• No results found

Door de verplaatsing van het voetbalveld zijn twee velden op twee locaties vrijgekomen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Door de verplaatsing van het voetbalveld zijn twee velden op twee locaties vrijgekomen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inlichtingen bij mw. M.Q. van der Veen, telefoonnummer (026) 359 83 05 e-mailadres: post@gelderland.nl

Antwoord op Statenvragen PS2017-731 Arnhem, 19 december 2017 zaaknr. 2017-015937

De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid J. Maouche

( Groen Links ) over Volbouwen oude voetbalvelden naast Natura 2000 gebied te Otterlo

Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid J. Maouche toekomen.

Inleiding

In de omgeving van Otterlo liggen plannen om in het buitengebied te bouwen op locaties die pal naast Natura2000 gebieden liggen. Een camping (de Zanding) heeft toestemming gekregen 450 vakantiebungalows te bouwen. Door de verplaatsing van het voetbalveld zijn twee velden op twee locaties vrijgekomen. Beide grenzen aan Natura 2000 gebied. Deze ontwikkelingen vinden plaats pal naast de Zandingsheide. Een natuurgebied met hoge natuurwaarde dat door alle ontwikkelingen sterk onder druk is komen te staan. Door deze geplande ontwikkelingen zal de druk op dit natuurgebied naar verwachting alleen maar toenemen

Vraag 1:

Is het GS bekend dat rond Otterlo steeds meer natuur verdwijnt, zoals bij de uitbreiding van Droompark de Zanding?

a. Zo ja, wat is er gedaan om de negatieve impact op de natuur en biodiversiteit te verminderen of te voorkomen?

Antwoord:

Nee, dat is ons niet bekend. De herontwikkeling van het recreatiepark vindt geheel plaats binnen de bestaande terreingrenzen van de verblijfsrecreatieve bestemmingen. Er is dus geen sprake van uitbreiding van het terrein. Voor de herontwikkeling van recreatiepark De Zanding is een

bestemmingsplan vastgesteld op 11-07-2013. Voor de bouwvergunningen die volgen dienen de effecten van de plannen op de natuur te worden bepaald. Indien negatieve effecten op het

Natura2000 gebied niet zijn uit te sluiten dient door de initiatiefnemer tevens een vergunning op grond van de Wet Natuurbescherming te worden aangevraagd.

Vraag 2:

Is het GS bekend dat camping de Heidekamp heeft mogen uitbreiden op Natura2000 grondgebied?

a. Zo ja, hoe kan dit?

b. Zo nee, hoe kan dit?

Antwoord:

a. Ja, dat is ons bekend: op 29 oktober 2012 heeft de provincie een vergunning

Natuurbeschermingswet 1998 afgegeven voor de uitbreiding van Heidekamp met 1,5 ha (maximaal 198 slaapplaatsen) in het kader van het provinciale groei- en krimpbeleid. Doordat elders op de Veluwe parken werden teruggeven aan de natuur zijn de effecten voor de Veluwe als geheel opgeheven.

De bestemmingsplanprocedure die bij de gemeente is doorlopen is in 2015 afgerond (vastgesteld 18- 01-2015).

Vraag 3:

(2)

2

Is het GS bekend dat Gemeente Ede nu voornemens is om pal naast Natura2000 gebied 80 huizen te bouwen?

a. Zo ja, is hierbij rekening gehouden met de soorten die in dit gebied voorkomen? Wat wordt gedaan om verlies van natuurwaarden en biodiversiteit te voorkomen?

b. Is het zo dat de provincie ooit als eis heeft gesteld dat in ieder geval één locatie groen zou worden?

c. Is het niet logisch om van het laatstgenoemde voornemen geheel of gedeeltelijk af te zien en in ieder geval in de regio Onderlangs-Karweg een nieuwe groene ontwikkelingszone aan te wijzen?

Antwoord:

Ja, het voornemen van de gemeente Ede is ons bekend. Wij worden in het kader van het vooroverleg betrokken bij deze ontwikkelplannen. Ook heeft de gemeente Ede een vergunning voor de Wet natuurbescherming aangevraagd voor de bouw van maximaal 72 woningen en een multifunctionele voorziening op de locaties Weversteeg en Onderlangs. De aanvraag wordt beoordeeld en binnenkort zullen wij daarover een besluit nemen.

a. Ja, in de aanvraag zijn maatregelen opgenomen om de effecten binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Veluwe weg te nemen en deze zijn gericht op het verbeteren van de veerkracht en ontzien van kwetsbare delen.

b. Nee

c. Nee, als wij vergunning kunnen verlenen voor dit plan, zijn de mitigerende maatregelen voor de biodiversiteit voldoende en dit plan voorziet in de woningbehoefte van Otterlo.

Vraag 4:

Is er provinciaal beleid om de druk op natuurgebieden in Gelderland te verminderen?

a. Zo nee, wat kan de provincie doen om kwetsbare natuurgebieden te beschermen tegen extra druk van initiatieven zoals in de inleiding beschreven zijn?

Antwoord:

Ja, het provinciaal beleid is gericht op bescherming van natuur en op verbetering van milieucondities voor natuur. Overigens is het provinciaal natuurbeleid er mede op gericht mensen de natuur te laten beleven. Wij willen de natuur weer dichterbij de mensen brengen (PS2012-401 en PS2017-796).

Met name op de Veluwe is er wel spanning tussen de recreatiedruk en de natuurwaarden, waaronder de doelen voor Natura 2000.

Wij zijn in het kader van de uitvoering van het N2000 beheerplan Veluwe samen met de Veluwe Alliantie in overleg (gemeenten, de recreatiesector en terreineigenaren) om een

recreatiezoneringsplan op te stellen. Doel van dat plan is om de recreatie te extensiveren in gebieden waar dat nodig is voor het kunnen realiseren van de N2000 doelen en tegelijkertijd meer recreatie te accommoderen waar dat mogelijk is.

Vraag 5:

Zijn de Veluwe randen belangrijk voor de instandhouding van de biodiversiteit op de Veluwe?

a. Zo ja wat is hier het belang van?

Antwoord:

Er is wat betreft biodiversiteit, geen speciaal onderscheid tussen randen of andere delen van de Veluwe. Randen zijn wel kwetsbaarder voor negatieve beïnvloeding zoals ammoniak (stikstof) of verstoring door licht, geluid, afval, betreding en huisdieren. Bij de beoordeling van nieuwe initiatieven langs de randen van de Veluwe zijn dit dan ook belangrijke factoren die worden meegewogen.

Vraag 6:

Is het zo dat de biodiversiteit op de Veluwe onder druk staat door een hoge stikstofdepositie die kritische waarden overstijgt?

Antwoord:

(3)

3 Ja

Vraag 7:

Hoe groot is de kans dat flora en fauna doelstellingen niet gehaald worden door verzuring en vermesting?

Antwoord:

Met de uitvoering van het Natura 2000 beleid en meer specifiek het Programma Aanpak Stikstof (PAS) wordt gewaarborgd dat stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden niet zullen verslechteren en dat een begin wordt gemaakt van het herstel van de natuur. Om de gunstige staat van instandhouding te halen moet de stikstofdepositie verder dalen. Daar wordt aan gewerkt met bestaand beleid (bijvoorbeeld uitstoot beperkende maatregelen in het verkeer) en aanvullende maatregelen in de veehouderij (bijvoorbeeld emissiearme stallen). Deze maatregelen zijn niet voldoende om voor een aantal flora en -faunadoelen de belasting van verzuring en vermesting, over afzienbare termijn, beneden het gewenste niveau (kritische depositiewaarde) te brengen. Daarom zijn in de PAS gebiedsanalyses herstelmaatregelen opgenomen, hiermee wordt de natuur bestendiger tegen een overbelasting van stikstof. Met deze PAS-herstelmaatregelen voorkomen we verslechtering op korte termijn en wordt een begin gemaakt met herstel. Wel zien we dat droge arme zandgronden zoals de Veluwe gevoeliger zijn voor stikstof, om ook op lange termijn de doelen te halen zijn extra maatregelen nodig. In het kader van PAS en Natura 2000 doen we daarom samen met het

Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit onderzoek of toepassing van steenmeel soelaas biedt

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De door de Staatssecretaris voorgestelde verruiming van de regeling komt neer op een verruiming van de termijn (van drie naar zes maanden), het rechtsbelang (van hetzelfde naar

Die groeivorm wissel van klein struikagtige bome van 'n meter hoog tot 'n pragtige spreidende boom van ongeveer 12 m hoog.. Die bome is met die uitsondering van die

Na aanleiding van laasgenoemde stelling kan die aanname gemaak word dat indien ’n leerder probleme in die tweede taal ondervind dit sy intellektuele vermoëns direk negatief

Some information regarding energy levels and fatigue was already mentioned under Section 2.7 Quantity of Sleep, Section 2.8 Sleep Deprivation and Section 2.9 Circadian

Together with biochemical and clinical data from targeted measurements, a metabolomic approach, consisting of both GC- and LC-MS methods, was followed to

The planning theories which represent non-motorised transport planning as an alternative to motorised transportation include the Smart growth theory, New urbanism

 South African cities and towns experience the same trends (population growth, urbanisation and increases in private vehicle ownership) as international and other

Horrell en ANess (1999) zagen tijdens hun onderzoek naar het steenkauwen bij varkens die buiten worden gehouden, dat varkens met neusring in verrijkte omgeving (stro,