WORDEN NET AFGESTUDEERDE ARTSEN BETERE VOORSCHRIJVERS GEDURENDE HET EERSTE JAAR NA AFSTUDEREN? EEN INTERNATIONALE LOGITUDINALE COHORT STUDIE

(1)

WORDEN NET AFGESTUDEERDE ARTSEN BETERE VOORSCHRIJVERS GEDURENDE HET EERSTE JAAR NA AFSTUDEREN? EEN

INTERNATIONALE LOGITUDINALE COHORT STUDIE

Erik Donker, namens de Landelijke interfacultaire werkgroep onderwijs van de NVKF&B

D. Brinkman

A. Maassen van den Brink B. Janssen

W. Knol G. Dumont P. Jorens A. Dupont T. Christiaens J. Smeden

I. De waard-Siebinga L. Peeters

R. Goorden M. Hessel M. Richir

M. van Agtmael K. Kramers J. Tichelaar

(2)

Introductie

R

_X

Brinkman et al. 2017 and 2018

(3)

Introductie

??

R

_X

R

_X

R

_X

Eerste jaar na afstuderen

(4)

Methode

Eerste jaar na afstuderen

Assessment 1 Rond afstuderen

Assessment 2 6 maanden

Assessment 3 12 maanden

(5)

Methode

Opgesteld door 11 ervaren docenten (allen klinische farmacoloog)

35 meerkeuze vragen (kennis)

3 patiënt casussen (vaardigheden)

Kinetiek en rekenen Pijnstilling

Antibiotica Antidiabetica Psychofarmaca

Cardiovasculaire medicatie Anticoagulantia

Nierfunctiestoornis Pijnstilling

Anticoagulantia

(6)

Methods

Meerkeuze vragen gescoord als goed of fout (1 punt) Casussen

Niet-medicamenteus Medicamenteus Controle

Goed (4-6) – Voldoende (2-3) – Onvoldoende (0-1)

2-1-0 2-1-0 2-1-0

Behandelplan

(7)

11 universiteiten in Nederland en België

Radboud (n= 57) LUMC (n= 10) UMCU (n= 22)

AMC (n= 17) MUMC (n= 47) VUB (n= 10)

Erasmus (n= 23) UA (n= 30) VUmc (n= 34)

Gent (n= 45) UMCG (n= 31)

(8)

As se ss m en t 1

As se ss m en t 2

As se ss m en t 3 0

10 50 60 70 80 90 100

G e m id d e ld e s co re in %

Assessment 1 Assessment 2 Assessment 3

17% 27% 20%

(9)

36,9 45,3

60,4

53,3 45,0

32,3

9,8 9,7 7,4

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Assessment 1 Assessment 2 Assessment 3

Totaalscore behandelplannen

Onvoldoende Voldoende Goed

(10)

36,9 37,6 36,6 36,5

53,3 52,0 57,1 50,6

9,8 10,4

6,3 12,9

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Totaal Casus 1 (nierfunctie) Casus 2 (pijnstilling) Casus 3 (antistolling)

Assessment 1

Onvoldoende (0-1) Voldoende (2-3) Goed (4-6)

45,3 68,7 39,1 27,6

45

27,4 50,5

57,6

9,7 3,9 10,4 14,8

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Assessment 2

Onvoldoende (0-1) voldoende (2-3) Goed (4-6)

60 61,3

77,1 43,0

32 32,4

21,6 42,4

7 6,3

1,3 14,6

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Assessment 3

Onvoldoende (0-1) Voldoende (2-3) Onvoldoende (4-6)

(11)

39,3 61,7

72,4

50,1 29,3

18,1

10,6 9,0 9,6

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Assessment 1 Assessment 2 Assessment 3

Niet-medicamenteus

Onvoldoende Voldoende Goed

67,6 60,5

69,4

24,1 32,7

20,4

8,3 6,8 10,2

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Medicamenteus

39,1 42,8

50,6

48,0 33,6

38,9

12,9 23,6

10,5

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Controle

(12)

Conclusie

R

_X

1 Jaar

R

_X

R

_X

(13)

Aanbevelingen

Waar ziet u ruimte voor mogelijke verbeteringen in het onderwijs?

(14)

Assessment 1 Assessment 2 Assessment 3

17% 27% 20%

(15)

PK & rekenen Pijnstilling

Antibiotica Antidiabetica

Psychofarmaca

Cardiovasculaire medicatie Anticoagulantia 0

50 60 70 80 90 100

Gemiddelde score in %

Assessment 1 assessment 2 assessment 3

5/7 onderwerpen verbeteren in 6 maanden - Kinetiek en rekenen

- Antidiabetica - Psychofarmaca

- Cardiovasculaire medicatie - Anticoagulantia

(16)

Psychofarmaca

50 60 70 80 90 100

5/7 onderwerpen verbeteren in 6 maanden - Kinetiek en rekenen

Alleen 3/7 onderwerpen verbeteren na 12 maanden

- Kinetiek en rekenen - Pijnstilling

- Antibiotica

(17)

5/7 onderwerpen verbeteren in 6 maanden - Kinetiek (PK) en rekenen

Alleen 3/7 onderwerpen verbeteren na 12 maanden

- Kinetiek (PK) en rekenen - Pijnstilling

- Antibiotica

2/7 onderwerpen verslechteren na 12 maanden - Antidiabetica

- Anticoagulantia

Psychofarmaca

50 60 70 80 90 100

(18)

Invloed van eindtoets farmacotherapie

A ss es sm en t 1

A ss es sm en t 2

A ss es sm en t 3 0

60 70 80 90 100

G e m id d e ld e s co re in % Universiteit met eindtoets

Overige universiteiten (n= 10)

(19)

Aanbevelingen

1.) Implementeren van een eindtoets farmacotherapie, mits…

2.) Meer klinische farmacologie in het curriculum Geneeskunde

3.) Implementeren van structureel onderwijs in klinische farmacologie voor alle basisartsen.

(20)

Dank voor uw aandacht!

D. Brinkman

A. Maassen van den Brink B. Janssen

W. Knol G. Dumont P. Jorens A. Dupont T. Christiaens J. Smeden

I. De waard-Siebinga L. Peeters

R. Goorden M. Hessel M. Richir

M. van Agtmael K. Kramers J. Tichelaar

(21)

1 2 3 0

10 65 70 75 80 85 100

Assessment

M ea n s co re i n %

Primary care Secondary care

(22)

1 2 3 0

10 65 70 75 80 85 100

Assessment

M ea n s co re i n %

Non-surgical

Surgical

(23)

1 2 3 0

10 65 70 75 80 85 100

Assessment

M ea n s co re i n %

Non-regstrars

Registrars

Research/PhD

(24)

Voorbeelden

Pijnstilling:

Anticoagulantia:

• Welk geneesmiddel vergroot de kans op nierfunctieverlies bij gelijktijdig gebruik van een NSAID het MEEST?

• Een patiënt presenteert zich met een ernstige maagbloeding die te wijten is aan een overmatig effect van acenocoumarol. De maagbloeding is niet te coaguleren en de patiënt wordt

hypotensief. De meest geïndiceerde farmacotherapie is nu het

toedienen van:

(25)

Voorbeelden

Antibiotica:

Psychofarmaca

• Pim van 6 jaar komt met zijn moeder naar de huisarts in verband met een chronische sinusitis die al 6 weken bestaat. De huisarts besluit tot antibiotische behandeling. Welk van de volgende antibioticagroepen is gecontraïndiceerd bij Pim?

• Een patiënt gebruikt de volgende medicatie: temazepam, metoprolol, simvastatin, amitriptyline, acenocoumarol en

digoxine. Welk van deze geneesmiddelen heeft naast temazepam

nog meer invloed op het reactievermogen?

(26)

Voorbeelden

Cardiovasculaire medicatie

Antidiabetica

• Welk geneesmiddel kan worden ingezet om verdere verlaging van het kalium tegen te gaan?

• Welk van onderstaande medicijnen kan de symptomen van

een hypoglycaemie maskeren?

(27)

Voorbeelden

Kinetiek en rekenen • Een patiënte van 100kg gaat behandeld worden met onder andere gentamicine in verband met sepsis. Haar geschatte creatinineklaring is 75 ml/min. De streefwaarde voor de