• No results found

EEN NOODKREET.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "EEN NOODKREET. "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EEN NOODKREET.

Mijn vaderland, ontwaak en red u zelf!

Ik heb u liefgehad om uw verleden;

'k Waardeer het goede van het heden en Ik vrees het kwade dat het brengt, en hoop Nog op' uw toekomst. 'k Heb u liefgehad Om wat ge waart, door eigen kracht geworden, Geweest zijt, en weer worden kunt, wanneer Ge ontwaken wilt en weder groot zult zijn Door eigen kracht, door waarheid en door liefde Voor recht en vrijheid; vrijheid, recht voor allen, Die ge op uw bodem draagt of duldt; voor allen, Die ge onder uw ver reikende overmacht

Vereenigt, schoon door zeeën, werelddeelen Gescheiden. .. Maar geen almacht is die macht;

Veel werkt zij uit, niet alles. Zie, haar luister Verbleekt reeds als de zon, die gloeiend wegzonk En voor den nacht wijkt. De onverwonnen kracht, Die, onbedwingbaar, schier gansch Insulinde

Bedwong, sterft weg, gelijk de spierkracht van Den hong'rend uitgeputten leeuw... 0, worde

Dit beeld niet 't sprekend beeld van Neêrlands grootheid;

Een schitterend verleden, roemloos in Een kleurloos heden onder~nd! 0, zij

Ook Neerlands leeuw niet stervend, slapend slechts, Om straks in volle kracht te ontwaken; om

Herlevend te bewijzen dat ons land

Nog 't oude N eêrland is; ons rustend volk Nog 't wakkere, oude, grootc volk-kan zijn, Wanneer 't ontwaken wil...

°

zij dat nu, Mijn vaderland, want ·t is ontwakenstijd! ...

aar zijn uw duizenden, die duizend maal Tienduizenden beheerschten ? . .. V raag het aan De graven, in wier duisternis zij rusten

Na langen, bangen strijd, door zwaard of kogel Geveld, door ziekte of rustlooze overspanning Ten dood gemarteld ... ! V raag het, needrig, aan Den onverdelgbren boozen genius

Der ziekte, die vergiftgt wie nog niet

Gevallen zijn... En vraag het aan den vijand, Die, door ons aangevallen, deed wat wij

Met minder recht (1), schoon we er terecht op roemen, Drie eeuwen vroeger durfden en volbrachten.

(1) Wij stonden tegen onzen soeverein op. De Atjehers verdedigen hun oua.fJwab- lijkheid tegen den vreemden aannller. Ik wil hiermede niet gezegd hebben, dat

wt

Atjeh moeten verlatm. Eenmaal daar, moeten wij ons er handhaven en 0111 PIII waardiger ophouden, om niet met of na Atjeh gansch Indië te verliezen.

(2)

2

Den vijand, die zijn land, zijn vrijheid 'liefheeft Zoo goed als wij, en tege,n ons verdedigt, Gelijk we ons land 'en onze vrijhei,d aan 't Ondraaglijk juk van kerkelijken dwang En Spaansche dwinglandij ontworstelden.

Vraag 't aan den vijand, die ons nooit gevreesd heeft En minder vreest dan ooit; die op zijn beurt

Ons dreigt en aanvalt, afmat, wegdringt, insluit;

En uitm'oordt wat door ziekte of overspanning Gespaard werd, maar, verzwakt of uitgeput,

Zich nauwlijks weren kan. Vraag 't aan den vijand, Die 't als een straf des Hemels toejuicht, dat

W~· wijken voor zijn onverzwakten moed;

Dat Allah's vloek, hem steunend, onze krijgers Vernietigt of vergiftigt; die, de smetstof Meedragend en verspreidend, heel ons leger Bedreigen en het arme "Volk, welks zonen Vervangen wie gevallen zijn, en op Hun beurt bezwijken of, ontijdig, naar Hun dèsa's keeren, hulpbehoevend, zelf Vergiftigd en vergiftigend. V raag 't aan Dat volk, dat weet dat onze kracht gebroken, Ons leger uitgeput en onze schatkist,

Veel eischend, meel' dan ooit, meer dan het geven Of dragen kan, haast ledig raakt; dat weet,

Dat wij, zijn overheerschers, zijn verdrukkers, In 't eind geslagen, half verwonnen zijn;

't Begin ervarend van het einde, dat Ook hem bevrijden kan van 't harde juk, Dat, altijd meer bezwaard, hem dooden zal Of, eindlijk afgeworpen, breken moet ...

Eén vonk in 't kruit, en 't ondermijnd gebouw Van onze staatskunst zinkt in vlam en asch!. ..

Mijn vaderland, het is ontwakenstijd ! Of zeg, wanneer dat volk, tot hong'rens toe Verarmd, tot sten'ens toe verdoofd, verlamd Door ons amfioengift, van zijn laatst vertrouwen Door onzen krijg met zijn geloofsgenooten Beroofd, door dweepzucht tot verraad gezweept, Door bijgeloof verblind, 't onmooglijke

Geloovend, 't hopelooze hopend, eischend, In 't eind zijn kluisters breekt en afwerpt, en Zich onzen machteloozen arm ontstrijdt, Of, hulp bij andren vindend tegen ons,

Ons smaad lijk wegjaagt van den kostbren grond, Dien wij 't onvreemdden en die ons verrijkte Te zijnen koste. .. Zeg, mijn vaderland,

Hoe zoudt gij nog bestaan? Hoe't leven rekken,

J

,

3

Verarmd, teruggebi'acht tot eigen kleinheid, Verguisd, verlaten, nauwlijks nog een schijn Van vroeger grootheid, vroeger levenskracht Behoudend; terend op verdwenen roem En stervend aan verloren hoop? " Genoeg, Mijn vaderland, het is nog tijd, ontwaak!

Eer 't hopeloos te laat uw doel beslist; /

~

Eer gU, uw naam, uw schitterend verleden Onwaardig, uit der volkren rij verdrongen, Roemloos, ellendig, eerloos ondergaat.

Mijn vaderland, ontwaak en red lt zelf!

Verdaag de twisten, die uw dag verduistren, Uw zonen onderling verdeelen, strijdend,

Kortzichtig strijdend, de éen voor schoolschen dwang, Een ander voor verkeerd begrepen vr~jheid,

Een derde VCOl' den zege van zijn kerk, Van zijn geloof, 't geweten dwingend van Wie dat geloof niet deelen; weer een ander Voor eigen naam en ~l'ootheid; ijdlen waan, Die niet veredelt, niet verheft, en 't land N och landgenoot ten goede komt; een enkie, Maar vruchtloos, pleitend voor 't geschonden recht.

Verdaag dat twistgeschreeuw, dat de eendracht oplost, En d'ondergang in eigen boezem werkt.

Zie, weinig weet gij van dat wonderland, Dat met zijn schatten u verblindde; leer Het kennen, en zijn lijden en zijn recht

Op wat het vraagt: verlossing van veel onrecht.

't Genieten van de vruchten van 't verleden Legt plichten op.. Der vaad'ren grootheid zij Der kind' ren erfdeel, en der vaad'ren wijsheid Hun kracht. Wat de etTste 'Villem van Oranje Volbracht, 's lands groote vader, wien we meer Dan 't volksbestaan, dan recht en vrijheid danken, Hij had het zonder onzer vaad'ren bijstand,

Hun moed, hun zelfverloochning, hun volharding, Hun wilskracht en hun eendracht nooit bestaan.

Welnu, wat de eerste Willem van Oranje Met onzer vaadren trouwe hulp ons won--

Niet slechts gewetensvrijheid, niet slechts welvaart, Aan eigen vrijen haard, noch roem, maar ook De grootheid van ons kleine vaderland- De laatste Willem van Oranje handhaaf', Behoude en hoede 't ons, door de eigen liefde Van 't onverbasterd Nederlandsche volk, Door de oude onwankelbare trouw gesteund.

Maar 't heden gaat voorbij, de toekomst dreigt,

(3)

4:

En haal' bezweren, weren, zie, dat kan

De Vorst niet zonder 't volk, en 't volk, ontaard, Verdeeld door bUlogertwist, niet zonder hem,

Die 't met der vaadren heil gen ernst, de wilskracht, De trouwe liefde van den grooten voorzaat

Ook thans te leiden en te redden heeft.

o

Koning, red ons, red uw Insulinde!

't Miskende en uitgeputte wonderland,

Dat rijkdom, grootheid, macht en weelde ons baarde Ten koste van zijn welvaart., van zijn bloed.

Verbied uw onderdanen 't in Uw naam Te onthouden wat het vraagt, en vragen mag Als Ie ensvoedsel, om den ondergang

Te ontgaan. Beveel, dat zij den bruinen broeder- U w onderdaan zoo goed als zij dat zijn,

U wonderdaan, die recht heeft op bescherming, Zoo goed als wij dat hebben, - langer niet Met last op last bezwaren, maar ontlasten Van al te zwaren, doodelijken druk.

Beveel, 0 Vorst, dat zij hem lang.:!r niet Vergiftigen, ten bate van 's lands schatkist, Met geest- en vleeschontkrachtigend venijn;

Maar dat ze hem ontheffen van dien ons Onteerenden, hem martelenden vloek.

Beveel dat zij hem dwingen te gelooven Aan 's Konings vaderzorg, aan 's Vorsten wil Om recht te doen, door recht te doen in naam Des Maharadja 's, van den grooten Koning,

r

Opdat hij eindlijk niet, dool' eindloos wee,

I Door al te lang gedragen duldloos lijden, Door knellende armoê, raadloosheid en wrevel Tot feIlen haat gespoord, zijn keet'nen breke

I

En ons er mee verplettre. 0 Koning, geef Hem recht voor onrecht, hoop voor wanhoop; geef Hem welvaart voor ellende. 't Wonderland Is rijk genoeg aan overvruchtbren grond

Voor hem en ons. 0 Vorst, behoud en red ons En onze toekomst, 't zinkend Insulinde,

En 't blinde volk, en 't slapend Nederland ....

Weg t dien slaap, ontwaak, 't is wakenstijd, Ontwaak, mijn vaderland, en -red tt zelf!

JOGJAKARTA , 14-15 April 1887.

J. GRONEMAN.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de ontvangen klachten (nummer, adres en het onderwerp van de klacht), het aantal niet- ontvankelijk verklaarde klachten met vermelding van grondslag, het aantal

De zorg voor de bomen is een halve eeuw lang naar de achtergrond verdreven door de bloembollen, maar sinds een aantal jaar krijgen de bomen weer alle zorg en aandacht die ze

Mathieu Pater is een van de muziektherapeuten bij Papageno en doet promotieonderzoek naar de effecten van deze

- U informeert mij over de stand van zaken betreffende de aanvraag tot ontheffing voor de financiering van de Woningstichting Eigen Haard aan de Purmer CV en uw voornemen

Het verhaal dateert niet van gisteren, maar werd onlangs wel bevestigd door de Duitse jezuïet Peter Gumpel, postulator van het lopende zalig- verklaringsproces van

Eerste communie en vorm- sel, aangeboden door de scholen, worden nog steeds massaal be- leefd, maar tegelijk zijn jongeren nauwelijks of niet geëngageerd in de

Milieubescherming en de strijd tegen tumoren zijn volgens hem ‘twee zijden van dezelfde medaille’, namelijk ‘elkaar. aanvullende aspecten van dezelfde strijd voor beschaving

De verhouding tussen Nederlandstalige en Franstalige aangiften blijft nagenoeg ongewijzigd (80/20), met 656 gevallen boven en 166 gevallen beneden de