Onderbouwing keuze arbeidsmarktregio’s (AMR) Project Armoede en Schulden
“Krachtig Samenwerken”
Toelichting:
We zijn het project gestart met een voorbereidingsfase. Deze heeft een kwantitatief en kwalitatief karakter. We bestuderen cijfers over omvang van de schulden- en armoede problematiek van de 35 arbeidsmarktregio’s (AMR). We kiezen voor een analyse van arbeidsmarktregio’s, omdat in deze structuur afspraken gemaakt worden tussen gemeenten en bedrijfsleven.
Bij de arbeidsmarktregio’s kan de kennis en kunde over publiek-private samenwerking bij armoedebestrijding en schuldpreventie geborgd worden.
De kwantitatieve analyse heeft een selectie opgeleverd van 15 arbeidsmarktregio’s waar de problematiek (conform variabelen, zie onderstaand grafiek) groot is.
We hebben gekeken naar regio’s waar al langer samenwerkingsverbanden zijn en enkele regio’s waar deze minder prominent aanwezig zijn. En we hebben gekeken naar regio’s die qua trend een stijgende lijn laten zien wat betreft armoede.
Vanuit het onderzoek ‘Huishoudens in de rode cijfers, SZW’ (nog niet openbaar) springen de volgende regio’s eruit: Rijnmond, Haaglanden, Rivierenland, Midden-
Gelderland en Zuid-Limburg. Om die reden hebben we Zuid-Limburg en
Rijnmond toegevoegd. In deze regio’s wonen gemiddeld meer huishoudens met een risico op problematische schulden die geen gebruik maken van schuldhulpverlening. De cijfers laten zien dat de regio Brabant een urgente regio is omdat deze het hoogst scoorde op minimaal 2 van de 4 variabelen. Tevens hebben we mee laten wegen dat er deelnemers zijn die zich hebben aangemeld omdat ze al actief bezig zijn met de
problematiek.
Keuze:
Voor wat betreft de keuze van de AMR gaan we uit van de volgende variabelen (cijfers minimascan Stimulansz, bewerkingen op CBS-data
1):
Werkende armen, landelijk gemiddelde=15,30%
Toename trend op armoede 2013-2015, landelijk gemiddelde=8,70%
Percentage kinderen in minimahuishoudens, landelijk gemiddelde=10,10%
Risico op problematische schulden, geen gebruik van schuldhulpverlening, landelijk gemiddelde = 12,7% (rapport Huishoudens in de rode cijfers) Uitgangspunten bij selectie:
We selecteerden regio’s die op meer dan twee criteria bovengemiddeld scoren. Dit waren 10 regio’s. Zie onderstaande tabel.
Vervolgens selecteerden we die regio’s die de afgelopen jaren de grootste stijging in armoede lieten zien. Dat zijn er twee: Stedendriehoek en Noordwest-Veluwe, en Zaanstreek/Waterland.
De Klankbordgroep opperde vervolgens om de regio Drenthe toe te voegen, gezien de omvang van de langdurige armoedeproblematiek daar. We hebben Zeeland als AMR toegevoegd omdat er in deze regio op provinciaal niveau al samenwerking is die vertaald
1
De minimascan 2015 maakt op basis van CBS-cijfers over aantal minimahuishoudens per gemeente in 2013,
een voorspelling van het aantal minimahuishoudens per gemeente in 2015. Op basis van de ontwikkeling van
het aantal bijstandsgerechtigden, inwoners, 65-plussers, WW’ers en arbeidsongeschikten in de gemeente,
maakt de minimascan een prognose voor de huidige situatie. De rekenmethode voor het maken van de
prognose is in 1994 in opdracht van de VNG ontwikkeld en in de loop der jaren betrouwbaar gebleken.
kan worden naar lokale initiatieven. Een voordeel is tevens dat de landelijke spreiding hiermee is geborgd. Wat geen streven op zich was maar wel een mooie bijkomstigheid.
Drechtstede is toegevoegd als 15
eAMR, o.a. vanwege de samenwerking rondom een aankomende studiereis Armoede en Schulden. Dit leidt tot een netwerk met lokale partners welke we effectief kunnen inzetten binnen deze Arbeidsmarktregio.
In 2016 komt er een congrestival waar ook de regio´s voor worden uitgenodigd die op basis van onderstaand niet mee doen in dit project, maar wel een good practice hebben.
Kennis en ervaringen worden o.a. daar met elkaar gedeeld.
4. Arbeidsmarktregio’s:
Bovenstaande percentages, variabelen en overwegingen leidde uiteindelijk tot de selectie van 15 arbeidsmarktregio’s (AMR):
Criteria 1.Werkende
armen
2.Trend 2013 - 2015
3.Kinderen in armoede
4.Risico op schulden
5.Minima huishoudens
Toelichting Percentage minimahuis houdens (110%) dat inkomen verkrijgt uit werk.
Trend (in %) van het aantal minimahuisho udens (110%) in periode 2013-2015
Percentage kinderen dat opgroeit in minimahuish ouden (110%)
Percenta ge huishou dens met risico op schulden
Percentage minimahuisho udens (110%) van totaal aantal huishoudens
Landelijk gemiddelde
15,3% 8,7% 10,10% 12,7% 11,5%
1 Haaglanden V V 14,8%
14,8V V V 15,1%
2 Midden-Brabant V 16,7% V 10,8%
3 West-Brabant V 16,0% V 10,2%
4 Rijnmond V 14,9% V >15% V 14,8%
5 Rivierenland V 11,4% V >15%
6 Zuid-Limburg V 13,0% V >15% V 12,9%
7 Midden-Utrecht V 18,1% V 11,0%
8 Midden Gelderland
V 10,7% V >15% V 12,3%
9 Friesland V 10,2% V 12,5%
10 Drechtsteden V 10,2%
11 Stedendriehoek en Noordwest- Veluwe
V 11,1%
12 Zaanstreek/Wat erland
V 11,7%
13 Zeeland V 15,8%
14 Groningen V 11,1% V 12,6%
15 Drenthe V 12,4%
PS: Een leeg vakje betekent een percentage onder het gemiddelde.