• No results found

Jaarverslag juni Vereniging voor Gereformeerd School Onderwijs te Laag Zuthem Pagina 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jaarverslag juni Vereniging voor Gereformeerd School Onderwijs te Laag Zuthem Pagina 1"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaarverslag 2018

11 juni 2019

_______________________________________________________________________________________

Vereniging voor Gereformeerd School Onderwijs te Laag Zuthem Pagina 1

(2)

Pagina

Bestuursverslag 3

Jaarrekening

Algemene toelichting 26

Balans per 31 december 2018 (na voorstel resultaatbestemming) 29

Staat van baten en lasten over 2018 30

Kasstroomoverzicht over 2018 31

Toelichting behorende tot de balans per 31 december 2018 32

Overzicht verbonden partijen 35

Niet uit de balans blijkende rechten en plichten 35

Toelichting op de staat van baten en lasten over 2018 36

Wet Normering Topinkomens (WNT) 39

Overige gegevens

Gebeurtenissen na balansdatum 40

Controleverklaring 41

(Voorstel) bestemming van het resultaat 45

Gegevens rechtspersoon 46

Inhoudsopgave jaarverslag 2018

_______________________________________________________________________________________

Vereniging voor Gereformeerd School Onderwijs te Laag Zuthem Pagina 2

(3)

3

1.

Algemeen

1.1.

Missie en visie van de organisatie

In artikel 3 van de statuten van de vereniging staat ons doel:

“De vereniging vindt haar grondslag in de Bijbel als Gods Woord. In deze grondslag is Jezus Christus de weg tot heil. Hij geeft ons het grote gebod; “God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf”. Dit is de inspiratie en richtlijn voor de opvoeding en het onderwijs.

De vereniging stelt zich ten doel werkzaam te zijn tot oprichting en instandhouding van één of meer basisscholen voor protestants christelijk onderwijs. Zij tracht dit doel te

verwezenlijken door het houden van vergaderingen, door het zoeken van samenwerking in alles wat tot de plaatselijke en algemene belangen van het christelijk onderwijs behoort en voorts met alle andere wettige middelen, welke tot gesteld doel dienstig zijn.”

Wij leren uit Gods Woord dat God iedereen gaven heeft gegeven. Niet aan ieder evenveel en ook niet aan ieder dezelfde gaven. In dit verschil in aard en hoeveelheid van gaven zijn de kinderen ongelijk. Wel zijn de kinderen gelijkwaardig, want elk kind heeft voldoende gaven meegekregen om op deze aarde tot eer van God te kunnen leven.

De Bijbel leert ons dat alle gaven gebruikt dienen te worden in aanvulling tot elkaar en om tot eer van God te leven. De eigen gaven komen pas ten volle tot hun recht in relatie tot die van anderen. Wij leren uit Gods Woord dat de mens leeft in de schepping van God, die door de zonde gebroken, door het werk van Christus verlost, op weg is naar een nieuwe hemel en aarde.

De school zal het kind de gelegenheid moeten geven tot de ontdekking en de ontwikkeling van zijn/haar gaven te komen. Het onderwijs moet daarvoor kindgericht zijn. Ieder kind moet in zijn eigen waarde gelaten worden.

Onze visie omschrijving luidt als volgt: “We zijn een school die, werkend vanuit het Evangelie, een veilige plaats is voor het kind. Een school die inspeelt op de individuele gaven en talenten van het kind en het tot ontplooiing laat komen.”

Ons motto is: “Vanuit een veilige basis groeien in kennis en vaardigheden”.

1.2.

Aanduiding van het beleid en de kernactiviteiten met de belangrijkste

producten/diensten

De Linde is aangesloten bij het Samenwerkingsverband 23-05, deelregio ‘De Brug’. Dit

Samenwerkingsverband heeft haar eigen expertisecentrum, EC Adapt. Via hen is een aantal uren een externe leerlingbegeleider ingekocht. Deze orthopedagoog neemt daar waar nodig testen af of biedt de leerkracht handvatten om met de bijzondere leerlingen om te kunnen gaan. ‘De Linde’ heeft het passend onderwijs vormgegeven.

De zorggelden die via het samenwerkingsverband 23-05 binnenkomen zijn ingezet om de leerlingen die extra zorg nodig hebben, of een groep die extra nodig heeft te ondersteunen in de vorm van de inzet van een onderwijsassistent, groepstraining, of de ondersteuning van de intern begeleider. De gelden worden verderop in het document verantwoord.

Het bestuur heeft haar administratie uitbesteed aan Stichting Concent. De organisatie maakt gebruik van de financiële faciliteiten en processen van haar administratiekantoor. Op deze manier wordt

(4)

4 invulling gegeven aan de planning- en control cyclus. De jaarrekening is opgesteld onder

verantwoordelijkheid van het bestuur, uitgevoerd door Stichting Concent.

De Linde heeft een contactpersoon die waar nodig een verbinding kan leggen tussen een klagende en vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is een externe. Gedurende het jaar 2018 zijn geen officiële klachten ingediend bij de klachtencommissie. Wel heeft het bestuur een brief ontvangen van een ouderpaar. Na een gesprek tussen directie en ouders, is besloten om geen formele klacht in te dienen.

1.3.

Juridische structuur

De Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs Laag Zuthem is opgericht in 1918. De vereniging heeft één school onder haar beheer: christelijke basisschool ‘De Linde’.

1.4.

Interne organisatiestructuur

Bestuur/Directie/Commissie van Intern Toezicht

Het bestuur heeft één school met een eigen directeur. Deze directeur handelt conform het directiestatuut.

Het bestuur is tevens aangesloten bij de Federatie Veluwezoom en IJsselstreek. Vanuit deze organisatie wordt het gezamenlijk beleid aangestuurd waarbij statutair is vastgesteld dat besluiten van de Federatie geldend zijn voor alle onderliggende scholen. Daarentegen is elk bevoegd gezag voor de wet autonoom en bevoegd zelfstandig de keuze te maken. Binnen de Federatie is een algemeen directeur werkzaam die conform zijn directiestatuut opereert. Waar nodig worden aanvullende mandaten aan hem verstrekt om bij belanghebbende partijen de bestuurlijke belangen te behartigen. De directeuren zijn vertegenwoordigd in een gezamenlijk directieoverleg waar de algemeen directeur voorzitter van is. De beleidsvorming op het gebied van personeel, financiën, kwaliteit en onderwijs gerelateerd, start zoveel mogelijk in dit overleg.

De directeuren rapporteren per kwartaal op alle beleidsterreinen aan het bevoegd gezag, namens het bevoegd gezag spreekt de algemeen directeur de rapportages door en maakt waar nodig afspraken. De directeur en bij grote belangen algemeen directeur, stelt het bestuur in kennis van eventuele tekortkomingen en ontwikkelingen. Deze rapportages worden gedeeld met de

toezichthouder. Eveneens rapporteert het administratiekantoor per kwartaal over de financiële en personele effecten. Deze rapportages worden gekoppeld aan de kwartaalrapportages van de directeuren en waar nodig door de directeur voorzien van een aanvullende toelichting.

Bij beleidsvorming wordt de medezeggenschap in acht genomen. Het bestuur hanteert het reglement en statuut MR en GMR van Verus. Deze zijn met instemming van de (G)MR vastgesteld.

1.5.

Belangrijke elementen van het gevoerde beleid

In het schoolplan 2015-2019 zijn de volgende ontwikkelingen geschetst. Waar mogelijk zijn de ontwikkelingen aangepast naar de huidige situatie en huidige inzichten.

Interne ontwikkelingen

• Krimpend leerlingaantal. In de gemeente Raalte wordt nog steeds gestreefd naar thuisnabij onderwijs, een dorpsschool in iedere kern. Dat betekent dat er een ondergrens van 25 leerlingen wordt gehanteerd voor De Linde in Laag Zuthem. De laatste jaren krimpt ook ons leerlingaantal, 38 bij de laatste teldatum, maar de

prognoses laten een verdere daling zien. Behalve uit Laag Zuthem komen onze leerlingen ook uit de regio, wat betekent dat we ons profileren op identiteit en kwaliteit.

(5)

5

• Beëindiging peuterspeelzaal. Sinds augustus 2014 is er geen peuterspeelzaal meer actief in Laag Zuthem, vanwege een te gering aantal peuters. Via de BOS (Bibliotheek op School) lenen wij ook peuterboeken uit, zodat de peuters kennis kunnen maken met De Linde.

• Samenwerking met Combinatiefunctionaris Sport. Deze samenwerking is gestart in augustus 2012 en voldoet aan ieders tevredenheid. Na verandering in subsidiëring door de gemeente komt de financiering voor 60% ten laste van de school. Vanwege de meerwaarde voor zowel de leerlingen (gymlessen), als het dorp (activiteiten op het Zunneweitje), is deze financiering bij gelijkblijvend percentage opgenomen in onze meerjarenbegroting.

Externe ontwikkelingen

• Kleine scholentoeslag. In het verleden is sprake geweest van mogelijke opheffing van de kleine scholentoeslag. Gelukkig is deze bezuiniging niet doorgegaan, maar dit laat wel zien hoe kwetsbaar we zijn als kleine school. Bezinning hierop geeft dat er wordt nagedacht over bijv. fuseren met een andere vereniging, het afgelopen jaar is hier in de bestuursvergaderingen regelmatig een gesprek over geweest. Daarnaast zijn er op federatief niveau gesprekken gaande over de totstandkoming van een holding, waarbij een aantal bestuurlijke taken zullen worden overgenomen door de algemeen directeur.

• Transitie jeugdzorg. Hoewel er vanuit de ‘De Linde’ weinig tot geen verwijzingen zijn richting het S(B)O, heeft dit toch gevolgen voor de leerlingenzorg. Het is van belang om een goede relatie op te bouwen met die personen die namens de gemeente nu

verantwoordelijk zijn voor de jeugdzorg.

• Bestuursakkoord. De afspraken die hierin gemaakt zijn, worden in dit schoolplan op een aantal manieren uitgewerkt. Beseffend dat niet alles op hetzelfde moment gedaan kan worden, is een keuze gemaakt. We denken daarbij aan bijv. ICT en Techniek, welke een plaats in de schoolplan en in de school hebben gekregen.

1.6.

Zaken met een politieke of maatschappelijke impact

Als belangrijkste zaak met een politieke of maatschappelijke impact identificeren wij de volgende onderwerpen:

• Intern: geen zaken met politieke of maatschappelijke impact.

• Extern: mogelijk afschaffen kleine scholentoeslag. Zie paragraaf 1.5.

1.7.

De maatschappelijke aspecten van het ‘ondernemen’

De Linde hanteert een conservatief beleid en heeft een primaire focus op kwalitatief hoogwaardig en Christelijk onderwijs in Laag Zuthem. Hierbij is slechts in beperkte mate sprake van ondernemen, wat concreet inhoudt dat het bestuur verre blijft van het bedrijven van commerciële activiteiten.

Uitgangspunt van de Linde is dat wij de financiering die ons ter beschikking wordt gesteld uitsluitend aanwenden voor het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig en Christelijk onderwijs in Laag Zuthem.

(6)

6

2.

Governance

2.1.

Ontwikkelingen op het gebied van Governance

In 2016 heeft het bestuur zich met ondersteuning van Verus gebogen over “de drie kanten van good governance in balans”. Dit proces heeft leer- en ontwikkelpunten opgeleverd welke in de praktijk verder vorm- en inhoud worden gegeven. De toezichthouder heeft tevens een onderzoek gedaan naar het eigen functioneren om haar eigen functioneren te evalueren en waar nodig te verbeteren.

2.2.

Vermelding van code goed bestuur die gehanteerd wordt

Het bestuur hanteert de Code Goed Bestuur zoals deze is opgesteld door de PO-raad (2015).

2.3.

Vermelding van afwijking van deze code en toelichting

Het bestuur hanteert de Code. Het toezicht is belegd bij de Commissie van Toezicht. Wel is de implementatie van de Code nog in ontwikkeling.

2.4.

Wijze waarop horizontale verantwoording wordt ingevuld

De horizontale verantwoording vindt primair plaats naar de ouders en de leden. De ouders worden met regelmaat bevraagd en geïnformeerd over de ontwikkelen in en de opbrengsten van de school, dit gebeurt om het jaar middels de OTP (Ouder Tevredenheid Peiling), een vragenlijst waarbij alle ouders worden aangeschreven. Tijdens de Algemene Ledenvergadering legt het bestuur

verantwoording af van het gevoerde beleid. Daarnaast wordt, indien nodig, de buurt betrokken bij activiteiten van de school. Tevens vindt op Federatieniveau tussen directie en algemeen directeur het gesprek over de tussentijdse verantwoording plaatst. De algemeen directeur bezoekt jaarlijks de scholen waarbij hij eveneens met leerlingen en leerkrachten spreekt over de uitvoering van het onderwijs.

Het bestuur verantwoord zich via het jaarverslag wat openbaar toegankelijk is.

Het bestuur bestaat uit de volgende leden:

- Egbert Eenkhoorn, voorzitter. Nevenfuncties: Adviseur Elektrotechniek bij Politie Nederland en ouderling bij NGKV De Regenboog in Laag Zuthem.

- Willemijn Nijhoff-Proper, secretaris. Nevenfuncties: leerkracht EMB bij OC de Twijn en boerin.

- Maarten van der Bent, penningmeester. Nevenfuncties: controller bij Woodvision BV, docent bij Nyenrode Business Universiteit en, penningmeester Nederlands Gereformeerde Kerk in Laag Zuthem.

- Ingrid Knol-Hagen, algemeen bestuurslid. Nevenfuncties: werkzaam in het onderwijs.

- Marinka van Pijkeren-Smit, algemeen bestuurslid. Nevenfuncties: radiologisch laborant bij Isala en boerin.

(7)

7

3.

Onderwijs

3.1.

De belangrijkste ontwikkelingen van het afgelopen jaar

Uit het schoolplan wordt het jaarplan voor een cursusjaar gegenereerd. Dus ook voor het cursusjaar 2018-2019. Over het format van het jaarplan is binnen het directieoverleg van de Federatie

gesproken, wat geresulteerd heeft in een vernieuwd format. Hierin worden een aantal

ontwikkelpunten genoemd die, n.a.v. de analyse van de LTP/OTP, maar ook uit de trendanalyse v.d.

toetsen, uit de evaluatie van het jaarplan 2017-2018, uit maandrapportages of uit gesprekken naar voren zijn gekomen. Deze ontwikkelpunten zullen benoemd worden en zo mogelijk terugkomen bij de ontwikkelthema’s.

Leerstofaanbod

Leren leren – aansluiting bij het VO

Digitaliseren

Van klassikaal naar groep doorbrekend werken

Onderzoekend leren

Wetenschap en techniek een plaats geven in curriculum

Mediawijsheid

Integraal – streefdoelen stellen in niveauwaarden / vaardigheidsscores

Rapportage naar ouders

Omgaan met differentiatie – begaafdheid – passend onderwijs

Komen tot PLG

Uit deze ontwikkelpunten zijn een aantal ontwikkelthema’s gehaald waar in dit cursusjaar aandacht aan geschonken wordt.

Deze ontwikkelthema’s zijn:

1. Groep doorbrekend onderwijs

a. Thematisch werken in zaakvakkenonderwijs in onderbouw, middenbouw en bovenbouw;

ruimte voor digitale verwerking

b. Passend voor alle lln, OPP, begaafd, extra instructie c. TOM – concept: planning van instructie RTL vakken 2. Digitalisering

a. Infrastructuur op orde brengen.

b. De rol van de leerkracht.

c. Rekenen groep 5 t/m 8: volledig digitaal werken.

d. Mediawijsheid 3. Monitoren Kwaliteit

a. Streefdoelen niveauwaarde / vaardigheidsscores b. Rapportage keuze

Streefbeelden gekoppeld aan de ontwikkelthema’s:

1. Van leren in een leerstofjaarklassensysteem naar gepersonaliseerd leren middels groep doorbrekend onderwijs

2. Van leren voor de buitenwereld naar leren vanuit betrokkenheid / eigenaarschap.

3. Van sturen en leiden door de leerkracht naar ‘anders vasthouden’, coachende rol van de leerkracht

4. Van kwaliteit verwachten naar kwaliteit bepalen

(8)

8 De 3 ontwikkelthema’s zijn als volgt uitgewerkt:

Ontwikkelthema 1: Groep doorbrekend onderwijs

Recht blijven doen aan de uitspraak: ‘Zo willen we ieder kind een passend aanbod geven om op het eigen niveau te ontwikkelen en uitdagingen aan te gaan’. Vanuit het leerstofjaarklassensysteem naar gepersonaliseerd leren middels groep doorbrekend werken gaat o.a. over de volgende dimensies:

Het doel/focus, van leerstofgerichtheid naar persoonsvorming als centraal uitgangspunt.

Kindgerichtheid veronderstelt een duidelijke focus op de persoonsvorming van de leerlingen.

De pedagogische aanpak, van leiden door de leerkracht via begeleiden tot loslaten en zelf kiezen. Wij kiezen voor ‘anders vasthouden’ in plaats van loslaten, omdat je als leraar nooit echt loslaat. De coachende rol van leraren is bij de pedagogische aanpak de

ontwikkelrichting.

De didactische aanpak, van een sturende pedagogische aanpak, welke hoort bij een meer

programmagerichte, gesloten didactische aanpak, komen tot een aanpak welke meer ontwikkelingsgericht, interactief en open voor de behoeften en inbreng van de leerlingen is.

Eigenaarschap, wanneer de rol van de leerkracht verschuift naar coach, verandert het

eigenaarschap, van zowel de leerling als de leerkracht, daarin mee.

Leerstof, van gestandaardiseerd en methodisch werken binnen het

leerstofjaarklassensysteem, komen tot kindgericht onderwijs, waar bij voorkeur gebruik gemaakt wordt van concrete materialen en van leermiddelen die het onderzoeken

stimuleren. Vooral omdat de betekenisvolle context van de leerstof hier een belangrijke rol speelt. Hiermee worden leerlingen eigenaar van hun werk en wordt de betrokkenheid en de intrinsieke motivatie steeds groter en belangrijker.

Organisatievorm, van groep specifieke roosters waarbij iedere groep in de eigen klas werkt naar een schoolbreed rooster waarbij groep doorbrekend of los van groepsindelingen gewerkt wordt.

Lesgeven, van eigen groep naar expertise schoolbreed, onderzoek doen en experimenteren

met een koppeling tussen leerkracht en leerstof, bijv. een leerkracht geeft alle rekenlessen gr. 3/4 t/m 8, een andere leerkracht geeft alle spelling, enz. wat past bij onze visie hierin en wat past bij ons als team.

OPP, zijn gerealiseerd waar nodig, op maat passend gemaakt.

Ontwikkelthema 2: Digitalisering

Digitalisering is onmisbaar in het onderwijs. Het biedt grote kansen om kinderen eigentijds en gepersonaliseerd onderwijs te bieden. Daarmee kunnen de kwaliteit van het onderwijs en de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen gewaarborgd worden. Er zal meer maatwerk geleverd kunnen worden en er kan recht gedaan worden aan verschillen. Er kan een passend aanbod voor alle leerlingen gerealiseerd worden.

We willen hiermee ook bereiken dat leerlingen meer betrokken en gemotiveerd zijn, zich meer eigenaar voelen van hun werk en we hopen dat dit leidt tot verrassende resultaten. Van de leerkracht zal hierin steeds meer een coachende rol verwacht worden, niet meer sturend leiden maar ‘anders vasthouden’, waarbij we niet meer uitgaan van het systeem maar van de bedoeling. In het boek ‘verdraaide organisaties’ van Wouter Hart zijn dit de kernpunten:

• het leren sturen vanuit de bedoeling;

• het vergroten van eigenaarschap;

• het vormgeven van ondersteunende systemen.

(9)

9 Ontwikkelthema 3: Monitoren kwaliteit

We werken aan een collectieve ambitie: het behouden van goed onderwijs op de dorpsschool van Laag Zuthem. Er zijn veranderingen ingezet die naast het borgen van een goede kwaliteit ook zorgen voor een moderne uitstraling en een efficiënte manier van werken. Daarnaast willen we middels een onderzoekende houding de betrokkenheid van leerlingen vergroten. Dit doen we in gezamenlijkheid met het hele team waarbij we recht doen aan kennis- en kwaliteitsontwikkeling door samen te kijken naar de volgende 4 onderdelen hierin en deze te bespreken, waar staan we en waar willen we naar toe:

1. Strategisch kwaliteitsmanagement, van controle van de resultaten, het product, naar zichtbaar maken van de (individuele) ontwikkeling (proces). Daarbij houden de leerkrachten de regie, maar wordt de dialoog over goed onderwijs aangegaan, met leerlingen in groeps- en individuele gesprekken en als leerkrachten / team onderling. De data geven richting aan onze focus op zorg en kwaliteit.

2. Professionele leergemeenschap, waarbij met elkaar in dialoog gaan over de onderwijs- en leerresultaten. We willen van en met elkaar leren, waarbij we niet alleen op ons eigen eiland (klas) bezig zijn, maar elkaar opzoeken in hulp en nieuwe ideeën.

3. Onderzoeksmatig werken, we willen de onderzoekende, nieuwsgierige houding van het jonge kind meenemen de hele school door. Daarbij zullen we als team zelf een

onderzoekende houding aan moeten leren en ontdekken ‘wat werkt’ op onze school. De bezoeken van directie en IB moeten hierbij leiden tot een dialoog over goed onderwijs en niet over controle / afvinken van punten op een lijstje.

4. Verantwoording, de schoolleider en het team willen laten zien waar aan gewerkt wordt. Het leren zichtbaar maken is niet anders dan de ambitie uit te leggen in: dit ben ik aan het doen, dit is het doel en dit is het resultaat. Daarbij doen we kennis op in wat wel en niet werkt waarna dat weer zorgt voor een verandering om te verbeteren. In het verlengde hiervan past een vernieuwde digitale rapportage.

Ook het afgelopen jaar is sprake geweest van een ontwikkeling van de leerlingenaantallen. De prognose van de gemeente Raalte liet een daling zien, het aantal leerlingen is, t.o.v. de prognose, echter licht gestegen, zie onderstaand staatje:

Bron prognose De Linde – Gemeentelijke prognose van de gemeente Raalte

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Prognose Raalte 51 48 46 41 37 30 29 26 23 22 22 Prognose bestuur 51 48 46 41 37 30 37 34 25 25 27 Werkelijk 53 48 46 43 45 38 37*

* De stand ad 37 leerlingen in 2019 betreft de verwachting op 31 oktober 2019 op basis van verwachte uitstroom van geheel groep 8 in de zomer van 2019. De datum van 31 oktober is het formele meetmoment ten behoeve van het bepalen van de bekostiging.

Verwachte toekomstige ontwikkelingen

Het blijft natuurlijk de vraag of we ons leerlingenaantal boven de prognose kunnen houden, daar blijven we uiteraard ons best voor doen, door de focus te houden op kwaliteit van opbrengsten en goed eigenaarschap bij leerlingen en personeel. Om niet voor verrassingen te komen staan, hebben we ons al breed georiënteerd op andere vormen van onderwijs, waarbij de oriëntatie op groep doorbrekend onderwijs inmiddels in de praktijk zijn vruchten afwerpt. Er is een vernieuwde

(10)

10 methodiek voor wereldoriëntatie aangeschaft en deze wordt schoolbreed ingezet, waarbij veel aandacht ligt op het onderzoekend en samenwerkend leren. Daarnaast zijn er chromebooks aangeschaft en deze worden ingezet bij het digitale rekenonderwijs in de groepen 5 t/m 8. Hierbij wordt van de leerlingen steeds meer eigenaarschap gevraagd zodat er vaker sprake is van

gepersonaliseerd leren. Wat heeft deze leerling op dit moment nodig. Met het team is scholing gevolgd om, gekeken naar de toekomst, de focus te verplaatsen van leerkracht met instructie naar coach met begeleiding, zodat het kind als individu het juiste aanbod krijgt. Daarmee hopen we ons onderwijs zo aan te bieden en te ontwikkelen dat er nog voor een langere periode goed kwalitatief onderwijs in Laag Zuthem in De Linde kan worden aangeboden, ook wanneer het leerlingenaantal en daarmee de personele bezetting zal dalen.

3.2.

Onderwijsprestaties

De school nam deel aan het School Eind Onderzoek van CITO.

Voor 2017-2018 geldt dat het ongecorrigeerde landelijke gemiddelde 534,9 is, het schoolgemiddelde was 539,6. Er hebben 8 leerlingen van groep 8 de Eindtoets gemaakt, met onderstaande

verwijzingen:

Opleidingsniveau na schooljaar 2017-2018: VWO 37,5 % = 3 leerlingen HAVO/VWO 25 % = 2 leerlingen VMBO TL 25 % = 2 leerlingen

VMBO kader 12,5 % = 1 leerling

De inspectie heeft de normen voor de tussenopbrengsten afgeschaft. Elke school zorgt nu voor haar eigen doelen. De tussenopbrengsten van juni lieten te verwachten scores zien.

3.3.

Onderwijskundige en programmatische zaken

Bij dit punt verwijzen wij naar bovenstaande. Daar staat de onderwijskundige kant beschreven.

3.4.

Informatie over de toegankelijkheid en toelatingsbeleid

De school hanteert een open toelatingsbeleid, waarbij de ouders bij het kennismakingsgesprek wel wordt gevraagd in te stemmen met de christelijke identiteit van de school t.a.v. het participeren van de leerlingen aan de activiteiten die daaraan verbonden zijn. Tevens hanteert de school een

aanmeldingsprocedure conform de wet op het passend onderwijs. Deze procedure staat vermeld in de schoolgids.

(11)

11

4.

Kwaliteitszorg

4.1.

De belangrijkste ontwikkelingen in 2018 m.b.t. de interne en externe

kwaliteitszorg

Het bestuur heeft samen met de andere besturen in de Federatie een kwaliteitsbeleid geformuleerd en hanteert daarbij een intern kwaliteitszorg instrument middels Integraal. De leerlingen worden gevolgd middels het leerlingvolgsysteem van Parnassys. De opbrengsten worden geanalyseerd en worden waar nodig in verbeter- en handelingsplannen opgenomen. Tevens worden de resultaten op hoofdlijn in de kwartaalrapportages van het bestuur meegenomen naar bestuur en toezichthouder.

Hierbij wordt tevens gebruikt gemaakt van het programma Ultimview.

De algemeen directeur bezoekt jaarlijks alle scholen en bezoekt daarbij ook de klassen. De bevindingen worden op hoofdlijnen in een gesprek met de directie en team gedeeld.

De school vindt het belangrijk om goede kwaliteit te leveren. Intern wordt er om het jaar een oudertevredenheid uitgezet. Dit zal in 2019 weer plaatsvinden. De tevredenheid onder leerlingen en leerkrachten vindt jaarlijks plaats.

Verwachte toekomstige ontwikkelingen

Via het directieoverleg van de federatie zal in 2019 verder gewerkt worden aan het goed neerzetten van de kwaliteitszorg. Hoe zorg ik voor een goede cirkel van Plan- Do –Check – Act en daarbij ook de borging. Daarbij zal verder onderzoek gedaan worden naar het gebruik van een kwaliteitsagenda, waarbij een planning en borging ter sprake zal komen. Verder worden de punten die uit de externe audit en inspectiebezoek als ontwikkelpunten komen op de jaarplanning voor 2019 gezet.

4.2.

Afhandeling van klachten

De Linde heeft een contactpersoon die waar het nodig een verbinding kan leggen tussen een klagende en vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is dhr. W.C. de Vries, voor verdere gegevens zie de schoolgids.

5.

Onderzoek

5.1.

Werkzaamheden op het gebied van onderzoek

De Linde verricht in beperkte mate werkzaamheden op het gebied van onderzoek

• PABO stagiaire – We zijn als De Linde (school) en als Federatie Veluwezoom en

IJsselstreek (bovenschool) aangesloten bij Scope, een cluster van besturen aangesloten bij hogeschool VIAA, waarbij we ons gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor het opleiden en begeleiden van toekomstige en startende leerkrachten in het

basisonderwijs. Hierin wordt de nadruk gelegd op een onderzoekende werkhouding van zowel student als opleidingsschool.

• De Linde draagt sinds 2016 met trots het predicaat Kwadraatschool. Concreet betreft dit extra aandacht en begeleiding in ontwikkeling voor meer- en hoogbegaafde kinderen.

5.2.

Verwachte toekomstige ontwikkelingen op het gebied van onderzoek

Voor 2019 verwachten wij geen concrete ontwikkelingen op het gebied van onderzoek.

(12)

12

6.

Internationalisering

6.1.

De belangrijkste ontwikkelingen in het afgelopen jaar m.b.t.

internationalisering

Bij de school is geen sprake van ontwikkelingen met betrekking tot internationalisering. Wel wordt in de hele school van groep 1 t/m 8 lesgegeven in de Engelse taal. Dit gebeurt sinds het cursusjaar 2014 – 2015.

6.2.

Verwachte toekomstige ontwikkelingen op het gebied van

internationalisering

In het komende jaar verwacht het bestuur geen ontwikkelingen met betrekking tot internationalisering.

7.

Personeel

7.1.

Zaken in het afgelopen jaar met behoorlijke personele betekenis

De vereniging hanteert ontslagbeleid. Het personeelsbeleid is uitgewerkt in een personeelsbeleid wat samen met de scholen binnen de Federatie Veluwezoom en IJsselstreek is opgesteld. Het beleid is aangepast aan de nieuwe cao. Hiermee voldoet het beleid aan de recente uitgangspunten inzake taak- en scholingsbeleid. Tevens is er een nieuwe gesprekkencyclus vastgesteld waarin inzichtelijk is gemaakt op welke wijze een leerkracht van start bekwaam door kan groeien naar basis- en

vakbekwaam.

In het schooljaar 2018 was de personele bezetting, met daarbij 1 oktober 2018 als uitgangspunt nemend, als volgt:

Functies/ taken Aantal Totaal aantal fte’s

Onderwijzend personeel 5 3,0603 (jan t/m juli)

4,8522 (aug t/m dec)*

Onderwijs Assistente 1 0,1625 (jan t/m juli)

0,55 (aug t/m dec)

Interne begeleiding 1 0,2

Directie 1 0,5

OOP 1 0,2

7.2.

Ontwikkelingen in het afgelopen jaar inzake personeel

Op het gebied van personeel is in 2018 sprake geweest van ontwikkelingen, er waren in 2018 een aantal momenten langdurige vervanging, welke te maken hadden met arbeidsongeschiktheid en ziekteverlof t.g.v. zwangerschap. (zie de aangepaste fte in het staatje hierboven *)

In schooljaar 2017-2018 is een leraar gedetacheerd geweest naar een andere school. De leerkracht is na afloop van de detacheringsperiode in 2018 bij de inlener in dienst getreden.

Voor de middellange termijn verwachten we een krimp in het aantal leerlingen, wat ook een krimp in onderwijzend personeel tot gevolg zal hebben.

(13)

13

7.3.

Gevoerde beleid inzake de beheersing van uitkeringen na ontslag

De uitkeringen zijn in kaart gebracht en aangeleverd bij het administratiekantoor. Bij de uitkeringen zijn er waar nodig ontheffingen voor herbenoeming.

7.4.

Toekomstige ontwikkelingen inzake personeel

In de toekomst is het mogelijk dat de school krimpt van drie naar twee groepen. De omvang van het personeelsbestand zal hierop worden aangepast. Het bestuur is continu in gesprek met de OR en de betrokken leerkrachten om hier op gepaste wijze mee om te gaan.

8.

Huisvesting

8.1.

De belangrijkste ontwikkelingen in het afgelopen jaar betreffende de

huisvesting

In 2018 is geen sprake geweest van ontwikkelingen met betrekking tot huisvesting.

8.2.

Verwachte toekomstige ontwikkelingen op het gebied van huisvesting

Het bestuur verwacht in 2019 beperkte investeringen in onderhoud. Verder verwacht het bestuur geen toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot huisvesting. Voor de komende jaren is uitsluitend sprake van regulier onderhoud van het gebouw.

8.3.

Duurzaamheid

In het afgelopen jaar is geen sprake geweest van ontwikkelingen met betrekking tot duurzaamheid.

In het komende jaar is het voornemen om het schoolplein te vergroenen. Daarnaast zijn geen ontwikkelingen begroot met betrekking tot duurzaamheid.

9.

Samenwerkingsverbanden en verbonden partijen

9.1.

Vermelding van de samenwerkingsverbanden waarbij de

rechtspersoon of de daaronder ressorterende instellingen aangesloten zijn en van de verbonden partijen

Zoals benoemd is het bestuur aangesloten bij SWV 2305 en deelregio De Brug. Het bestuur heeft in haar deelregio en de plaatselijke gemeente een dekkend netwerk van zorg. Elke leerling volgt momenteel onderwijs, er zijn binnen het bestuur geen thuiszitters geweest. Bij escalatie zijn er in de deelregio afspraken gemaakt, bij SBAO De Brug was een time-out voorziening die direct benaderd kan worden. Het bestuur heeft een vastgesteld aanmeldingsbeleid met bijbehorende procedure conform de wet op het passend onderwijs.

Afgelopen jaar zijn individuele leerlingen waar nodig extra begeleid door hun leerkracht. Tevens is er ondersteuning ingezet van de Extern Begeleider van EC Adapt. De school heeft geen leerling

verwezen naar het speciaal (basis) onderwijs.

De inkomsten voor passend onderwijs bedragen € 13.425. Hiervan is € 7.455 besteed aan de salariskosten van Onderwijsondersteuners (intern begeleidster), waarvan € 828 is besteed aan ondersteuning door de intern begeleidster in de plusklas en € 7.485 voor de onderwijsassistente. Een bedrag van € 384 is besteed aan zorgmaterialen voor leerlingen en scholing van leerkrachten.

(14)

14

9.2.

Ontwikkelingen bij of in relatie tot verbonden partijen, waaronder

samenwerkingsverbanden

Het bestuur participeert middels de algemeen directeur in het landelijk netwerk krimp van de PO- raad. Hierdoor heeft het bestuur directe input en invloed op de beleidsuitwerking inzake krimp.

Het samenwerkingsverband 2305 heeft een vastgesteld ondersteuningsplan en de deelregio een deelregioplan. Deze zijn, samen met het SOP, de leidraad en het kader voor de uitvoering van passend onderwijs op de scholen. Hierbij is de doelstelling dat de middelen zoveel mogelijk in de scholen terecht komen. De expertise is gezamenlijk ondergebracht in expertisecentrum Adapt (wat formeel juridisch onder Vivente valt). De algemeen directeur is tevens bestuurder van de deelregio en lid van het dagelijks bestuur van SWV 2305.

In het kader van de reorganisatie van het Passend Onderwijs is er een Tripartiteakkoord afgesloten waarbij we aan alle verplichtingen hebben voldaan en de transitie afgerond is.

De scholen maken daarnaast gebruik van stagiaires uit verschillende organisaties als VIAA. Het bestuur heeft een contract met Perspectief voor de Arbodienstverlening.

Tevens is het bestuur aangesloten bij Scope; binnen Scope voelen de aangesloten schoolbesturen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor het opleiden en begeleiden van aankomende leerkrachten in het basisonderwijs en de ontwikkeling van de startende leerkracht. De algemeen directeur

participeert in de stuurgroep.

Tenslotte zijn de scholen verbonden aan de stichting Kwadraat; hierin zijn de kaders beschreven rondom goed onderwijs aan de begaafde leerlingen. De algemeen directeur participeert in het bestuur.

10.

Financiën

10.1.

Financiële positie op balansdatum

De financiële positie op balansdatum is goed te noemen. Het saldo liquide middelen bedraagt circa € 212.000 (2017: circa € 175.000). Het bestuur heeft de wens om minimaal € 100.000 euro aan liquide middelen aan te houden, teneinde financiële tegenvallers adequaat op te kunnen vangen. Het bestuur is voornemens om het hogere saldo liquide middelen niet in 2019 aan te wenden, maar in de toekomst aan te wenden indien als gevolg van dalende leerlingenaantallen sprake is van een dalende bekostiging.

10.2.

Toelichting op de ontwikkeling van balansposten (vergelijking met voorgaand jaar)

In deze paragraaf is per balanspost een korte toelichting weergegeven.

De post materiële vaste activa is toegenomen van € 108.000 naar € 110.000. Voor nadere analyse zie paragraaf 10.5.

Met betrekking tot de vorderingen en de liquide middelen is geen sprake van materiële ontwikkelingen in 2018.

Het eigen vermogen is toegenomen van € 272.000 naar € 313.000. Deze toename is het gevolg van het positieve resultaat ad € 42.000 (2017: € 54.000).

Met betrekking tot de voorzieningen en de kortlopende schulden is geen sprake van materiële ontwikkelingen in 2018.

(15)

15

10.3.

Toelichting op het resultaat en wat daaraan heeft bijgedragen

Het resultaat over het boekjaar 2017 bedraagt circa € 42.000 positief. Dit is hoger dan de begroting ad € 31.000 en lager dan 2017 ad € 54.000. De stijging van het resultaat ten opzichte van de begroting is met name veroorzaakt doordat de Rijksbijdragen zijn gestegen.

Een deel van de baten en personele lasten is veroorzaakt doordat in 2018 detachering heeft plaatsgevonden van een medewerker van de Linde naar een andere school. Ter vervanging is een andere medewerker ingehuurd via een uitzendbureau. Dit heeft een opwaarts effect op zowel de opbrengsten als de kosten van circa € 16.000 (2017: € 16.000). In de begroting is rekening gehouden met een heel jaar detachering, waardoor in de begroting met circa € 40.000 aan baten en lasten rekening is gehouden.

10.4.

Analyse van de uitkomsten van de exploitatie in relatie tot de begroting

De Rijksbijdrage OCW is circa € 33.000 hoger dan begroot. Deze stijging is voor een deel te verklaren door ontvangen werkdrukgelden. Deze gelden zijn in 2018 besteed, en met name aangewend voor personele uitgaven en een aantal investeringen.

De uitgaven zijn eveneens hoger dan de begroting, echter in mindere mate dan de baten. Het totale verschil in lasten bedraagt circa € 3.000. Het eerder dan begroot beëindigen van de detachering heeft tot gevolg dat het resultaat circa € 24.000 lager is dan begroot, zie hoofdstuk 10.3. Anderzijds is echter ook circa € 17.000 euro uitgegeven aan inzet van andere personeelsleden, onder andere vanwege de inzet van werkdrukgelden. Daarnaast is circa € 17.000 euro extra uitgegeven aan overige instellingslasten, dit betreft investeringen in ICT en leermiddelen.

Werkdrukgelden

De inzet van werkdrukgelden is door het team bepaald. De uitkomst is door het team en de directrice als volgt verwoord in het Plan van Aanpak werkdrukgelden: “De Linde is een kleine school waar in 3 groepen wordt lesgegeven. Dat betekent dat er alleen maar meervoudige combinatieklassen zijn. Uit het overleg met het team werd direct duidelijk dat meer inzet van de Onderwijs Assistente die soms in de groep (onderbouw 1/2/3) en soms buiten de groep verschillende groepen leerlingen en individuele leerlingen begeleidt, het meest gewenst is.

De werkdrukgelden worden volledig besteed aan de (extra) inzet van de OA, zij is vanaf 01-08-2018 benoemd voor 22 uren, 0,55 fte.”

Nadien is door het team besloten om ook verder te investeren in IT middelen, aangezien automatisering ook een verlagend effect heeft op werkdrukgelden.

Prestatiebox

De prestatiebox-regeling is inmiddels verlengd tot 2020. Hierin ontvangen scholen middelen voor talentontwikkeling door uitdagend onderwijs, een brede aanpak voor duurzame

onderwijsverbetering, professionele scholen en doorgaande ontwikkeling. Deze ambities staan in het Nationaal Onderwijsakkoord. De prestatiebox voor schooljaar 2017-2018 is verhoogd van € 166,50 naar € 173,45 per leerling. Voor schooljaar 2018-2019 is de bijdrage verhoogd naar € 192,62 per leerling.

CBS De Linde heeft de ontvangen middelen besteed aan teamtrainingen, een ROTS training en inzet van additionele uren van het personeel.

(16)

16

10.5.

Toelichting op het investeringsbeleid, de investeringen in het boekjaar

en de verwachte toekomstige investeringen

De post materiële vaste activa is toegenomen van € 108.000 euro naar € 110.000 euro. Dit is het gevolg van beperkte investeringen en reguliere afschrijvingen. In 2018 heeft een analyse

plaatsgevonden van de staat van het onderhoud van het gebouw. De komende jaren zijn investeringen in het gebouw begroot.

10.6.

Toelichting op kastromen en financiering

In 2018 is sprake van een toename van de liquide middelen van circa € 37.000. Dit is grotendeels veroorzaakt door het positieve resultaat ad € 41.000.

De financiering van de school is toereikend. Afgezien van overlopende posten, is geen sprake van externe financiering. Het bestuur hanteert de wens om circa € 100.000 aan te houden op de bankrekening, teneinde acute tegenvallers te kunnen opvangen. De huidige buffer in de vorm van liquiditeiten en in de vorm van eigen vermogen beschouwd het bestuur als toereikend.

10.7.

Informatie over financiële instrumenten

De Linde past geen secundaire financiële instrumenten toe. Belangrijkste reden hiervoor is dat het bestuur geen risico’s identificeert waarbij het wenselijk is om deze risico’s door middel van

secundaire financiële instrumenten af te dekken. Voorbeelden hiervan zijn renterisico’s of valutakoersrisico’s.

10.8.

In control statement

Geen bijzonderheden.

10.9.

Treasurybeleid

Het bestuur past het treasurystatuut toe, zoals vastgesteld door VenIJ en het bestuur. Kern van dit beleid is een risicoaverse houding jegens het beleggen van overtollige middelen. Derhalve zijn de liquide middelen gestald op een spaarrekening bij een van de drie grote banken in Nederland. In de praktijk conformeren wij ons derhalve volledig aan het vastgestelde treasurystatuut. Dit beleid is voor zover wij weten gelijk aan de voorgaande 98 jaar.

10.10.

Continuïteitsparagraaf

10.10.1. Kengetallen

Onderstaand zijn de kengetallen weergegeven voor de periode 2017 tot en met 2022. Uit de kengetallen en de visie van het bestuur blijkt dat zowel de solvabiliteit, rentabiliteit als liquiditeit de afgelopen jaren zijn toegenomen en zullen naar verwachting de komende jaren blijven toenemen.

Ook uit de prognose van 2019 blijkt een positief resultaat en een toename van de liquiditeit. Als ondergrens hanteert het bestuur een gewenste liquiditeitspositie van circa € 100.000. Op

balansdatum bedroeg de liquiditeit € 212.000. Het bestuur kiest er bewust voor om dit overschot niet aan te wenden in 2019. Uit de langetermijnprognose van de leerlingenaantallen en de daarbij horende bekostiging blijkt vanaf circa medio 2020 een bekostiging die past bij circa twee groepen in plaats van de huidige drie groepen. Het bestuur overweegt drie groepen te continueren, hiervoor zal vanaf circa 2020 het overschot aan liquide middelen worden aangewend. Daarnaast is in 2018 een analyse opgesteld van de staat van onderhoud van het gebouw. Voortvloeiend uit deze analyse zijn in de komende jaren onderhoudsinvesteringen begroot.

(17)

17 10.10.2. Meerjarenbegroting en balans

In deze paragraaf is zijn de geprognosticeerde leerlingenaantallen weergegeven. Hieruit blijkt een daling tot circa 25 leerlingen per teldatum 1 oktober 2021. Op het moment van schrijven is sprake van een hoger aantal leerlingen dan verwacht, met name veroorzaakt door horizontale instroom. Op basis hiervan is het goed mogelijk dat het aantal leerlingen per 1 oktober 2021 meer dan 25

bedraagt.

Op basis van het geprognosticeerde aantal leerlingen, is een inschatting gemaakt van het aantal FTE.

Hieruit blijkt dat het bestuur overweegt om met twee klassen en eventueel een dagdeel met drie klassen les te geven. Hierdoor daalt het onderwijzend personeel naar circa 2,7 FTE in 2020. In 2018 bedroeg het aantal FTE 3,79, hierbij merken wij op dat het daadwerkelijk onderwijzend aantal FTE iets lager is a.g.v. detachering.

Als gevolg van het dalende leerlingenaantal en het beperkt dalende aantal FTE, is sprake van een verwachte afname van het resultaat tot een negatief resultaat in 2022. Op dit moment is sprake van voldoende liquiditeit en vermogen om in de toekomst voor een bepaalde periode een verlies te kunnen dragen.

Voor de komende jaren verwachten wij investeringen te plegen in het gebouw. Daarnaast overweegt het bestuur om het schoolplein te vergroenen. Bij het inplannen van deze investeringen is rekening gehouden met de liquiditeitspositie.

(18)

18 10.10.3. Toekomstparagraaf

Zie bovenstaand.

10.10.4. Rapportage over de aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem

Het treasurybeleid richt zich op de beheersing van het debiteurenrisico, het renterisico en het liquiditeitsrisico. Deze risico's worden beperkt door het opbouwen van een evenwichtige

beleggingsportefeuille zodat veranderingen in de rente kunnen worden opgevangen maar ook tijdig voldoende middelen beschikbaar zijn om interne investeringsbehoeften op te vangen.

Tweemaal per jaar of vaker wordt het bestuur geïnformeerd, door de verantwoordelijke over de liquiditeit en de risico's; visie op ontwikkelingen voor de korte en de middellange termijn;

consequenties van beleid voor de begroting.

10.10.5. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden

De belangrijkste risico’s en onzekerheden van CBS De Linde blijken uit de volgende SWOT analyse:

Sterkte punten

• CBS De Linde biedt kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Al jaren zijn de eindopbrengsten boven het landelijk gemiddelde. Kinderen gaan met plezier naar school.

(19)

19

• De betrokkenheid van het team bij CBS De Linde is zeer hoog.

• Ouders zijn tevreden. Uit een enquête van de MR in het voorjaar van 2019 blijkt dat 91% van de ouders (zeer) tevreden is over De Linde, 96% van de ouders vindt De Linde een goede school en 100% van de ouders vindt dat er op De Linde een open en prettige sfeer heerst.

• De kleinschaligheid van CBS De Linde resulteert in een prettige en open sfeer op de school, met optimale aandacht voor het individuele kind.

Zwakke punten

• CBS De Linde heeft een personeelsbestand van circa 9 vaste medewerkers (stagiaires niet meegeteld). Hierdoor kan het als lastig worden ervaren om alle niet-lesgebonden taken goed in te vullen.

• Het schoolgebouw is gebouwd in 1919. Hierdoor is sprake van financiële risico’s gerelateerd aan het gebouw, zoals onverwachte onderhoudskosten.

Kansen

• Het verbeteren van de PR, zoals de fysieke uitstraling van de school, de schoolgids en de website.

• We onderzoeken de mogelijkheid tot het vormen van een IKC.

• CBS De Linde is een Kwadraatschool. Dit geeft aan dat CBS De Linde een passend aanbod heeft voor begaafde leerlingen. Hiermee zijn wij onderscheidend ten opzichte van omringende scholen.

• We versterken de onderlinge samenwerking binnen de federatie Veluwezoom & IJsselstreek door te participeren in de nog op te richten overkoepelende stichting.

Bedreigingen

• Het is in de onderwijssector lastig om goed gekwalificeerd personeel te vinden. We zijn dan ook ontzettend zuinig op ons huidige personeelsbestand. Het risico bestaat dat wij

onvoldoende in staat zijn om toekomstige vacatures in te vullen.

• Financiële positie: een deel van onze inkomsten bestaat uit de kleine scholen toeslag. Indien deze toeslag zou wegvallen, heeft dit een negatieve impact op onze begroting.

• Voor de komende jaren verwachten wij een dalend aantal leerlingen. Indien wij langer dan drie jaar minder dan 25 leerlingen op onze school hebben, heeft dit tot gevolg dat de school gesloten zal worden.

• CBS De Linde werkt met vrijwillige bestuurders, waardoor het risico op het onbewust overtreden van de AVG latent aanwezig is. Hierdoor is sprake van non-compliance, wat kan resulteren in een waarschuwing, negatieve publiciteit of een boete.

(20)

20 Conclusie:

De hierboven genoemde risico’s vatten wij als volgt samen:

Onderwerp Risico

(verwoorden)

Financieel Effect (0=

geen / 5 is maximaal)

Verwacht financieel effect (in €)

Beheersmaatregel:

Leerlingaantal Dalende inkomsten a.g.v. daling leerlingaantal

4 Circa €

100.000 per jaar

• Continu blijven promoten van de school

• Aanhouden van een financiële buffer.

• Optimaliseren van groepssamenstelling.

Personeel gerelateerd

Behouden van kwalitatief goed personeel

n.v.t. n.v.t. • Werken met vaste

dienstverbanden.

• Toereikend budget voor training en bijscholing.

Gebouw gerelateerd Ouderdom gebouw

2 Circa €

50.000 eenmalig

• Gedegen analyse staat van onderhoud

• Periodieke keuringen

• Financiële buffer t.b.v. onderhoud.

AVG gerelateerd Risico op non- compliance met de AVG

3 n.v.t. • Training en

monitoring van bestuursleden

• Bestuur

professionaliseren via Federatie VenIJ.

• Inrichting ICT.

Financieel Vervallen kleine scholen toeslag

4 Circa €

100.000 per jaar

• Het aanhouden van een financiële buffer.

10.10.6. Rapportage toezichthoudend orgaan

Voor de rapportage van het toezichthoudend orgaan verwijzen wij naar het hierna toegevoegde verslag.

(21)

Jaarverslag Commissie van Toezicht 2018 Federatie Veluwezoom en IJsselstreek

21

Jaarverslag Commissie van Toezicht 2018

Federatie Veluwezoom

en IJsselstreek

(22)

Jaarverslag Commissie van Toezicht 2018 Federatie Veluwezoom en IJsselstreek

22

Contents

Inleiding ... 23 Bevindingen 2018 ... 24 Samenvatting ... 25

(23)

Jaarverslag Commissie van Toezicht 2018 Federatie Veluwezoom en IJsselstreek

23

Inleiding

Voor u ligt het jaarverslag 2018 van de Commissie van Toezicht (hierna: de CvT) van acht besturen aangesloten bij de Federatie Veluwezoom en IJsselstreek (hierna: de Federatie).

Aangesloten besturen

Bestuur School met de Bijbel Oene Bestuur De Triangel

Bestuur HSV Genemuiden Bestuur De Linde

Bestuur HSV Wapenveld Bestuur De Meidoorn

Bestuur CNS Kamperzeedijk Bestuur Ds. van Maasschool

De CvT oefent in het kader van de Code Goed Bestuur toezicht uit op genoemde besturen zoals vastgelegd in het “Reglement Commissie van Toezicht”. Daarbij wordt de CvT gevraagd en ongevraagd ondersteund door de algemeen directeur van de Federatie.

Leden CvT

De volgende leden (inclusief rol in de CvT) zijn ingeschreven bij de kamer van koophandel:

Functie Naam Aangetreden Aftredend

Voorzitter G.W. Stoffer 05-04-2012 01-08-2019

Penningmeester A.M. Mijnheer 01-09-2017 01-09-2021

Secretaris T. Esselbrugge 01-01-2016 31-12-2020

Tweede voorzitter K. van Maanen 05-04-2012 01-08-2017

Algemeen lid Vacature - -

Het afgelopen jaar

2018 stond in het teken van reguliere taken als het beoordelen van de kwaliteitsrapportages, de financiële verantwoording en het onderhouden van contacten met de diverse scholen. Daarnaast stond het afgelopen jaar in het teken van het verder onderzoeken van de federatieve structuur. Het onderzoek uit 2017 heeft tot concrete “holding overleggen” geleid waarvan de verwachting is dat in 2019 de Federatie en de meeste aangesloten scholen samengaan in een nieuwe holding. Op personeelsgebied is in de CvT geen verandering geweest.

In dit jaarverslag wordt hier uitvoeriger bij stil gestaan.

Juni 2019 Voorzitter G.W. Stoffer

(24)

Jaarverslag Commissie van Toezicht 2018 Federatie Veluwezoom en IJsselstreek

24

Bevindingen 2018

Alle leden van de CvT zijn lid van de aangesloten verenigingen. Zoals in de code goed bestuur is vastgesteld, en door de CvT wordt gehanteerd, wordt het handelen van de toezichthouders gekenmerkt door onpartijdigheid. Dat wil zeggen dat geen vermenging kan optreden met oneigenlijke belangen maar ook dat iedere schijn van vermenging wordt vermeden.

Leden van de CvT

Er zijn geen aanpassingen geweest binnen de leden van de CvT. Met het oog op de komende holdingstructuur met een eigen Raad van Toezicht zullen de leden van de CvT dit moment in 2019 afwachten en vervolgens hun taken overdragen.

De leden van de CvT zijn onbezoldigd. Zij hebben in 2018 geen vergoeding uit hoofde van hun functie ontvangen. De leden van de CvT hebben geen nevenfuncties die een onafhankelijk toezicht hinderen.

Toezicht CvT

De toezicht werkzaamheden van de Commissie hebben zich in 2018 gericht op:

De (meerjaren)plannen van de individuele scholen. Deze plannen zijn goedgekeurd. Inhoudelijk constateert de commissie, net als overigens in voorgaande jaren, een diversiteit in kwaliteit van de kwartaalrapportages. De commissie heeft geadviseerd het kwaliteitsniveau aandacht te blijven geven, bijvoorbeeld door invulinstructies en het harmoniseren van de hoeveelheid en soort vragen, zodat naast mondelinge coaching ook in de rapportage te volgen is waaraan gewerkt wordt.

Voor het jaar 2018 gaat de CvT akkoord met de (her)benoeming van Van Rhee Accountants tot accountant van de Federatie.

De begrotingen en jaarrekeningen van de aangesloten verenigingen zijn besproken en goedgekeurd. Op basis van de financiële kwartaalrapportages heeft de CvT actief bevraagd over de rechtmatigheid en doelmatigheid van de bestedingen en verkregen middelen. Daarnaast heeft de CvT kennisgenomen van het bestuursverslag en het meerjaren strategisch plan. De CvT heeft een continu oog voor het meerjarenperspectief op basis van de begrotingen. Hiermee wordt de continuïteit kritisch gevolgd en getoetst. Tevens is gedurende het jaar in overleg met de directeur van de Federatie gesproken over materiele opbrengsten en uitgaven die niet in de initiële begroting opgenomen stonden, maar wel in de uiteindelijke jaarrekening zijn verwerkt. Indien dit nodig werd geacht, zijn aanvullende vragen aan betrokken schoolbesturen gesteld om de rechtmatigheid te toetsen

De CvT heeft geen eigen middelen verworven en besteed.

Omdat de scholen geen College van Bestuur hebben, maar een vrijwilligers bestuur, ligt de werkgeversrol volledig bij het bestuur.

De CvT heeft kennisgenomen van de Wet Normering Topinkomens (WNT) en vastgesteld dat hier geen actie genomen hoeft te worden.

De CvT heeft kennisgenomen van de acties en voortgang (rapportages) van de onderwijsinspectie die enkele scholen als zwak/zeer zwak kwalificeren. De CvT heeft vastgesteld dat betreffende scholen maatregelen hebben genomen en in samenwerking met de algemeen directeur van de Federatie vooruitgang hebben geboekt en uitzicht hebben op een betere kwalificatie per einde van het huidige schooljaar.

Tevens heeft de CvT in 2018 nauwlettend de verbetertrajecten gevolgd die nodig gebleken waren bij De Goede Herder in Wapenveld. De school heeft goede stappen gezet en de kwaliteit van onderwijs is verbeterd. Dit traject wordt in 2019 voortgezet.

De Onderwijsinspectie heeft in september 2018 de Ds. Van Maasschool in Wapenveld bezocht in het kader van een regulier vierjaarlijks bestuursbezoek. De onderwijsinspectie heeft geconstateerd dat op schoolniveau de zaken op orde zijn waarbij het didactisch handelen eruit springt met een waardering goed. Op bestuursniveau zijn er eveneens geen tekortkomingen geconstateerd en zijn de kwaliteitsindicatoren met voldoende gewaardeerd. Hierbij is het beleid op Federatieniveau

(25)

Jaarverslag Commissie van Toezicht 2018 Federatie Veluwezoom en IJsselstreek

25 nadrukkelijk meegewogen. De CvT is in het proces betrokken geweest en vanuit de toezichthoudende rol eveneens door de inspectie gehoord.

Door de CvT is geconstateerd dat identiteit en het belang van behoud daarvan in een snel veranderende maatschappij de continue aandacht heeft van teams en besturen.

De CvT heeft echter ook, net als voorgaande jaren, geconstateerd dat door de verminderde instroom in enkele scholen en de in die gevallen naar beneden bijgestelde begrotingen door deze lagere instroom, de Federatie voor organisatorische uitdagingen staat om scholen en identiteit naar de toekomst te borgen (continuïteit). De CvT zal hieraan blijvend aandacht geven waarbij met name de lange termijneffecten van deze ontwikkeling de aandacht hebben.

De CvT heeft in 2018 een reguliere (zelf)evaluatie gehouden. Zij is van mening dat er voldoende afstand is gehouden om toezicht te kunnen houden.

De CvT heeft kennisgenomen van de voortgang binnen de mogelijkheden tot herstructurering van de Federatie zodat continuïteit, onderwijskwaliteit en identiteit geborgd worden via een nieuw bestuur construct. Een aantal leden van de CvT heeft een informatiebijeenkomst over de nieuwe structuur bijgewoond. Zij is kritisch op de mogelijkheden en onmogelijkheden op het vlak van instroom leerlingen, werkdruk, personeelszaken en gedane investeringen. De CvT stelt vast dat vanuit de Federatie en binnen de besturen voldoende en constructieve aandacht is voor de herstructurering.

De CvT is in 2018 in gesprek geweest met bijna alle aangesloten schoolbesturen. Door personele wisselingen, openstaande vacatures en ziekte in de CvT zijn een aantal schoolbezoeken uitgesteld tot 2019. In 2018 is tevens met medezeggenschapsraden gesproken.

Wij merken op dat het voor de CvT in de huidige structuur en in de praktijk lastig opereren blijft doordat de directeur van de Federatie de primaire gesprekspartner is, terwijl de CvT eigenlijk voor de afzonderlijke besturen de gesprekspartner moet zijn. Organisatorisch is dit een lastig punt, waar de CvT zowel als het federatiebestuur en de directeur van de Federatie over in overleg zijn met het oog op de nieuwe structuur of bestuurs construct van de Federatie.

De Commissie heeft in 2018 vijfmaal vergaderd.

Samenvatting

De CvT is dankbaar dat zij een bijdrage mag leveren aan de Federatie voor Protestants Christelijk Onderwijs op Gereformeerde Grondslag ‘Veluwezoom en IJsselstreek’. Zij heeft de steun van God gevraagd om het werk met behulp van Zijn kracht en hulp te mogen uitvoeren. Op een kritische maar constructieve wijze hebben de leden een bijdrage mogen leveren in een positieve dialoog met de directeur van de Federatie. De CvT zal zo de Heere wil en wij leven haar werkzaamheden voortzetten in 2019.

(26)

GRONDSLAGEN

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de regeling Jaarverslag Onderwijs (WJZ/2007/50507) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de wijziging van de Regeling Jaarverslag Onderwijs

(VO/FBI-2009/107875) d.d. 28 april 2009 en WJZ-2010/237131 d.d 22 september 2010.

In deze regelingen worden Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving ook van toepassing verklaard op de onderwijssector.

De jaarrekening is opgemaakt in Euro's d.d.: 11 juni 2019

Oordelen en schattingen

Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van de groep zich diverse oordelen en schattingen. De belangrijkste oordelen en schattingen, inclusief de bijbehorende

veronderstellingen zijn toegelicht bij de posten waar deze van toepassing zijn.

Salderen

Een actief en een post van het vreemd vermogen worden gesaldeerd in de jaarrekening opgenomen uitsluitend indien en voor zover:

- een deugdelijk juridisch instrument beschikbaar is om het actief en de post van het vreemd vermogen gesaldeerd en simultaan af te wikkelen en

- het stellige voornemen bestaat om het saldo als zodanig of beide posten simultaan af te wikkelen.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Voorzover niet anders is vermeld in deze toelichting worden de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa in eigen gebruik worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs) verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.

De activa waarvan de waarde meer dan € 500 bedraagt worden geactiveerd.

Alle jaarlijkse onderhoudskosten worden direct in de winst- en verliesrekening verwerkt.

De gebouwen en terreinen worden opgenomen indien sprake is van economisch eigendom. Hiervan is sprake in het geval van eigen investeringen of van doordecentralisatie van de huisvesting. Op terreinen wordt niet afgeschreven.

De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur, rekening houdend met de restwaarde.

Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen ondergaat, worden zij als een schattingswijziging verantwoord.

Buiten gebruik gestelde materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de kostprijs dan wel de lagere opbrengstwaarde.

Indien de verwachte opbrengstwaarde belangrijk hoger is dan de boekwaarde en besloten is tot verkoop, wordt overgegaan tot een incidentele herwaardering die verwerkt wordt in een herwaarderingsreserve. Bij de realisatie van de waardestijging wordt de herwaardering als een afzonderlijke post in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Een materieel vast actief wordt niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer geen toekomstige prestatie-eenheden van het gebruik of de vervreemding worden verwacht.

De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd:

Gebouwen en terreinen 2,5%-10%

Inventaris en apparatuur 2,50%-25%

Leermiddelen 8,33%-20%

Vorderingen

Vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid van de vorderingen. Het Ministerie van OCW heeft de subsidie toegekend per schooljaar.

Deze toekenningen worden voor 5/12 toegerekend aan het boekjaar.

Liquide middelen

De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, vrij ter beschikking.

Algemene toelichting

_______________________________________________________________________________________

Vereniging voor Gereformeerd School Onderwijs te Laag Zuthem Pagina 26

(27)

Algemene toelichting

Voorzieningen

Een voorziening wordt gevormd voor verplichtingen waarvan het waarschijnlijk is dat zij zullen moeten worden afgewikkeld en waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen.

Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, met uitzondering van de voorziening jubileumuitkeringen.

De voorziening Jubileumuitkeringen bevat de verplichtingen van het bevoegd gezag jegens haar personeelsleden.

Deze voorziening is ingericht op basis van geboortejaar, werktijdfactor, salarisschaal en jubileumjaren van het personeel.

en is gewaardeerd tegen contante waarde met een rekenrente van 1%, waarbij rekening is gehouden met blijfkansen.

Pensioen

De vereniging heeft ten behoeve van haar medewerkers een pensioenregeling afgesloten die kwalificeert als een toegezegde bijdrageregeling.

De vereniging loopt geen risico met betrekking tot toekomstige actuariële verliezen en heeft enkel de verplichting de overeengekomen bijdragen aan het pensioenfonds te betalen. Deze bijdragen worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening verwerkt. De nog te betalen en terug te ontvangen bijdragen worden opgenomen onder de kortlopende schulden, respectievelijk vorderingen.

Kortlopende schulden

Schulden worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs tenzij anders vermeldt.

Financiële instrumenten Algemeen

De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam is bij het schatten van de omvang van risico’s die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten.

De primaire financiële instrumenten anders dan derivaten, dienen ter financiering van de operationele activiteiten van de groep of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Er is geen sprake van afgeleide financiële instrumenten (derivaten).

De belangrijkste risico’s uit hoofde van de financiële instrumenten zijn het kredietrisico, het liquiditeitsrisico, het kasstroomrisico en het prijsrisico bestaande uit het rente- en marktrisico.

Het beleid van de groep om deze risico’s te beperken, luidt als volgt:

Renterisico

De vereniging heeft geen langlopende vorderingen dan wel leningen. Derhalve is er in beperkte mate sprake van renterisico’s.

Marktrisico

Het marktrisico voor de onderwijsinstelling is minimaal. Wel ziet zij zich geconfronteerd met van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Dit risico wordt beheerst door specifieke aandacht voor deze regelgeving op te nemen in de reguliere bedrijfsuitoefening en periodiek constructief overleg met toezichthoudende instanties.

Kredietrisico

De overige vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico in deze vorderingen is beperkt.

Liquiditeitsrisico

Het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een monetair financieel instrument fluctueren in omvang is minimaal, aangezien er per ultimo boekjaar geen sprake is van langlopende vorderingen dan wel leningen.

Het saldo van de liquide middelen is voldoende om aan de lopende verplichting te kunnen voldoen.

Liquide middelen, vorderingen en kortlopende schulden

Gezien de korte looptijd van deze instrumenten benadert de boekwaarde de waarde in het economisch verkeer.

_______________________________________________________________________________________

Vereniging voor Gereformeerd School Onderwijs te Laag Zuthem Pagina 27

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– Doelgroep (Nieuws voor alle doelgroepen krijg je sowieso). – Regio (Nieuws voor alle regio’s krijg

Onttrekkingen kunnen uitsluitend worden gedaan in het jaar waarin de vereniging een lustrum heeft behaald en zijn uitsluitend ten behoeve van uitgaven in het kader van dit

Organisatie-onderdelen zijn verplicht een melding te doen bij het Meldpunt Integriteitschendingen zodra een vermoeden van een integriteitschending bekend is geworden bij

2 Hierbij maken we gebruik van de inzichten uit het eerdere rapport Governance in het openbaar onderwijs II, hoe kan de positie van de stichting voor openbaar onderwijs zoveel

Met 27 deelnemers in drie trainingen in Rotterdam zijn zowel op financieel gebied als op het vlak van hun persoonlijke ontwikkeling vrouwen opgestaan vanuit hun eigen kracht

Deze gelden zijn bestemd voor inzet in 2020 en 2021, maar dienen conform de Werkgroep Onderwijs van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJO) volledig in 2019 te worden verantwoord

De exploitatie van het Oertijdmuseum heeft in 2019 voor het eerst plaats gevonden onder de verantwoordelijkheid van de stichting Beheer en Instandhouding van het Oertijdmuseum kortweg

In 2020 heeft Allure zich georiënteerd op het Eigen Risicodragerschap (ERD). De uitwerking hiervan vindt in 2021 plaats met als doel of a) voorbereid te zijn voor het moment dat het