je vindt de meest recente toeristische informatie op

operationaliseren; (b) een inventarisatie van het actuele gebruik van en de behoefte aan indicatoren en monitoring door organisaties in de regio Utrecht; (c) de ontwikkeling van

Praten over gevoelens bij de kleinste kleuters is niet zo simpel maar toch lukt het om de verschillende kleurenmonsters te onderscheiden en te vertel- len welk gevoel ze

Voor veel bijenonderzoekers is duidelijk dat deze sterfte niet door de nieuwe groep van bestrij- dingsmiddelen werd veroorzaakt, maar door virussen die worden overgebracht

Er zijn ouderen die geen seksueel leven meer heb- ben en zich daarbij neerleggen, maar er zijn ook ouderen die wel nog seksuele wensen hebben en zelf op zoek gaan naar oplossingen

Door de Corona kunnen veel zaken niet doorgaan zoals we gewend zijn.. Soms