Uitkomsten MOgroep leden enquête ‘voortgang transities’
Leden enquête oktober 2014
De MOgroep enquête is in september-oktober onder de lidorganisaties uitgezet om een beeld te krijgen van de voortgang van de voorbereidingen op zowel de afzonderlijke transitie Awbz-Wmo (Deel A) als de drie transities Awbz-Wmo, Jeugd en Participatie gezamenlijk (Deel B).
82 organisaties voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening/Sociaal werk (waaronder diensten als opbouwwerk, jongerenwerk, maatschappelijk werk, sociaal raadsliedenwerk, ouderenwerk) hebben de enquête ingevuld. Dit is 21% van de totale populatie van 3901.
Samenvattende conclusies
Vernieuwing: breder aanbod en samenwerking. In het kader van de transitie Awbz naar Wmo verbreden de W&MD-organisaties hun dienstenaanbod over alle doelgroepen, waarbij zij een breed pallet van activiteiten aanbieden. Meer dan de helft van de organisaties doet een aanvraag bij een gemeente samen met andere aanbieders. Opvallend daarbij is dat de samenwerking in driekwart van de gevallen leidt tot een vernieuwend aanbod/arrangement. Kortom: de vernieuwing is breed en fundamenteel en krijgt ook organisatorisch gestalte in uitbreiding van diensten, herallocatie van personeel en meer inzet van vrijwilligers.
Sociale teams: De vernieuwing is ook zichtbaar in de bijdrage aan integrale werkwijzen. Sociaal werkers zijn stevig gepositioneerd binnen sociale (wijk)teams. Vrijwel alle organisaties participeren hierin, waarvan een derde breed is opgezet (Wmo, Jeugd en Participatie).
Omzet: De ontwikkeling van de totale omzet van de W&MD-organisaties lijkt positief: in 2015 houden omzetdalers en –stijgers elkaar in evenwicht. In 2016 groeit het aandeel van omzetstijgers naar verwachting verder.
Risico’s: Ook uiten de organisaties zorgen. Opvallend is dat een derde van de organisaties verwacht dat er doelgroepen buiten het inkoopbeleid gaan vallen. Ook kwalificeren zij de afspraken die zijn gemaakt in de transitietafels als matig en te weinig gericht op transformatie. Slechts een vijfde van de organisaties heeft volledige zekerheid over financieringsafspraken (inkoop) in het kader van de drie transities. Rondom de voorbereiding op de uitvoering op de transitie Awbz is nog veel onduidelijk voor de W&MD-organisaties. Het gaat hierbij om uitvoeringsaspecten die alleen al met het oog op een goede bedrijfsvoering duidelijk moeten zijn ruim voor 2015.
1 De MOgroep heeft in totaal 620 leden. Ook peuterspeelzalen, maatschappelijk opvang, asielcentra,
Deel A: transitie Awbz - Wmo Voorbereiding op de uitvoering
Geef hieronder aan voor welke onderwerpen het voor u duidelijk is hoe
uw gemeente dit gaat inrichten. Aantal %
De wijze van contracteren van aanbieders 29 35,4
De inrichting van de toegang tot zorg en ondersteuning 31 37,8 De overgang van de huidige cliënten naar het nieuwe regime 23 28,0
Het registratiesysteem voor de doelgroep 10 12,2
De wijze van monitoring van resultaten 8 9,8
Het kwaliteitssysteem voor de uitvoering van taken 6 7,3
De wijze van financiële verantwoording 12 14,6
De bevoorschotting 11 13,4
TOTAAL 82 100,0
In de voorbereiding op de uitvoering is nog veel onduidelijk voor de W&MD-organisaties. Dat laat bovenstaande tabel duidelijk zien. Het gaat daarbij om uitvoeringsaspecten die alleen al met het oog op een goede bedrijfsvoering duidelijk moeten zijn ruim voor 2015. Dat is vaak niet het geval.
Financiële organisatorische consequenties transitie Awbz (Wmo 2015) Welke gevolgen van de inkoop Wmo 2015 verwacht u voor uw organisatie
in financiële termen (omzet)? Aantal %
Stijging van meer dan 10 % 8 14,3
Stijging tot 10 % 8 14,3
Gelijk 14 25,0
Daling tot 10% 6 10,7
Daling van 10 tot 25 % 4 7,1
Daling van meer dan 25% 6 10,7
Weet niet 10 17,9
TOTAAL 56 100,0
De omzetdaling en -stijging als gevolg van de transitie Awbz houden elkaar - procentueel gezien - nagenoeg in evenwicht.
Heeft uw voorbereiding op de inkoop Wmo 2015 gevolgen voor uw
interne organisatie? aantal %
ja 31 55,4
nee 19 33,9
weet niet 6 10,7
TOTAAL 56 100,0
De voorbereiding op de inkoop Wmo 2015 heeft voor iets meer dan de helft van de organisaties impact op de interne organisatie.
Welke gevolgen zijn momenteel actueel (meerdere antwoorden
mogelijk)? Aantal %
Reorganisatie/ bezuiniging 11 13,4
Reorganisatie/ herallocatie personeel, middelen etc. 17 20,7
Fusie met een andere organisatie 7 8,5
Meer inzet vrijwilligers 22 26,8
Uitbreiding op onderdelen c.q. diensten 16 19,5
Uitbreiding back office/ ondersteunende diensten 6 7,3
Inhuur externe adviseurs 4 4,9
Verhoging administratieve lasten 7 8,5
Anders 8 9,8
TOTAAL 82 100,0
De actuele gevolgen voor de interne organisatie hebben met name betrekking op meer inzet vrijwilligers, uitbreiding op onderdelen c.q. diensten en herallocatie personeel, middelen.
Opvallend is dat zeven organisaties ‘fusie met een organisatie’ benoemen. Dit is een achtste deel van de WMD-organisaties (N=56).
Gemeentelijk (inkoop)beleid en betrokkenheid W&MD organisaties
In driekwart van de gemeenten heeft B&W een Wmo- cq richtinggevend beleidsplan 2015 vastgesteld. Tachtig procent van de WMD-organisaties is daarbij actief betrokken geweest.
Twee derde van de WMD-organisaties geeft aan dat hun gemeente het inkoopbeleid en -proces voor de contractering van (individuele) begeleiding en dagbesteding (groepsbegeleiding) heeft vastgesteld.
Wel is nog veel bij gemeenten onduidelijk hoe de toelating voor begeleiding en dagbesteding eruit gaat zien. Slechts een derde van de organisaties heeft hierover duidelijkheid.
Nagenoeg alle organisaties kunnen voldoen aan de eisen die de gemeente stelt in haar inkoopbeleid.
Voor welk inkoopmodel is gekozen? Aantal %
Meervoudig onderhands aanbesteden 6 17,1
Subsidiëren 4 11,4
Bestuurlijk aanbesteden 13 37,1
(Tijdelijke) voorzetting inkoop à la zorgkantoren 2 5,7
Anders 10 28,6
TOTAAL 35 100,0
Bij twee derde van de organisaties is het inkoopmodel dat de gemeente gaat hanteren, reeds bekend.
Zij hebben met name te maken diverse vormen van aanbesteding. De categorie ‘anders’ bestaat hoofdzakelijk uit organisaties die te maken hebben met meerdere gemeenten die verschillende inkoopmodellen hanteren.
Doelgroepen
Opvallend is dat een derde van de organisaties verwacht dat er doelgroepen buiten het inkoopbeleid gaan vallen.
Gaat uw organisatie (binnen de kaders van dit inkoopbeleid) een
aanvraag indienen voor de nieuwe Wmo-voorzieningen voor (individuele) begeleiding en dagbesteding (groepsbegeleiding) die de gemeente gaat
inkopen? Aantal %
Ja
Nee 18 32,1
Weet niet 13 23,2
TOTAAL 56 100,0
Bijna de helft van de organisaties gaat een aanvraag indienen voor (individuele) begeleiding en dagbesteding (groepsbegeleiding). Een kwart weet het niet, hetgeen mogelijk te herleiden is op het eerder geconstateerde gebrek aan duidelijkheid over inkoopmogelijkheden.
Voor welke groepen gaat u uw aanbod verbreden? (meer antwoorden
mogelijk) Aantal %
Kinderen/ jongeren 1 1,2
Ouderen 8 9,8
Verstandelijk gehandicapten 8 9,8
Lichamelijk gehandicapten 6 7,3
Volwassen met psychische beperkingen 10 12,2
Jongeren (<18) met psychische beperkingen 6 7,3
Volwassenen met psychosociale beperkingen 8 9,8
Volwassenen met NAH (niet aangeboren hersenletsel) 7 8,5
Anders 6 7,3
TOTAAL 82 100,0
De W&MD-organisaties verbreden hun aanbod over alle doelgroepen. In de toelichtende antwoorden wordt gesproken over ‘de inzet van verstandelijk gehandicapten als vrijwilliger, ‘geen doelgroep benadering: iedereen doet mee’, ‘doelgroep verbreding bij groepsbegeleiding met ouderen met geriatrische problematiek, of zelfs met psychiatrische klachten’, ‘thuisbegeleiding voor mensen met psychosociale problematiek als maatwerkvoorziening, maar ook als vrij toegankelijke algemene voorziening’.
Met welke activiteiten wil uw organisatie het huidige aanbod gaan
verbreden? (meer antwoorden mogelijk) Aantal %
Specifieke activering middels dagopvang (groepsbegeleiding) 16 19,5 (Individuele) Ondersteuning bij het vergroten van participatie 18 22,0 (Individuele) Ondersteuning bij zelfstandig wonen 9 11,0 (Individuele) Ondersteuning door vrijwilligers 15 18,3
Ondersteuning van mantelzorgers 16 19,5
Ontmoetingsgroepen (inloopactiviteiten) 17 20,7
Anders 3 3,7
TOTAAL 82 100,0
De W&MD-organisaties bieden daarbij een breed palet van activiteiten aan. In de toelichtende beantwoording geven W&MD-organisaties aan dat activiteiten (meer) onderdeel worden van het methodisch werken in hun reguliere dienstverlening. Dagopvang wordt hier ook genoemd.
Nagenoeg alle W&MD-organisaties gaan in de aanvraag hun aanbod qua dienstverlening verbreden.
Samenwerking en afstemming
Doet u uw aanvraag of heeft u een aanvraag voor een gezamenlijk
aanbod gedaan gezamenlijk met andere aanbieder(s)? Aantal %
Ja 31 56,4
Nee 21 38,2
Weet niet 3 5,5
TOTAAL 55 100,0
Met welke aanbieder(s) doet u of heeft u deze aanvraag voor een
gezamenlijk aanbod gedaan? (meer antwoorden mogelijk) Aantal %
GGZ 11 13,4
VG 6 7,3
MEE 10 12,2
Anders 23 28,0
TOTAAL 82 100,0
Bij ruim de helft van de organisaties heeft de aanvraag betrekking op een gezamenlijk aanbod met andere aanbieders uit met name GGZ en verstandelijk gehandicapten (VG en MEE). De groep ‘anders’
bestaat hoofdzakelijk uit ouderenzorgorganisaties en maatschappelijke dienstverleningsorganisaties uit de eigen branche.
De argumenten voor samenwerking zijn divers, waarbij ruim de helft van de organisaties expertise als argument noemt. Een kwart van de organisaties benoemt het voorkomen van overlap in
dienstverlening als argument voor samenwerking. Vijftien procent noemt kostenverlaging/ verlaging kostprijs.
Opvallend daarbij is dat de samenwerking in drie kwart van de gevallen leidt tot een vernieuwend aanbod/arrangement.
De helft van de W&MD-organisaties neemt deel aan de regionale transitietafels.
Hier wordt met name gesproken over continuïteit van ondersteuning en zorg, zorgvernieuwing, informatievoorziening en beperking fricties op de arbeidsmarkt.
Opvallend daarbij is dat juist op het punt van beperking fricties op de arbeidsmarkt niet of nauwelijks afspraken zijn gemaakt.
Driekwart van de organisaties kwalificeert de afspraken die zijn gemaakt in het regionaal overleg als matig. Uit de beantwoording van de toelichtende vraag blijkt dat de afspraken veelal betrekking hebben op transitie-arrangementen en de financiële verplichtingen die daaruit voortkomen. Afspraken over transformatie moeten nog gemaakt worden.
Sociaal (wijk)team/netwerk
Uit de monitor blijkt een stevige positionering van sociaal werkers binnen sociale (wijk)teams.
Vrijwel alle organisaties (negentig procent) participeren in een sociaal wijknetwerk of sociaal
wijkteam. In iets meer dan de helft van de gevallen voert de gemeente hierbij de regie. In de overige gevallen voeren de welzijnsorganisaties alleen (12%) of samen met andere organisaties de regie. Een derde van de organisaties heeft te maken met een breed sociaal wijkteam (Wmo, Participatie en Jeugd). Opvallend is dat eenzelfde percentage te maken heeft met een smal wijkteam (jeugd of volwassenenteam): aanvullend of in de plaats van.
De bekostiging van deze wijkteams is in bijna alle gevallen geregeld via inzet van medewerkers (in natura). Daar waar dit niet het geval is, neemt in het algemeen de gemeente de financiering voor haar rekening.
Informatiebronnen en informatie aan burgers
Waar haalt u uw informatie over de transitie naar de Wmo vandaan?
(meer antwoorden mogelijk) Aantal %
Via de website van de MOgroep 40 48,8
Bezoeken van ledenbijeenkomsten van de MOgroep 20 24,4
Via nieuwsbrieven van de MOgroep 36 43,9
Via informatie (website, ledenbijeenkomsten) van andere branches 38 46,3
Via de websites van de overheid 43 52,4
Anders, namelijk: 21 25,6
TOTAAL 82 100,0
Bij de antwoordcategorie ‘anders’ worden gemeenten en congressen als informatiebron genoemd. De MOgroep website en nieuwsbrieven ‘linken’ ook door naar websites van de overheid en andere branches.
De informatieverstrekking aan burgers staat veelal nog in de kinderschoenen. Sommige organisaties vinden dit bij uitstek een taak voor gemeenten, anderen wachten op gemeentelijke keuzes ten aanzien van de uitvoering.
Deel B: drie transities
Ontwikkelingen omzet en voortgang financieringsafspraken drie transities Welke verandering in de totale omzet van uw organisatie verwacht u voor 2015 en 2016 ten opzichte van 2014? (Dit kan een zeer globale
schatting zijn) 2015% 2016 %
Stijging 27,4 35,6
Gelijk 31,5 21,9
Daling 31,5 20,5
Weet niet 9,6 21,9
TOTAAL (N= 73) 100 100,0
In 2015 houden de omzetdalers – en stijgers elkaar in evenwicht. In 2016 groeit het aandeel van omzetstijgers verder. Kortom: de trend van jarenlange bezuinigingen op de branche W&MD lijkt te
‘kantelen’ naar omzetgroei.
Verdeling 2015 omzet naar domein Gem
Wmo 68.80
Zorgverzekeringwet 6.44
Jeugdwet 11.77
Participatiewet 5.79
Wet langdurige zorg 2.84
De omzetverdeling 2015 laat zien dat de Wmo de belangrijkste bron van inkomsten is.
Een vijfde van de respondenten heeft volledige zekerheid over financieringsafspraken (inkoop) met gemeenten. Iets meer dan de helft heeft gedeeltelijke zekerheid. Met name in het Wmo domein zijn veruit de meeste inkoopafspraken gemaakt. Dit in tegenstelling tot de Jeugdwet en de Participatiewet.