• No results found

: J.W.J. Dorenbos-de Hen. Ambtelijke ondersteuning : De dames Van Baar en Verhagen en de heer Groot.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share ": J.W.J. Dorenbos-de Hen. Ambtelijke ondersteuning : De dames Van Baar en Verhagen en de heer Groot."

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Notulen van de openbare vergadering van de raadscommissie Onderwijs, Sociale Zaken, Cultuur en Welzijn van de gemeente Beverwijk, gehouden op dinsdag 14 december 2010, aanvang 19.30 uur, in het Stadskantoor, President Kennedyplein 1, Beverwijk.

Aanwezige leden : M.J. Bras, C.J.N Duin, K. Fiseler, B. Gezer,

K.L.M. Hazeveld, J. den Hartog, mr. V.G.A. Kellenaar, M.L. Kerssens, J. van Nimwegen (duoraadslid), W.G. Paardekooper, L.P.T. Stam en H.A.M. Witte

Voorzitter : J.W.J. Dorenbos-de Hen

Collegeleden : Wethouder H. Erol

Secretaris : J.H.M. Schimmel

Ambtelijke ondersteuning : De dames Van Baar en Verhagen en de heer Groot.

Overige aanwezigen : De heer Van Overvelt namens het IJmond-overleg Cliëntenraden en de heer Visser namens Actief Talent

01. OPENING EN MEDEDELINGEN

De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Zij vraagt of iedereen - conform de nieuwe werkwijze - de sprekerslijst heeft ingevuld.

De heer Kellenaar geeft aan het principieel oneens te zijn met het vooraf invullen van de sprekerslijst.

02. VASTSTELLING AGENDA

De heer Kerssens vraagt of agendapunt 4 wel behandeld kan worden gezien het feit dat Gemeentebelangen schriftelijke vragen heeft gesteld in het kader van artikel 45.

Wanneer andere fracties vragen in dezelfde trant hebben, kunnen volgens hem deze niet worden gesteld omdat gewacht moet worden op de formele afhandeling van de artikel 45-vragen.

De voorzitter beaamt dat artikel 45-vragen binnen dertig dagen schriftelijk beantwoord worden en dat is de gebruikelijke gang van zaken bij schriftelijk

ingediende vragen. Deze beantwoording wordt door het college bekrachtigd door een collegebesluit. De mogelijkheid bestaat dat er een overlap is met artikel de 45-

vragen, maar Actief Talent is maar een klein onderdeel van wat er bij punt 04 staat geagendeerd. Dit agendapunt staat dus gewoon open ter bespreking. Indien de heer Kerssens zijn vraag ten principale besproken wil zien in de agendacommissie of bij het seniorenconvent, kan hij daar per mail een verzoek toe indienen.

03. ONDERZOEK EFFECTIVITEIT INZET MIDDELEN MAATSCHAPPELIJKE DEELNAME

(2)

Mevrouw Van Baar, beleidsadviseur afdeling publiekszaken, geeft een presentatie over het onderzoek naar de effectiviteit van de ingezette middelen. Achter in het begeleidende stuk staan voor de commissie drie discussiepunten vermeld. Er zijn twee specifieke regelingen, de regeling deelname maatschappelijke activiteiten (DMA) en de regeling zwemles voor kinderen. De onderzoeksvraag was: wat is het effect van de middelen die wij inzetten binnen het minimabeleid, met daarbij specifiek aandacht voor de jeugd. Volgend jaar zal een nieuw minimabeleid voor de komende jaren worden opgesteld. Daarin wordt meegenomen hetgeen uit dit onderzoek komt en hetgeen uit de aansluitende discussie in de commissie naar voren komt. In totaal kwamen 660 huishoudens ervoor in aanmerking. Door middel van een steekproef bij 10% van de deelnemers wordt jaarlijks gecontroleerd waar de bedragen aan zijn uitgegeven. Het is niet zo dat deelnemers dit bij de aanvraag al moeten overleggen. Gebleken is dat het grootste deel van de vergoeding wordt besteed aan internetgebruik. Daarnaast wordt door de jeugd 8% besteed aan onder andere sport, maar er zijn meer mogelijkheden. Uit de armoedemonitor blijkt dat 7,6% van de kinderen leeft in een gezin met een laag inkomen. 450 kinderen namen deel aan de zwemles. Sport wordt als duur wordt ervaren. De computer wordt belangrijk gevonden om deel te kunnen nemen aan het sociale verkeer. 99% van de kinderen heeft een computer thuis. In gezinnen met een laag inkomen is dit 93%. Uit lokaal onderzoek bleek vorig jaar dat de deelname aan sport door kinderen in Beverwijk hoog scoort. In dat onderzoek is niet specifiek bekeken of dit kinderen uit gezinnen met een laag inkomen betrof. De vraag aan de commissie is: doet de regeling volgens u wat hij moet doen en wat wil de commissie bereiken?

De heer Van Overvelt vraagt aandacht voor de laagdrempelige regeling in Velsen en Heemskerk die voorziet in internet voor gezinnen met een laag inkomen en

schoolgaande kinderen. Een computer kan niet worden verkregen, hetgeen onder duurzame goederen valt.

De heer Kerssens vraagt of alle huishoudens die voor deze regeling in aanmerking zouden kunnen komen, worden bereikt. Het gebruik van internet valt op. Mogelijk is dit de meest eenvoudige manier om de uitgaven te declareren. De VVD wil focussen op het gebruik van de regeling voor de kinderen. De fractie wil zoeken naar manieren om de kinderen deel te laten nemen aan bijvoorbeeld sport en schoolreisjes zodat zij deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, want een sociaal isolement lijkt de VVD funest voor de toekomst van de kinderen.

De heer Paardekooper ziet graag de invoering van een jeugdsportpas met een tarief naar draagkracht. Internet is van belang, juist voor de 7% van de kinderen die tot de minimagezinnen behoren. De heer Paardekooper zou dat overeind willen laten.

De heer Fiseler vindt sport belangrijk voor kinderen omdat het een sociaal

bindmiddel is. Men ziet graag extra stimulering van sport, desnoods met nieuw geld.

Er bestaat een subsidieregeling van de provincie waarbij sportverenigingen een aanvraag kunnen indienen voor minimagezinnen. Men vindt internet ook belangrijk.

Het zou goed zijn wanneer de vergoeding voor internet uit een aparte pot zou komen. Kan bekeken worden of een laagdrempelig regeling zoals in Heemskerk en Velsen met een kosteloze computer mogelijk is? Internet is ook belangrijk voor schoolgaande kinderen. Voor de regeling zwemles was ongeveer 13.000

uitgetrokken. Daar is waarschijnlijk nog 5000 euro van over. Misschien kan dat een begin zijn.

De heer Van Nimwegen vraagt zich af welk doel is beoogd met de regeling omdat maatschappelijke deelname een breed begrip is. Het antwoord op de

onderzoeksvraag of deze middelen effectief zijn ingezet. Wat zijn fractie betreft is de

(3)

huidige flexibel inzetbare vergoeding een effectief middel om huishoudens te ondersteunen op gebieden waar de aanvragers zelf wat aan hebben. Zijn fractie vindt het wenselijk dat uit de vergoeding internet kan worden betaald. Wat hen betreft blijft dit stevig in de regeling verankerd. De heer Van Nimwegen vraagt of het

mogelijk is een aparte jeugdvergoeding in te stellen waarbij deze alleen uitkeert indien kinderen daadwerkelijk lid zijn geworden van een sportvereniging.

.

De heer Duin geeft aan dat sport belangrijk is en dat het in ieder geval moet leiden tot bewegen en sociale contacten. Zijn fractie denkt dat internet hoog in het

onderzoek scoort omdat het gebruik het makkelijkst te verantwoorden is met de bonnetjes. De heer Duin zou graag weten wat de hoogte van het budget is en of bij andere gemeenten ervaringen zijn met het gebruik van internet.

De heer Gezer vraagt of de steekproef gehouden is onder gezinnen of willekeurige cliënten. Op pagina 3 staat dat een abonnement op internet vergoed wordt tot een maximum van € 19,95 per maand. In theorie is het niet mogelijk om meer dan de helft van het budget te gebruiken voor internet. Bij zestig willekeurige cliënten zou de uitkomst heel anders kunnen zijn. Hij ziet graag een nadere uitleg over het

onderzoeksresultaten voordat er een definitieve keuze wordt gemaakt over de voortgang van het beleid.

Wethouder Erol memoreert dat op 5 oktober jl. de toezegging is gedaan om op korte termijn een onderzoek te verrichten naar de effecten van het huidige minimabeleid zodat dit meegenomen kan worden in de uitwerking van het nieuwe beleid. De raad vroeg dit op korte termijn te laten plaatsvinden zodat er op basis van de resultaten van gedachten gewisseld kon worden. In het onderzoek staat op pagina 3 wat wordt verstaan onder deelname aan maatschappelijke activiteiten en wat men met deze voorzieningen heeft beoogd. Het is de bedoeling dat de commissie zich uitspreekt over de gestelde vragen, over de gestelde doelen en over of men hiermee moet doorgaan. Ook wordt een uitspraak van de commissie verwacht over het gebruik van de regeling voor internet en of dit gehandhaafd moet blijven of ergens anders moet worden ondergebracht. De reacties tijdens de discussie neemt men mee in de verdere uitwerking van het nieuwe minimabeleid. Het onderzoek is verricht op basis van een landelijk systeem. Voor een uitgebreider onderzoek zou een extern

onderzoekbureau moeten worden ingehuurd. Vooralsnog is er voor geen aanleiding om aan het resultaat van dit binnenshuis uitgevoerde onderzoek te twijfelen. Alle huishoudens die voor de regeling in aanmerking komen, zijn benaderd. De jeugd is zeker een speerpunt voor het college voor de komende jaren. Het college is

voornemens volgend jaar een nieuw jeugdbeleid voor te leggen. De termijn staat nog niet vast, maar het is een ambitieus traject waarbij ook de deelname van jongeren die onder de armoedegrens leven voorop staat. De mogelijkheden voor een

jeugdsportpas zullen worden meegenomen, zo ook de provinciale subsidieregeling voor de jeugd.

Met deelname aan maatschappelijke activiteiten wordt ook bedoeld dat de jeugd sociaal participeert. Sport is een laagdrempelig sociaal bindmiddel. Men zal ook aandacht besteden aan de ontwikkelingen met betrekking tot het minimabeleid in regionaal verband om te bezien of er krachten gebundeld kunnen worden. Of de internetvergoeding eventueel uit een andere voorziening kan worden bekostigd, moet worden uitgezocht. Het college onderschrijft het belang van investering in

sportactiviteiten voor komende tijd.

De begroting voor dit minimabeleid ter bevordering van deelname aan

maatschappelijke activiteiten werd begroot voor 2009 op € 90.000, het werkelijke bedrag kwam op € 154.000. Het bedrag van € 400.000 waarover werd gesproken betreft de bijzondere bijstand. Deze staat los van de regeling voor deelname aan maatschappelijke activiteiten. Het zijn beide componenten van het minimabeleid.

(4)

Mevrouw Verhagen geeft een toelichting op de vraag of de aanschaf van een computer gerekend kan worden onder de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan. Deze kosten, waar onder andere eten en kleding onder vallen, moeten uit een bijstandsuitkering worden betaald. Voor de aanschaf van een computer ligt dat niet duidelijk. Dit zou ook onder bijzondere bijstand kunnen vallen. Er zijn meerdere regelingen waar het uit betaald zou kunnen worden. In het kader van re-integratie zou het uit dat budget kunnen komen. Als het duurzame gebruiksgoederen betreft, zou het onder de langdurigheidtoeslag kunnen vallen. Zij zou het op prijs stellen als de raad een uitspraak doet of een pc, net als een tv als basisvoorziening wordt gezien.

Tweede termijn

De heer Kellenaar pleit ervoor op deze weg door te gaan en geeft aan internet

belangrijk te vinden. De budgetoverschrijding baart hem wel zorgen en hij vraagt zich af of het financieel haalbaar is.

De heer Hazeveld vraagt of het budget voor deze regeling in gelijke mate is gestegen met de toename van het aantal cliënten. Verder vraagt hij of er een stijging van het aantal cliënten te verwachten valt omdat dit cruciaal is voor de budgetten. Hij geeft aan dat hij in het onderzoek de uitsplitsing mist tussen de alleenstaanden en de gezinnen. Een alleenstaande zou voor een internetaansluiting € 70 per jaar

tekortkomen omdat dit minimaal € 240 kost. De vergoedingen voor internet mogen niet ten koste gaan van die voor de jeugd en de stimulering van deelname aan sport.

De fractie van de heer Hazeveld vindt internet wel belangrijk voor deelname aan de maatschappij.

De heer Kerssens zegt dat het interessant zou zijn om door middel van een enquête te kijken in hoeverre de participatie daadwerkelijk tot stand is gekomen voor men aan de invulling van het minimabeleid begint. De insteek van zijn fractie is dat men het budget vooral rechtstreeks ten goede willen laten komen aan de jeugd zonder dat het een boekhoudkundig verhaal wordt, maar wel wordt besteed aan het stimuleren van sport, schoolreisjes en dat soort participatie.

Mevrouw Witte zegt dat de vraag is hoe het zo kan worden vormgegeven dat de jeugd er zo veel mogelijk profijt van heeft. Zij merkt op dat zwemlesregeling goed werkt en alleen ten goede komt aan kinderen. Het jeugdsportplan van de provincie moet ook worden benut. Haar fractie hecht aan inspanningen die rechtstreeks ten gunste komen van het kind. Zij wijst erop dat het jeugdbeleid in 2014 vanuit de provincie zal worden overgedragen aan de gemeenten. Dit inclusief de rijksgelden.

De heer Paardekooper zegt dat het uitgangspunt moet zijn dat mensen aan de onderkant van de samenleving ook kunnen participeren in zaken die van belang zijn voor hun ontwikkeling en verdere toekomst. Misschien dat daar een bepaald budget tegenover moet staan.

De heer Den Hartog zegt dat het duidelijk is dat de regelingen de doelgroep bereiken. Wat zijn fractie betreft is internet een basisbehoefte, maar men vindt dit niet de juiste voorziening om het mee te bekostigen. Deze regeling was bedoeld voor kinderen om deel te kunnen nemen aan sportverenigingen, scouting en

schoolreisjes. Internet moet wel beschikbaar zijn voor iedereen. Het is ook nodig voor het maken van huiswerk.

De heer Van Nimwegen geeft aan dat hij nog geen antwoord heeft gehad op zijn vraag of het mogelijk is een aparte jeugdvergoeding in te stellen. Hij vraagt of bekend

(5)

is waarom slechts een beperkt deel van de vergoeding wordt gebruikt voor

vrijetijdsbesteding en of dit verbeterd kan worden. Men is positief over het beleid en denken dat een dergelijk flexibel budget een effectieve manier is om de

maatschappelijke participatie te verhogen. Men vindt het zeer wenselijk dat internet gebruikt kan worden, zolang het niet ten koste gaat van deelname aan

sportactiviteiten.

De heer Gezer wil weten hoe de steekproef tot stand is gekomen omdat er waarschijnlijk vaker interne onderzoeken zullen worden gedaan. Graag een onderbouwing van de onderzoeker hieromtrent.

De heer Duin zegt dat internet zo langzamerhand een basisvoorziening is. Onze wensen zijn eigenlijk nog ambitieuzer wij zien liever dat het daadwerkelijk bijdraagt tot meer deelname aan sport, lidmaatschap van verenigingen en andere zaken die leiden tot sociale contacten.

Mevrouw Witte vraagt bij de ontwikkeling van het nieuwe minimabeleid aandacht voor de vergelijking van het beleid Heemskerk en Velsen.

Wethouder Erol zegt dat er op regionaal niveau naar gestreefd wordt tot afstemming met andere gemeenten te komen, met name op het sociale terrein. Zo ver is het echter nog niet. Dat neemt niet weg dat men alle opmerkingen die vanavond aan de orde zijn geweest zal bekijken. Voor wat betreft de kostenoverschrijding: deze bedroeg in 2009 22.000 euro. Alle producten die onder het minimabeleid vallen, worden met minnen en plussen met elkaar vergeleken. Hij geeft aan de cijfers ter vergelijking van 2008 met 2010 nu niet paraat te hebben. De vraag in hoeverre het budget is meegegroeid, wordt meegenomen. Ook zal moeten worden bekeken wat de prognoses zijn voor groei of afname van het cliëntenbestand zodat dit voor het vaststellen van de budgetten kan worden gebruikt en bij de vaststelling van het minimabeleid, met name de meerjarenraming.

De vraag over de onderbouwing van het onderzoek en een verfijning van de onderzoeksresultaten neemt men mee. Wat betreft de daadwerkelijke participatie:

deze valt pas vast te stellen als de doelen van tevoren duidelijk zijn gedefinieerd.

Daar zal men zeker meer aandacht aan besteden. Men probeert inderdaad het geld voor de jeugd rechtstreeks aan hen ten goede te laten komen. Men gaat uitzoeken of een sportpas haalbaar en uitvoerbaar is en op welke wijze. Of dat onder

minimabeleid moet vallen of op het terrein van sport of binnen het jeugdbeleid, daar moet men goed naar kijken. Daar wordt de commissie over bericht.

De commissie heeft aandacht gevraagd voor internet en of dit wellicht uit een andere voorziening zou kunnen worden bekostigd. De beleidsmedewerkers zullen daar op terugkomen en de commissie erover informeren hoe men daar verder invulling aan kan geven. Hetzelfde geldt voor een aparte vergoeding voor vrijetijdsbesteding en maatschappelijke participatie voor de jeugd, waarbij de vergoeding alleen ten goede komt aan het kind. Het college zal hier hopelijk op niet al te lange termijn op

terugkomen in verband met het nieuwe jeugdbeleid.

Resterende (technische) vragen over de verfijning van de verdeling van de 58% en de invoering van een sportpas voor jongeren, zullen later schriftelijk worden

beantwoord.

Pauze van 21.00 uur tot 21.10 uur

04. HEROVERWEGING UITGAVEN PARTICIPATIEBUDGET EN MACROBUDGET WET WERK EN BIJSTAND (WWB)

(6)

De heer Visser, directeur van de stichting ActiefTalent, is samen met een aantal deelnemers aanwezig. Hij zegt dat er recentelijk een mail door stichting is verstuurd aan de commissieleden met daarin een link naar een korte film. Hij spreekt de hoop uit dat de leden hiervan kennis hebben genomen of alsnog bereid zijn de film te bekijken. In de film komen professionals aan het woord die hun mening geven over het belang van ActiefTalent. Hij meldt dat de stichting een onderzoek heeft laten uitvoeren door een extern bureau. Dit is nog niet gereed, maar de voorlopige conclusies staan in het begeleidende schrijven dat aan de aanwezigen wordt uitgedeeld. Er staat in wat de waarde en de opbrengst is van het soort werkzaamheden dat door ActiefTalent wordt uitgevoerd. Op 21 oktober jl. ondertekende een gezelschap van gemeenten en organisaties het OGGZ- convenant voor de regio Midden- en Zuid-Kennemerland. Het convenant richt zich op feitelijke daklozen en zorgafhankelijken. Naast allerlei andere afspraken in het convenant staat er ook in dat elke gemeente een pakket aan dagbesteding en activering voor de OGGZ-groep faciliteert dat afgestemd is op de vraag en behoefte van de cliënten en aanvullend op de toepasselijke productieafspraken van de zorgkantoren. ActiefTalent is erkend als praktijkopleider voor de

groenvoorziening in Beverwijk en er zijn meer werkaanbieders in aankomst zoals een woningcorporatie. ActiefTalent beschikt over deskundig personeel en werkt samen met geëigende partners. De gemeente Heemskerk en Velsen hebben met ActiefTalent een overeenkomst tot in 2012. Wij vinden het erg jammer als dit voor Beverwijk verloren gaat.

Mevrouw Witte merkt op dat er verschil blijkt tussen de in het raadsvoorstel genoemde bedragen en die in het raadsbesluit wat betreft het participatiebudget.

Het besteedbare bedrag in 2011 ligt 1,2 miljoen euro lager dan de verwachte uitgaven in 2010. In het visiedocument staat dat het totale participatiebudget in 2009 € 3.441.582 was, en we zien in het raadsvoorstel dat het totale budget voor 2011 € 3.224.357 bedraagt. Dat is 200.000 euro lager en niet 1,2 miljoen euro lager. Zij vraagt of dit een rekenfout betreft. Verder merkt zij op dat de

bezuinigingsvoorstellen die zijn gedaan in totaal € 440.000 opleveren. Indien de vermelde bedragen juist zijn, dan betekent dat een bedrag van € 770.000 op het macrobudget en 1,2 miljoen euro op het participatiebudget. Dat is samen bijna 2 miljoen euro. Er is dan sprake van een tekort van 1,5 miljoen euro. Voordat zij op de inhoud ingaat, wil zij weten hoe reëel dit is.

De heer Paardekooper vindt de voorgestelde aanpassing redelijk. De invulling van de participatieladder kan een stimulans zijn, maar hij wijst erop dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat de onderste trede het minste aantal mensen heeft. De raad moet goed op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen.

De heer Gezer zegt dat het hem niet duidelijk is of er slechts gesproken wordt over het visiedocument of over het totaal. Op pagina 1 worden vijf punten

genoemd en daaronder staat dat het college reeds invulling heeft gegeven aan de voorgestelde keuzes 2 t/m 5. Het uitgavenniveau in 2010 ligt veel hoger dan wat wij tot nu toe gewend zijn. Hij vraagt of er voldoende middelen zijn om in 2011 net zoveel geld uit te geven als in 2010. Verder vraagt hij of het bepalen van het niveau op de participatieladder door middel van vragenlijsten wel een goede benadering is. Ook vraagt hij of de consequentie van de nieuwe aanpak kan betekenen dat minder cliënten in aanmerking komen voor een re-integratie- of participatietraject en wat dat betekent in de praktijk. Hij wijst erop dat de ID- en Wiw-subsidies betaald worden uit het werkdeel. Dit is in het verleden bewust zo geregeld. Wanneer nu met deze regelingen wordt gestopt, dan is het niet zo dat dit gelijk € 340.000 oplevert. Er vindt dan een verplaatsing plaats van werkdeel naar inkomensdeel. De mensen moeten eerst betaald werk vinden voordat het

(7)

bedrag kan worden bespaard. Zijn fractie is er voor middelen effectiever in te zetten waardoor men ieder geval meer kans van slagen heeft.

De heer Van Nimwegen vraagt wat de participatieladder betekent voor mensen bij wie te weinig groeipotentie is geconstateerd. Wanneer krijgt iemand opnieuw de kans om zich te bewijzen op deze ladder? Hij vraagt of de huidige dertien

Beverwijkers met een ID-baan erop kunnen rekenen dat de gemeente alles in het werk stelt om hen op weg te helpen naar ander werk. Verder vraagt hij of van cliënten van activeringstrajecten voor daklozen en verslaafden redelijkerwijs verwacht kan worden dat zij uitstromen naar betaald werk. Op dit moment vindt er zinvolle dagbesteding plaats waar ook de samenleving iets aan heeft. Dat kan gezien worden als rendement. De politie heeft aangegeven dat zij verwacht dat het zal leiden tot meer overlast en kleine criminaliteit. Verder vraagt hij of het college geprobeerd heeft de kosten per deelnemer omlaag te onderhandelen. Ook wil hij weten of de Meergroep wel berekend is op de hulp aan deze mensen met een specifieke problematiek.

Wethouder Erol zegt dat de raad in september jl. bij de discussie over de jaarrekening verzocht om op tijd maatregelen te nemen ten aanzien van de rijksbezuinigingen en met een visie te komen. Dat heeft de raad bij de beantwoording van algemene beschouwingen ook gekregen. Wat betreft de vragen van mevrouw Witte kan de wethouder zeggen dat dit specifieke

uitkeringen betreft. Deze budgetten worden jaarlijks voorlopig beschikbaar gesteld in oktober. Het jaar daarna wordt dat definitief vastgesteld. In oktober 2009 zijn de budgetten voor 2010 ruimer beschikbaar gesteld gezien de economische crisis.

De 1,2 miljoen euro is extra beschikbaar gesteld, zie hiervoor pagina 3, punt 1 t/m 4. De terugvordering van 1,2 miljoen euro is deels afgedekt door de

meeneemregeling. Er staat nog een bedrag van 500.000 euro waarvoor dekking moet worden gezocht. Wat betreft het nieuw ingezette beleid: er moeten

fundamentele keuzes worden gemaakt. De kwaliteiten van de stichting

ActiefTalent staan zeker niet ter discussie. Men moet minder middelen zo goed mogelijk inzetten voor mensen die dat nodig hebben. Het budget voor 2011 is een voorlopig budget dat in een halfjaar kan veranderen. Met deze onzekerheid in gedachten moet men de doelgroepen zo goed mogelijk bedienen. De activering van cliënten blijft ook voor het college centraal staan.

Er kwam een terechte opmerking dat het vanavond niet gaat over besluitvorming, maar over het visiedocument.

De participatieladder heeft de afgelopen jaren bij twaalf gemeenten proefgedraaid.

Gebleken is dat het goed verloopt en daarom wordt deze nu landelijk ingevoerd.

Men gaat de doelgroep nu herdefiniëren en de potentie in kaart brengen. Jaarlijks vindt er een evaluatie plaats per cliënt. Is er geen groeimogelijkheid, dan moeten andere maatregelen worden genomen.

De maatregelen die aangekondigd zijn met betrekking tot de besluitvorming 2 t/m 5, zijn een bevoegdheid van het college. Het college heeft een aantal weken geleden een aantal trajecten stopgezet, waaronder het ID-banentraject, en ook het contract met ActiefTalent is stopgezet. De herdefiniëring van de doelgroepen en de inzet van het participatiebeleid is aan u, aan de raad.

Wat betreft de bezuiniging op de ID-banen is het zo dat de betrokkenen inderdaad automatisch in aanmerking komen voor een uitkering. De maatregel is opgelegd vanuit de rijksoverheid. Deze mensen moeten zo goed mogelijk begeleid worden.

Ook voor de deelnemers van ActiefTalent geldt dat het gaat om maatschappelijke participatie en niet alleen om werk. Dit kan ook een zinvolle vrijwilligersactiviteit zijn. Het is niet uitgesloten dat sommigen op individuele basis bij ActiefTalent terecht kunnen. Dat moet nog worden bekeken. Wat betreft alternatieven is men

(8)

druk bezig om per persoon te kijken waar hij of zij voor in aanmerking komt en welk aanbod er is. Men wil ook werkgevers stimuleren en daarom worden contracten afgesloten. Een mogelijke toename van criminaliteit wil men zo goed mogelijk beperken. Men kan echter niet garanderen dat er geen gevolgen zullen zijn.

Tweede termijn

De heer Visser meldt dat ActiefTalent inmiddels inkomsten uit werk heeft en aanvullende financiën en dat er gesproken kan worden over de trajectprijzen.

Wanneer de gemeente een rol kan spelen bij het aanleveren van werk zou dat de projectprijs nog kunnen verlagen. Het zou ook helpen wanneer de verantwoording naar de gemeente toe wordt vereenvoudigd, want daar gaat veel tijd in zitten.

De heer Van Nimwegen vraagt of er al contact is geweest met de Meergroep over de huidige deelnemers van ActiefTalent. Verder vraagt hij of er geprobeerd is om met ActiefTalent over de prijs te onderhandelen, aangezien andere instanties ook niet gratis zijn.

De heer Stam zou graag horen wat de wethouder denkt van de handreiking die zojuist door ActiefTalent is gedaan.

De heer Gezer heeft begrip voor de noodzaak van het nieuwe beleid en steunt daarom de aanpak van het college. Hij vraagt of het mogelijk is in het voorjaar een notitie te ontvangen over de vaststelling van de participatiegraad en de

doelstellingen op basis van de situatie.

De heer Paardekooper spreekt de hoop uit dat het college en de wethouder ingaan op het voorstel van ActiefTalent. Voorkomen moet worden dat straks de onderste trede van de participatieladder voller is dan deze zou moeten zijn.

Mevrouw Witte geeft aan dat zij actief pleitbezorger is van de invoering van de participatieladder. Voor wat betreft het financiële verschil heeft zij na bestudering van pagina 3 van de heroverweging voor het verschil van 1,2 miljoen euro nog geen verklaring gevonden. Wat betreft de invoering van de participatieladder zou zij graag zien dat de cliënten van ActiefTalent, de Wiw en de ID-banen met voorrang worden ingevoerd.

De heer Kellenaar vindt de overstap van de categorale aanpak naar de individuele aanpak van de participatieladder een prima benadering, mede vanwege de

jaarlijkse evaluatie.

De heer Hazeveld sluit zich aan bij de vorige spreker.

Wethouder Erol zegt dat ondanks het feit dat het budget beperkter is, het doel blijft alle doelgroepen zo goed mogelijk verder te helpen. Dit geldt ook voor mensen op de onderste trede van de participatieladder. Het nieuwe beleid gaat volgend jaar van start, maar er worden nu al gesprekken gevoerd. In de loop van 2011 komt er meer duidelijkheid over de trajecten en het is mogelijk dat onder andere

ActiefTalent daarbij wordt betrokken. Mogelijk worden er voorzieningen ingekocht bij het Rijk, de Meergroep en andere instellingen. Het is niet mogelijk

toezeggingen te doen of vooruit te lopen op de implementatie ervan. Het is niet de bedoeling trajecten blijvend te subsidiëren.

Wat betreft het door mevrouw Witte opgemerkte financiële verschil, zegt hij toe het antwoord op een later tijdstip schriftelijk te verstrekken.

(9)

Wat betreft de handreiking van ActiefTalent is op 11 oktober jl. hierover een gesprek geweest en is men toen tot de conclusie gekomen dat er geen ruimte tot onderhandelen was.

De heer Groot legt uit dat de start van de participatieladder begin 2011 plaatsvindt wanneer de systemen daarvoor gereed zijn. Alle cliënten Wwb en inburgering worden ingedeeld. Het gaat om achthonderd personen. Het is de bedoeling om het versneld te doen omdat de uitkomsten als grondslag zullen dienen voor het nieuwe integratiebeleid en de nieuwe aanbesteding re-integratie 2012. Daarmee kunnen we inzicht geven in hoe ons bestand aan cliënten op de participatieladder is geplaatst en de verdere stappen.

Advies:

De fractie van Gemeentebelangen behoudt haar stem voor, de fractie van D66 maakt een positief stemvoorbehoud en de overige fracties gaan akkoord met het voorstel.

05. MEDEDELINGEN DOOR EN RONDVRAAG VOOR WETHOUDER EROL Mevrouw Witte vraagt of het mogelijk is om kennis te nemen van het convenant dat is getekend in het kader van Centrum Jeugd en Gezin Regio Midden- Kennemerland. De VVD vraagt of het besproken kan worden in de commissie OSCW. Verder meldt zij dat in de nieuwsbrief van samenwerkende anti-

discriminatiebureaus geen inwoneraantallen per regio staan vermeld. Zij vraagt of de aantallen voor de volledigheid beschikbaar zijn.

Wethouder Erol antwoordt dat hij een exemplaar van het convenant na zal zenden zodra dit getekend is, zodat alle leden er kennis van kunnen nemen. Verder is het aan de commissie om het onderwerp bij de agendacommissie aan te brengen. De inwoneraantallen worden met het verslag meegezonden.

(Naschrift secretaris: deze inwoneraantallen zijn:

Amsterdam Amstelland 943.565 Gooi en Vechtstreek 243.519 Kennemerland 520.332 Noord-Holland Noord 642.298 Zaanstreek Waterland 320.058 )

06. MEDEDELINGEN BETREFFENDE FUNCTIONELE SAMENWERKING:

DE MEERGROEP

De heer Kerssens zegt dat bij de begroting is aangegeven dat in het vierde kwartaal van dit jaar een nieuwe herberekening en onderbouwing van het

benodigde weerstandsvermogen wordt gemaakt. Gelet op de verantwoordelijkheid van de gemeente Beverwijk voor de gemeenschappelijke regeling zou de VVD geïnformeerd willen worden over de uitkomsten van deze herberekening. Verder is het de VVD-fractie bekend dat de Meergroep een kwartaalrapportage opstelt.

Past het in de informatievoorziening aan de raad om deze kwartaalrapportage ter kennisname door te leiden aan de raad?

Wethouder Erol antwoordt dat het de bedoeling was de herberekening dit jaar nog voor te leggen, maar dit door gewijzigde omstandigheden (bezuinigingen) niet mogelijk is gebleken. Op basis van de beleidskaderdiscussienotitie komt men in het tweede kwartaal van 2011 met het totale pakket maatregelen. Dit in het licht van de bezuinigingsmaatregelen waar de WSW-voorziening voorstaat. Op basis van de beleidsnotitie kijkt men ook naar welk toekomstperspectief de Meergroep heeft. Op basis daarvan kijkt men welk weerstandsvermogen daarbij gepast is.

(10)

De kwartaalrapportage van de Meergroep kan helaas niet aan de raad ter beschikking worden gesteld zonder toestemming van de andere deelnemende gemeenten. Wel zal er een samenvatting van de kwartaalrapportage beschikbaar zijn.

07. VASTSTELLING VERSLAG OPENBARE COMMISSIEVERGADERING OSCW 9 NOVEMBER 2010

Er hebben zich geen sprekers gemeld voor dit agendapunt, waarmee het verslag ongewijzigd is vastgesteld.

08. MEDEDELINGEN VANUIT HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Er hebben zich geen sprekers gemeld voor dit agendapunt.

09. RONDVRAAG ALGEMEEN EN SLUITING

De heer Fiseler informeert naar de subsidie van 8 leerlingen à € 1.650,00 die de stichting Tabijn ontvangt voor kindervervoer. Hij vraagt of over dit bedrag

onderhandeld kan worden. Een tweede vraag betreft een verzoek voor subsidies van € 6500 voor het kernprogramma TripleP van Jeugd en Gezin en € 20.000 voor de implementatie van drie nieuwe programma’s.

Wethouder Erol antwoordt dat de vergoeding voor het vervoer valt onder de verantwoordelijkheid van wethouder Frowijn. De financiering daarvan valt onder de doeluitkering, maar vervoersmiddelen moeten vanuit de gemeente worden gedekt. De subsidie voor deze groep wordt gezien als investering die op termijn voordeliger is.

Wethouder Erol antwoordt dat dit doeluitkering betreft voor ouder en kindcentra.

Elke gemeente moet in een ouder en kindcentrum voorzien. Er zijn rijksgelden beschikbaar gesteld die worden aangewend om de betrokken ketenpartners zo goed mogelijk in het traject te kunnen laten participeren.

De voorzitter sluit de vergadering om 22.40 uur.

(11)

Lijst van toezeggingen / actiepunten / aandachtspunten n.a.v. de vergadering van de commissie OSCW d.d. 14 december 2010.

Onderwerp Toezegging / actiepunt aandachtspunt

Portefeuille- houder

Afdeling

Onderzoek effectiviteit inzet middelen

maatschappelijke deelname

Ten aanzien van de stelling dat 58% van de middelen voor de regeling wordt besteed aan een

internetabonnement, zal de wethouder schriftelijk terugkomen op de verfijning van de onderzoeksresultaten

Erol PUZA

Onderzoek effectiviteit inzet middelen

maatschappelijke deelname

De mogelijke invoering van een sport-pas voor jongeren zal te zijner tijd worden meegenomen bij het nieuw te ontwikkelen jeugd- of minimabeleid.

Erol STAZ

Heroverweging uitgaven

participatiebudget en macrobudget Wet werk en bijstand (Wwb)

Op de vraag van mw. Witte over de 1,2 miljoen euro verschil, zal schriftelijk worden teruggekomen

Erol PUZA

Convenant voor het Centrum voor Jeugd en Gezin

Het convenant voor het Centrum voor Jeugd en Gezin zal ter kennisneming naar de commissie worden gestuurd.

Erol STAZ

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie OSCW d.d. 1 februari 2011.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Via NS Hi-speed Telesales kunnen de bestemmingen worden geboekt die niet in de online dienstverlening zitten zoals kleinere bestemmingen, internationale fietstickets of tickets

Bent u bereid om de raad een overzicht te verschaffen van de grootste afwijkingen (zeg: vanaf € 1 miljoen incidenteel, € 1 ton structureel) van de begroting 2012 per 9 februari

Het Voorjaarsdebat is het eerste moment waarop we de gemeentelijke risico’s en de totale financiële stand van zaken in de raad gaan bespreken, en in veel discussies wordt daar ook

Naast de door u genoemde incidenten zijn er met betrekking tot het tunneltje geen recente incidenten bekend die aanleiding kunnen vormen tot het plaatsen van camera's ter

En het laatste nieuws is dat geen aannemer de bouw aandurft en dat bouw door een buitenlandse aannemingscombinatie wel eens noodzakelijk zou kunnen zijn.. (...) Het zijn risico’s

De omvang van de onder vraag 1 genoemde stijging, wordt mede veroorzaakt door bijzon- dere historische redenen die voor deze specifieke erfpachtlocatie van toepassing zijn,

wat vindt u van het idee om één van de afvalbrengstations zo in te richten dat inwoners van de stad en provincie daar gratis sloophout kunnen afhalen, waarbij het hout een

In uw brief van 16 februari jl., waarin u antwoord geeft op de door het CDA gestelde vragen, maakt u melding van het feit dat de eigenaren van 85 panden die al een